5 Marktwerking en mededinging

Aan de orde is het VAO Marktwerking en mededinging (AO d.d. 08/02).

De voorzitter:

Ik zou graag door willen gaan met het VAO Marktwerking en mededinging. Als eerste spreker heb ik staan de heer Alkaya van de SP. Aan u het woord.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Ik zal me beperken tot het voorlezen van twee moties, een over duurzaamheid en de ander over internetplatforms.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering een wetsvoorstel voorbereidt waarmee duurzaamheidsinitiatieven algemeen verbindend verklaard kunnen worden en dat deze naar de mening van de regering in eerste instantie op milieu en dierenwelzijn gericht dienen te zijn;

van mening zijnde dat onder de term duurzaamheid naast milieubescherming en dierenwelzijn ook mensenrechten dienen te vallen;

verzoekt de regering het wetsvoorstel zodanig uit te werken dat initiatieven die de mensenrechten bevorderen ook onder de werking van het wetsvoorstel kunnen vallen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Alkaya en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 420 (24036).

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. Mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat horecaondernemers te maken krijgen met onlineplatforms die hen contractueel verbieden om op een eigen website lagere prijzen aan te bieden dan bij het platform;

voorts constaterende dat onlineplatforms vanwege netwerkeffecten een dominante positie kunnen ontwikkelen in een markt;

van mening zijnde dat dit nadelig kan uitpakken voor zowel horecaondernemers als consumenten, vanwege eenzijdige verhoging van de berekende commissie;

verzoekt de regering te onderzoeken of van de smalle pariteitsclausule marktverstorende effecten uitgaan in de onlinemarkt voor aan huis bezorgde maaltijden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Alkaya en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 421 (24036).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik heb een vraag over het dictum. Kan dit dictum ook zo gelezen worden dat in plaats van een apart onderzoek dat de regering uitzet, de ACM gewoon wordt gevraagd om hier eens naar te kijken en daar een rapport over te maken, zodat we daarover een technische briefing krijgen en in een later stadium kunnen bekijken of maatregelen nodig zijn?

De heer Alkaya (SP):

Ik laat het aan de regering om te bepalen hoe dit onderzoek zal moeten plaatsvinden. De ACM heeft al een keer een onderzoek gedaan, waarbij de markt vrij breed heeft gedefinieerd: aan huis bezorgde maaltijden, dus niet alleen op online diensten, waardoor die op een ander oordeel uitkomt. Ik vraag de regering om te bekijken of er marktverstorende effecten uitgaan van de markt voor aan huis bezorgde maaltijden die online zijn besteld. Als de regering dat door de ACM laat doen, kan ik mij dat prima voorstellen.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan is nu het woord aan de heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering de laatste hand legt aan een wetsvoorstel dat beoogt het mogelijk te maken dat duurzaamheidsinitiatieven een algemeen verbindend karakter krijgen;

overwegende dat Nederland zich heeft gecommitteerd aan zowel de zeventien Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN als aan de richtinggevende VN-principes voor ondernemen en mensenrechten én de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen;

verzoekt de regering in dit wetsvoorstel expliciet te verwijzen naar deze internationale afspraken teneinde misverstanden over de reikwijdte van de onderhavige wet zo veel als mogelijk te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van der Lee. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 422 (24036).

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Dan heb ik nog een verzoek aan de staatssecretaris. Daar hoeft ze wat mij betreft niet vandaag uitgebreid op in te gaan, maar wel in het algemeen overleg over toerisme dat we na het reces hebben. Het gaat over een motie die door collega Paternotte is ingediend tijdens de begrotingsbehandeling over het beter reguleren van vakantieverhuur. Ik zou graag wat meer inzicht willen hebben in hoe die motie wordt uitgevoerd. Ik heb daarbij ook een suggestie. Het lijkt me heel zinvol als we niet alleen kijken naar een meldplicht maar ook naar registratie van vakantieverhuur, met een registratienummer. Alle platforms zouden dat nummer duidelijk moeten vermelden. Dat maakt het makkelijk om een digitale tool te ontwikkelen, zodat gemeenten kunnen handhaven op het aantal dagen waarop woningen voor verhuur worden aangeboden. Wat mij betreft hebben gemeenten de vrijheid om te bepalen voor hoeveel dagen zij dat willen in hun gemeente, maar ik denk dat het belangrijk is dat er snel een landelijke regeling komt. Ik denk dat het goed is als we hier in het AO Toerisme over doorpraten, dus ik geef deze suggestie mee. Ik hoor graag van de staatssecretaris wat er al op het ministerie is bedacht, zodat we daar na het reces over door kunnen praten.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank, meneer Van der Lee. Dan is het woord aan mevrouw Van den Berg van het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik zou de staatssecretaris nog twee vragen willen stellen en ik zou ook twee moties willen indienen. Recentelijk is het rapport Beter Aanbesteden gepresenteerd. Ik zou graag van de staatssecretaris willen weten of en hoe zij dit met haar collega's gaat bespreken en wanneer wij een uitgebreide reactie zouden kunnen ontvangen. Wat betekent dit rapport voor ondernemingen met sociale en maatschappelijke doelen, zoals genoemd in het regeerakkoord?

Dan nog twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het rapport Beter Aanbesteden wel aandacht wordt gegeven aan social return maar niet aan de arbeidsvoorwaarden van werkenden;

overwegende dat ordentelijk aanbesteden ook betekent dat er aandacht is voor de arbeidsvoorwaarden van de mensen die de aanbesteding realiseren;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe in het aanbestedingsproces door de rijksoverheid beter en concreter aandacht kan worden gegeven aan de van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg en Pieter Heerma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 423 (24036).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat overheden per jaar voor 73 miljard euro inkopen dan wel aanbesteden;

overwegende dat uit het rapport Beter Aanbesteden blijkt dat er nog veel te verbeteren is in het aanbestedingsgedrag van overheden;

verzoekt de regering voor het zomerreces 2018 aan te geven welk budget het ministerie beschikbaar heeft om de realisatie van de actiepunten te garanderen en welke maatregelen de regering gaat nemen om te borgen dat de betrokken partijen hun verantwoordelijkheid ook daadwerkelijk nemen en hun actiepunten tijdig uitvoeren;

verzoekt de regering tevens dat zij zich ten volle inspant dat maatregelen die de rijksoverheid aangaan in het eerste kwartaal van 2019 zijn geïmplementeerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Berg en Ronnes. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 424 (24036).

Dank u wel, mevrouw Van den Berg. Dan is nu het woord aan de heer Paternotte van D66.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter. Vorige week vond er een groot symposium plaats over twintig jaar Mededingingswet. Dat is een dijk van een wet, die de tand des tijds heeft doorstaan. Daar waren de aanwezigen althans allemaal van overtuigd. Dat is mooi. De ACM was met meerdere directieleden vertegenwoordigd. De bestuursvoorzitter sprak daar plenair de aanmerkelijke wens uit meer klachten te willen ontvangen over misbruik van een economische machtspositie. Dat roept bij mij het beeld op dat de ACM misbruik van een economische machtspositie dus wel ziet en eigenlijk ook wil ingrijpen, maar niet kan ingrijpen als dat nodig is. Kan de staatssecretaris reageren op deze uitspraak? En is zij nog steeds van mening, zoals zij dat in het AO was, dat de ACM over het juiste instrumentarium beschikt om consumenten te beschermen en om te zorgen voor een eerlijk speelveld voor ondernemers?

Voorzitter. Ik ben overigens verheugd dat de ACM vorige week wel bekendmaakte de concurrentieregels in de tech- en de farmaceutische sector onder de loep te gaan nemen, want daarover hadden wij en andere partijen vragen in het AO.

Tot slot ben ik blij dat de ACM zich vorig jaar heeft uitgesproken voor zzp'ers en hun recht op zelfstandigheid. Nog niet alle zzp'ers zijn op de hoogte van de mogelijkheden voor samenwerking die de Mededingingswet biedt, in het bijzonder als het gaat om de bagatelvrijstelling. Zijn die mogelijkheden voldoende?

Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ACM een leidraad heeft gepubliceerd over de ruimte binnen de Mededingingswet voor tariefafspraken tussen zzp'ers in cao's;

overwegende dat er wordt gewerkt aan het verbeteren van de informatieverstrekking aan zzp'ers;

verzoekt de regering om in gesprek te gaan met zelfstandigenorganisaties en hen te betrekken bij de totstandkoming van het informatiepakket voor zzp'ers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Paternotte. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 425 (24036).

Dank u wel, meneer Paternotte. Dan is nu het woord aan de heer Moorlag van de PvdA.

De heer Moorlag (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. De heer Alkaya heeft een motie ingediend om de marktmacht van de internetplatforms aan te pakken. Ik ben daar krachtig voorstander van; dat wil ik hier toch nog nadrukkelijk zeggen. Ik hoop ook dat de staatssecretaris de signalen vanuit het veld serieus neemt. Inmiddels heeft niet alleen Koninklijke Horeca Nederland, maar ook MKB-Nederland een krachtig signaal afgegeven dat dit niet de goede kant opgaat en dat die marktmacht maakt dat er een disbalans gaat ontstaan. Ik hoop oprecht dat de staatssecretaris bereid is om daar serieus naar te kijken, en eventueel met MKB-Nederland en Koninklijke Horeca Nederland in gesprek te gaan om daar, ook in het belang van de consument — want de commissies drijven de prijzen op — toch werk van te maken, misschien niet nu, maar wel binnen afzienbare termijn.

Verder hebben we meegemaakt dat de "Beter Leven"-kip en de sluiting van kolencentrales verhinderd dreigden te worden door de mededingingsregels. Daarom wil ik graag de volgende motie indienen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mededingingsregels een ketenaanpak van maatschappelijk gewenste ontwikkelingen belemmeren, zoals het ontwikkelen van duurzamere producten, beter voedsel en de noodzakelijke energietransitie;

verzoekt de regering zo nodig in Europees verband, deze belemmeringen zo veel mogelijk weg te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 426 (24036).

De heer Moorlag (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Moorlag. Tot slot is het woord aan de heer Wörsdörfer van de VVD.

De heer Wörsdörfer (VVD):

Voorzitter. Ondernemers willen kunnen ondernemen. Daarbij moet het er natuurlijk wel eerlijk aan toegaan. Er moet een gelijk speelveld zijn. Niet voor niets heeft de VVD twee weken geleden nog eens vragen gesteld over oneerlijke concurrentie door door gemeenten gesubsidieerde instellingen met behulp van zogenaamde horeca-bv-trucs. Een gelijk speelveld is ook zeker wenselijk op de Europese interne markt. De Nederlandse ondernemers moeten niet benadeeld worden door extra maatregelen boven op Europees beleid. Als daar wel sprake van zou zijn, moet de Tweede Kamer op z'n minst vooraf goed worden geïnformeerd, zodat zij goed kan afwegen of dit wenselijk zou zijn. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij implementatie van Europese regelgeving nationale koppen zoals extra maatregelen, lidstaatopties of strenger toezicht kunnen leiden tot een ongelijk speelveld voor bedrijven en dat het daarom goed is om expliciet te maken welke keuzes door de regering gemaakt zijn;

verzoekt de regering indien bij implementatie van Europese regelgeving tevens regels worden opgenomen die niet strikt noodzakelijk zijn voor de implementatie of indien bepalingen uit de Europese regelgeving ruimte laten tot het maken van een beleidskeuze, dit expliciet in de toelichting op de betreffende implementatieregelgeving aan te geven en de daarbij gemaakte keuzes toe te lichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wörsdörfer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 427 (24036).

De heer Wörsdörfer (VVD):

Voorzitter. Tijdens de procedurevergadering van twee dagen geleden is een algemeen overleg aangevraagd over aanbestedingen. Volgens mij is dat een goed moment om over aanbestedingen te praten. Ik was dus licht verrast door vandaag ingediende moties over aanbestedingen, maar we gaan die natuurlijk gewoon op hun merites beoordelen.

De voorzitter:

Dank.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Keijzer:

Dank u wel, voorzitter. Ik behandel eerst de vragen die aan mij gesteld zijn. De heer Paternotte stelde een vraag over een uitnodiging die volgens mij de voorzitter van de ACM heeft gedaan om misbruikzaken, dus misbruik van machtspositie, te melden. Dat was niet omdat de ACM zelf problemen ziet maar niet kan optreden. Het gaat erom dat de ACM aangeeft dat, als mensen vinden dat er sprake is van misbruik van machtspositie, dat ook wel moeten melden. Ik wil hierover graag het gesprek aangaan met de ACM, want ik hoor ook weleens — daar komt volgens mij de vraag van de heer Paternotte vandaan — dat er beweerd wordt dat er sprake is van misbruik van machtspositie. Ik ben wel benieuwd hoe de ACM daarnaar kijkt.

De heer Paternotte (D66):

Het is heel goed dat de staatssecretaris het gesprek wil aangaan. De vraag komt natuurlijk voort uit het feit dat in 2016 helemaal geen boetes zijn opgelegd voor misbruik van machtspositie en dat daar ook geen onderzoeken naar zijn gestart. In 2017 is dat iets anders, maar we zien eigenlijk dat de ACM relatief weinig maatregelen neemt op dat gebied. Wij kunnen ons moeilijk voorstellen dat er helemaal geen misbruik van machtspositie meer is. Opgeteld bij de uitspraak dat de directie zegt "kom met meer klachten", vragen wij ons af of de ACM met gebonden handen staat zolang er te weinig klachten zijn en of de ACM wel misbruik ziet. Ik zou graag antwoord op die vragen willen als de staatssecretaris daarover met de ACM in gesprek gaat.

Staatssecretaris Keijzer:

Het beeld dat de heer Paternotte nu schetst, vind ik echter ook weer niet verstandig om neer te zetten. De reden waarom de ACM dit heeft gezegd, is trouwens dezelfde als de reden waarom ik mensen altijd uitnodig om het mij te melden als ze vinden dat dingen misgaan. Je kunt daar alleen maar iets aan doen, als je ervan op de hoogte wordt gesteld. De ACM heeft allerlei bevoegdheden. Ze legt daadwerkelijk boetes op en neemt maatregelen. Dat is de ene kant van de werkelijkheid. De andere kant van de werkelijkheid is dat de ACM openstaat voor de samenleving — ik vind dat te prijzen — en dus ook mensen uitnodigt om te melden als ze vinden dat er iets misgaat.

De voorzitter:

Meneer Paternotte, voordat ik u nog een korte interruptie toesta: dit is allemaal uitgebreid gewisseld, dus ik zou u willen vragen om heel kort nog een vervolgvraag te stellen. Daarna wil ik door naar de moties.

De heer Paternotte (D66):

Voorzitter, dat klopt niet. Ik reageer nu op een uitspraak van de ACM op een symposium van na het AO, waar het overigens wel over de inhoud van dat AO ging. Het is dus niet eerder al uitgebreid gewisseld. Ik vraag dit omdat er een verschil is. De staatssecretaris kan zeggen: ik zou willen dat de Kamer meer debatten aanvraagt. Tenminste, als u dat vindt; ik denk niet dat u dat vindt. Maar u vindt het wel goed dat de Kamer debatten aanvraagt als zij dat belangrijk vindt. De ACM zei: we vragen om meer klachten. Het is niet "kom naar ons toe als u klachten hebt", maar "kom meer met uw klachten, want wij hebben het idee dat dat te weinig gebeurt". Dan is mijn vraag, die u misschien met de ACM kunt bespreken: ziet u wel vormen van misbruik waarvan u denkt dat er meer tegen kan worden opgetreden of dat daar meer onderzoek naar kan worden gedaan als er klachten komen?

Staatssecretaris Keijzer:

Je zou er bijna spijt van krijgen als je mensen uitnodigt om te melden als ze vinden dat er iets mis is. Dat is hier aan de hand. Ik vind het te prijzen dat de ACM openstaat naar de samenleving en tegen mensen zegt: als je van mening bent dat er sprake is van misbruik van een machtspositie, meld dat dan ook, zodat wij erop kunnen reageren. Vervolgens kan de ACM op grond van wetgeving die u hier hebt vastgesteld, maatregelen nemen en boetes opleggen, wat ze ook heeft gedaan. In de spoorsector is bijvoorbeeld een niet mis te verstane boete opgelegd. Ik denk dat we op die manier naar de uitspraak van de ACM moeten kijken. Dat staat los van het feit dat ik graag in gesprek ga met belangrijke organen in het mededingingstoezicht. De ACM is daar natuurlijk bij uitstek de instantie voor.

Voorzitter. Het CDA heeft twee vragen gesteld. Eén: gaat de staatssecretaris de actieagenda Beter Aanbesteden met collega-bewindslieden bespreken en wanneer kunnen wij een uitgebreide reactie verwachten? En: kan de staatssecretaris aangeven wat het rapport Beter Aanbesteden betekent voor ondernemingen met sociale of maatschappelijke doelen, zoals ook genoemd in het regeerakkoord? Ik ben blij — dat kan niemand ontgaan zijn sinds vorige week vrijdag — met de actieagenda Beter Aanbesteden. Die geeft aanknopingspunten om de aanbestedingspraktijk te verbeteren. Ik verwacht daar veel van. Ik ben ook zeer bereid om de actieagenda met mijn collega-bewindslieden te bespreken om te bekijken hoe zij kunnen bijdragen aan beter aanbesteden op rijksniveau. In die gesprekken zal ik meenemen wat de aanbevelingen en actiepunten kunnen bijdragen aan specifieke beleidsdoelen of sectoren, zoals sociale ondernemingen. Beter Aanbesteden richt zich op de basis van het aanbesteden, in principe niet op specifieke doelen of sectoren. Maar als de basis beter wordt, geldt dat natuurlijk ook voor sociale ondernemingen. Ik zal de Kamer voor de zomer informeren over de uitkomsten van deze gesprekken.

Voorzitter, ik kom bij de moties. De eerste motie is de motie-Alkaya/Moorlag op stuk nr. 420, waarin de regering wordt verzocht het wetsvoorstel zodanig uit te werken dat initiatieven die de mensenrechten bevorderen, ook onder de werking van het wetsvoorstel kunnen vallen. Ik ontraad deze motie. Het is een vernieuwend wetsvoorstel, waarvan we nog niet precies weten hoe het zal werken. Daarom wil ik gericht beginnen op het gebied van dierenwelzijn en klimaat en dan eerst eens kijken wat de effecten van dit wetsvoorstel zijn. Dit wetsvoorstel is ook nog niet ingediend. Het ligt dan ook voor de hand om dit soort moties, of amendementen, op dat moment in te dienen.

De heer Alkaya (SP):

De motie is naar mijn mening vrij voorzichtig geformuleerd, in de zin dat mensenrechten er op termijn onder zouden "kunnen" vallen. Daar hebben we het in het AO ook over gehad. Het punt is dat het wetsvoorstel het niet onmogelijk maakt dat mensenrechten eronder kunnen vallen. Dat vraagt de motie. Vervolgens kun je dan met handhaving kijken hoe je de uitrol doet. Ik snap dat je voorzichtig begint. Maar de motie vraagt om in het wetsvoorstel te betrekken dat ook mensenrechten eronder "kunnen" vallen.

Staatssecretaris Keijzer:

Ja, dat begrijp ik. Tegelijkertijd is het een vernieuwend wetsvoorstel. Elke jurist zal ervan smullen en dat geldt dan ook zeker voor mij. Maar ik vind het te ver gaan om op dit moment al uitspraken te doen over wat er allemaal onder gaat vallen. Ik wil echt voorzichtig beginnen met klimaat en dierenwelzijn. Op het moment dat we met elkaar tot de conclusie komen dat dit een goede manier van opereren is, kan de meerderheid uiteindelijk altijd besluiten om het anders te gaan doen.

In de motie-Alkaya/Moorlag op stuk nr. 421 wordt de regering verzocht om te onderzoeken of van de smalle pariteitsclausule marktverstorende effecten uitgaan in de onlinemarkt van aan huis bezorgde maatregelen. Nee, maaltijden! Stel je voor, aan huis bezorgde maatregelen; daar moet je toch niet aan denken. Over deze motie wil ik graag het oordeel aan de Kamer laten. Ik heb bij de ACM nagevraagd wat we nu weten over de effecten van pariteitsclausules. Tot nu toe bestaat er een beperkt aantal onderzoeken naar de effecten van deze clausules. Waar gaat dat nou eigenlijk over? Dat gaat over de situatie waarin ondernemers hun eigen producten niet voor een lagere prijs op het eigen verkoopkanaal mogen aanbieden dan bijvoorbeeld op thuisbezorgd.nl. Ik licht het maar even toe, omdat iedereen zich anders afvraagt waar dit over gaat. We weten dat de effecten van de clausule verschillen per platform en met name negatief zijn als consumenten en ondernemers weinig mogelijkheden hebben om via andere verkoopkanalen te werken. Prijsclausules maken het moeilijker om op prijs te concurreren met het platform en beperken daarmee de vrijheid in prijsstelling. Aan de andere kant voorkomen de clausules dat ondernemers gratis profiteren van het platform. Verder weten we dat brede clausules, waarin je nergens een lagere prijs mag afspreken dan op het desbetreffende platform, veel eerder concurrentiebeperkend zijn. Uit onderzoek in de hotelsector blijkt verder dat het niet meer hanteren van deze brede clausule tot meer concurrentie en keuze voor consumenten heeft geleid. Vooralsnog blijkt er geen groot verschil te zijn in de effecten als ook de smalle pariteitsclausule wordt verboden. Aanvullend op wat ik tot nu toe te weten ben gekomen, zal ik de lidstaten die een verbod op de smalle clausules hebben ingevoerd, vragen welke effecten zij tot nu toe zien. Dat heeft wat tijd nodig. Ik wil uw Kamer daarom in de tweede helft van dit jaar over de uitkomsten daarvan informeren.

In zijn motie op stuk nr. 422 verzoekt de heer Van der Lee de regering om in het wetsvoorstel expliciet te verwijzen naar de internationale afspraken teneinde misverstanden over de reikwijdte van de onderhavige wet — dat is de Wet ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven, waarover ook de eerste motie gaat — zo veel als mogelijk te voorkomen. Ik vraag de heer Van der Lee om deze motie aan te houden. Het wetsvoorstel is nog niet ingediend. Ik ben het met de heer Van der Lee eens dat de reikwijdte van het wetsvoorstel helder moet zijn en ik heb al gezegd dat ik beperkt wil beginnen. Over de precieze wetstekst kunnen we het dan hebben als het wetsvoorstel aan de Kamer is toegestuurd.

De voorzitter:

Is de heer Van der Lee bereid tot het aanhouden van deze motie?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, voorzitter, dat ben ik.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Lee stel ik voor zijn motie (24036, nr. 422) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan de motie op stuk nr. 423.

Staatssecretaris Keijzer:

Dat is een motie van mevrouw Van den Berg en de heer Heerma van de CDA-fractie, waarin de regering wordt verzocht om te onderzoeken hoe in het aanbestedingsproces door de rijksoverheid beter en concreter aandacht kan worden gegeven aan de van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden. Vooropgesteld dat het ministerie van BZK gaat over het algemene aanbestedingsbeleid, ben ik wel bereid om hierover met mijn collega van BZK te spreken. Ik zal uw Kamer hierover voor de zomer informeren. Daarmee kan ik deze motie aan het oordeel van de Kamer laten.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 424, van mevrouw Van den Berg en de heer Ronnes. Daarin wordt de regering verzocht om zich ten volle ervoor in te spannen dat de maatregelen die de rijksoverheid aangaan in het eerste kwartaal van 2019 zijn geïmplementeerd. Dat gaat over de maatregelen in het rapport Beter Aanbesteden. Ik wil deze motie aan het oordeel van de Kamer laten. De partijen die hebben deelgenomen aan deze verbeteringsagenda hebben er samen veel tijd in gestoken. Ik vind de opvolging daarvan ook heel belangrijk. De heer Huizing blijft ook nog dit jaar aan om verder te gaan met het traject. Uiteraard ben ik ook aan te spreken op de acties die wij zelf op ons genomen hebben. Beter Aanbesteden werkt met een beperkt budget voor lopende uitgaven naast het budget voor het Expertisecentrum Aanbesteden, PIANOo. De actiehouders hebben hun medewerking belangeloos toegezegd. Ik hoop dat ik de motie zo mag opvatten dat ik binnen het budget van PIANOo zo nodig prioriteer ten behoeve van de actieagenda Beter Aanbesteden en zie de motie daarmee als ondersteuning van beleid.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 425. Daarin wordt de regering verzocht om in gesprek te gaan met stichting ZZP Nederland en hen te betrekken bij de totstandkoming van het informatiepakket voor zzp'ers en de mogelijkheid waarin zij kunnen samenwerken. Aan de Kamer is toegezegd dat de informatievoorziening voor zzp'ers over de Mededingingswet wordt verbeterd. Ik werk dit uit. Ik doe dat mede op basis van gesprekken die al gevoerd zijn met belangenorganisaties. Zodra dit verder is uitgewerkt, zal ik ook weer het gesprek aangaan met ZZP Nederland. Ik zal de Kamer hierover informeren. Ik zie deze motie als ondersteuning van het beleid en laat het oordeel aan de Kamer.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 426 van de heer Moorlag van de PvdA-fractie. Hij verzoekt de regering daarin om zo nodig in Europees verband belemmeringen weg te nemen die zien op een ketenaanpak van maatschappelijk gewenste ontwikkelingen. Er zijn meerdere acties in gang gezet. Eén daarvan is het wetsvoorstel ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven waar ik net ook over gesproken heb. We zijn in Brussel in gesprek over meer ruimte in mededingingsregels. Ik ga daarmee door. Daarmee is de motie ondersteuning van beleid en laat ik het oordeel aan de Kamer.

Tot slot kom ik bij de motie op stuk nr. 427 van de heer Wörsdörfer van de VVD-fractie. Hij verzoekt de regering bij de implementatie van Europese regelgeving — kort gezegd — nationale koppen te voorkomen. Dat is volgens mij de korte samenvatting, anders moet ik dat hele stuk weer op gaan lezen. Ik laat het oordeel over deze motie aan de Kamer. Het is van belang om oog te hebben voor verschillen die tussen landen kunnen ontstaan bij implementatie van regelgeving. Dit kan namelijk tot een ongelijk speelveld leiden. In specifieke gevallen kunnen er goede redenen zijn om zaken anders te regelen dan Europese landen, maar dan is het goed om deze expliciet te maken bij de verwerking van Europese regelgeving in eigen wetten. Ook voor een tijdige implementatie van Europese regelgeving is het goed om geen nationale koppen te hebben in deze eigen regelgeving. Het kabinet hanteert dit uitgangspunt dan ook.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor haar uitvoerige beantwoording. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van dit VAO.

De beraadslaging wordt gesloten.

Ik schors tot 11.30 uur. Dan gaan we door met het debat over de informele Europese top. De stemmingen over de moties uit dit VAO zijn na het reces.

De vergadering wordt van 11.25 uur tot 11.29 uur geschorst.

Voorzitter: Arib

Naar boven