Aan de orde zijn de stemmingen over drie moties, ingediend bij het debat over arrestaties tijdens de top van Amsterdam, te weten:

- de motie-Rabbae over een onafhankelijk onderzoek (25419, nr. 2);

- de motie-Dittrich over aanpassing van het wettelijk instrumentarium (25419, nr. 3);

- de motie-Marijnissen over afbakening van de toepassing van artikel 140 Wetboek van Strafrecht (25419, nr. 4).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

De heer Dittrich trekt zijn motie (25419, nr. 3) in. Zij behoeft dus niet meer in stemming te worden gebracht.

In stemming komt de motie-Rabbae (25419, nr. 2).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Marijnissen (25419, nr. 4).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven