Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het openbaar stadsvervoer, te weten:

- de motie-Dijksma c.s. over het verlenen van uitstel aan de stad Utrecht (23645, nr. 64);

- de motie-Hermans/Hofstra over een heldere wettelijke regeling (23645, nr. 65);

- de motie-Duyvendak/Dijksma c.s. over de verplichting tot aanbesteding van het stadsvervoer (23645, nr. 66);

- de motie-Gerkens over het Amsterdamse referendum (23645, nr. 67);

- de motie-Gerkens over de uitvoering van de Wet personenvervoer 2002 (23645, nr. 69).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Duyvendak stel ik voor, zijn motie (23645, nr. 66) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Dijksma c.s. (23645, nr. 64).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hermans/Hofstra (23645, nr. 65).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de ChristenUnie en de LPF voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Gerkens (23645, nr. 67).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Gerkens (23645, nr. 69).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de Groep Lazrak voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven