Aan de orde zijn de stemmingen over drie moties, ingediend bij het debat over het grotestedenbeleid, te weten:

- de motie-Van Heemst over de economische versterking van de steden (21062, nr. 57);

- de motie-Gabor over een vitaliteitsfonds voor de grote steden (21062, nr. 58);

- de motie-Gabor c.s. over de verhouding tussen gelden voor de verschillende groepen grote steden (21062, nr. 59).

(Zie vergadering van 25 juni 1997.)

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van het CDA stel ik voor, eerst te stemmen over de motie op stuk nr. 58 en dan over de motie op stuk nr. 57.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Gabor (21062, nr. 58).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Heemst (21062, nr. 57).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV, de SGP, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Gabor c.s. (21062, nr. 59).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, D66, het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels en het AOV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven