Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 600 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2024–2025

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Koninkrijksrelaties (IV)

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 263.383.000,00

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 205.344.000,00

BES-fonds (H)

Figuur 3 Geraamde uitgaven BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 87.642.000,00

Figuur 4 Geraamde ontvangsten BES-fonds (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 87.642.000,00

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

In afwijking van het eerste lid is besloten de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties en de begrotingsstaat van het BES-fonds in één wet te laten vaststellen, op grond van artikel 2.3, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaten voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,J. J. M. Uitermark

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. De Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2025 voor Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H).

Groeiparagraaf

  • De begroting 2025 bouwt voort op de ontwikkeling van de begroting 2024.

  • Aan dit begrotingshoofdstuk is ten opzichte van de begroting 2024 het artikel 2 slavernijverleden toegevoegd. Dit betreft de ontvangen bijdragen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (H7) ter financiering van een pakket aan maatregelen in het kader van het slavernijverleden.

Beleidsagenda

De beleidsagenda Koninkrijksrelaties geeft een overzicht van de hoofdlijnen van het beleid en wordt afgesloten met de volgende zes overzichten:

  • Overzichtstabel met de belangrijkste beleidsmatige mutaties Koninkrijksrelaties (KR);

  • Overzicht met de belangrijkste beleidsmatige mutaties BES-fonds;

  • Strategische evaluatieagenda;

  • Overzicht van risicoregelingen;

  • Implementatie van mensenrechtenverdragen;

  • Overzicht coronamaatregelen.

In het overzicht van risicoregelingen is een tabel «leningen» opgenomen. Het betreft de leningen die verstrekt zijn aan Aruba, Sint Maarten en Curaçao.

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds en heeft daarom geen beleidsagenda. Via de vrije uitkeringen uit het BES-fonds ontvangen de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen om de aan hen toebedeelde en deels wettelijke taken naar behoren uit te voeren, net zoals gemeenten middelen krijgen uit het gemeentefonds in Europees Nederland. Het gaat hierbij om vrij besteedbare middelen. Het is - net als bij gemeenten – aan de lokale democratie om ambities te formuleren, aanvullende inkomsten te genereren en beleidskeuzes te maken. Het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de, via het BES-fonds, verstrekte middelen.

Beleidsartikelen

In de beleidsartikelen staat de beleidsinformatie en de financiële informatie over de voorgenomen uitgaven. De begroting van KR bevat vijf beleidsartikelen:

  • artikel 1. Versterken rechtsstaat;

  • artikel 2. Slavernijverleden;

  • artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur;

  • artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen;

  • artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden.

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidswijzigingen;

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de instrumenten.

Budgetflexibiliteit

De peildatum voor de onder onderdeel D gepresenteerde budgetflexibiliteit (op basis van juridisch verplicht) is 1 januari 2025.

Niet-beleidsartikelen

In de niet-beleidsartikelen staan de voorgenomen uitgaven verantwoord die niet met beleid te maken hebben, zoals apparaatsuitgaven

De begroting van KR bevat twee niet-beleidsartikelen:

  • artikel 6. Apparaat;

  • artikel 7. Nog onverdeeld.

Een niet-beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Tabel budgettaire gevolgen van beleid;

  • B. Toelichting op de instrumenten.

BES-fonds

De begroting van het BES-fonds kent één beleidsartikel:

  • artikel 1. BES-fonds.

Het beleidsartikel van het BES-fonds is opgebouwd uit dezelfde vijf elementen als de beleidsartikelen van de begroting van Koninkrijksrelaties. De apparaatsuitgaven/-ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen in de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Bijlagen

De begroting van KR bevat negen bijlagen:

  • 1. Verdiepingsbijlage KR;

  • 2. Verdiepingsbijlage BES-fonds;

  • 3. Moties en toezeggingen voor beide hoofdstukken;

  • 4. Subsidies;

  • 5. Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda;

  • 6. Rijksuitgaven Caribisch Nederland;

  • 7. Overzicht belasting- en premie ontvangsten Caribisch Nederland;

  • 8. Overzicht eilandelijke inkomsten;

  • 9. Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland.

Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 (RBV 2024) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2024

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Versterken rechtsstaat

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

2. Slavernijverleden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 2 mln.

5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 10 mln.

8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

6. Apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

7. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln. Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

1. BES-fonds

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln. Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln. Ontvangsten: 4 mln.

2. Beleidsagenda

2.1 Beleidsprioriteiten

Bouwen aan een gezamenlijke toekomst

In het Koninkrijk werken we vanuit een gezamenlijk verleden aan een gedeelde toekomst, op basis van gelijkwaardigheid en betrokkenheid. Binnen onze samenwerking met het Caribisch deel van het Koninkrijk staan de volgende thema’s centraal:

  • deugdelijk bestuur en rechtszekerheid;

  • toekomstbestendige overheidsfinanciën;

  • het vergroten van de zelfredzaamheid.

Voor Caribisch Nederland richten we ons vanuit het oogpunt van die zelfredzaamheid op het behoud en verder vergroten van de brede welvaart. Bonaire, Sint Eustatius en Saba moeten namelijk een gelijkwaardig deel van Nederland kunnen zijn. Dit vraagt om het op orde brengen van de randvoorwaarden die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van Caribisch Nederland. Samen werken wij onder andere aan toekomstbestendige financiële verhoudingen en deugdelijk bestuur, waaronder het versterken van de uitvoeringskracht. Voor het vergroten van de zelfredzaamheid blijven we werken aan de doorontwikkeling van het sociaal, economisch en fysiek terrein. Zoals beschreven in het rapport ‘Gerichte groei’ van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen Caribisch Nederland 2050 zijn deze verdere stappen ook noodzakelijk om de zelfredzaamheid en daarmee de brede welvaart van de eilanden voor de toekomst te borgen. Dit vraagt inzet van zowel de besturen op de eilanden als vanuit het Rijk. In het voorjaar van 2025 volgt er een kabinetsreactie op dit rapport.

In de samenwerking met de drie autonome Caribische landen in het Koninkrijk ligt de focus op deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, waaronder het borgen van fundamentele mensenrechten en het vergroten van de zelfredzaamheid van deze landen. Zij zijn immers kwetsbaar als gevolg van hun kleinschaligheid en economische afhankelijkheid van toerisme. Daarnaast brengt de geografische ligging risico’s met zich mee, zoals een kwetsbaarheid voor internationaal georganiseerde criminaliteit en de kans op toenemende migratiestromen richting Aruba, Curaçao en ook Bonaire als gevolg van de politieke situatie in Venezuela. We werken daarom samen aan het vergroten van de sociaaleconomische weerbaarheid, het versterken van de rechtsstaat en het bestuur en het borgen van toekomstbestendige overheidsfinanciën. Daarbij hebben we uiteraard oog voor de uitdagingen in bestuurs- en uitvoeringskracht en de beperkte absorptiecapaciteit van de landen.

Caribisch Nederland (CN)

Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid

Het bevorderen van de samenwerking en effectiever inrichten van de bestuurlijke verhoudingen tussen het Rijk en de eilanden en goed functionerende openbare lichamen, op basis van deugdelijk bestuur, zijn randvoorwaarden voor het vergroten van de zelfredzaamheid. Daarom richten wij ons in 2025 op de uitvoering en monitoring van de bestuurlijke afspraken die in 2023 en 2024 zijn gesloten met Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze afspraken richten zich op het versterken van uitvoeringskracht en goed bestuur, digitalisering, de aanpak van het sociaal domein en de fysieke infrastructuur (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 34 en Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 70). Tegelijkertijd wordt de voorgenomen herziening van de Wet op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) en de Wet financiën BES (FinBES) voortgezet. Hiertoe wordt in 2025 een wetsvoorstel ingediend. Daarnaast worden de afspraken die zijn gemaakt tijdens de Werkconferentie in de Bilt uitgevoerd (Kamerstukken II 2023/24, 36410 IV, nr. 52). Zoals aangegeven in het regeerprogramma wordt komend jaar samen met de eilanden een agenda Goed Bestuur uitgewerkt met maatwerk voor Caribisch Nederland. De hoofdthema’s van deze agenda zijn het borgen van ambtelijke en bestuurlijke integriteit, versterking van toezicht en handhaving, de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit en het versterken van democratische instituties op de eilanden.

Bij deze agenda zullen eveneens de conclusies van het rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) over ambtelijk-bestuurlijke integriteit in Caribisch Nederland worden betrokken (Kamerstukken II, 2023/24, 29 279, 36410 IV nr. 38). In 2025 richten wij ons op de aanbevelingen voor het vastleggen van inkoop- en aanbestedingsprocedures en het realiseren van een meldprocedure en bescherming voor klokkenluiders. Een goed functionerend vergunnings-, toezicht- en handhavingsstelsel (VTH) is essentieel voor het zijn van een betrouwbare overheid. In 2025 werken Bonaire, Sint Eustatius, Saba en het Rijk aan de doorontwikkeling en professionalisering van het VTH-stelsel. Over deze doorontwikkeling worden afspraken gemaakt op basis van meetbare stappen en resultaten.

Een tweede belangrijke randvoorwaarde voor de verdere ontwikkeling van de voorzieningen is het versterken van de uitvoerings- en bestuurskracht. De drie openbare lichamen worden met de verhoging van de vrije uitkering uit het BES-fonds in staat gesteld om de ambtelijke organisaties te versterken en de eilandelijke opgaven aan te pakken. Dit doen zij op basis van de bestuurlijke afspraken uit 2023 en 2024. In 2025 werkt het Rijk aan het versterken van de uitvoeringskracht van de eilanden gericht op het behouden en versterken van expertise en het verbeteren van (digitale) dienstverlening. Daarnaast investeren we in de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN), door het aanbieden van projectmatige capaciteit via het Projectbureau Caribisch Nederland (PBCN) en door de uitvoering van het Rijksbrede programma Werken aan Uitvoering wordt de (digitale) dienstverlening van RCN verbeterd.

In Caribisch Nederland digitaliseren wij overheidsprocessen waardoor medewerkers hun taken effectiever en efficiënter kunnen uitvoeren en overheidsdienstverlening aan burgers verbeterd wordt. In 2025 wordt het Burgerservicenummer (BSN) ingevoerd voor Caribisch Nederland, met daaropvolgend de ingebruikname van DigiD, en wordt de Basisregistratie Adressen en Gebouwen opgesteld (zie Begrotingshoofdstuk VII. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties).

Toekomstbestendige overheidsfinanciën

Robuuste financiële verhoudingen zijn de derde belangrijke randvoorwaarde voor zowel de economische ontwikkeling als die van de publieke voorzieningen van Caribisch Nederland. In 2024 heeft de vrije uitkering een impuls gekregen, hierdoor is meer evenwicht gebracht tussen de taken en de middelen van de openbare lichamen. Deze aanpassing heeft plaatsgevonden mede op basis van het onderzoek ‘eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland.’ Met de extra middelen worden de drie eilanden in staat gesteld hun taken structureel uit te voeren, de gevolgen van het Wettelijk Minimumloon (WML) op te vangen en hun loongebouw en arbeidsvoorwaarden eenmalig te kunnen harmoniseren met dat van de RCN. In lijn hiermee is, met ingang van 2024, de nieuwe BBP-systematiek van kracht op het BES-fonds. Daarmee wordt een belangrijke stap gezet in het toekomstbestendig maken van de overheidsfinanciën.

Om de toekomstbestendigheid van het stelsel verder te vergroten worden de effecten van beleid nadrukkelijker in beeld gebracht door het realiseren van een integraal overzicht financiën in 2025. Wij bezien daarnaast of en hoe incidentele bijzondere uitkeringen die worden gebruikt voor de uitvoering van structurele taken structureel vormgegeven kunnen worden. Daarnaast bezien we of versnipperde bijzondere uitkeringen waar nodig samengevoegd en/of overgeheveld kunnen worden naar de vrije uitkering. In samenwerking met het ministerie van IenW wordt een onderzoek uitgevoerd naar de duurzame bekostiging van de fysieke infrastructuur op de eilanden. Dit ziet naast de benodigde omvang van de investeringen ook aan de onderhoud- en vervangingskosten. Tot slot blijven Bonaire, Sint Eustatius en Saba stappen zetten in het optimaliseren van het financieel beheer door het trainen van medewerkers en het verder verbeteren van de financiële systemen. Voor Sint Eustatius moeten deze werkzaamheden ertoe leiden dat er over de jaarrekening 2024 en verder een goedkeurende controleverklaring kan worden afgegeven door de externe accountant.

Vergroten van de zelfredzaamheid

Vanuit de coördinerende rol van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het Rijksbeleid voor Caribisch Nederland wordt in 2025 ingezet op het versterken van de zelfredzaamheid door strategische economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart in Caribisch Nederland. Dit zijn grote en meerjarige ambities die samen met het Rijk moeten worden gedragen door Bonaire, Sint Eustatius en Saba, waarbij het Rijk bij de (door)ontwikkeling van beleid het principe van ‘comply or explain’ hanteert. Vanuit het bevorderen van de samenhang en het versterken van de uitvoeringskracht ondersteunt het ministerie van BZK bij het implementeren in Caribisch Nederland van de departementale beleidsagenda’s voor onder andere zorg, onderwijs, migratie, natuur en klimaat. Naast de beleidsagenda’s en de gezamenlijk inzet op de reeds benoemde randvoorwaarden legt het Rijk de focus op het vergroten van de zelfredzaamheid door het stimuleren van economische ontwikkeling en het versterken van de brede welvaart en de sociale en fysieke voorzieningen.

De economieën op de eilanden zijn eenzijdig en hiermee erg kwetsbaar voor schokken van buitenaf. In 2025 werkt het kabinet aan het weerbaarder maken van de eilandelijke economieën, een belangrijk instrument hiervoor is de uitvoering van de Regio Deals die zijn toegekend voor Saba en Sint Eustatius (Begrotingshoofdstuk VII. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Met een Regiodeal wordt het mogelijk gemaakt om als eiland middels omvangrijke projecten te investeren in de brede welvaart voor de burger. Op Sint Eustatius worden met het oog op cultureel toerisme gebouwen met een cultuurhistorische waarde gerenoveerd en wordt op Saba een ‘Enrichment Center’ gerealiseerd met leer- en werktrajecten en sportfaciliteiten. Vanwege de omvang van deze projecten hebben de Regiodeals een doorlooptijd van enkele jaren. Ook in 2025 ondersteunt het Rijk de openbare lichamen waar gewenst bij het aanvragen en uitvoeren van Regiodeals voortkomend uit de zesde en voorlopig laatste tranche.

Vanuit het Rijk werken we via de bestuurlijke afspraken met de BES-eilanden aan het opzetten van een economische ontwikkelstrategie per eiland, op basis van een heldere verantwoordelijkheidsverdelingen tussen het Rijk, de openbare lichamen en verschillende partijen op de eilanden. Daarin wordt ook rekening gehouden met de uiteenlopende verwachte demografische ontwikkelingen per eiland. Daarnaast werken het Rijk en de eilanden in 2025 aan het verder wegnemen van belemmeringen die ondernemerschap en bedrijvigheid in het gebied in de weg staan. Zoals het verbeteren van het functioneren van het bancaire dienstenstelsel en het aanpakken van de problematiek van onverdeelde grond op Saba en Sint Eustatius. Het cruciale goederen- en passagiersvervoer naar en tussen Saba en Sint Eustatius wordt ook in 2025 geborgd met incidentele financiering van de veerdienst.

Het verhogen van het voorzieningenniveau in Caribisch Nederland is essentieel voor de leefbaarheid op de drie eilanden. De rapporten van de Staatscommissie en de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland hebben hier belangrijke aanbevelingen in gedaan die leidend zullen zijn bij de ontwikkeling van de aanpak. Eind 2024 volgt de beleidsreactie op het rapport van de Commissie Sociaal Minimum Caribisch Nederland met een integrale aanpak voor bestaanszekerheid als basis. In 2024 zijn flinke stappen gezet in de verhoging van het WML en de onderstand. We hebben afgesproken dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2024 en 2025 de inflatie extra monitort. Tegelijkertijd gaat het CBS aan de slag met een aanvullende effectmonitor die breder kijkt naar de effecten op de economie, arbeidsmarkt en prijsontwikkeling in Caribisch Nederland. In 2025 richten wij ons op verbeteren van de samenhang in de bestaanszekerheidsaanpak en het lokale armoedebeleid. Het Rijk en Bonaire hebben afspraken gemaakt over de implementatie van het interbestuurlijke programma ‘Werken aan Welvaart en Welzijn’, waarmee het eilandelijke armoedebeleid vanuit het Rijk wordt ondersteund in de vorm van interbestuurlijke teams. Dit ziet toe op opgaven zoals participatie, ondersteuning van groepen in de knel en betere dienstverlening. Dit jaar wordt door Sint Eustatius en Saba en het Rijk een gelijksoortige integrale aanpak uitgewerkt.

In het fysieke domein moet er samenhang komen tussen de verschillende opgaven, zoals woningbouw, het wegennetwerk, wijkontwikkeling, (openbaar) vervoer en natuur- en milieubeheer. In 2025 wordt de integrale aanpak voor het fysieke domein samen met de eilanden en betrokken departementen uitgewerkt. Daarnaast werken het Rijk, Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan de uitwerking en implementatie van de eilandelijke klimaatplannen.

Landen

Deugdelijk bestuur en rechtszekerheid

Een goed functionerende rechtsstaat is een randvoorwaarde voor een veilige en stabiele samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën. De kleinschaligheid van de Caribische landen brengt in dit kader uitdagingen met zich mee. De aanwezigheid van verwevenheid tussen de boven- en onderwereld ondermijnt de rechtsstaat en zet de effectiviteit en slagkracht van het openbaar bestuur in Aruba, Curaçao en Sint Maarten onder druk. Geopolitieke ontwikkelingen hebben mogelijk een effect op de veiligheid en economie van, evenals migratie naar de landen. Mede als gevolg van hun geografische positionering worden de landen bovendien geconfronteerd met relatief veel grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit, die een bedreiging vormen voor de rechtsstaat van de Caribische landen én van het Koninkrijk in het geheel. De strijd tegen deze vormen van criminaliteit vergt inzet van expertise en uitvoeringscapaciteit die beperkt aanwezig is in de landen. Nederland ondersteunt daarom Aruba, Curaçao en Sint Maarten bij de gezamenlijke doelstelling om te werken aan een sterke rechtsstaat. Daarbij hebben we oog voor het evenwicht binnen de gehele strafrechtsketen en zorgen we ervoor dat investeringen in de opsporing, vervolging, berechting en tenuitvoerlegging in onderlinge samenhang plaatsvinden.

In 2025 wordt in samenwerking tussen Nederland en de Caribische landen verder uitvoering gegeven aan de plannen van aanpak Versterking grenstoezicht. Dit gaat bijvoorbeeld door middel van twinning, waarbij Nederlandse medewerkers vanuit de Koninklijke Marechaussee (KMar) en Douane kennis overdragen door in tweetallen samen te werken met Caribische collega’s, door de inrichting van multidisciplinaire ruimten op luchthavens en door opleidingen voor lokaal personeel.

In het kader van de duurzame ondermijningsaanpak op Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden investeringen gedaan in het Recherche Samenwerkingsteam (RST), Openbare Ministeries en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Deze investeringen maken het mogelijk om strafrechtelijke onderzoeken te doen naar criminaliteit met een sterk financieel-economische component, waaronder belastingfraude, verduistering van overheidsgeld, valsheid in geschriften en witwassen. Daarnaast stelt Nederland jaarlijks middelen beschikbaar waarmee de landen instrumentaria ter bevordering van de bestuurlijke aanpak van ondermijning kunnen ontwikkelen.

In het kader van het waarborgen van fundamentele mensenrechten, is Nederland betrokken bij structurele verbeteringen van het gevangeniswezen van Sint Maarten. In 2025 worden vanuit de begroting van KR wederom middelen beschikbaar voor verbeteringen van de huidige detentieomstandigheden. Tevens is Nederland als medefinancier betrokken bij de bouw van een nieuwe gevangenis op Sint Maarten. Hiermee wordt gewerkt aan de uitvoering van het plan van aanpak detentie, op basis van de Samenwerkingsregeling Waarborging Plannen van Aanpak Landstaken Curaçao en Sint Maarten.

Voorgaande inspanningen zijn primair gericht op de rechtshandhavingsketen. Met ingang van 2025 zal BZK vanuit artikel 1 van deze begroting en in samenspraak met de landen en andere betrokken Nederlandse departementen ook meer inzetten op het versterken van andere elementen van de rechtsstaat, waaronder in ieder geval het versterken van het maatschappelijk middenveld van de landen en samenwerking op het gebied van integriteit en goed bestuur. Dit is de uitkomst van een herijking die het ministerie van BZK, samen met de ministeries van Justitie en Veiligheid en van Defensie heeft gedaan naar aanleiding van de beleidsdoorlichting van artikel 1 in 2022.

Versterken uitvoerings- en bestuurskracht

Hervormingen in de publieke sectoren van Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn noodzakelijk om de sociaal- en financieel-economische weerbaarheid van de landen te versterken en hun groei- en verdienvermogen te vergroten. Zo wordt het toekomstperspectief van de inwoners verbeterd en de afhankelijkheid van Nederland verkleind. De Landspakketten, zoals die eind 2020 met ieder land zijn overeengekomen, zijn de basis onder de samenwerking bij de uitvoering van deze noodzakelijke hervormingen. De Caribische landen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Landspakketten. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ondersteunt tot en met 2027 de uitvoering in gezamenlijkheid met de uitvoeringsorganisaties, die in ieder van de landen zijn ingesteld onder de minister-presidenten. Bij de fasering van de implementatie van de hervormingen wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de beschikbare uitvoeringscapaciteit en het absorptievermogen van de landen.

Het op orde krijgen van het financieel beheer van de landen en het zorgen voor een doelmatig en doeltreffend overheidsapparaat is een noodzakelijke randvoorwaarde voor alle verdere hervormingen uit de Landspakketten. Veel aandacht gaat daarbij uit naar het versterken van het financieel beheer en de effectiviteit van de overheidsorganisatie, waarbij ook expliciet naar de mogelijkheden van (kwaliteitsverbetering van de) ICT wordt gekeken.

Het zorgdragen voor duurzaam betaalbare en toegankelijke stelsels van zorg en sociale zekerheid is een derde focuspunt uit de Landspakketten. Aruba werkt in 2025 aan modernisering van de arbeids- en de bijstandswetgeving, en professionaliseert de handhaving daarvan. In Curaçao worden plannen gemaakt om te zorgen dat het stelsel van sociale zekerheid betaalbaar blijft. Dat brengt mogelijk ingrijpende wijzigingen met zich mee waarover een maatschappelijke dialoog wordt gevoerd. Sint Maarten implementeert nieuwe wetgeving die inspectiediensten de bevoegdheid geeft om sancties toe te passen.

Goed onderwijs voor iedereen, met goede doorstroommogelijkheden en een goede aansluiting op de arbeidsmarkt is een belangrijke basis voor economische ontwikkeling, goed bestuur en brede welvaart. Hieraan wordt samengewerkt via de Landspakketten en via het Ministerieel vierlandenoverleg onderwijs. In 2025 wordt in Aruba onder andere een professionaliseringstraject voor leraren afgerond. Curaçao en Sint Maarten werken in 2025 aan een registratiesysteem voor onderwijs kengetallen.

Toekomstbestendige overheidsfinanciën

Het realiseren van houdbare overheidsfinanciën is essentieel voor elk van de landen en hun burgers. Voor Sint Maarten en Curaçao is de Rijkswet financieel toezicht van kracht, gegeven de financiële verbondenheid van de landen aan de Rijksbegroting in de vorm van leningen. Voor Aruba is een Rijkswet in voorbereiding. Recent heeft de doorlichting van artikel 5 van de begroting plaatsgevonden. Hierop zal begin 2025 een kabinetsreactie volgen.

Ter vergroting van het verdienvermogen van de landen wordt binnen de Landspakketten gewerkt aan maatregelen in de belastingsfeer en ter bevordering van de economische ontwikkeling. Zo loopt in 2025 een samenwerkingstraject tussen Fiscale inlichting- en opsporingsdienst (FIOD) Nederland en het Arubaanse Fiscale inlichting- en opsporingsteam (FIOT) om de aanpak van belastingfraude te intensiveren. Door Curaçao wordt in 2025 verder gewerkt aan een nieuwe inrichting van de belastingdienst, inclusief nieuwe rechtspositie voor de medewerkers en ICT systemen, en aan het versterken van het ondernemersklimaat. Ook Sint Maarten, het land met de grootste uitdagingen op dit gebied, werkt verder aan de ingezette transformatie van de belastingdienst, een traject van twee tot drie jaar dat moet leiden tot een moderne, efficiënte belastingdienst en een betere naleving van de belastingplicht door burgers en bedrijven.

Vergroten van de zelfredzaamheid

Alle bovengenoemde acties op het gebied van goed bestuur, rechtshandhaving, de Landspakketten en financieel toezicht dragen bij aan de zelfredzaamheid van de landen. Tevens werken we met de landen aan de paraatheid om in geval van een crisis binnen het Koninkrijk hulp en bijstand te kunnen verlenen daar waar nodig. De impact van klimaatverandering verhoogt de kans op extreme weersomstandigheden, waarbij overstromingen en krachtige orkanen desastreuze gevolgen kunnen hebben in het Caribisch deel van het Koninkrijk en de vaak kwetsbare vitale infrastructuur. Dit geldt echter eveneens voor andere dreigingen. Dit is een verantwoordelijkheid die aan ieder land afzonderlijk toekomt, maar die soms het vermogen van een enkel land te boven gaat en effectiever in regionaal of Koninkrijkverband kan worden opgepakt.

In 2017 trokken de orkanen Irma en Maria over de Bovenwindse Eilanden met verwoestende gevolgen. Met name het land Sint Maarten werd zwaar getroffen. Als autonoom land binnen het Koninkrijk is het land zelf verantwoordelijk voor de wederopbouw. Nederland ondersteunt Sint Maarten financieel bij de wederopbouw, met de inzet van de Wereldbank (trustfonds) en met technische assistentie. Vanuit het oogpunt van zelfredzaamheid is daarbij het principe Building Back Better het uitgangspunt van de samenwerking. Het trustfonds is actief tot eind 2028. Aangezien binnen het trustfonds bijna alle middelen volledig zijn toegekend, zijn de meeste projecten nu vol in de fase van uitvoering. Hierdoor zijn steeds meer zichtbare en tastbare resultaten voor de bevolking van Sint Maarten bereikt. Deze lijn wordt doorgetrokken in 2025. Uiteraard zal daarbij worden ingezet op de realisatie van de blijvende Nederlandse prioriteiten: herstel van de luchthaven, afval(water)management en goed bestuur. Tot slot zetten we de opbouw van een Disaster Reserve Fund voort voor Sint Maarten, waardoor het land bij toekomstige crises zelf over meer financiële reserves beschikt.

Koninkrijksbrede opgaven

Naast bovenstaande rode draden gelden onderstaande thema’s voor zowel Caribisch Nederland als de Caribische landen.

Crisisbeheersing- en paraatheid

De eerder vermelde impact van klimaatverandering op de kans op extreme weersomstandigheden geldt voor het gehele Caribisch deel van het Koninkrijk. Om samen te oefenen, kennis uit te wisselen en afspraken te maken over samenwerking organiseren BZK, het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) en de crisiscoördinatoren uit het gebied tweejaarlijks de ‘Week van de Crisisbeheersing Caribische delen van het Koninkrijk’. Ook wordt er een verkenning uitgevoerd om een Caribbean Civil Protection Mechanism op te richten dat een faciliterende rol kan vervullen in de bovenwindse samenwerking rondom rampen en crises. Tot slot laten het ministerie van BZK en JenV in samenwerking met de Caribische delen van het Koninkrijk een analyse uitvoeren van de daar beschikbare crisiscapaciteiten. De uitkomst hiervan wordt uiterlijk in 2025 verwacht en zal als basis fungeren voor toekomstige initiatieven om de samenwerking te versterken.

Economische zelfredzaamheid

Het kabinet heeft besloten om de implementatie van de subsidieregeling ten behoeve van de versterking van het duurzaam verdienvermogen op Aruba, Curaçao, Sint Maarten/Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet voort te zetten. Daarvoor in de plaats heeft het kabinet besloten drie projecten te financieren van in totaal € 80 mln. in de Caribische delen van het Koninkrijk die essentieel zijn voor het vergroten van de economische zelfredzaamheid van de eilanden. Het gaat hierbij om de verplaatsing van de haven van Saba, projecten die de voedselzekerheid vergroten op Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba en tot slot het verbeteren van het wegennetwerk van Bonaire.

Slavernijverleden

Op 19 december 2022 heeft de minister-president namens de regering excuses aangeboden voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Om opvolging te geven aan deze excuses heeft de Nederlandse regering geld beschikbaar gesteld (Kamerstukken II 2022/23, 36284 nr. 34 en Kamerstukken II 2023/24, 36284, nr. 36). Voor het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn deze middelen gericht op zowel een subsidieregeling voor maatschappelijk initiatieven als maatregelen voor onder andere kennis, bewustwording en doorwerking. Hiervoor zal ieder (ei)land in 2025 een eigen agenda presenteren. Het kabinet zal in overleg met de Caribische delen van het Koninkrijk een toekomstgerichte benadering voorstaan in de verdere opvolging van de excuses.

Tot slot

Deze beleidsprioriteiten markeren een moment van gezamenlijk vooruitkijken, waarbij wij binnen het Koninkrijk deugdelijk bestuur en rechtszekerheid, het toekomstbestendig maken van de overheidsfinanciën en het vergroten van de zelfredzaamheid van de eilanden van Caribisch Nederland en de autonome Caribische landen centraal stellen. Dit doen wij op basis van gelijkwaardigheid en betrokkenheid, met kennis en begrip van het verleden en onze blik op de toekomst.

2.2 Belangrijkste beleidsmatige mutaties

Uitgaven Koninkrijksrelaties

Tabel 2 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

 

223.203

172.553

172.587

192.766

155.980

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

 

‒ 64.016

55.249

27.357

28.710

17.993

152.665

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Recherche Samenwerkingsteam

1

‒ 1.299

0

0

‒ 22.700

0

0

2) Grenstoezicht Douane

1

‒ 4.100

0

0

0

0

0

3) Kasschuif detentie

1

0

‒ 1.000

‒ 1.000

1.000

1.000

0

4) Kasschuif subsidies

2

‒ 3.333

0

0

0

0

3.333

5) Kasschuiven TWO

4

‒ 4.182

0

2.000

2.182

0

0

6) Kasschuif Klif Sint Eustatius

4

‒ 3.000

0

0

3.000

0

0

7) Versterken bestuur- en uitvoeringskracht

4

‒ 3.194

0

0

0

0

0

8) Haven Saba

4

0

30.000

10.000

0

0

0

9) Vergroten voedselzekerheid

4

0

6.000

6.000

6.000

6.000

0

10) Verbeteren verkeersader Bonaire

4

0

4.000

4.000

4.000

4.000

0

11) Investeringen Sint Maarten

5

66.000

0

0

0

0

 

12) Desaldering ontvangsten SSO-CN

6

2.936

0

0

0

0

0

13) Taakstelling apparaat

6

0

‒ 1.213

‒ 2.427

‒ 3.639

‒ 4.852

‒ 5.338

14) Kasschuif RCN

6

‒ 1.200

600

600

0

0

0

15) Taakstelling subsidies

div

0

‒ 1.730

‒ 3.824

‒ 5.729

‒ 1.698

‒ 1.045

        

Overige mutaties

 

‒ 3.061

‒ 1.076

‒ 1.072

298

‒ 595

‒ 595

        

Stand ontwerpbegroting 2025

 

204.754

263.383

214.221

205.888

177.828

149.020

Toelichting

1. Recherche Samenwerkingsteam

De mutatie voor 2024 en 2027 betreft een overboeking van LPO-middelen van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het Recherche Samenwerkingsteam. In 2027 wordt ook regulier budget overgeheveld. Dit gebeurt conform het financieringsconvenant tussen de ministeries van BZK en JenV.

2. Grenstoezicht Douane

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar de begroting van het ministerie van Financiën (IXB) voor de Douane Nederland. Deze middelen zijn bestemd voor de lokale grens- en handhavingsdiensten op de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

3. Kasschuif detentie

Sint Maarten heeft te maken met een gebrek aan uitvoerings- en absorptiecapaciteit. Hierdoor kunnen niet alle verbeteringen worden gerealiseerd zoals opgenomen in het plan van aanpak voor het detentiewezen. Om de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren wordt het kasritme aangepast in lijn met de nieuwe planning van de bouw en oplevering van de gevangenis op Sint Maarten.

4. Kasschuif subsidies

Op dit moment wordt met de (beoogd) uitvoerder de subsidieregeling verder uitgewerkt om de uitvoering te kunnen starten. Er wordt voorzien dat de uitwerking laat in dit jaar gereed is waarna de uitvoering van de regeling kan starten. Hierdoor start de uitvoering in 2025 en zullen er geen middelen worden verstrekt in 2024. Hierop wordt het kasritme aangepast, de middelen uit 2024 worden doorgeschoven naar het laatste jaar van de regeling (2029).

5. Kasschuiven TWO

De uitputting van het Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) budget is de afgelopen maanden achtergebleven bij wat initieel werd verwacht. Dit is onder ander het geval omdat er beperkte invloed is op het moment van start van projecten en omdat het finaliseren van plannen of besluitvorming in de Landen vaak langer op zich laat wachten. Om gedegen planvorming en besluitvorming te faciliteren, wordt het budget van 2024 naar de jaren 2026 en 2027 doorgeschoven, omdat in deze jaren resultaten worden gerealiseerd.

6. Kasschuif klif Sint Eustatius

Voor herstelwerkzaamheden aan de klif op Sint Eustatius wordt er € 3,0 mln. van 2024 doorgeschoven naar 2027. Er worden verschillende natuur- en erosieprojecten ondernomen op het eiland, waaronder de aanpak van loslopende dieren. Doordat de voortgang op deze projecten achterblijft, is besloten de herstelwerkzaamheden aan de klif op te schorten. Door de grote samenhang tussen de projecten zouden deze werkzaamheden namelijk ondoelmatig zijn. Er wordt nu actie ondernomen om voortgang op de natuur- en erosieprojecten te bewerkstelligen. Het belang van de herstelwerkzaamheden is hiermee niet weggenomen. De € 3 mln. is nodig in 2027 omdat er een nieuwe aanbesteding moet plaatsvinden voor deel twee van het klifproject. Uitvoering van het project zal enkele jaren in beslag nemen, waardoor het betaalritme tot in 2027 loopt.

7. Versterken bestuur- en uitvoeringskracht

Dit betreffen overboekingen naar het BES-fonds naar aanleiding van gemaakte bestuurlijke afspraken met Sint Eustatius (€ 0,8 mln.) en Bonaire (circa € 1,6 mln.). Daarnaast heeft er een overboeking plaatsgevonden van gelden voor openbaar vervoer naar het BES-Fonds (€ 0,8 mln.).

8. Haven Saba

Met het oog op de connectiviteit en het vergroten van de economische zelfstandigheid van Saba wordt in 2025 € 30 mln. en in 2026 € 10 mln. beschikbaar gesteld.

9. Vergroten voedselzekerheid

Ten behoeve van de economische ontwikkeling alsook de voedselzekerheid op de zes Caribische eilanden wordt een meerjarige bijdrage gedaan aan projecten die de voedselprodcutie vergroten (€ 24 mln. in de periode 2025-2028).

10. Verbeteren verkeersader Bonaire

Na de explosieve groei van Bonaire is het van belang te investeren in de kwaliteit van het wegennetwerk om op die manier de toekomstbestendigheid voor zowel het personen- als vrachtvervoer te kunnen garanderen. Daartoe wordt in de periode 2025-2028 € 16 mln. beschikbaar gesteld.

11. Investeringen Sint Maarten

Er wordt financiële ruimte gereserveerd in de begroting, mocht Nederland, op basis van de in de Rijkswet financieel toezicht opgenomen zogenaamde lopende inschrijving, een annuïtaire lening ter grootte van € 66 mln. (ANG 132 miljoen) aan Sint Maarten verstrekken. Deze lening heeft een looptijd van 25 jaar en is ter financiering van een aantal benodigde investeringen. Het betreft investeringen voor het detentiewezen (nieuwbouw gevangenis), energievoorziening en voor de geestelijke gezondheidszorg. Het uiteindelijk verstrekken van de lening is afhankelijk van een positief advies van het College financieel toezicht en instemming van de Ministerraad, cf. het beleidskader risicoregelingen.

12. Desaldering ontvangsten SSO-CN

In 2024 hebben de opdrachtgevers voor de basisdienstverlening SSO-CN een afdracht betaald aan KR. De ontvangst van deze afdracht wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.

13. Apparaat taakstelling

In het hoofdlijnenakkoord (HLA) is een taakstelling opgenomen op de apparaatsuitgaven van de Rijksoverheid. Het aandeel van KR in deze Rijksbrede taakstelling wordt nu structureel verwerkt. De komende periode wordt de invulling van deze taakstelling nader uitgewerkt.

14. Kasschuif RCN

Om beter aan te sluiten bij het kasritme vindt er een kasschuif plaats van 2024 naar de jaren 2025 en 2026 plaats. De doorgeschoven middelen hebben betrekking op de apparaatsuitgaven en de werving van geschikt personeel zal langer duren.

15. Taakstelling subsidies

In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat rijksbreed wordt bezuinigd op subsidies. Voor de subsidies op Koninkrijksrelaties wordt deze korting nu verwerkt.

Ontvangsten Koninkrijksrelaties

Tabel 3 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

 

49.958

187.199

203.899

127.676

218.821

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

 

96.346

18.445

19.932

19.932

19.932

302955

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Geraamde ontvangsten SSO-CN

6

2.936

0

0

0

0

0

        

Overige mutaties

 

0

0

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2025

 

149.240

205.644

223.831

147.608

238.753

302.955

Toelichting

1) Geraamde ontvangsten SSO-CN

In 2024 hebben de opdrachtgevers voor de basisdienstverlening SSO-CN een afdracht betaald aan KR. De ontvangst van deze afdracht wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.

Uitgaven BES-fonds

Tabel 4 Belangrijkste beleidsmatige uitgavenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

 

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

 

12.960

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Overboekingen van de begroting KR

1

3.544

0

0

0

0

0

2) Overboeking van het ministerie van SZW

1

5.500

0

0

0

0

0

3) Versterking dienstverlening armoedebeleid

1

0

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

        

Overige mutaties

 

599

90

90

90

90

90

        

Stand ontwerpbegroting 2025

 

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

Toelichting

1) Overboekingen van de begroting KR

Er zijn overboekingen van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds naar aanleiding van de gemaakte bestuurlijke afspraken met Bonaire en Sint Eustatius, voor het openbaar vervoer en voor het versterken van de ondersteuning van de eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2) Overboeking van het ministerie van SZW

Er is een overboeking van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het BES-fonds voor lokale armoedebestrijding, voor de eenmalige energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen en voor de vrije uitkering van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3. Versterking dienstverlening armoedebeleid

Voor de versterking van de dienstverlening ten behoeve van armoedebeleid zijn vanaf 2025 middelen beschikbaar gesteld.

Ontvangsten BES-fonds

Tabel 5 Belangrijkste beleidsmatige ontvangstenmutaties t.o.v. vorig jaar (bedragen x € 1.000)
 

Art.

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

 

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

        

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

 

12.960

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

        

Belangrijkste mutaties

       

1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

1

9.643

1.090

1.090

1.090

1.090

1.090

        

Overige mutaties

 

0

0

0

0

0

0

        

Stand ontwerpbegroting 2025

 

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

Toelichting

1. Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd. De voeding van het BES-fonds is direct afkomstig uit de belastingontvangsten van het Rijk.

2.3 Strategische Evaluatie Agenda

De Strategische Evaluatie agenda (SEA) is een instrument dat is ontwikkeld aan de hand van de vierde voortgangsrapportage Inzicht in Kwaliteit (Kamerstukken II 2020/21, 31865, nr. 184). De SEA biedt een overzicht van de beleidsthema’s, een korte toelichting op de inzichtbehoefte per thema, en een daarbij passende agendering van evaluatieonderzoek. Het doel is om meer inzicht in de beleidsthema’s te krijgen, en continue verbetering van beleid en uitvoering te stimuleren.

De SEA bevat een overzicht van alle geplande beleidsdoorlichtingen per beleidsartikel eens in de vier tot zeven jaar. Ook biedt de SEA een overzicht van alle overige ex-ante, ex-durante en ex-post onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies en andere instrumenten, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO).

Bijlage 5 Uitwerking strategische evaluatie agenda bevat een nadere toelichting op de SEA. Daarnaast kan hier de volledige onderzoeksprogrammering gevonden worden.

Tabel 6 Strategische Evaluatieagenda

Thema

Type onderzoek

Afronding

Status

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel(en)

Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Ex post

2025

Lopend

Periodieke rapportage Bevorderen sociaaleconomische structuur

4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Ex post

2024

Afgerond

Beleidsdoorlichting schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Ex post

2029

Te starten

Periodieke rapportage Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

1 Versterken rechtsstaat, 2 Slavernijverleden, 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur, 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen en 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Voor een overzicht van afgeronde evaluaties en beleidsdoorlichtingen zie Jaarverslag Koninkrijksrelaties 2023, Bijlage 1: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek.

2.4 Overzicht risicoregelingen

Leningen

Tabel 7 Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000) (stand per 1 augustus 2024)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening in andere valuta

Uitstaande lening in €

Looptijd lening

Totaal verstrekte leningen

2.606.294

 
     

Artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

2.606.294

 
     

Totaal leningen Curaçao

1.466.125

 
 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 139.735

55.720

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,875

ANG 370.000

147.539

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,0%

ANG 474.900

189.369

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 3,125%

ANG 582.391

232.231

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,75%

ANG 62.604

25.226

30 jaar (2013-2043)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 2,45%

ANG 247.036

103.186

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,6%

ANG 171.818

91.798

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,62%

ANG 33.296

17.997

30 jaar (2015-2045)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,0%

ANG 59.050

29.702

30 jaar (2016-2046)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 1,24%

ANG 60.000

28.448

30 jaar (2017-2047)

 

Lening lopende inschrijving Curaçao 0,92%

ANG 69.100

34.167

30 jaar (2019-2049)

 

Onderhandse lineare lening Curaçao 0,00%

ANG 75.440

37.664

15 jaar (2020-2035)

 

Lening ter afwikkeling van de Girobank 0,00%

ANG 52.680

24.760

16 jaar (2021-2037)

 

Liquiditeitslening Curaçao 0,00% (verlenging)

ANG 911.000

448.318

1,5 jaar (2022-2023)

     

Totaal leningen Sint Maarten

398.305

 
 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,625%

ANG 73.500

29.461

15 jaar (2010-2025)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,75 %

ANG 78.571

31.494

20 jaar (2010-2030)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,875%

ANG 50.000

20.042

25 jaar (2010-2035)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 3,0%

ANG 50.000

20.042

30 jaar (2010-2040)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,25%

ANG 58.652

24.765

15 jaar (2014-2029)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,375%

ANG 44.818

18.739

20 jaar (2014-2034)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 2,45%

ANG 39.526

16.510

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 1,8%

ANG 21.190

9.273

30 jaar (2014-2044)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,83%

ANG 13.023

5.947

25 jaar (2017-2032)

 

Lening lopende inschrijving Sint Maarten 0,74%

ANG 28.362

14.154

30 jaar (2019-2049)

 

Onderhandse lineare lening 0,00%

ANG 45.885

20.883

15 jaar (2020-2035)

 

Lopende inschijving Sint Maarten 3,240%

ANG 60.854

31.739

20 jaar (2023 ‒ 2043)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0% (verlenging)

ANG 316.400

155.256

1,5 jaar (2022-2023)

     

Totaal leningen Aruba

703.631

 
 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

247

30 jaar (1993-2023)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

188

30 jaar (1994-2024)

 

Maatregel Tussenbalans begrotingslening Aruba 2,5%

44

30 jaar (1995-2025)

 

Water en Energiebedrijf Aruba 2,5%

AWG 3.219

1.771

30 jaar (1995-2025)

 

Rentelastverlichting 2021 Aruba 2,64%

AWG 177.100

83.826

8 jaar (2021-2028)

 

Rentelastverlichting 2022 Aruba 2,64%

AWG 346.000

175.371

8 jaar (2022-2029)

 

Liquiditeitslening Aruba 0% (verlenging)

AWG 915.500

442.184

1,5 jaar (2022-2023)

     

Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen

1.341

 
 

Lening Ontwikkelingsbank Nederlandse Antillen

1.341

29 jaar (2001-2030)

     

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

36.892

 
 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%

ANG 48.000

21.769

30 jaar (2018-2048)

 

Liquiditeitslening Sint Maarten 0,0%

ANG 31.296

15.123

30 jaar (2018-2048)

Toelichting

De leningen aan de landen worden meestal afgesloten in Antilliaanse guldens (ANG) of Arubaanse florins (AWG) en vastgelegd in de begroting in euro's (€). Deze vastlegging gebeurt op basis van de geldende begrotingskoers op het moment van aangaan van de lening (historische waarde). De aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen in dollars (USD) zijn in bijlage 9 te vinden.

De huidige stand van de leningen afgesloten in voorgaande boekjaren zijn geactualiseerd tot 1 augustus 2024. De in 2024 afgesloten leningen zijn opgesteld op basis van de gerealiseerde dagkoers. Het ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).

Artikel 5 Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

Curaçao en Sint Maarten

Leningen lopende inschrijving

Om ervoor te kunnen zorgen dat Curaçao en Sint Maarten een gezonde financiële huishouding kunnen voeren, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de landen voorop blijft staan, zijn afspraken gemaakt tussen deze landen en Nederland. Deze afspraken zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en betreffen een deugdelijk begrotingsbeleid, het op orde brengen van het financieel beheer en een effectief financieel toezicht ter voorkoming van nieuwe opbouw van schulden. Daarnaast is afgesproken dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op staatsleningen van de desbetreffende looptijd. Het merendeel van de leningen zijn zogenaamde «bulletleningen» met aflossing ineens aan het einde van de looptijd.

De lopende inschrijving Sint Maarten van 2019 is een lening voor 30 jaar, die aan Sint Maarten verstrekt is om de liquiditeitspositie van Sint Maarten te versterken. Deze positie was ernstig verzwakt na de orkaan Irma. Dit is een uitzondering op de regel dat van de lopende inschrijving alleen gebruik gemaakt mag worden voor de kapitaaldienst en bij een sluitende begroting (art. 25 Rft).

Onderhandse leningen

Voor de landen Curaçao en Sint Maarten zijn in 2020 twee «2010-2020 Obligatieleningen» (bulletleningen) afgelopen, die behoren tot de afspraken over de schuldsanering. Deze leningen zijn onder gewijzigde voorwaarden omgezet. Voor Curaçao betreft het een omzetting van de lening naar een onderhandse lineaire lening. Beide leningen hebben een duur van 15 jaar met begindatum 15 oktober 2020. De leningen hebben een rentepercentage van 0% en waren de eerste drie jaar aflossingsvrij.

Liquiditeitsleningen

Curaçao en Sint Maarten hebben in verband met de pandemie in 2020-2022 verschillende liquiditeitsleningen ontvangen. In oktober 2023 zijn de liquiditeitsleningen van Sint Maarten en Curaçao geherfinancierd voor een periode van 1 jaar tegen rentes van respectievelijk 3,4 % en 5,1 %. In oktober 2024 wordt er nieuwe herfinanciering van deze leningen voorzien.

Lening ter afwikkeling van de Girobank

Curaçao heeft een lening ontvangen om de afwikkeling van de failliete Girobank te kunnen uitvoeren. Het jaarlijkse rentepercentage is 0,0% en een looptijd van 16 jaar. De aflossing start op 1 augustus 2023. Curaçao mag de lening geheel of gedeeltelijk vervroegd aflossen.

Leningen Aruba

Maatregel Tussenbalans

In het kader van de Maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar aflossingsvrijwaren. Nu wordt jaarlijks conform afspraken afgelost. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.

Water- en Energiebedrijf Aruba

Het betreft een begrotingslening uit 1995 ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026, waarvan de eerste acht jaar aflossingsvrij waren. Nu wordt jaarlijks conform afspraken afgelost. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.

Liquiditeitsleningen (verlenging)

Aruba heeft in 2020 om bijstand gevraagd op grond van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden om de gevolgen van Covid-19 op te kunnen vangen. Voor de liquiditeitsleningen van Aruba zijn in oktober 2023 geherfinancierd voor een looptijd van 20 jaar tegen in interestpercentage van 6,9 %.

Rentelastverlichting Aruba

Aruba heeft in 2021 en 2022 lening ter verlichting van de rentelast ontvangen als onderdeel van de landspakketten. Deze leningen hebben een rentepercentage van 2,64%. De eerste vier jaar zijn aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.

Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen

Dit betreft een vordering op de Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) vanwege middelen die destijds ter beschikking zijn gesteld voor het bevorderen van de economie op de Nederlandse Antillen.

Artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Liquiditeitsleningen Sint Maarten

In 2018 zijn twee dertigjarige renteloze leningen aan Sint Maarten verstrekt om de liquiditeitspositie van het land te verstevigen na de schade van orkaan Irma. De eerste vijf jaar waren aflossingsvrij, daarna wordt jaarlijks afgelost.

2.5 Implementatie van mensenrechtenverdragen

De regering informeert jaarlijks de Staten-Generaal in de memorie van toelichting op de begroting Koninkrijksrelaties over de stand van zaken rond de implementatie van mensenrechtenverdragen in het Caribische deel van het Koninkrijk (Kamerstukken II 2018/19, 33826, nr. 29).

In het afgelopen begrotingsjaar zijn twee verdragen met een dergelijk karakter voor dit deel van het Koninkrijk in werking getreden: te weten, het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen voor Curaçao (inwerkingtreding op 1 februari 2024) en het Verdrag van de Raad van Europa inzake de bestrijding van mensenhandel voor Curaçao (inwerkingtreding 1 maart 2024).

Ten aanzien van de verdere implementatie vindt samenwerking plaats in een commissie bestaande uit vertegenwoordigers van de vier landen van het Koninkrijk. De betreffende commissie werkt met een lijst waarop zeven mensenrechtenverdragen zijn opgenomen die in één of meer (ei)landen van het Caribische deel van het Koninkrijk wachten op uitvoering. Na overleg tussen de Minister van Buitenlandse Zaken, de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de regeringen van Aruba, Curaçao en Sint Maarten is besloten om het traject ten behoeve van de implementatie van de zeven verdragen te integreren in het bredere traject van het Ministerie van Buitenlandse Zaken om achterstanden in de medegelding van verdragen in te lopen. Wel blijft voornoemde commissie betrokken. (Kamerstukken II 2023/24, 23530, nr. 144).

De voorgenoemde commissie heeft voor de aankomende periode twee van de bovengenoemde zeven mensenrechtenverdragen geprioriteerd. Zo hopen de Caribische landen in de nabije toekomst vorderingen te boeken rond de implementatie in het Caribisch deel van het Koninkrijk van het Verdrag van Istanbul inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en het hierboven genoemde Haags Kinderontvoeringsverdrag. Het gaat in beide gevallen om verdragen waarvan de inwerkingtreding naar verwachting een wezenlijke impact zal hebben op de rechtsbescherming van kwetsbare vrouwen en kinderen in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en die door de landen reeds als prioritair zijn aangemerkt. Wat precies nog verder aan uitvoering nodig is om de twee verdragen te kunnen ratificeren, verschilt per land. De uitvoering van een verdrag vergt maatwerk en het ene Caribische land is hier al verder mee dan het andere. Concreet is daarom afgesproken dat eerst waar nodig in overleg met elkaar in kaart wordt gebracht welke maatregelen hiertoe nog zijn vereist (implementatieplan) en dat vervolgens, waar nodig en gewenst met ondersteuning van Nederland, wordt overgegaan tot de daadwerkelijke uitvoering van de betreffende twee verdragen.

2.6 Coronamaatregelen

Tabel 8 Begrote uitgaven coronamaatregelen op de begroting Koninkrijksrelaties (bedragen x € 1 mln.)

Art.

Maatregel

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Vindplaats

4

Landspakket Sint Maarten

2,9

0,2

0,2

0,2

0,0

0,0

0,0

Nota van Wijziging op begroting 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 35925 IV, nr. 32)

 

Totaal

2,9

0,2

0,2

0,2

0,0

0,0

0,0

 

Voor het BES fonds zijn er geen coronamaatregelen meer vanaf 2022.

3. Beleidsartikelen Koninkrijksrelaties

3.1 Artikel 1. Versterken rechtsstaat

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen van goed bestuur door een bijdrage te leveren aan het versterken van de rechtsstaat van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit krijgt vorm door samenwerking op het gebied van veiligheid, rechtshandhaving, grensbewaking en mensenrechten en ondersteuning van de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

Rechtshandhaving en veiligheid zijn aangelegenheden van de landen van het Koninkrijk. De minister stimuleert de versterking van de rechtsstaat in Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dit doet de minister door de landen te ondersteunen en invulling en uitvoering te geven aan protocollen, samenwerkingsregelingen en rijkswetten. Daarbij werkt de minister nauw samen met de betrokken bewindspersonen van de ministeries van Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie, die de operationele capaciteit voor de ondersteuning en versterking leveren.

Deze ondersteuning komt voort uit artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden waarin is bepaald dat de landen binnen het Koninkrijk elkaar hulp en bijstand verlenen, en komt tot stand door het treffen van onderlinge regelingen op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn geen beleidswijzigingen te melden voor 2025.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

9.172

37.585

69.706

68.659

67.571

91.437

91.090

         
 

Uitgaven

14.559

37.585

69.706

68.659

67.571

91.437

91.090

         

1.0

Versterken rechtsstaat

14.559

37.585

69.706

68.659

67.571

91.437

91.090

 

Opdrachten

75

219

0

0

0

0

0

 

Detentie - Algemeen

0

79

0

0

0

0

0

 

Diverse opdrachten

75

140

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

185

1.845

1.180

1.180

1.000

1.000

0

 

Detentie - Algemeen

185

1.845

1.180

1.180

1.000

1.000

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

743

1.504

1.102

1.102

1.102

1.102

1.102

 

Overige bijstand aan de landen

0

504

0

0

0

0

0

 

Bestuurlijke aanpak

743

1.000

1.102

1.102

1.102

1.102

1.102

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

16.420

0

0

0

0

0

 

Detentie - Vastgoed

0

16.420

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

13.556

17.597

67.424

66.377

65.469

89.335

89.988

 

Grensbewaking (Defensie)

6.673

10.543

30.961

29.914

28.962

30.126

30.779

 

Recherchecapaciteit (JenV)

0

400

18.531

18.478

19.892

42.594

42.594

 

Rechterlijke macht (JenV)

6.883

6.496

12.805

12.858

11.488

11.488

11.488

 

Douane (Financiën)

0

158

5.127

5.127

5.127

5.127

5.127

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 10 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 1
 

2025

juridisch verplicht

0%

bestuurlijk gebonden

97%

beleidsmatig gereserveerd

3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 0,0% juridisch verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Detentie algemeen

Vanuit het akkoord over de derde tranche liquiditeitssteun van 22 december 2020 met Sint Maarten is € 30 mln. beschikbaar gesteld voor verbetering van het gevangeniswezen in Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 203). Hiervan zal € 10 mln. grotendeels ten goede komen aan het verbeteren van onderdelen van het gevangeniswezen die al langere tijd in Sint Maarten niet op orde zijn, maar niet vallen onder de bouw van een nieuwe gevangenis. Dit budget is verdeeld over vijf begrotingsjaren, te beginnen in 2022 en eindigend in 2026. Activiteiten voor 2025 worden ontleend aan het door Sint Maarten uit te voeren plan van aanpak detentie dat valt onder de Samenwerkingsregeling waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 224).

Bijdrage aan medeoverheden

Bestuurlijke aanpak

Jaarlijks wordt structureel € 1 mln. beschikbaar gesteld voor de bestuurlijke aanpak van ondermijnende criminaliteit. Met dit geld worden de Landen in staat gesteld om instrumentaria te ontwikkelen waarmee ondermijning wordt tegengegaan (Kamerstukken II 2020/21, 35925 IV, nr. 37). Zo wordt bijgedragen aan een duurzame, regionale en integrale aanpak van ondermijning. Dit budget wordt jaarlijks gecorrigeerd voor wisselkoerseffecten.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Grensbewaking (Defensie)

Nederland stelt voor onbepaalde tijd personeel van de Koninklijke Marechaussee (KMar) beschikbaar ter ondersteuning van het grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten conform het protocol inzake de inzet van personeel vanuit de flexibel inzetbare pool Koninklijke Marechaussee (Kamerstukken II 2018/19, 35000 IV, nr. 40). Deze flexibele pool levert een bijdrage aan de uitvoering van grensgerelateerde politietaken in de landen. Het gaat hierbij om grensbewaking, het uitvoeren van de politietaak op respectievelijk de luchthaven en de maritieme grenzen en de bestrijding van drugs-, wapen- en migratiecriminaliteit.

Aanvullend versterken de Caribische landen met de hulp van Nederland het grenstoezicht op basis van een op 4 februari 2021 overeengekomen protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). De KMar ondersteunt met een aanvullende 71 fte op basis van dit protocol de lokale diensten om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden. De operationele inzet van de medewerkers vanuit de flexpool en het protocol over de versterking grenstoezicht in de Caribische landen van het Koninkrijk vindt plaats onder het bevoegd gezag van het land waar de betreffende werkzaamheden worden verricht.

In 2024 vindt een evaluatie plaats van de aan het protocol onderliggende plannen van aanpak Versterking grenstoezicht. De evaluatie zal eventueel leiden tot beleidsmatige en/of financiële consequenties die in 2025 in werking zullen treden.

Verder worden middelen van de KMAR gebruikt ter dekking van de subsidietaakstelling.

Recherchecapaciteit (JenV)

Zoals vastgelegd in de Rijkswet Politie van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking heeft het Recherche Samenwerkingsteam (RST) de taak om zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit te onderzoeken, die gezien de ernst, frequentie of het georganiseerde verband waarin ze worden gepleegd, een ernstige inbreuk op de rechtsorde maken. Hieronder valt ook de aanpak van (internationale) corruptie. Daarnaast verricht het RST de afhandeling van internationale rechtshulpverzoeken. Het RST werkt onder gezag van de lokale Openbaar Ministeries.

Jaarlijks worden de reguliere budgetten van de begroting van Koninkrijksrelaties (KR) ten behoeve van het RST overgeheveld naar de begroting van Justitie en Veiligheid (JenV). Hiermee wordt recht gedaan aan de Politiewet 2012 , die bepaalt dat alleen de minister van JenV opdrachten aan de Nationale Politie mag verstrekken. Het beleidsmatig instrument wordt in de begroting van het ministerie van BZK verantwoord, gezien haar politieke verantwoordelijkheid voor het beschikbaar stellen van de middelen.

De overige middelen op de begroting van 2025 worden ingezet om capaciteit beschikbaar te stellen voor de duurzame ondermijningsaanpak op Sint Maarten, Curaçao en Aruba. De aanpak richt zich onder meer op financieel-economische criminaliteit, waaronder corruptie en betrokkenheid van politiek prominente personen, ambtenaren en overheid NV’s. Hierbij werkt het RST samen met het Openbaar Ministerie van Curaçao, Sint Maarten en de BES-eilanden, het Openbaar Ministerie van Aruba en het Gemeenschappelijk Hof. 

Rechterlijke macht (JenV)

Ter versterking van de rechtsstaat is volledige en adequate bezetting van de openbaar ministeries en het Gemeenschappelijk Hof van groot belang. Vanwege een gebrek aan lokale personele capaciteit draagt Nederland hier op verzoek van de Landen aan bij door officieren van justitie, rechters en ander gerechtelijk personeel ter beschikking te stellen. Deze treden in lokale dienst, waarbij een buitenlandtoelage wordt vergoed door het ministerie van BZK. Bij de openbaar ministeries en het Gemeenschappelijk Hof werken ook officieren van justitie en rechters specifiek ten behoeve van de duurzame ondermijningsaanpak.

Douane (Financiën)

Het ministerie van BZK stelt maximaal 16 fte personeel van Douane Nederland beschikbaar ter ondersteuning van grenstoezicht in Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het kader van het protocol over de versterking van het grenstoezicht (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 33). Douane Nederland versterkt de lokale diensten met kennis en ervaring en verzorgt de benodigde opleidingen om de transnationale georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit te bestrijden.

3.2 Artikel 2. Slavernijverleden

A. Algemene doelstelling

De middelen die naar aanleiding van de excuses beschikbaar zijn gesteld, zijn onder andere gericht op kennis en bewustwording, erkenning, herdenking en de doorwerking van het trans-Atlantisch slavernijverleden. Uitgangspunten voor de invulling hiervan zijn: (1) navolgbaar- en inzichtelijkheid en (2) programmering en bestemming van deze middelen vindt in samenspraak met betrokkenen uit Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten plaats.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Regisseren

  • De minister van BZK coördineert het traject van de opvolging van de excuses voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Uitvoeren

  • De minister van BZK geeft uitvoering aan een subsidieregeling, waarmee maatschappelijke initiatieven een impuls kunnen geven aan onder andere meer kennis van en bewustwording over het trans-Atlantisch slavernijverleden in en voor het Caribisch deel van het Koninkrijk.

  • Er wordt uitvoering gegeven aan maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking, waarmee concreet invulling wordt gegeven aan de op 19 december 2022 gedane toezeggingen (Kamerstukken II 2022/2023, 36284 nr. 1).

C. Beleidswijzigingen

Dit artikel is per eerste suppletoire begroting 2024 toegevoegd aan de begroting Koningsrijksrelaties (IV). Er zijn voor dit artikel geen beleidswijzigingen te melden in 2025.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

 

Verplichtingen

0

1.450

27.799

10.666

10.666

9.666

8.666

         
 

Uitgaven

0

1.450

27.799

10.666

10.666

9.666

8.666

         

2.0

Slavernijverleden

0

1.450

27.799

10.666

10.666

9.666

8.666

 

Subsidies (regelingen)

0

0

6.666

6.666

6.666

6.666

6.666

 

Maatschappelijke initiatieven

0

0

6.666

6.666

6.666

6.666

6.666

 

Opdrachten

0

1450

800

0

0

0

0

 

Maatschappelijke initiatieven

0

1.450

800

0

0

0

0

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

20.333

4.000

4.000

3.000

2.000

 

Maatregelen bewustwording, betrokkenheid en doorwerking slavernijverleden

0

0

20.333

4.000

4.000

3.000

2.000

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 12 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 2
 

2025

juridisch verplicht

0%

bestuurlijk gebonden

100%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

De middelen zijn 0% juridisch verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Subsidies (regelingen)

Maatschappelijke initiatieven

Dit betreft uitgaven om invulling te geven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven trans-Atlantisch slavernijverleden voor Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten. Het gaat om circa € 33,3 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029.

Bijdrage aan medeoverheden

Maatregelen voor bewustwording, betrokkenheid en doorwerking

Dit betreft uitgaven voor onder andere bewustwording, betrokkenheid en doorwerking van slavernijverleden voor de Caribische delen van het Koninkrijk. Ieder (ei)land werkt hiervoor aan een eigen agenda en de lokale overheden zijn hierin essentiële partners. Het gaat om circa € 33,3 mln., verdeeld over de jaren 2025 tot en met 2029. Voor 2025 is € 20,3 mln. beschikbaar. In 2026 gaat het om een bedrag van € 4 mln. aflopend naar € 2 mln. in 2029.

3.3 Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

A. Algemene doelstelling

Het bewerkstelligen van een merkbare, positieve verandering in het leven van de burgers in het Caribisch deel van het Koninkrijk door de bestuurlijke en de financieel- en sociaaleconomische weerbaarheid van de Landen en Caribisch Nederland te versterken. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt daaraan bij middels het versterken van de uitvoeringskracht, het inzetten van kennis en expertise en het coördineren van de inzet van het Rijk.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van technische assistentie en het delen van kennis.

  • De minister ondersteunt waar gewenst en mogelijk de Caribische delen van het Koninkrijk bij de uitvoering van taken door middel van praktische samenwerking en het opzetten van samenwerkingsovereenkomsten.

  • De minister ondersteunt via de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) de Landen bij het ontwikkelen en implementeren van maatregelen op diverse gebieden met betrekking tot de sociaal economische structuur, zoals de arbeidsmarkt, zorg, onderwijs, en veiligheid.

Regisseren

  • De minister coördineert de rijksbrede inzet in Caribisch Nederland en bevordert de integrale samenwerking.

  • De minister is verantwoordelijk voor het bevorderen van goed bestuur in Caribisch Nederland.

  • De minister geeft invulling aan haar taken zoals omschreven in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft), Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft), het protocol Afspraken tussen de regeringen van Aruba en Nederland over de openbare financiën van Aruba en het protocol Aruba-Nederland 2019-2021.

  • De minister houdt financieel toezicht op de openbare lichamen op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES).

  • De minister ondersteunt de Landen bij het uitvoeren van de Landspakketten. De realisatie van de hervormingen en ontwikkelingen uit de Landspakketten worden gemonitord via de uitvoeringsagenda's en voortgangsrapportages die periodiek gezamenlijk worden opgesteld.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2025 zijn er geen beleidswijzigingen te melden.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

63.860

30.499

99.952

70.170

57.417

19.873

9.796

         
 

Uitgaven

44.255

32.893

100.746

70.964

63.210

23.873

13.796

         

4.1

Curaçao, Sint Maarten en Aruba

25.040

22.666

46.796

44.383

43.629

7.292

7.152

 

Subsidies (regelingen)

15.156

13.946

33.670

29.226

27.087

250

0

 

Diverse subsidies

2.562

446

250

350

250

250

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

5.784

11.000

22.754

28.876

26.837

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

6.810

2.500

10.666

0

0

0

0

 

Opdrachten

2.672

4.322

5.604

7.635

9.020

1.520

1.630

 

Opdrachten landen

38

322

604

1.135

1.520

1.520

1.630

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

2.634

4.000

5.000

6.500

7.500

0

0

 

Inkomensoverdrachten

854

1.143

5.268

5.268

5.268

5.268

5.268

 

Toeslagen op pensioenen NA

854

1.143

5.268

5.268

5.268

5.268

5.268

 

Bijdrage aan medeoverheden

6.082

2.686

2.000

2.000

2.000

0

0

 

Bijdrage landen

0

120

0

0

0

0

0

 

Onderwijshuisvesting Curaçao

0

566

0

0

0

0

0

 

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

6.082

2.000

2.000

2.000

2.000

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

276

569

254

254

254

254

254

 

Diverse bijdragen

276

569

254

254

254

254

254

4.2

Caribisch Nederland

19.215

10.227

47.950

20.581

13.581

10.581

6.644

 

Subsidies (regelingen)

2.328

3.244

846

846

846

846

846

 

Subsidies Caribisch Nederland

2.328

3.244

846

846

846

846

846

 

Opdrachten

1.475

2.998

2.350

2.358

2.358

2.358

2.358

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

1.250

1.530

1.758

1.758

1.758

1.758

1.758

 

Opdrachten Caribisch Nederland

225

1.468

592

600

600

600

600

 

Inkomensoverdrachten

2.584

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

 

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

2.584

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

 

Bijdrage aan medeoverheden

11.960

2.636

43.405

16.028

9.028

6.028

2.091

 

Sociaaleconomische initiatieven

0

0

34.000

14.000

4.000

4.000

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

11.960

2.636

9.405

2.028

5.028

2.028

2.091

 

Bijdrage aan agentschappen

868

0

0

0

0

0

0

 

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

868

0

0

0

0

0

0

4.3

Stimuleringsregelingen

0

0

6.000

6.000

6.000

6.000

0

 

Subsidies (regelingen)

0

0

6.000

6.000

6.000

6.000

0

 

Voedselzekerheid

0

0

6.000

6.000

6.000

6.000

0

         
 

Ontvangsten

648

1.149

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 4
 

2025

juridisch verplicht

40%

bestuurlijk gebonden

46%

beleidsmatig gereserveerd

4%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

10%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 40% juridisch verplicht en dit betreft de instrument Subsidies en Bijdrage aan medeoverheden.

Subsidies

Subsidies zijn voor 30% juridisch verplicht. Dit betreffen met name subsidies vanuit TWO voor diverse thema’s uit de Landspakketten.

Daarnaast zijn er nog subsidies verstrekt aan de VNG, UNICEF, WECONNECT en aan de voedselbank op Bonaire.

Bijdrage aan medeoverheden

De bijdrage aan medeoverheden zijn voor 83% juridisch verplicht. Het gaat hier om de renovatie van de klif op Sint Eustatius en diverse bijdragen in het kader van de Landspakketten.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

4.1 Curaçao, Sint Maarten en Aruba

Subsidies (regelingen)

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van BZK ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de Landspakketten, onder meer in de vorm van technische assistentie. Periodiek worden gezamenlijke uitvoeringsagenda’s opgesteld door de TWO en de Landen om de afspraken in de Landspakketten nader te concretiseren. De subsidies die op dit instrument worden verantwoord, worden op basis van plannen van aanpak betaald aan de Landen ter uitvoering van de gemaakte afspraken. In 2024 was hiervoor € 11 mln. beschikbaar, in 2025 is dit € 22,8 mln., in 2026 is dit € 28,9 mln. en in 2027 is dit € 26,8 mln. Op dit instrument is de subsidietaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord in de jaren 2025-2027 voor € 5,6 mln.

Onderwijshuisvesting Curaçao

Bij het instemmen met het Landspakket Curaçao heeft Nederland aan Curaçao financiering toegezegd van in totaal € 30 mln. ten behoeve van verbetering van de onderwijshuisvesting. In 2025 is hiervoor € 10,7 mln. geraamd. In 2024 was dit € 3,2 mln. De overige middelen die bij instemming met het Landspakket zijn toegezegd, zijn reeds in de jaren 2021 t/m 2023 betaald.

Opdrachten

Tijdelijke werkorganisatie (TWO)

De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) van het ministerie van BZK ondersteunt de ontwikkeling en uitvoering van de maatregelen, onder meer in de vorm van technische assistentie. Periodiek wordt een gezamenlijke uitvoeringsagenda’s opgesteld door de TWO en de Landen om de afspraken in de Landspakketten nader te concretiseren. Voor concrete acties en projecten wordt door de Landen en TWO een plan van aanpak opgesteld. De opdrachten die op dit instrument worden verantwoord vloeien voort uit deze plannen van aanpak en worden door BZK gegeven voor de uitvoering van de gemaakte afspraken. In 2024 was hiervoor € 4 mln. beschikbaar, in 2025 € 5 mln., in 2026 € 6,5 mln. en in 2027 € 7,5 mln.

Inkomensoverdrachten

Toeslagen op pensioenen NA

Conform de regeling vaste verrekenkoers pensioeninkomen voormalig Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse pensioengerechtigden worden nadelige koersverschillen als gevolg van wisselkoersfluctuatie tussen de Antilliaanse gulden (ANG) en Arubaanse florin (AWG) enerzijds en de Euro (€) anderzijds gecompenseerd uit de begroting van Koninkrijksrelaties.

Bijdrage medeoverheden

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

Na ondertekening van de Onderlinge Regeling ‘Samenwerking bij Hervormingen’ op 4 april 2023 zijn verplichtingen en bijbehorende uitgaven in het kader van de Landspakketten die direct aan de Landen worden gedaan verantwoord onder het instrument subsidies. De uitgaven die op dit instrument worden verantwoord betreffen daarom hoofdzakelijk uitbetalingen van verplichtingen die zijn aangegaan voor het inwerkingtreden van de Onderlinge Regeling en bijdragen aan ICTU en het CBS. In de jaren 2024-2027 is hiervoor jaarlijks € 2 mln. beschikbaar.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Diverse bijdragen

Dit betreft het Kleine Projecten Fonds waarmee de vertegenwoordiging van Nederland op Aruba, Curaçao en Sint Maarten kleine projecten financiert.

4.2 Caribisch Nederland

Opdrachten

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

Het ministerie van BZK richt zich op het verhogen van de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur op Caribisch Nederland en zet zich in om samen met de openbare lichamen de bestuurlijke kaders te versterken. Daarnaast wordt gericht de uitvoeringskracht van de ambtelijke apparaten van de openbare lichamen versterkt, rekening houdend met lokale omstandigheden en de specifieke bestuurlijke context per eiland. Door het ministerie wordt geïnvesteerd in menselijk kapitaal, onder andere door middel van het trainen van de ambtelijke lokale apparaten, het gericht ondersteunen met kennis en expertise.

Inkomensoverdrachten

Pensioenen en uitkeringen politieke ambtsdragers

Uit deze middelen worden de rechtspositionele regelingen van (voormalige) politieke ambtsdragers gefinancierd. Het betreft de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het voormalige land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, 14723).

Bijdrage aan medeoverheden

Versterken bestuurs- en uitvoeringskracht

De middelen voor openbare lichamen voor het versterken van bestuurs- en uitvoeringskracht zijn de afgelopen jaren grotendeels overgeheveld naar het BES-fonds en worden vanuit dit begrotingshoofdstuk als vrij-besteedbare middelen verstrekt aan de openbare lichamen. Voor overige zaken resteert in 2025 nog een bedrag van € 2 mln. Daarnaast konden door vertraging niet alle beschikbare middelen voor de werkzaamheden aan de klif op Sint Eustatius in 2024 worden ingezet. Een bedrag van € 7,6 mln. is in 2025 beschikbaar.

Sociaal economische initiatieven

Met het oog op de connectiviteit en het vergroten van de economische zelfstandigheid van Saba wordt in 2025 € 30 mln. en in 2026 € 10 mln. beschikbaar gesteld voor de haven van Saba.

Verder is het na de explosieve groei van Bonaire van belang te investeren in de kwaliteit van het wegennetwerk om op die manier de toekomstbestendigheid voor zowel het personen- als vrachtvervoer te kunnen garanderen. Daartoe wordt in de periode 2025-2028 € 16 mln. beschikbaar gesteld.

Overzicht bijzondere uitkeringen

Conform artikel 94 Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt jaarlijks uiterlijk op de derde woensdag van mei een overzicht van alle bijzondere uitkeringen gepubliceerd, met de daarvoor in de lopende begroting beschikbare bedragen.

4.3 Stimuleringsregelingen

Subsidies

Vergroten voedselzekerheid

Ten behoeve van de economische ontwikkeling alsook de voedselzekerheid op de zes Caribische eilanden wordt een meerjarige bijdrage gedaan aan projecten die de voedselprodcutie vergroten (€ 24 mln. in de periode 2025-2028).

3.4 Artikel 5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen

A. Algemene doelstelling

Het bereiken en borgen van houdbare overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten is sinds 2010 ondersteund door de kwijtschelding van een deel en herfinanciering van het overige deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten, door uitoefening van financieel toezicht door de RMR en door de lopende inschrijving door Nederland op de financiering van investeringen van de landen. Houdbare overheidsfinanciën worden gezien als belangrijke randvoorwaarde voor een gezonde economische ontwikkeling. Het verbeteren van het financieel beheer is een tweede doelstelling van het beleid. Dit werd vastgelegd in de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek van voormalige Nederlandse Antillen en de toenmalige eilandgebieden, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden over te nemen.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Gelet op de autonomie hebben de Landen een eigen verantwoordelijkheid voor houdbare overheidsfinanciën. Daarnaast draagt het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) bij aan de houdbare overheidsfinanciën. Dit toezicht wordt uitgeoefend door de Rijksministerraad.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister financiert de kosten die voortkomen uit de leningen en de uitoefening van het toezicht. Er zijn diverse soorten leningen: de leningen die voortvloeien uit de schuldsanering, de leningen op grond van de lopende inschrijving, de covidleningen en overige leningen.

Uitvoeren

Afspraken over de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten zijn vastgelegd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) en van Aruba in de Landsverordening financieel toezicht (LAft). Op basis van deze wetten begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) en van het College Aruba financieel toezicht (CAft) naar de Rijksministerraad. Tevens is in de Rft bepaald dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd. In juni 2024 is met de regering van Aruba een bestuurlijk akkoord bereikt over een traject om te komen tot een nieuw ontwerp-rijkswet in combinatie met een nationale regelgeving van Aruba gericht het bereiken en borgen van houdbare overheidsfinanciën. In het akkoord is ook vastgelegd dat het ontwerp-Rijkswet Aruba financieel toezicht (RAft) wordt ingetrokken.

Het op orde brengen van het financieel beheer in Aruba, Curaçao en Sint Maarten is een belangrijke doelstelling in de Landspakketten. Naast specifieke knelpunten die een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening in de weg staan, wordt de problematiek veroorzaakt door fundamentele problemen in de wetgeving, de financiële organisatie, de financiële processen en de administratie. In 2025 worden, met ondersteuning van de TWO, door de Landen verdere stappen gezet in de verbetering en de borging van de uitvoering van de financiële processen, waarbij een belangrijk accent zal liggen op de inrichting van de financiële functie.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn voor dit artikel geen beleidswijzigingen te melden in 2025.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

33.195

66.000

0

0

0

0

0

         
 

Uitgaven

61.712

94.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

         

5.1

Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

 

Leningen

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

 

Schuldsanering

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

5.2

Leningen / garanties Curaçao, Sint Maarten en Aruba

33.195

66.000

0

0

0

0

0

 

Leningen

33.195

66.000

0

0

0

0

0

 

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

33.195

66.000

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

83.413

145.155

205.344

223.831

147.608

238.753

302.955

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 16 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 5
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 betreft het instrument leningen en is 100% juridisch verplicht.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen bereid verklaard om de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels te saneren of te herfinancieren. Het gaat hierbij om de schuldomvang op 31 december 2005, bestaande uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan).

De herfinanciering van deze leningen en de financiering van de rentelasten op deze leningen vallen tevens onder de regeling van de schuldsanering. Bij de inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige verhoudingen heeft Nederland de toen nog resterende hoofdsom van de bovenbeschreven schulden overgenomen. De in de begroting opgenomen bedragen komen overeen met de rente en aflossingen van de schuldpapieren die Nederland heeft overgenomen van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. Elk jaar worden de aflossingen op deze leningen verrekend met het ministerie van Financiën, die de schulden namens de Nederlandse Staat heeft overgenomen. Het aflossen van de overgenomen schulden wordt in 2028 afgerond. De herfinanciering van het schuldendeel dat Curaçao en Sint Maarten hebben behouden omvat een aantal leningen per land waarvan de laatste leningen in 2040 aflopen.

Ontvangsten

De ontvangsten binnen dit artikel hebben betrekking op aflossingen en rentebedragen van uitstaande leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten.

3.5 Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

A. Algemene doelstelling

Het bevorderen dat de basisvoorzieningen (inclusief infrastructuur) voor de burgers in Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba weer op het niveau van voor de orkanen Irma en Maria komen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) coördineert het beschikbaar stellen van de middelen vanuit Nederland en het toezicht op de besteding daarvan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De minister financiert een deel van de wederopbouw van Sint Maarten. Tot eind 2021 zijn er middelen beschikbaar waarmee het trustfonds bij de Wereldbank wordt gevuld. Dit trustfonds blijft tot en met 2028 operationeel (Kamerstukken II 2022/23, 33189 nr. 18). Deze bijdrage is verbonden aan de politieke voorwaarden waarmee Sint Maarten akkoord is gegaan, waaronder de reeds ingestelde integriteitskamer en het versterken van het grenstoezicht waarover nadere afspraken zijn gemaakt (Stcrt. 2014, nr. 72542 en Landsverordening Integriteitskamer). Nederland zal gedurende de wederopbouw toezien op de naleving van de voorwaarden.

  • De minister levert naast het trustfonds directe steun voor de wederopbouw van Sint Maarten. Het gaat hier bijvoorbeeld technische assistentie op gebied van institutionele en financiële hervormingen binnen de overheid van Sint Maarten.

Regisseren

  • De minister regisseert de Rijksbrede aanpak van de wederopbouwfase op de eilanden Saba en Sint Eustatius.

  • De minister is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het Sint Maarten Reconstruction, Recovery and Resilience trustfund waarin ook Sint Maarten zitting heeft. Prioriteiten voor Nederland zijn economische ontwikkeling en bereikbaarheid, de afvalproblematiek en goed bestuur.

C. Beleidswijzigingen

Er zijn voor dit artikel geen beleidswijzigingen te melden in 2025.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8 Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

2.305

3.219

722

0

600

0

0

         
 

Uitgaven

2.709

3.219

722

0

600

0

0

         

8.1

Wederopbouw

2.709

3.219

722

0

600

0

0

 

Subsidies (regelingen)

2.020

950

0

0

0

0

0

 

Diverse subsidies

2.020

950

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

689

2.269

722

0

600

0

0

 

Wederopbouw op Sint Maarten

689

2.269

722

0

600

0

0

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 18 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 8
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Juridisch verplicht

Van het totale uitgavenbudget op artikel 8 betreft het instrument opdrachten is 100% juridisch verplicht.

Opdrachten

De opdrachten zijn voor 100% juridisch verplicht. Dit betreffen de opdrachten aan de Royal Schiphol Group.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Opdrachten

Wederopbouw op Sint Maarten

De Royal Schiphol Group levert operationele bijstand voor de luchthaven Sint Maarten (PJIA) geleverd. Vanwege technische vertragingen bij het herstel van het vliegveld is in 2025 circa € 0,7 mln. beschikbaar.

4. Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 6. Apparaat

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 19 Budgettaire gevolgen artikel 6 Apparaat (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

32.718

35.054

35.021

33.057

31.857

22.712

22.555

         
 

Uitgaven

32.678

35.054

35.021

33.057

31.857

22.712

22.555

         

6.0

Apparaat

32.678

35.054

35.021

33.057

31.857

22.712

22.555

 

Personele uitgaven

22.421

22.544

22.937

21.623

21.088

12.731

12.789

 

Eigen personeel

20.719

21.386

21.775

20.531

19.999

12.214

12.348

 

Inhuur externen

1.702

1.158

1.162

1.092

1.089

517

441

 

Materiële uitgaven

10.257

12.510

12.084

11.434

10.769

9.981

9.766

 

Overige materiële uitgaven

14.335

12.510

12.084

11.434

10.769

9.981

9.766

 

Wisselkoersverschillen

‒ 4.078

0

0

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

4.625

2.936

0

0

0

0

0

         

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Op dit artikel worden de apparaatsuitgaven voor de volgende organisaties begroot:

  • Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO CN);

  • Colleges financieel toezicht (Cft);

  • Vertegenwoordiging Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS) exclusief de uitgaven voor ambtelijk personeel die op hoofdstuk VII worden begroot;

  • Tijdelijke Werkorganisatie (TWO);

  • Rijksvertegenwoordiger.

Daarnaast worden de vergoedingen voor leden van raden en commissies op dit artikel begroot.

Personele uitgaven

Eigen personeel

Dit betreffen de uitgaven aan het eigen personeel van de SSO CN, Rijksvertegenwoordiger CN, Cft en het lokaal personeel van de VN-ACS.

Inhuur externen

Er wordt onder andere ingehuurd om de continuïteit van de dienstverlening bij SSO-CN te waarborgen.

Materiële uitgaven

Overige materiële uitgaven

De materiële uitgaven van alle onder dit begrotingshoofdstuk vallende onderdelen zijn hier opgenomen. De materiële uitgaven voor de SSO CN maken hier het merendeel van uit.

4.2 Artikel 7. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 20 Budgettaire gevolgen artikel 7 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

0

36

872

2.358

3.467

1.623

1.763

         
 

Uitgaven

0

36

872

2.358

3.467

1.623

1.763

         

7.0

Nog onverdeeld

0

36

872

2.358

3.467

1.623

1.763

 

Nog te verdelen

0

36

872

2.358

3.467

1.623

1.763

 

Onvoorzien

0

36

852

2.338

3.447

1.603

1.743

 

Wisselkoersreserve

0

0

20

20

20

20

20

         
 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

         

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Onvoorzien

Deze middelen worden op een later moment toegekend aan de relevante beleidsartikelen.

5. Beleidsartikel BES-fonds

5.1 Artikel 1. BES-fonds

A. Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en de eilanden overeengekomen taakverdeling van de eilanden naar behoren uit te voeren.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Openbare Lichamen mogen zelf bepalen welke taken en activiteiten zij bekostigen uit de algemene middelen van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarbij zij voor de bekostiging mede op de algemene middelen zijn aangewezen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:

Financieren

De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden en in die hoedanigheid financiert de minister het BES-fonds.

C. De Beleidswijzigingen

In 2024 is via de Voorjaarsnota € 18,1 mln. (waarvan € 13,6 mln. structureel) aan het BES-fonds toegevoegd. Het overgrote deel daarvan (€ 8,6 mln.) is naar aanleiding van het onderzoek van Ideeversa naar de eilandelijke taken en middelen Caribisch Nederland. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de taken en middelen uit de vrije uitkering niet in evenwicht zijn en de eilanden niet in staat worden gesteld om hun taken structureel adequaat uit te voeren. De middelen zijn conform het advies van Ideeversa aan de vrije uitkeringen van de openbare lichamen toegevoegd. Daarnaast is structureel € 5 mln. aan het BES-fonds toegevoegd in verband met de gevolgen van de verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) en om de loongebouwen van de openbare lichamen met dat van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) gelijk te kunnen trekken.

Tot slot is met ingang van 2024 de indexatiesystematiek van het BES-fonds gewijzigd. Vanaf 2024 wordt het BES-fonds – net zoals het Gemeentefonds en Provinciefonds – via de nieuwe BBP-systematiek geïndexeerd. Voor 2024 en 2025 bedraagt de indexatie respectievelijk € 4,5 mln. en € 2 mln. Uitgangspunt is dat het BES-fonds meerjarig de ontwikkeling van het nominaal bruto binnenlands product (bbp) volgt. De indexatie bestaat uit een volumedeel en een prijsdeel. De volumeontwikkeling wordt gebaseerd op een 8-jaars historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bbp, waardoor er minder schommelingen zijn in de indexatie. De indexatie voor inflatie volgt de prijs bbp van het lopende jaar, waardoor het BES-fonds reëel ‘op niveau’ blijft. Verder kunnen de openbare lichamen met de introductie van deze systematiek makkelijker een meerjarige begroting opstellen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 BES-fonds (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

art

Verplichtingen

87.850

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

         
 

Uitgaven

87.850

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

         
 

Bijdrage aan medeoverheden

       

1.0

Vrije uitkering

87.850

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

         
 

Ontvangsten

87.850

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

Geschatte budgetflexibiliteit

Het BES-fonds kent geen budgetflexibiliteit. De openbare lichamen ontvangen middelen voor de aan hen toebedeelde en wettelijke taken.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering

De middelen, die de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uit de vrije uitkering ontvangen, zijn vrij besteedbaar. Op de vrije uitkering wordt een aantal bedragen ingehouden. Het betreft aflossingslasten voor eerder afgesloten renteloze leningen die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft verstrekt ter bekostiging van achterstanden op Sint Eustatius en Bonaire in de onderwijshuisvesting en de lening van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de weginfrastructuur op Saba. Een overzicht van de verstrekte renteloze leningen aan de openbare lichamen treft u aan in bijlage 9 van deze begroting.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) regelt dat bij (begrotings-)wet voor ieder uitkeringsjaar middelen van het Rijk worden afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten behoeve van de dekking van de uitgaven ten laste van het BES-fonds een post ontvangsten geraamd.

6. Bijlagen

Bijlage 1: Verdiepingsbijlage Koninkrijksrelaties

Artikel 1. Versterken rechtsstaat

Uitgaven

Tabel 22 Uitgaven beleidsartikel 1. Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

80.049

67.942

67.941

87.397

87.397

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

‒ 36.278

3.629

3.630

4.738

4.738

92.135

       

Nieuwe mutaties

‒ 6.186

‒ 1.865

‒ 2.912

‒ 24.564

‒ 698

‒ 1.045

Waarvan:

      

1) Recherche Samenwerkingsteam

‒ 1.299

0

0

‒ 22.700

0

0

2) Grenstoezicht Douane

‒ 4.100

0

0

0

0

0

3) Kasschuif detentie

0

‒ 1.000

‒ 1.000

1.000

1.000

0

4) Taakstelling subsidies

0

‒ 865

‒ 1.912

‒ 2.864

‒ 1.698

‒ 1.045

       

Stand ontwerpbegroting 2025

37.585

69.706

68.659

67.571

91.437

91.090

Toelichting

1. Recherche Samenwerkingsteam

De mutatie voor 2024 en 2027 betreft een overboeking van LPO-middelen van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het Recherche Samenwerkingsteam. In 2027 wordt ook regulier budget overgeboekt. Dit gebeurt conform het financieringsconvenant tussen de ministeries van BZK en JenV.

2. Grenstoezicht Douane

Dit betreft een overboeking van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar de begroting van het ministerie van Financiën (IXB) voor de Douane Nederland. Deze middelen zijn bestemd voor de lokale grens- en handhavingsdiensten op de eilanden Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

3. Kasschuif detentie

Sint Maarten heeft te maken met een gebrek aan uitvoerings- en absorptiecapaciteit. Hierdoor kunnen niet alle verbeteringen worden gerealiseerd zoals opgenomen in het plan van aanpak voor het detentiewezen. Om de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren wordt het kasritme aangepast in lijn met de nieuwe planning van de bouw en oplevering van de gevangenis op Sint Maarten.

4. Taakstelling subsidies

In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat rijksbreed wordt bezuinigd op subsidies. Dit betreft de bijdrage die wordt gedaan vanuit de subsidies op artikel 1.

Ontvangsten

Tabel 23 Ontvangsten beleidsartikel 1. Versterken rechtsstaat (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

0

0

0

0

0

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

0

0

0

0

0

0

Artikel 2. Slavernijverleden

Uitgaven

Tabel 24 Uitgaven artikel 2. Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

3.333

26.999

10.666

10.666

9.666

5.333

       

Nieuwe mutaties

‒ 1.883

800

0

0

0

3.333

Waarvan:

      

1) Uitvoeringskosten subsidies slavernijverleden

1.450

800

0

0

0

0

2) Kasschuif subsidies

‒ 3.333

0

0

0

0

3.333

       

Stand ontwerpbegroting 2025

1.450

27.799

10.666

10.666

9.666

8.666

Toelichting

1. Uitvoeringskosten subsidies slavernijverleden

Dit betreft voor 2024 een reallocatie vanuit artikel 7 onvoorzien ten behoeve van de uitvoeringskosten subsidies slavernijverleden. Tevens vindt er een reallocatie plaats voor het programma bureau slavernijverleden voor de jaren 2024 en 2025.

2. Kasschuif subsidies

Op dit moment wordt met de (beoogd) uitvoerder de subsidieregeling verder uitgewerkt om de uitvoering te kunnen starten. Er wordt voorzien dat de uitwerking laat in dit jaar gereed is waarna de uitvoering van de regeling kan starten. Hierdoor start de uitvoering in 2025 en zullen er geen middelen worden verstrekt in 2024. Hierop wordt het kasritme aangepast, de middelen uit 2024 worden doorgeschoven naar het laatste jaar van de regeling (2029).

Ontvangsten

Tabel 25 Ontvangsten artikel 2. Slavernijverleden (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

0

0

0

0

0

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

0

0

0

0

0

0

Artikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur

Uitgaven

Tabel 26 Uitgaven beleidsartikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

83.919

49.947

49.947

49.684

13.079

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

‒ 40.113

11.569

580

960

545

13.687

       

Nieuwe mutaties

‒ 10.913

39.230

20.437

12.566

10.249

109

Waarvan:

      

1) Toeslagen op pensioenen

‒ 4.125

0

0

0

0

0

2) Subsidies Caribisch Nederland

1.600

0

0

0

0

0

3) Versterken bestuur- en uitvoeringskracht

‒ 3.194

0

0

0

0

0

4) Taakstelling subsidies

0

‒ 865

‒ 1.912

‒ 2.865

0

0

5) Kasschuiven TWO

‒ 4.182

0

2.000

2.182

0

0

6) Kasschuif Klif Sint Eustatius

‒ 3.000

0

0

3.000

0

0

7) Haven Saba

0

30.000

10.000

0

0

0

8) Vergroten voedselzekerheid

0

6.000

6.000

6.000

6.000

0

9) Verbeteren verkeersader Bonaire

0

4.000

4.000

4.000

4.000

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

32.893

100.746

70.964

63.210

23.873

13.796

Toelichting

1. Toeslagen op pensioenen

Onttrekkingen aan de toeslagen op pensioenen hebben voornamelijk betrekking op: de hoger uitvallende kosten voor de aanschaf van de stormwaterpomp in Sint Maarten, de bijhorende RVO opdracht en de kosten voor de accountantscontrole. Ook betreft dit verscheidene reallocaties voor onder andere de stijgende kosten van de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VNACS).

2. Subsidies Caribisch Nederland

Dit betreft een bijdrage aan het Caribbean Regional Technical Assistance Centre en is een reallocatie van artikel 7 nog onverdeeld.

3. Versterken bestuur- en uitvoeringskracht

Dit betreffen overboekingen naar het BES-fonds naar aanleiding van gemaakte bestuurlijke afspraken met Sint-Eustatius (€ 0,8 mln.) en Bonaire (circa € 1,6 mln.). Daarnaast heeft er een overboeking plaatsgevonden van gelden voor openbaar vervoer naar het BES-Fonds (€ 0,8 mln.).

4. Taakstelling subsidies

In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat rijksbreed wordt bezuinigd op subsidies. Dit betreft de bijdrage die wordt gedaan vanuit de subsidies op artikel 4.

5. Kasschuiven TWO

De uitputting van het Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) budget is de afgelopen maanden achtergebleven bij wat initieel werd verwacht. Dit is onder ander het geval omdat er beperkte invloed is op het moment van start van projecten en omdat het finaliseren van plannen of besluitvorming in de Landen vaak langer op zich laat wachten. Om gedegen planvorming en besluitvorming te faciliteren, wordt het budget van 2024 naar de jaren 2026 en 2027 doorgeschoven, omdat in deze jaren resultaten worden gerealiseerd.

6. Kasschuif klif Sint Eustatius

Voor herstelwerkzaamheden aan de klif op Sint Eustatius wordt er € 3,0 mln. van 2024 doorgeschoven naar 2027. Er worden verschillende natuur- en erosieprojecten ondernomen op het eiland, waaronder de aanpak van loslopende dieren. Doordat de voortgang op deze projecten achterblijft, is besloten de herstelwerkzaamheden aan de klif op te schorten. Door de grote samenhang tussen de projecten zouden deze werkzaamheden namelijk ondoelmatig zijn. Er wordt nu actie ondernomen om voortgang op de natuur- en erosieprojecten te bewerkstelligen. Het belang van de herstelwerkzaamheden is hiermee niet weggenomen. De € 3 mln. is nodig in 2027 omdat er een nieuwe aanbesteding moet plaatsvinden voor deel twee van het klifproject. Uitvoering van het project zal enkele jaren in beslag nemen, waardoor het betaalritme tot in 2027 loopt.

7. Haven Saba

Met het oog op de connectiviteit en het vergroten van de economische zelfstandigheid van Saba wordt in 2025 € 30 mln. en in 2026 € 10 mln. beschikbaar gesteld.

8. Vergroten voedselzekerheid

Ten behoeve van de economische ontwikkeling alsook de voedselzekerheid op de zes Caribische eilanden wordt een meerjarige bijdrage gedaan aan projecten die de voedselprodcutie vergroten (€ 24 mln. in de periode 2025-2028).

9. Verbeteren verkeersader Bonaire

Na de explosieve groei van Bonaire is het van belang te investeren in de kwaliteit van het wegennetwerk om op die manier de toekomstbestendigheid voor zowel het personen- als vrachtvervoer te kunnen garanderen. Daartoe wordt in de periode 2025-2028 € 16 mln. beschikbaar gesteld.

Ontvangsten

Tabel 27 Ontvangsten beleidsartikel 4. Bevorderen sociaaleconomische structuur (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

1.149

0

0

0

0

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

1.149

0

0

0

0

0

Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Uitgaven

Tabel 28 Uitgaven beleidsartikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

28.517

28.517

28.517

28.517

28.517

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

0

0

0

0

0

11.150

       

Nieuwe mutaties

66.000

0

0

0

0

0

Waarvan

      

1) Investeringen Sint Maarten

66.000

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

94.517

28.517

28.517

28.517

28.517

11.150

Toelichting

1. Investeringen Sint Maarten

Er wordt financiële ruimte gereserveerd in de begroting, mocht Nederland, op basis van de in de Rijkswet financieel toezicht opgenomen zogenaamde lopende inschrijving, een annuïtaire lening ter grootte van € 66 mln. (ANG 132 miljoen) aan Sint Maarten verstrekken. Deze lening heeft een looptijd van 25 jaar en is ter financiering van een aantal benodigde investeringen. Het betreft investeringen voor het detentiewezen (nieuwbouw gevangenis), energievoorziening en voor de geestelijke gezondheidszorg. Het uiteindelijk verstrekken van de lening is afhankelijk van een positief advies van het College financieel toezicht en instemming van de Ministerraad, cf. het beleidskader risicoregelingen.

Ontvangsten

Tabel 29 Ontvangsten beleidsartikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

49.958

186.899

203.899

127.676

218.821

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

95.197

18.445

19.932

19.932

19.932

302.955

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

145.155

205.344

223.831

147.608

238.753

302.955

Artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

Uitgaven

Tabel 30 Uitgaven beleidsartikel artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

1.569

722

0

0

0

0

       

Nieuwe mutaties

1.650

0

0

600

0

0

Waarvan:

      

1) Ondersteuning Trustfonds projecten

950

0

0

0

0

0

2) Hogere kosten stormwaterpompen

1.300

0

0

0

0

0

3) Kasschuif stormwaterpompen

‒ 600

0

0

600

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

3.219

722

0

600

0

0

Toelichting

1. Ondersteuning Trustfonds projecten

Er zijn middelen onttrokken uit artikel 1 (douane € 0,1 mln.), 4 (pensioenen € 0,7 mln.) en 7 (onvoorzien € 0,2 mln.) voor de ondersteuning voor het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ontwikkeling Milieu en Infrastructuur (VROMI ) op Sint Maarten voor capaciteit ten behoeve van de wederopbouw projecten.

2. Hogere kosten stormwaterpompen

De kosten voor het aanschaffen van de stormwaterpompen in Sint Maarten, de bijbehorende RVO opdracht en de kosten voor de accountantscontrole zijn hoger dan initieel werd verwacht. Daarom vindt er een reallocatie plaats van artikel 4 naar artikel 8.

3. Kasschuif stormwaterpompen

Door vertraging in de uitvoering en de regels voor bevoorschotting kunnen niet alle middelen worden besteed in 2024. Het gaat hier onder andere om de middelen die worden verstrekt aan minVROMI op Sint Maarten en de middelen voor de aanschaf van de stormwaterpompen.

Ontvangsten

Tabel 31 Ontvangsten beleidsartikel artikel 8. Wederopbouw Bovenwindse Eilanden (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

0

0

0

0

0

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

0

0

0

0

0

0

Artikel 6. Apparaat

Uitgaven

Tabel 32 Uitgaven niet-beleidsartikel 6. Apparaat (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

29.045

24.264

24.264

24.264

24.264

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

3.774

11.697

11.097

10.939

3.300

27.893

       

Nieuwe mutaties

2.235

‒ 940

‒ 2.304

‒ 3.346

‒ 4.852

‒ 5.338

Waarvan:

      

1) Desaldering ontvangsten SSO-CN

2.936

0

0

0

0

0

2) Apparaat taakstelling

0

‒ 1.213

‒ 2.427

‒ 3.639

‒ 4.852

‒ 5.338

3) Kasschuif RCN

‒ 1.200

600

600

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

35.054

35.021

33.057

31.857

22.712

22.555

Toelichting

1. Desaldering ontvangsten SSO-CN

In 2024 hebben de opdrachtgevers voor de basisdienstverlening SSO-CN een afdracht betaald aan KR. De ontvangst van deze afdracht wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.

2. Apparaat taakstelling

In het hoofdlijnenakkoord (HLA) is een taakstelling opgenomen op de apparaatsuitgaven van de Rijksoverheid. Het aandeel van KR in deze Rijksbrede taakstelling wordt nu structureel verwerkt op artikel 6. De komende periode wordt de invulling van deze taakstelling nader uitgewerkt.

3. Kasschuif RCN

Om beter aan te sluiten bij het kasritme vindt er een kasschuif plaats van 2024 naar de jaren 2025 en 2026 plaats. De doorgeschoven middelen hebben betrekking op de apparaatsuitgaven en de werving van geschikt personeel zal langer duren.

Ontvangsten

Tabel 33 Ontvangsten niet-beleidsartikel 6. Apparaat (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

0

0

0

0

0

0

       

Nieuwe mutaties

2.936

0

0

0

0

0

waarvan:

      

1) Geraamde ontvangsten SSO-CN

2.936

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

2.936

0

0

0

0

0

Toelichting

1. Geraamde ontvangsten SSO-CN

In 2024 hebben de opdrachtgevers voor de basisdienstverlening SSO-CN een afdracht betaald aan KR. De ontvangst van deze afdracht wordt via een desaldering toegevoegd aan het budget van 2024.

Artikel 7. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 34 Uitgaven niet-beleidsartikel 7. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

1.673

1.883

1.918

2.904

2.723

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

3.699

633

1.384

1.407

‒ 256

2.467

       

Nieuwe mutaties

‒ 5.336

‒ 1.644

‒ 944

‒ 844

‒ 844

‒ 704

Waarvan:

      

1) Reallocatie uitvoeringskosten subidies

‒ 1.450

‒ 800

0

0

0

0

2) Reallocatie subsidie CARTAC

‒ 1.600

0

0

0

0

0

3) Reiskosten

‒ 700

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

36

872

2.358

3.467

1.623

1.763

Toelichting

1. Reallocatie uitvoeringskosten subsidies

Er vindt een reallocatie plaats van artikel 7 naar artikel 2 voor de uitvoeringskosten voor de subsidies slavernijverleden.

2. Reallocatie subsidies CARTAC

Er vindt een reallocatie plaats van artikel 7 naar artikel 4.2 van de subsidie aan het Caribbean Regional Technical Assistance Centre.

3. Reiskosten

Er is een overboeking naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de aanvulling van het reiskostenbudget.

Ontvangsten

Tabel 35 Ontvangsten niet-beleidsartikel 7. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

0

0

0

0

0

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

0

0

0

0

0

0

       

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

       

Stand ontwerpbegroting 2025

0

0

0

0

0

0

Bijlage 2: Verdiepingsbijlage BES-fonds

Uitgaven

Tabel 36 Uitgaven beleidsartikel 1. BES-fonds (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

12.960

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

       

Nieuwe mutaties

9.643

1.090

1.090

1.090

1.090

1.090

Waarvan:

      

1) Overboekingen van de begroting van KR

3.544

0

0

0

0

0

2) Overboeking van het ministerie van SZW

5.500

0

0

0

0

0

3) Versterking dienstverlening armoedebeleid

0

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

       

Stand ontwerpbegroting 2025

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

Toelichting

1. Overboekingen van de begroting van KR

Er zijn overboekingen van de begroting van Koninkrijksrelaties (IV) naar het BES-fonds naar aanleiding van de gemaakte bestuurlijke afspraken met Bonaire en Sint Eustatius, voor het openbaar vervoer en voor het versterken van de ondersteuning van de eilandsraden van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. Overboeking van het ministerie van SZW

Er is een overboeking van de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar het BES-fonds voor lokale armoedebestrijding, voor de eenmalige energietoelage voor huishoudens met een laag inkomen en voor de vrije uitkering van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

3. Versterking dienstverlening armoedebeleid

Voor de versterking van de dienstverlening ten behoeve van armoedebeleid zijn vanaf 2025 middelen beschikbaar gesteld.

Ontvangsten

Tabel 37 Ontvangsten beleidsartikel 1. BES-fonds (bedragen x € 1.000)
 

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Stand ontwerpbegroting 2024

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

       

Mutatie eerste suppletoire begroting 2024

12.960

29.000

30.128

31.315

32.650

91.428

       

Nieuwe mutaties

9.643

1.090

1.090

1.090

1.090

1.090

Waarvan:

      

1) Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

9.643

1.090

1.090

1.090

1.090

1.090

       

Stand ontwerpbegroting 2025

93.773

88.642

89.320

89.839

91.174

92.518

Toelichting

1. Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Op basis van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (FinBES) dienen de uitgaven en ontvangsten over ieder uitkeringsjaar voor het BES-fonds gelijk te zijn. Ten behoeve van de dekking van deze uitgaven is een post ontvangsten geraamd. De voeding van het BES-fonds is direct afkomstig uit de belastingontvangsten van het Rijk.

Bijlage 3: Moties en toezeggingen

Tabel 38 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (Stand per 1 augustus 2024)

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van de leden Ceder en Wuite; Verzoekt de regering om samen met de lokale besturen, Rijkswaterstaat en de deltacommissaris in kaart te brengen wat er nodig is aan klimaatadaptatieve maatregelen voor de BES-eilanden en over deze thematiek ook met de landen in gesprek te gaan.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 18

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 7 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1312).

De motie van de leden Van der Berg en Ceder; Verzoekt de regering, voorstellen te doen voor een sterkere coördinerende rol voor de bewindspersoon belast met Koninkrijksrelaties, te onderzoeken hoe de vrije uitkering in het BES-fonds in overeenstemming kan worden gebracht met de demografische ontwikkelingen, en meerjarige incidentele uitgaven te bundelen en onder te brengen in structurele bijdragen.

Kamerstuk II 2020/21, 35830 IV, nr. 8

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 8).

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de woningbouwcorporaties dan wel het Openbaar Lichaam te voorzien van een renteloze lening voor de bouw van betaalbare huur- en/of koopwoningen, en de Tweede Kamer hierover schriftelijk te informeren voorafgaand aan de behandeling van de Voorjaarsnota 2022.

Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 56

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De motie van de leden Aukje de Vries en Van de Berg; Verzoekt de regering ervoor te zorgen dat het financieel beheer op Bonaire en Sint-Eustatius, waaronder de jaarrekening, zo snel mogelijk (maar uiterlijk 2024) op orde wordt gebracht en daarvoor de noodzakelijke ondersteuning te leveren.

Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 11

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De motie van de leden Wuite en Van Raan; Roept de regering op in overleg te treden met de Caribische eilanden om in 2023 een Koninkrijksconferentie te organiseren met onderwerpen zoals het Statuut, het Unierecht in relatie tot het Koninkrijk, mensenrechten, klimaatverandering, economische versterking en regionale/ internationale samenwerking.

Kamerstuk II 2021/22, 36100 IV, nr. 17

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van de leden Van den Berg en Wuite; Verzoekt de regering de resultaten daarvan te verwerken in de begroting 2025;

Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 12

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

Verzoekt de regering met een plan van aanpak te komen om meer overzicht te krijgen over de bijzondere uitkeringen die andere departementen doen en hoe deze structureel gemaakt kunnen worden.

De motie van de leden Bouchallikh en Wuite; Verzoekt de regering om samen met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten te evalueren hoe de onderlinge hulp en bijstand kan worden versterkt.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 87

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering bij het bepalen van de aflossingscapaciteit van de landen, meerjarige financiële en begrotingseffecten van de hervormingen mee te wegen.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 81

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 5 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 44).

De motie van de leden Van den Berg en Kamminga; Verzoekt de regering te inventariseren of er ook behoefte is aan traineeplaatsen voor ambtenaren van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten, zodat zij belangrijke kennis en ervaring kunnen opdoen.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 80

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van de leden Kamminga en Van den Berg; Verzoekt de regering de liquiditeitsleningen alleen langjarig op basis van gunstige voorwaarden te herfinancieren als er sprake is van financieel toezicht op basis van een rijkswet; Verzoekt de regering voorts zolang er geen sprake is van financieel toezicht middels een rijkswet de reguliere rente op de kapitaalmarkt te hanteren en in het geval er de komende periode betekenisvolle stappen richting een rijkswet worden gezet, tot de inwerkingtreding hiervan de leningen alleen kortlopend te herfinancieren en daarbij een bij de situatie passend rentepercentage te hanteren dat in ieder geval hoger ligt dan bij de gunstige voorwaarden.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 79

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 augustus 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 93).

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de mogelijkheid om een regionale ontwikkelingsmaatschappij in het Caribisch deel van het Koninkrijk op te richten, die zich toespitst op lokale business development ten aanzien van digitalisering, klimaat, duurzame landbouw en het (regionale) ondernemingsklimaat en de Tweede Kamer voor de zomer van 2024 te infomeren over de uitkomsten.

Kamerstuk II 2023/24, 36200 IV, nr. 101

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van EZK.

De motie van de leden Ceder en Wuite; Verzoekt de regering samen met de eilanden te verkennen of men meerwaarde ziet in het opstellen van een Koninkrijkscanon en indien dit het geval is in gezamenlijkheid daartoe over te gaan.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 25

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De motie van het lid Van den Berg c.s.; Verzoekt de regering voor het jaarverslag 2023 een voorstel naar de Tweede Kamer te zenden over hoe de coördinerende rol/regierol van BZK wordt versterkt.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 24

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 52).

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Nationale Jeugdraad over de wijze waarop een jongerenvertegenwoordiger Caribische Zaken kan worden aangesteld, en hier de Tweede Kamer voor het eerste kwartaal van 2024 over te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 22

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 28 maart 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 52).

De motie van de leden Wuite en Ceder; Verzoekt de regering de Tweede Kamer voor het einde van het jaar te informeren over de uitkomsten van de gesprekken met belanghebbende partijen over de PSO en de ontwerpwetswijziging Luchtvaartwet BES volgend jaar in procedure te brengen.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 21

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van I&W.

De motie van het lid Van den Berg; Verzoekt de regering over de resultaten en de voortgang van het verbeterplan voor het onderwijs op Curaçao aan de Tweede Kamer te blijven rapporteren, in ieder geval via de Uitvoeringsrapportages en zo nodig tussentijds.

Kamerstuk II 2023/24, 36200 IV, nr. 100

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 6 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 45).

De motie van het lid Rosenmöller; Spreekt uit dat het nieuwe kabinet een hogere prioriteit dient te geven aan de Koninkrijksrelaties door op bovengenoemde terreinen de Nederlandse inzet te intensiveren om zo de banden concreet en duurzaam te verbeteren.

Kamerstuk I 2020/21, 35570 IV, nr. L

Afgedaan. De Eerste Kamer is de afgelopen periode geïnformeerd middels brieven, mondelinge overleggen en dergelijke.

De motie van het lid Van Raan c.s.; Verzoekt de regering om in gesprek met het openbaar lichaam Bonaire ervoor te zorgen dat er geen onomkeerbare stappen worden genomen voor wat betreft bouwen op Plantage Bolivia totdat het ontwikkelingsprogramma is vastgesteld.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 22

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 januari 2024 per brief geïnformeerd (Aanhangsel Handeling II 2023/24, nr. 798).

De motie van de leden Van Raan en Sylvana Simons; Verzoekt de regering in overleg te gaan met instituties, zoals Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau, om afspraken te maken over het verbeteren van data ten behoeve van beleidsvorming.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 21

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van het lid Sylvana Simons c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken hoe zij desgevraagd en op maat gesneden technische assistentie, ervaringen en expertise in kan zetten om de andere autonome landen te assisteren bij de aanpak van de bovenstaande problematiek, en om het gesprek aan te gaan met de regeringen van de autonome landen over de rol die ngo's hierbij kunnen spelen, in het bijzonder mensenrechtenorganisaties.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 25

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 15).

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering voor het einde van het jaar een overzicht te maken van welke Nederlandse regelgeving van toepassing is op de drie bijzondere gemeenten en welke aparte regels inmiddels voor hen gelden; Verzoekt tevens de burgers actief, bijvoorbeeld via websites, hierover te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36200 IV, nr. 97

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 55).

De motie van het lid Bouchallikh; Verzoekt de regering om op korte termijn in gesprek te treden met de bewoners van Bonaire die via een brief hun zorgen hebben geuit en hen te betrekken bij een voortvarende uitwerking van klimaatbeleid voor Caribisch Nederland.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 72

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De motie van het lid Wuite; Verzoekt de regering in afwachting van het eindrapport van de commissie Sociaal minimum CN financiële scenario’s uit te werken, waaronder het mogelijk invoeren van het sociaal minimum in 2024, en de Tweede Kamer voorafgaand aan de begrotingsbehandeling SZW te informeren.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 74

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 7).

De motie van het lid Wuite c.s.; Verzoekt de regering te verkennen welke experimentele (hybride) samenwerkingsverbanden haalbaar zijn op het gebied van vervolgonderwijs en op korte termijn kunnen worden gestart ter versterking van de lokale economie, en de Kamer hierover in het vierde kwartaal te informeren.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 70

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW.

De motie van het lid Van den Berg c.s.; Verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze opleidingsmogelijkheden, zowel praktisch als theoretisch, op de eilanden voor de lokale beroepsbevolking versterkt kunnen worden, en de Tweede Kamer daarover voor Prinsjesdag 2023 te informeren.

Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 69

Afgedaan. De uitvoering van de motie is overgedragen aan het ministerie van OCW.

Tabel 39 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (Stand per 1 augustus 2024)

Omschrijving van de motie

Vindplaats

Stand van zaken

De motie van het lid Bosman; Verzoekt de regering, om voor 1 oktober 2020 met een voorstel te komen om heldere, duidelijke en werkbare verhoudingen en verantwoordelijkheden vast te leggen binnen het Koninkrijk.

Kamerstuk II 2019/20, 35300 IV, nr. 18

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Hartog c.s.; Verzoekt de regering om met Saba, Sint Eustatius en Bonaire in gesprek te gaan over de gefaseerde inwerkingtreding van de wet; Verzoekt de regering om voldoende ondersteuning vanuit het ministerie te verlenen.

Kamerstuk I 2023/24, 36210, nr. F

In behandeling. De Eerste Kamer wordt eind 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden White en Paternotte; Spreekt uit dat de Caribische eilanden van het Koninkrijk welkom zijn om, mits zij voldoen aan de voorwaarden, deel uit te gaan maken van de Europese Unie als UPG; Verzoekt de regering om samen met de drie BES-eilanden een analyse te maken van de voordelen en benodigde stappen van het omzetten van de LGO-status naar UPG en deze analyse begin 2025 aan de Kamer en de eilandraden te doen toekomen; Verzoekt de regering voorts om, op verzoek van de drie landen, bijstand te verlenen in het maken van een kosten- en batenanalyse van het toetreden tot de UPG van de Europese Unie.

Kamerstuk II 2023/24, 36560 IV, nr. 11

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Bruyning; Verzoekt de regering om een plan op te stellen waarin de ministeries op een efficiëntere manier interdepartementaal gaan samenwerken wat betreft zaken die de Caribische landen van het Koninkrijk aangaan.

Kamerstuk II 2023/24, 36560 IV, nr. 10

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd.

De motie van de leden Bruyning en Paternotte; Verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren over de wenselijkheid om bij de totstandkoming van wet- en regelgeving een uitvoeringstoets gericht op het perspectief van de BES-eilanden uit te voeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 65

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Bruyning c.s.; Verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren over het verlenen van expertise aan de eilanden en de haalbaarheid van een projectbureau om de eilanden te ondersteunen bij het aanspreken van EU-fondsen.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 64

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om samen met de eilanden een structuur te (laten) maken waarin een goede dataverzameling geborgd wordt op basis waarvan het toekomstig gevormde beleid kan worden bepaald.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 62

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid White c.s.; Verzoekt de regering om voor de drie afzonderlijke eilanden te monitoren of de stappen die nu gezet zijn voldoende zijn en per eiland te inventariseren welke eventuele verdere stappen noodzakelijk zijn om het bestaansminimum te bereiken en de Kamer hierover voor de begroting Koninkrijksrelaties voor het jaar 2025 te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 61

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering in navolging van Bonaire te bewerkstelligen dat er een centrum voor ondernemerschap komt voor Saba en Sint-Eustatius, dan wel het centrum voor ondernemerschap op Bonaire ook open te stellen voor Saba en Sint-Eustatius.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 60

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor zomerreces 2025 geïnformeerd.

De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering om constructief en creatief in gesprek te gaan met de betrokken overheidspartners aan Nederlandse zijde en aan de zijde van Saba opdat Saba de plannen voor de haven kan realiseren; Verzoekt de regering om de Tweede Kamer uiterlijk 15 juni te informeren over de uitslag van de tenderprocedure.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 59

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Michon-Derkzen c.s.; Verzoekt de regering om te onderzoeken wat het effect is van de verhoging van het minimumloon op kleine, lokale mkb-ondernemers en op het vestigingsklimaat op de BES, en hierbij ook de hoogte van de compensatie te betrekken, en de Kamer kort na de zomer over de resultaten van het onderzoek te informeren.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 58

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in najaar 2024 geïnformeerd.

De motie van de leden Van Raak en Bosman; Verzoekt de regering, samen met Sint-Eustatius en de Verenigde Staten voorbereidingen te treffen voor een viering op 16 november 2026 op Fort Oranje, liefst in aanwezigheid van onze beide staatshoofden.

Kamerstuk II 2018/19, 35000 IV, nr. 19

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Kröger c.s.; Verzoekt de regering om voldoende middelen beschikbaar te stellen om voor de BES-eilanden tot een klimaatadaptatieplan te komen; Verzoekt de regering tevens in kaart te brengen welke internationale klimaatfinanciering toegankelijk is voor het Caribisch deel van het Koninkrijk en tijdens de COP28 en op andere relevante momenten te ijveren voor meer fondsen voor eilandstaten.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 26

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor het einde van 2024 geïnformeerd.

De motie van het lid Van den Berg; Verzoekt de regering bij het uitwerken van rapport Sociaal minimum BES dit mee te nemen in de oplossingen.

Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 23

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde 2024 geïnformeerd.

Tabel 40 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (Stand per 1 augustus 2024)

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De minister voor Klimaat en Energie zegt toe dat in de brief die het ministerie van BZK voor de zomer naar de Tweede Kamer stuurt over de voortgang van regelingen en fondsen, ook een update wordt gegeven over de voortgang van het gebruik van fondsen voor innovatieve klimaat en energie projecten (TZ202404-046).

Commissiedebat Klimaat Caribisch deel Koninkrijk d.d. 9 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1409).

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 17 juni 2024 door de minister van KenE per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813/31239, nr. 1402).

De staatssecretaris stuurt binnen een week een brief over welke middelen beschikbaar zijn gesteld uit de Regiodeals, het Groeifonds en SDE++ en wat daarvan is benut op de BES-eilanden (TZ202404-004).

Commissiedebat Verzameldebat BES d.d. 2 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 71)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 29697, nr. 144).

De staatssecretaris deelt de definitieve versie van de afsprakenlijst van de Werkconferentie WolBES/FinBES met de Tweede Kamer (TZ202404-003).

Commissiedebat Verzameldebat BES d.d. 2 april 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 71)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris is in gesprek met departementen over de financiering van de eilandelijke taken, de toereikendheid van de vrije uitkering en in hoeverre bijzondere uitkeringen structureel kunnen worden gemaakt of aan de vrije uitkering kunnen worden toegevoegd. De Tweede Kamer wordt voor de zomer geïnformeerd over de uitkomst van deze besprekingen.

Kamerbrief Beantwoording vragen van het lid White (GroenLinks-PvdA) over het bericht ‘Caribische eilanden krijgen gelijk na gemopper over bureaucratie Nederland’ d.d. 20 maart 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 2024Z03193)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36550 IV, nr. 3).

Eind dit jaar stuurt de staatssecretaris de Tweede Kamer een update over de opvolging van de beleidsdoorlichting inzake de versterking van de rechtshandhavingsketen (TZ202306-302).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris informeert de Kamer over de uitkomsten van haar aanstaande reis naar de landen en de gesprekken daar over de Onderlinge Regeling, de Landspakketten en de investeringsfondsen (TZ202402-072).

Commissiedebat Verzameldebat CAS d.d. 8 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 51)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 19 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 54).

De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Recourt (GroenLinks-PvdA), toe de Eerste Kamer uiterlijk op 1 januari 2024 schriftelijk te informeren over de stand van zaken van de herziening van de Landsverordening Aruba financieel toezicht met bijbehorend protocol in relatie tot het Rijkswetsvoorstel financieel toezicht Aruba (36032) en de herfinanciering van de coronaleningen aan Aruba (T03728).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties 2023 inzake herfinanciering covidleningen (36401) d.d. 10 oktober 2023 (Handelingen I 2023/24, nr. 3, item 4)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. H).

De staatssecretaris informeert de Kamer voor 31 juli over het onderzoek naar de hoogte van de vrije uitkeringen en de stappen die het kabinet zal gaan zetten naar aanleiding van de resultaten (TZ202304-153).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 8).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer na de gesprekken met de Landen de komende dagen over de stand van zaken van de herfinanciering van leningen (TZ202306-300).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 juli 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 91).

De staatssecretaris informeert de Tweede Kamer over de uitkomsten van de verschillende sessies tussen schoolbesturen en minister van Onderwijs van Curaçao en het verdere proces, waaronder een eventueel vervolgonderzoek (TZ202306-272).

Plenair debat Tweeminutendebat Landspakketten en hervormingen CAS d.d. 21 juni 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 96, item 3)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

In de bestuursakkoorden die in het najaar worden afgesloten en met de Tweede Kamer worden gedeeld, wordt de voortgang op het gebied van capaciteitsproblemen en de besteding van reeds uitgekeerde maar nog niet besteedde bijzondere uitkeringen meegenomen (TZ202306-303).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

Eind dit jaar stuurt de staatssecretaris de Tweede Kamer een update over de opvolging van de beleidsdoorlichting inzake de versterking van de rechtshandhavingsketen (TZ202306-302).

Wetgevingsoverleg Jaarverslag en slotwet Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 36360 IV, nr. 13)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de vragen van het lid Van den Berg over onderlinge stages (TZ202305-131).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De staatssecretaris zal de agenda en de Nederlandse inzet voor de Koninkrijksconferentie vooraf met de Tweede Kamer delen (TZ202305-130).

Commissiedebat Onderlinge regeling en Wederopbouw Sint Maarten d.d. 25 mei 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 88)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris verwacht de Tweede Kamer eind van het jaar 2023 een totaaloverzicht aan te bieden van wet- en regelgeving die op de wat langere termijn wordt opgesteld voor Caribisch Nederland.

Kamerbrief Beantwoording schriftelijke inbreng SO vaste commissie voor Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2023 en periodieke update wetgevingsoverzicht Caribisch Nederland d.d. 11 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 63)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 26 april 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 55).

De staatssecretaris zegt toe na de zomer van 2023 de Tweede Kamer nader te informeren over de stand van zaken van de acties die benoemd worden in de Intentiebrief economische ontwikkeling Caribisch Nederland.

Kamerbrief Intentiebrief economische ontwikkeling Caribisch Nederland d.d. 6 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 62)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris zal de Tweede Kamer informeren over de nieuwe bestuurlijke afspraken, inclusief de laatste stand van zaken van de uitvoering van de huidige bestuurlijke afspraken.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer in de zomer van 2023 nader te informeren over de resultaten van de acties van de Taskforce Knelpunten én over de resultaten van de taskforce met betrekking tot de andere geïdentificeerde knelpunten.

Kamerbrief Voortgangsbrief Bestuurlijke afspraken Caribisch Nederland d.d. 21 maart 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 58)

Afgedaan. De Kamers zijn op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 4).

De staatssecretaris hoopt de Kamers voor het einde van 2023 te informeren over op welke wijze de veerdienst Makana Ferry voortgezet kan worden, rekening houdend met het onderzoek naar een openbare dienstverplichting voor luchtvaart tussen Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius.

Kamerbrief Voortgang Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland d.d. 25 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26410 IV nr. A en nr. 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris zal de Kamers begin 2024 nader informeren over de geboekte voortgang van de Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland (Kamerstuk II 2023/24, 36410-IV-4, Kamerstuk I 2023/24, 36410-IV-A).

Kamerbrief Voortgang Taskforce Knelpunten Caribisch Nederland d.d. 25 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 26410 IV nr. A en nr. 4)

Afgedaan. De Kamers zijn op 2 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 42).

De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen informeren ook de Eerste Kamer voor de begrotingsbehandeling SZW over het rapport van de commissie Sociaal minimum CN.

Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 2 februari 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. 43).

De staatssecretaris overlegt met de minister van Financiën over een mogelijke brief aan de Kamer over de voortgang van de afwikkeling van de casus Girobank en informeert de Kamer daarover (TZ202309-053).

Commissiedebat Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de herfinanciering Covid-leningen) d.d. 13 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, 36401, nr. 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 29).

De staatssecretaris stuurt een overzicht van de stand van zaken van de besteding van de 20 miljoen voor het onderhoud van scholen in Curaçao, voor het einde van het jaar (TZ202309-052).

Wetgevingsoverleg Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de herfinanciering Covid-leningen) d.d. 13 september 2023 (Kamerstuk II 2023/24, Kamerstuk 36401, nr. 4)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De staatssecretaris stuurt de Kamer een brief over de stand van zaken met betrekking tot het stageprogramma binnen het Koninkrijk (TZ202310-148).

Begroting Koninkrijksrelaties - Antwoord 1ste termijn d.d. 19 oktober 2023 (Handelingen II 2023/24, nr. 15, item 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris stuurt de Kamer een afschrift van de reactie van het kabinet op de sommatiebrief klimaatrechtvaardigheid Bonaire, mede namens de minister van IenW en de minister van EZK (TZ202310-147).

Begroting Koninkrijksrelaties - Antwoord 1ste termijn d.d. 19 oktober 2023 (Handelingen II 2023/24, nr. 15, item 12)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 8 november 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 32813, nr. 1313).

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Kok (PVV) toe, de discussie over autonomie in Caribisch Nederland en wat de Commissie van Wijzen daarover in haar rapport heeft geschreven, te willen voeren maar niet voor de zomer van 2018 (T02536).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handelingen I, 2017/18, nr. 18, item 5)

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 20 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk I 2023/24, 36410 IV, nr. H).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer dit jaar per brief in te lichten over het verdere proces en daarin ook melden hoe het staat met de evaluaties die aan de beleidsdoorlichting van artikel 4 ten grondslag liggen.

Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 30985, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 13 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 13).

De staatssecretaris van BZK en de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen zullen ten behoeve van de discussie over het ijkpunt sociaal minimum in het kader van het onderzoek van de onafhankelijke commissie in kaart laten brengen wat de resultaten en/of de te verwachten resultaten zijn van de genomen en te nemen maatregelen om de kosten van levensonderhoud te verlagen en informeren de Kamer daarover (n.a.v. vragen van het lid Kamminga) (TZ202211-168).

Commissiedebat Sociaal domein en bestuursakkoorden BES d.d. 15 november 2022 (Kamerstuk II 2022/23, 6200 IV, nr. 37)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 9 oktober 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

De staatssecretaris komt schriftelijk terug op de aanpak van praktische basisvoorzieningen zoals postcodes, bancaire voorzieningen, digitalisering, BSN en andere zaken.

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat Koninkrijksrelaties d.d. 23 maart 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 25 september 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 4).

De staatssecretaris zegt toe de Eerste en Tweede Kamer te informeren over de resultaten van de evaluatie van de ferry-verbinding.

Kamerbrief 9de Voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 29 juni 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 35925 IV, nr. 67)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 18 december 2023 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 34).

De staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer het rapport van de beleidsdoorlichtingen van artikel 5 (Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen) van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties voor het einde van 2023 toe te sturen.

Kamerbrief Opzet en vraagstelling beleidsdoorlichting artikel 5 Koninkrijksrelaties d.d. 12 september 2022 (Kamerstuk II 2021/22, 30985, nr. 59)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 15 mei 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 33189, nr. 20).

De staatsecretaris zegt toe om in de Kamerbrief over de uitvoering van de Koninkrijksconferentie in te gaan op welke wijze betrokkenheid van burgers wordt vormgegeven in de voorbereiding en uitvoering van de Koninkrijksconferentie. (toezegging aan het lid Wuite) (TZ202210-177).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties Voortzetting d.d. 20 oktober 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 15, item 2)

Afgedaan. De Tweede Kamer is op 10 juni 2024 per brief geïnformeerd (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 70).

Tabel 41 Door bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (Stand per 1 augustus 2024)

Omschrijving van de toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

De staatssecretaris J&V informeert de Tweede Kamer in de eerste helft van 2024 over de voortgang op de aanpak van de vreemdelingenproblematiek in de landen (TZ202402-073).

Commissiedebat Verzameldebat CAS d.d. 8 februari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 51)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd.

De voortgang op de bestuurlijke afspraken met het OLE wordt gemonitord en besproken in de periodieke bestuurlijke overleggen die met de eilandbesturen worden gevoerd. De Kamers worden eind 2024 geïnformeerd over de voortgang.

Kamerbrief Twaalfde voortgangsrapportage over de bestuurlijke ingreep Sint Eustatius d.d. 16 januari 2024 (Kamerstuk II 2023/24, 36410 IV, nr. 40)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De Staatssecretaris zegt toe de Tweede Kamer te informeren op het moment dat er een voorzitter voor de klimaattafel Bonaire bekend is en het kabinet keuzes heeft gemaakt over de verdere inrichting van het proces.

Kamerbrief Kabinetsreactie op adviesrapport «Het is nooit te laat» d.d. 7 november 2023 (Kamerstuk 2023/24, 2813, nr. 1312)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris komt in samenspraak met SZW op een later moment terug op de voorstellen van de Centraal Dialoog op het gebied van het sociaal minimum en de kabinetsreactie daarop (TZ202304-154).

Commissiedebat Verzamel-commissiedebat BES d.d. 13 april 2023 (Kamerstuk II 2022/23, 36200 IV, nr. 67)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Rosenmöller (GroenLinks), toe dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van afspraken over de landspakketten en de hervormingen (T03672).

Mondeling overleg commissie Koninkrijksrelaties (KOREL) met de staatssecretaris van BZK d.d. 4 april 2023 (Kamerstuk I 2022/23, 36200 IV, nr. R)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris stuurt de Tweede Kamer samen met de minister voor Klimaat en Energie een reactie op de aangenomen motie over klimaatadaptatie van de eilandsraad van Bonaire (TZ202310-146).

Plenair debat Begroting Koninkrijksrelaties d.d. 19 oktober 2023 (Handeling II 2023/24, nr. 15, item 12)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt voor einde jaar 2024 geïnformeerd.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van diverse leden toe, de Raad van State op korte termijn om voorlichting te vragen over de wijze waarop de Nederlandse regering met Caribisch Nederland omgaat (inclusief de rol van de gezaghebber, het Cft en de Rijksvertegenwoordiger in relatie tot de bewindspersoon) en over de coördinerende rol van de staatssecretaris van BZK ten aanzien van Caribisch Nederland. De voorlichtingsaanvraag zal met de Kamer worden gedeeld (T02533).

Plenair debat Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius (34.877) d.d. 6 februari 2018 (Handeling II, 2017/18, nr. 18, item 5)

In behandeling. Aan de toezegging is voldaan door middel van de Kabinetsreactie. De Eerste Kamer wordt op de hoogte gehouden via wetswijziging WolBES/FinBES.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Dittrich (D66), toe met de Caribische landen van het Koninkrijk te bespreken dat in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid wordt geboden tot het aangaan van een huwelijk tussen partners van gelijk geslacht en de Eerste Kamer daarover te informeren (T03273).

Plenair debat Beleidsdebat Koninkrijksrelaties d.d. 6 april 2021 (Handeling I 2020/21, nr. 33, item 7)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt in september 2024 geïnformeerd.

De Staatssecretaris zegt de Eerste Kamer toe, naar aanleiding van een vraag van het lid Laurier (GroenLinks), de voortgangsrapportages over de uitvoering van de plannen van aanpak inzake de AMvRB «Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint-Maarten» tweemaal per jaar aan de Eerste Kamer te doen toekomen (T01222).

Plenair debat Behandeling van het wetsvoorstel Regeling van de inrichting, de organisatie en het beheer van de openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba d.d. 6 juli 2020 (Handeling I 2009/10, nr. 36)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt voor einde jaar 2024 nader geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Eerste Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ten Horn (SP), toe om een Koninklijk Besluit dat ziet op het vervallen van de rijkswet financieel toezicht ook voor te hangen bij de Eerste Kamer (T01220).

Plenair debat Consensus rijkswetsvoorstellen (32017 t/m 320020, 32026, 32041, 32178 en 32179, 32186, 32213) d.d. 6 juli 2010 (Handeling II, 2009/10, nr. 36, 1594-1611 en 1566-1582)

In behandeling. De Eerste Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd.

De staatssecretaris zegt toe, naar aanleiding van de motie Van Raak en Bosman (35570-IV, nr. 11), de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop een onderzoek naar de besluitvorming rondom de nieuwe staatkundige verhoudingen ("10-10-10") gedaan kan worden, ook in relatie met de eerdere motie Van Raak over dit onderwerp.

Plenair debat Begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties d.d. 6 oktober 2020 (Handeling II 2020/21, nr. 10, item 14)

In behandeling. Er is nog geen actie ondernomen m.b.t. deze toezegging vanwege lopende trajecten, die hieraan raken.

In november 2022 ontvangt de Tweede Kamer een brief over de uitwerking van het voornemen in het coalitieakkoord om het democratisch tekort bij de besluitvorming door de Tweede Kamer over voorstellen van rijkswet op te heffen door ruimte te geven voor een proportionele stem van de Caribische landen van het Koninkrijk (CAS-landen) (TZ202209-018).

Plenair debat Wet kiescollege niet-ingezetenen (36071) d.d. 13 september 2022 (Handeling II nr. 107, item 22)

In behandeling. De Tweede Kamer wordt medio 2024 geïnformeerd.

Bijlage 4: Subsidieoverzicht

Tabel 42 Subsidies (bedragen x 1.000 euro)

Artikel

Naam subsidies (regelingen)

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Laatste evaluatie

Volgende evaluatie

Einddatum subsidie

            

Slavernijverleden

2.1

Slavernijverleden

0

0

6.666

6.666

6.666

6.666

6.666

 

2027

2029

            

Bevorderen sociaaleconomische structuur

4.1

Diverse subsidies

2.562

446

250

350

250

250

0

 

20251

2028

4.1

Tijdelijke Werkorganisatie

5.784

11.000

22.754

28.876

26.837

0

0

20262

2027

4.1

Onderwijshuisvesting Curaçao

6.810

2.500

10.666

0

0

0

0

20262

2025

4.2

Diverse subsidies bestuurlijke ontwikkeling

2.328

3.244

846

846

846

846

846

20241

2029

Wederopbouw Bovenwindse Eilanden

8.1

Diverse subsidies

2.020

0

0

0

0

0

0

 

2023

            

Totaal subsidies (regelingen)

19.504

17.190

41.182

36.738

34.599

7.762

7.512

   
X Noot
1

Betreft een subsidiebudget zonder specifiek subsidiedoel. Elk begrotingsjaar wordt er bezien welke subsidies worden verstrekt derden op de landen/OL'en. Loopt mee in de beleidsdoorlichting van artikel 4

X Noot
2

Subsidies uitgegeven vanuit de onderlingen regelingen van TWO. Evaluatie vindt plaats in 2026

Bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda

In deze bijlage wordt het SEA thema ‘Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid’ nader uitgewerkt en toegelicht aan de hand van een inzichtbehoefte en bijpassende onderzoeksprogrammering per thema.

Deze onderzoeksprogrammering biedt een overzicht van de geplande ex ante, ex durante en ex post evaluaties van beleid. Hieronder vallen ook de evaluaties van subsidies, agentschappen en zelfstandige bestuursorganen (ZBO). Tevens wordt de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gehele beleid binnen de (sub)thema’s eens in de vier tot zeven jaar onderzocht middels een periodieke rapportage. Ook deze onderzoeken zijn opgenomen in de SEA.

Tabel 43 Thema een koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Subthema

Type onderzoek

Afronding

Status

Toelichting onderzoek

Begrotingsartikel(en)

Bevorderen sociaaleconomische structuur

Ex durante

2024

Afgerond

Evaluatie bijstand aan Aruba en Curaçao in het kader van de gevolgen van de situatie in Venezuela

4

Ex durante

2024

Afgerond

Evaluatie coronasteunpakketten Caribisch Nederland

Ex durante

2024

Afgerond

Evaluatie noodhulpprogramma's Caribische landen (voedselhulp)

Periodieke rapportage

2025

Lopend

Periodieke rapportage Bevorderen sociaaleconomische structuur

Ex durante

2025

Te starten

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

Ex post

2025

Te starten

Evaluatie van de Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius

Ex post

2025

Te starten

Evaluatie Regio Enveloppe Caribisch Nederland

Ex durante

2026

Te starten

Evaluatie Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen

Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Beleidsdoorlichting

2024

Afgerond

Beleidsdoorlichting schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

5

Ex post

2027

Te starten

Evaluatie van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten

Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

Periodieke rapportage

2029

Te starten

Periodieke rapportage Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid

1, 2, 4, 5, 8

Toelichting

Kennisverzameling speelt een belangrijke rol om ons de komende jaren in te zetten voor een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid. Enerzijds gaat het om kennisvragen over actuele strategische uitdagingen op dit terrein. Denk hierbij aan majeure vraagstukken op het vlak van Koninkrijksrelaties, zoals onder meer: het sociaal minimum en het democratisch deficit alsook onderliggende (maatschappelijke) vraagstukken in de Caribische delen van het Koninkrijk. In de kennisverzameling over deze vraagstukken zoeken we de relatie met werkprogramma's van verscheidene kennisinstellingen in (Europees) Nederland, wetenschapsinstituten, alsook de Hogere colleges van Staat. Dit is een groeiproces waaraan we (structureel) meer aandacht willen besteden. Dit doen we onder meer door input te leveren aan de werkprogramma’s van kennisinstellingen en door actief de huidige Caribische (wetenschappelijke) kennisbasis te vergroten. Anderzijds gaat het om inzichten die we via onderzoek willen opdoen over ons eigen ingezette beleid. Hieronder wordt nader toegelicht welke inzichten er opgedaan beoogd te worden.

Periodieke rapportage «Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid»In de recent afgeronde beleidsdoorlichting van artikel 5 concludeert onderzoeksbureau SEO dat er veel samenhang is tussen de beleidspraktijk voortkomend uit de artikelen 4 en 5. Een van de aanbevelingen van SEO luidt daarom om deze artikelen in de toekomst in samenhang te evalueren. BZK neemt deze aanbeveling over en kiest ervoor om het gehele thema «Een Koninkrijk met wederzijdse betrokkenheid» in 2029 in een periodieke rapportage te evalueren. De komende jaren wordt hiervoor een onderzoeksprogrammering ontwikkeld en uitgevoerd om voldoende evaluatiemateriaal te verzamelen in voorbereiding op dit syntheseonderzoek.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Evaluatie bijstand aan Aruba en Curaçao in het kader van de gevolgen van de situatie in Venezuela

Bij de eerste suppletoire begroting 2019 zijn respectievelijk € 1,7 mln. voor diverse bijstandsprojecten op Aruba en € 2 mln. voor de uitbreiding en optimalisering van de vreemdelingenbewaring op Curaçao beschikbaar gesteld door het Nederlands kabinet. Dit naar aanleiding van hulp- en bijstandsverzoeken van Aruba en Curaçao in het eerste kwartaal van 2019.

Periodieke rapportage «Bevorderen sociaaleconomische structuur»

In deze periodieke rapportage zal worden onderzocht in hoeverre de ingezette beleidsinstrumenten doelmatig en doeltreffend ingezet zijn ter bevordering van de sociaaleconomische structuur. Deze periodieke rapportage zal in 2025 worden afgerond. De Kamer is in 2024 over de onderzoeksopzet geïnformeerd.

Evaluatie van de bevindingen en aanbevelingen van de Raad van State

Na de kabinetsreactie op de voorlichting van de Raad van State (Voorlichting vormgeving Caribisch Nederland) en het interdepartementaal beleidsonderzoek is er een programma ontwikkeld om deze bevindingen en aanbevelingen uit te werken. Hieruit zijn bestuurlijke afspraken en uitvoeringsagenda’s ontstaan om de rechtstaat in CN te versterken.

Evaluatie van de Wet taakverwaarlozing Sint Eustatius en de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius

In 2018 heeft het Kabinet bestuurlijk ingegrepen op Sint Eustatius in verband met grove taakverwaarlozing. Sindsdien werd het eiland bestuurd door een regeringscommissaris die door het Kabinet benoemd is. Er is de afgelopen periode gewerkt aan het inhalen van achterstanden en aan de uitvoering van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. De bevoegdheden zijn daarbij gefaseerd teruggegeven aan het lokale bestuur. In 2025 de evaluatie van beide wetten plaatsvinden.

Evaluatie Regio Enveloppe Caribisch Nederland (CN)

Bij het verdelen van de middelen uit de CN enveloppe is een evaluatie van de middelen voorzien in 2025. Zoals ook in reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer is aangegeven naar aanleiding van de beleidsevaluatie van de CN enveloppe, vindt de regering het niet zinvol om de middelen en maatregelen uit het coalitieakkoord van Rutte IV geïsoleerd te evalueren. Nadien zijn namelijk substantiële middelen toegevoegd aan de onderwerpen van de CN enveloppe. Het gaat onder meer om structureel € 32 mln. vanaf 2025 om de levensstandaard in CN verder te bevorderen en de structurele verhoging van de vrije uitkering vanaf 2024 met € 13,6 mln.

De evaluatie van deze middelen is ingebed in reguliere processen.  De Tweede Kamer wordt onder meer met de reguliere voortgangsrapportages ijkpunt sociaal minimum CN jaarlijks geïnformeerd over belangrijke elementen inzake het verbeteren van de levensstandaard. De evaluatie van de vrije uitkering wordt bezien in relatie tot het onderhoud van de vrije uitkering en wijze waarop dat komende jaren wordt ingezet. Hoewel de evaluatie van deze middelen is geborgd via reguliere processen, lijkt een evaluatie van de substantiële financiële impuls uit het kabinet Rutte IV ten behoeve van CN zinvol. De coördinerende rol van de staatssecretaris van Koninkrijksrelaties kan in deze evaluatie ook worden betrokken. Dit is ook in lijn met het gewisselde in het wetgevingsoverleg van 12 juni 2024 over het jaarverslag 2023 van Koninkrijksrelaties. Deze evaluatie zal nader worden uitgewerkt en worden uitgevoerd in 2025.

Evaluatie Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen

In 2023 is de Onderlinge Regeling Samenwerking bij Hervormingen getekend door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Op basis van deze Onderlinge Regeling wordt gewerkt aan het doorvoeren van hervormingen in de publieke sectoren van de Caribische Landen zoals vastgelegd in de Landspakketten, teneinde de economische weerbaarheid en bestuurskracht van de drie Landen te verhogen. Binnen drie jaar na inwerkingtreding wordt deze Onderlinge Regeling geëvalueerd, waarbij inzicht verkregen dient te worden in de doeltreffendheid en doelmatigheid van de regeling. Met het oog op deze evaluatie wordt tijdig een evaluatiecommissie ingesteld door de ministers van Algemene Zaken van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Evaluatie noodhulp Curaçao, Aruba en Sint Maarten als gevolg van corona

Aan de Caribische landen is gedurende corona noodhulp verleend, bestaande uit ready-to-eat maaltijden, voedsel/hygiëne-pakketten, en e-vouchers. Het Rode Kruis heeft namens Nederland het noodhulpprogramma opgestart en gedurende één jaar uitgevoerd, in samenwerking met lokale NGO’s. Met deze evaluatie wordt bekeken of de beschikbaar gestelde middelen voor de noodhulp doelmatig en doeltreffend zijn besteed. Daarnaast draagt deze evaluatie bij aan de periodieke rapportage Bevorderen sociaaleconomische structuur in 2025.

Artikel 5 Schuldsaneringen/lopende inschrijving/leningen

Evaluatie van de herfinanciering van de liquiditeitsleningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten

In 2027 vindt de volgende evaluatie van de liquiditeitsleningen plaats, zoals in de toetsingskaders van de risicoregelingen is aangekondigd.

Beleidsdoorlichting artikel 5 Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

In deze beleidsdoorlichting is onderzocht in hoeverre de ingezette beleidsinstrumenten doelmatig en doeltreffend ingezet zijn ter ondersteuning van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Deze beleidsdoorlichting is begin 2024 afgerond.

Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties.

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling Advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

Onderstaand is eerst een totaal overzicht te vinden met alle Rijksuitgaven die voor Caribisch Nederland op de (departementale) begrotingen staan.

In de kabinetsreactie is aangekondigd dat naast deze toelichting ook een toelichting gegeven zou worden op de wijze van financiering welke gekoppeld aan de beoogde beleidsdoelen (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Zoals in de ontwerpbegroting van 2021 aangekondigd, is vanaf dit jaar deze uitbreiding inclusief de uitsplitsing per instrument in de bijlage van de betreffende (departementale) begrotingen terug te vinden en hieronder alleen voor de begroting Koninkrijksrelaties.

Tabel 44 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)

Begroting

realisatie

ontwerpbegroting 2025

  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

         
 

Totaal Rijksuitgaven

546.341

627.947

623.033

570.453

542.483

546.591

552.627

IIB

Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

447

400

400

400

400

400

400

IV

Koninkrijksrelaties1

19.215

8.759

13.358

8.981

5.981

5.981

6.044

VI

Justitie en Veiligheid

62.607

70.227

65.502

64.153

64.051

63.778

63.673

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2.055

6.855

6.379

5.379

5.379

4.779

4.779

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

88.207

91.423

93.331

93.645

75.099

75.108

75.103

IX

Financiën en Nationale Schuld

21.042

20.849

20.849

20.849

20.849

20.849

20.849

X

Defensie2

XII

Infrastructuur en Waterstaat

18.938

25.855

16.469

11.062

10.223

8.345

8.110

XIII

Economische Zaken

5.172

10.067

5.400

5.400

5.400

5.400

5.400

XIV

Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

2.708

8.046

1.651

899

830

800

899

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

94.670

134.387

140.048

137.851

140.320

145.252

148.964

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

202.959

221.956

230.823

205.140

197.257

198.455

200.962

XXII

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

9.2573

11.3303

11.030

11.200

12.550

13.300

13.300

X Noot
1

De daadwerkelijke uitgaven zijn hoger omdat een deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland niet te bepalen is.

X Noot
2

Het Ministerie van Defensie voert haar taken structureel in het gehele Konikrijk uit. Het valt derhalve niet te bepalen welk specifiek deel daarvan wordt besteed in Caribisch Nederland.

X Noot
3

In cursief gedrukte bedragen betreffen de jaren 2023 en 2024 en vallen nog onder de verantwoordelijkheid van BZK.

Begroting Koninkrijksrelaties

Hieronder zijn de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting Koninkrijksrelaties afzonderlijk weergegeven, uitgesplitst per instrument. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 45 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2025

   

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Totaal uitgaven

  

19.215

8.759

13.358

8.981

5.981

5.981

6.044

          

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

       

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

E

S

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

19.215

8.759

13.358

8.981

5.981

5.981

6.044

Subsidies (regelingen)

R

I

2.328

3.244

846

846

846

846

846

Opdrachten

E

I

1.476

1.530

1.758

1.758

1.758

1.758

1.758

Inkomensoverdrachten

R

S

2.583

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

1.349

Bijdrage aan medeoverheden

E

I

11.960

2.636

9.405

5.028

2.028

2.028

2.091

Bijdrage aan agentschappen

E

I

868

0

0

0

0

0

0

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 1 Versterken rechtsstaat

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Recherche is een eilandelijke taak. Op grond van het Protocol inzake gespecialiseerde recherchesamenwerking ondersteunt het Recherche Samenwerkingsteam (RST) in deze taak. Het protocol is voor onbepaalde tijd. Met de Politiewet 2012 is bepaald dat er tussen de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) een gesloten systeem voor financiering van de politie bestaat. Jaarlijks worden de budgetten van begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties ten behoeve van het RST overgeheveld naar begrotingshoofdstuk VI JenV.

Het RST is zowel in CN als in de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten actief. Hierdoor is niet uit te splitsen welk deel ten goede komt aan CN en welk deel aan de landen.

Artikel 4 Bevorderen sociaaleconomische structuur

Subsidies(regelingen)

Er worden incidentele subsidies verstrekt aan initiatieven die verbindingen bevorderen op het gebied van cultuur, educatie en wetenschap.

Opdrachten

Er worden incidentele opdrachten verstrekt, met als doel om de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur te vergroten en de bestuurlijke kaders in CN te versterken. Het gaat dan onder andere om het trainen van de ambtelijke lokale apparaten en het gericht ondersteunen met kennis en expertise op het terrein van goed bestuur en gezonde overheidsfinanciën.

Inkomensoverdrachten

Uit deze middelen worden de pensioenen van gewezen politieke gezagdragers van het land Nederlandse Antillen (bewindspersonen, statenleden en gezaghebbers) afkomstig van Bonaire, Sint Eustatius en Saba gefinancierd. Met het opheffen van het land Nederlandse Antillen in 2010 is bepaald dat deze pensioenen ten laste van Nederland komen (Stcrt. 2010, 14723). Daarmee is dit een structurele rijkstaak.

Bijdrage aan medeoverheden

In afstemming met het lokaal bestuur in CN worden incidentele bijzondere uitkeringen verleend om gerichte initiatieven te kunnen ondersteunen op het gebied van het ontwikkelen van goed openbaar bestuur en versterken van het financieel beheer. In dit kader zijn middelen beschikbaar om de projecten en activiteiten die in de akkoorden met Bonaire en Saba staan uit te voeren. Daarnaast konden door vertraging niet alle beschikbare middelen voor de werkzaamheden aan de klif op Sint Eustatius in 2024 worden ingezet, een bedrag van € 7,6 mln. is in 2025 beschikbaar.

Bijlage 7: Overzicht belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

De Miljoenennota 2025 bevat een gedetailleerd overzicht van de raming van de belasting- en premieontvangsten op kasbasis voor 2025. In onderstaande tabel wordt het totale bedrag van de voor 2025 geraamde belasting- en premieontvangsten op kasbasis uit Caribisch Nederland op gedetailleerdere wijze gepresenteerd door de geraamde kasontvangsten voor 2025 uit te splitsen over alle in Caribisch Nederland geheven rijksbelastingen en premies.

Tabel 46 Raming belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 2025 op basis van Miljoenennota 2025 (bedragen x € 1 mln.)

Beschrijving

 

Indirecte belastingen

57,9

Algemene bestedingsbelasting

41,6

Accijnzen

7,1

Overdrachtsbelasting

9,2

  

Directe belastingen

162,4

Loonbelasting en premies volks- en werknemersverzekeringen

141,6

Inkomstenbelasting

0,0

Vastgoedbelasting

7,2

Opbrengstbelasting

11,8

Kansspelbelasting

1,9

Ontvangsten oude belastingstelsel

0,0

  

Overig

39,7

  

Totaal

260,0

Bijlage 8: Overzicht eilandelijke inkomsten

Net als bij de begroting van het gemeentefonds, verstrekt het kabinet jaarlijks een overzicht van de ontwikkeling van de opbrengsten uit lokale heffingen als bijlage bij de begroting van het BES-fonds. De in dit overzicht gebruikte gegevens zijn afkomstig van de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begrotingen en jaarverslagen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De lokale heffingen worden vastgesteld door de openbare lichamen. De afweging en de verantwoording over de hoogte van de tarieven vindt plaats in de eilandraden. De doorberekening van de rechten, de rioolheffing en de reinigingsheffing mag maximaal 100% kostendekkend zijn. Het bedrag van de inkomsten voor de openbare lichamen kan fluctueren, zoals dat ook bij Europees-Nederlandse gemeenten het geval is.

De tabellen bevatten een overzicht van de opbrengsten van de lokale heffingen van de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Dit is op basis van de meest recent ingediende en vastgestelde eilandelijke begrotingen en jaarverslagen. In de tabellen is te zien dat de Openbare Lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba aanmerkelijk van elkaar verschillen voor wat betreft de samenstelling van de eigen belastingen.

Tabel 47 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Bonaire (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2020

2021

2022

2023

2024

Motorrijtuigenbelasting

4.363

5.123

5.213

6.064

5.400

Toeristenbelasting

1.618

1.898

10.954

14.966

12.767

Verhuurautobelasting

719

1.064

1.176

‒ 2641

n.v.t.

Erfpachten en huur

2.827

2.148

3.158

3.279

3.350

Reinigingsrechten

1.386

1.386

1.440

2.130

1.400

Leges en retributies

552

1.036

458

466

361

Vergunningen

  

511

654

535

Havenbelasting

600

479

873

929

1.500

Grondbelasting

1.513

1.757

2.306

2.276

2.300

Opcenten op de Vastgoedbelasting

2.109

2.000

3.455

3.512

3.200

Precariorechten

488

510

562

567

500

Cruisepax

372

196

1.066

n.v.t.

n.v.t.

Slachthuizen

  

199

225

180

Casinorechten

  

1.010

682

200

Nature fee

    

3.400

Diverse opbrengsten

1.1982

294

 

‒ 1.3783

 
      

Totaal

17.745

17.891

32.381

34.108

35.093

X Noot
1

Betreft een aframing van de verhuurautobelasting

X Noot
2

Diverse opbrengsten 2020 betreft een dotatie voorziening dubieuze debiteuren, diverse afboekingen Belastingdienst Caribisch Nederland, diverse terug stortingen en verminderingen, openbare verkoop en diverse afboekingen in verband met jaarrekening, inclusief vijval inhoudingen t/m 2019 - pensioen gezagdragers.

X Noot
3

Betreft een aframing van de logeergastenbelasting

Tabel 48 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Sint Eustatius (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2020

20211

20221

20231

2024

Motorrijtuigenbelastingen

434

0

0

n.v.t.

n.v.t.

Afvalstoffenheffingbelasting

300

256

282

261

375

Toeristenbelasting

60

0

0

n.v.t.

n.v.t.

Motorrijtuigenbelastingen en toeristenbelasting2

0

271

434

551

580

Onroerend goed exploitatie

250

415

124

248

304

Luchthaven

184

141

173

455

384

Zeehaven

2.157

1.967

2.028

2.084

2.529

Leges

99

67

70

80

90

Vergunningen

195

227

96

88

142

Overige opbrengsten

156

278

403

211

170

      

Totaal

3.835

3.622

3.610

3.978

4.574

X Noot
1

De lokale heffingen worden in de jaarrekeningen niet uitgesplitst en kunnen als zodanig niet uit de jaarrekeningen worden herleid. De realisatiecijfers voor 2020 afkomstig uit de begroting 2022, de cijfers voor 2021 afkomstig uit de begroting 2023 en de realisatiecijfers over 2022 uit de begroting 2024. De motorrijtuigenbelasting, afvalstoffenheffing en afvalstoffenheffing zijn in de begroting 2020 opgenomen in één post.

X Noot
2

De realisatiecijfers voor de motorrijtuigenbelastingen en de toeristenbelasting zijn bij elkaar opgeteld.

Tabel 49 Overzicht opbrengsten lokale heffingen Saba (bedragen x USD 1.000)

Lokale heffingen

Realisatie

Begroot

 

2020

2021

2022

2023

2024

Motorrijtuigbelasting

158

192

175

170

185

Havengelden

22

41

107

112

110

Erfpacht/Verhuur gebouwen

38

83

87

14

84

Logeerbelasting

34

2

44

17

50

Kinderopvang

65

83

77

  

Luchthaventoeslag en landingsgelden

55

90

122

135

165

Afvalstoffenheffing

139

141

143

146

142

Burgerzaken

22

33

30

38

32

Verklaring omtrent gedrag

18

1

2

2

2

Bouwleges

10

12

6

5

10

Vervoer Studenten

2

1

1

  

Rijbewijzen

14

17

19

13

17

Handel en Industrie

64

80

85

91

86

Horecavergunningen

42

82

89

92

95

      

Totaal

683

858

987

835

978

Bijlage 9: Overzicht renteloze leningen Caribisch Nederland

Volgens lid 4 van artikel 89 van de Wet FinBES stelt de ministerraad jaarlijks vast welk bedrag ieder van de openbare lichamen verschuldigd is aan aflossing van de renteloze leningen. De tot op heden aan Caribisch Nederland verstrekte renteloze leningen zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 50 Overzicht reeds aangegane leningen aan Caribisch Nederland (bedragen x USD 1 mln.)

Openbaar Lichaam

Leningverstrekkend departement

Onderwerp

Oorspronkelijke omvang lening

Looptijd lening

2024

Af te lossen in 2025

Openstaand ultimo 2025

Bonaire

OCW

Onderwijshuisvesting

25,0

2013-2037

1,0

1,0

12,0

Sint Eustasius

OCW

Onderwijshuisvesting

4,4

2013-2034

0,2

0,2

1,8

Saba

I&W

Infrastructuur

2,5

2015-2026

0,3

0,3

0,2

        

Totaal Caribisch Nederland

  

31,9

 

1,5

1,5

14,0

Onderwijshuisvesting

Met elk van de eilanden zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) afspraken gemaakt om er voor te zorgen dat alle scholen in Caribisch Nederland kunnen beschikken over fatsoenlijke onderwijshuisvesting. Dat is een randvoorwaarde voor het realiseren van de basis onderwijskwaliteit. In 2013 zijn renteloze leningen door het ministerie van OCW aan elk van de drie eilanden verstrekt zodat de openbare lichamen de grote achterstanden in de huisvesting van het onderwijs op de BES-eilanden op termijn weg kunnen werken. Sindsdien is de aan Saba verstrekte lening volledig afgelost. De leningen aan Bonaire en Sint Eustatius zullen resepectievelijk in 2037 en 2034 worden afgelost.

Infrastructuur Saba

In 2015 is door het toenmalige ministerie van Infrastructuur & Milieu (I&M) een renteloze lening verstrekt aan Saba voor urgente infrastructurele werkzaamheden. Deze lening heeft een looptijd van 11 jaar. De lening zal in 2026 volledig worden afgelost.

Naar boven