Aan de orde zijn de stemmingen over zes moties, ingediend bij de behandeling van de Voorjaarsnota 1997 (25341), te weten:

- de motie-Ybema/Van der Ploeg over verhoging van het budget voor de zorg (25341, nr. 6);

- de motie-R.A. Meijer over extra middelen voor de verzorgingshuizen (25341, nr. 7);

- de motie-Terpstra over evenwicht op de begroting (25341, nr. 8);

- de motie-Terpstra over de CDA-plannen (25341, nr. 9);

- de motie-Terpstra/Reitsma over niet doorgaan van de accijnsverhoging (25341, nr. 10);

- de motie-Van der Ploeg/Ybema over de OV-studentenkaart (25341, nr. 11).

(Zie vergadering van 24 juni 1997.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Terpstra (CDA):

Voorzitter! Bij de behandeling van de Voorjaarsnota hebben wij, zoals altijd, een diepgaand debat gehad. Uit de moties blijkt dat wij eigenlijk alle vraagstukken des levens hebben doorgenomen. Wij zullen uiteraard voor onze eigen moties stemmen, omdat daar helder in staat wat wij willen. Bij de coalitiepartijen zitten wij met het probleem dat zij twee moties hebben ingediend namens twee partijen. Daarbij is niet duidelijk op welke wijze men de zaak gefinancierd wil hebben. Wij staan voor de ondankbare taak om na te gaan welk deel van de coalitie wij zullen steunen.

Gelet op het debat van zojuist, stellen wij onszelf voor om steun te geven aan de motie van de heren Van der Ploeg en Ybema over de OV-jaarkaart, ondanks dat de financiering uit meevallers in 1997 voor problemen in 1999 ons als te vooruitziend voorkomt.

De motie van de heren Ybema en Van der Ploeg over het geven van meer geld aan de zorgsector, brengt mij tot de volgende opmerkingen. In het jaarlijkse CDA-plan van aanpak hebben wij meer geld uitgetrokken voor de zorg. Wij hebben ook verscheidene moties van die strekking ingediend. Die zijn consequent door alledrie regeringspartijen afgewezen. Wij prijzen dan ook de VVD-fractie dat zij deze motie niet heeft ondertekend. Het is consequent dat je...

De voorzitter:

U moet wel een stemverklaring afleggen en geen oordeel geven over het gedrag van andere partijen.

De heer Terpstra (CDA):

Ik mag toch wel iemand prijzen, voorzitter?

De voorzitter:

Niet tijdens een stemverklaring!

De heer Terpstra (CDA):

Wij vinden het onjuist dat de twee partijen die deze motie hebben ingediend, alle moties van de oppositie waarin meer geld voor de zorg wordt gevraagd, afwijzen en daarna de bevolking blij maken met een dooie mus, door op te merken dat volgend jaar wel meer middelen beschikbaar komen. Daarop gelet zullen wij de motie op stuk nr. 6 niet steunen.

De voorzitter:

De motie-Terpstra (25341, nr. 8) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

gelet op het advies van de studiegroep Begrotingsruimte;

gelet op de gunstige economische ontwikkelingen;

doet een beroep op de regering om in 1998 een belangrijke stap te zetten in de richting van een evenwicht op de begroting,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Terpstra. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 12 (25341).

Deze gewijzigde motie is reeds rondgedeeld. Ik neem aan, dat wij daar nu over kunnen stemmen.

Aangezien de heer R.A. Meijer zijn motie (25341, nr. 7) heeft ingetrokken, behoeft hierover niet meer te worden gestemd.

In stemming komt de motie-Ybema/Van der Ploeg (25341, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, de groep-Nijpels, het AOV en de CD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Terpstra (25341, nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de RPF, het CDA, het AOV en de CD voor gewijzigde deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Terpstra (25341, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Terpstra/Reitsma (25341, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en de CD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg/Ybema (25341, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en de CD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Hoogervorst (VVD):

Voorzitter! Ik zou voor alle duidelijkheid aan de minister van Financiën willen vragen, wat hij van plan is met deze motie te doen.

Minister Zalm:

Voorzitter! Wij verdelen het leed altijd binnen het kabinet. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft net verteld dat hij de moties die zijn aangenomen op zijn terrein, niet uitvoert. Van deze motie mag ik namens het kabinet zeggen, dat wij haar ook niet uitvoeren.

De heer De Hoop Scheffer (CDA):

Voorzitter! Misschien kan de minister van Financiën nog even herhalen wat hij zojuist zei. Het laatste deel van zijn antwoord was onverstaanbaar.

Minister Zalm:

Voorzitter! Moet ik die knop indrukken?

De voorzitter:

Nee, alles werkt vanzelf vandaag.

Minister Zalm:

We voeren de motie niet uit!!!

(Hilariteit)

De voorzitter:

Ik zou de minister van Financiën willen verzoeken zich bij het vervolg van de stemmingen van dit soort uitlatingen te onthouden, althans op deze toon, want dat geeft wanorde.

Naar boven