11 Informele Europese top

Aan de orde is de voortzetting van het debat over de informele Europese top van 23 februari 2018.

Minister Rutte:

Voorzitter. De moties. Over de motie op stuk nr. 1298 van de heren Asscher en Van Ojik laat ik het oordeel aan de Kamer. Wij zijn voornemens dat dan te doen via de geannoteerde agenda's, verslagen en uiteraard ook zo duidelijk en helder mogelijk bij debatten.

De heren Van Ojik en Asscher zou ik willen vragen hun motie op stuk nr. 1299 aan te houden. Om dit te kunnen doen, is het ook nodig dat de Commissie de voorstellen presenteert tegen de achtergrond daarvan. Dan kennen we ook de precieze oploop van de bedragen, de indexaties. Dus over die motie is het voorstel aanhouden. Als die nu in stemming komt, moet ik haar ontraden, want wij kunnen die nu niet uitvoeren.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik neem die suggestie van de minister-president graag over. Ik kijk ook even naar mijn mede-indiener, die knikt. Maar dan ga ik er ook van uit dat op het moment dat er zeg maar een duidelijke positie wordt ingenomen door Nederland, we dan alsnog de uitvoering van die motie tegemoet mogen zien.

Minister Rutte:

Ja, zeker.

De voorzitter:

Dan is bij dezen …

Minister Rutte:

Dat past ook weer bij de motie op stuk nr. 1298. Anders zouden we die motie niet kunnen … Die andere motie, samen met de heer Asscher, gaat over transparatie over compromissen. Van de motie op stuk nr. 1298 heb ik nu al gezegd positief, de motie op stuk nr. 1299 inderdaad …

De voorzitter:

Ik moet even concluderen, want anders is het onduidelijk bij de stemmingen.

Op verzoek van de heer Van Ojik stel ik voor zijn motie (21501-20, nr. 1299) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Rutte:

De motie op stuk nr. 1300 ontraad ik. Wij zijn nettobetaler. Dat is ook onvermijdelijk als je kijkt naar onze relatieve positie in Europa, onze economie. Wat we natuurlijk willen voorkomen — daar is alles op gericht — is dat dat een excessieve nettobetalingspositie wordt, maar de motie op stuk nr. 1300 is dus ontraden.

De motie op stuk nr. 1301 ontraad ik ook, want MFF-onderhandelingen gaan hier niet over. De salarissen worden onderhandeld door bonden en werkgevers en dat is niet aan de orde in het kader van het MFF.

Over de motie op stuk nr. 1302 van de heer Bisschop laat ik het oordeel aan de Kamer, want de overwegingen zijn conform de Nederlandse inzet.

Over de motie op stuk nr. 1303 van de heren Van der Graaf en Bisschop en mevrouw Leijten laat ik het oordeel aan de Kamer, conform Nederlandse inzet.

De motie op stuk nr. 1304 ontraad ik omdat dit niet kan worden behandeld op de Europese Raad. Zouden de heer Omtzigt en de andere indieners ermee akkoord gaan dat we dit aan de orde stellen op de RAZ, de Raad Algemene Zaken, dan laat ik het oordeel aan de Kamer. Als ik de motie zo mag interpreteren dat dit niet op de volgende Europese Raad hoeft, maar op de Raad Algemene Zaken, is het oordeel Kamer, anders moet ik haar ontraden.

De heer Omtzigt (CDA):

Het is akkoord om hem nu op de RAZ te laten bespreken. Dan komen we er later op terug of hij ook op de Europese Raad moet komen. Ik hoop dat de minister-president de stukken ook aan president Tusk wil overhandigen.

Minister Rutte:

Ja. Om te voorkomen dat dat niet gebeurt — want ik ben in de afdeling chaotisch niet de beste postbode — heeft degene die daar heel goed in is, mijn belangrijkste sherpa, het tot zijn persoonlijke taak verklaard om ervoor te zorgen dat dit stuk in handen wordt gegeven aan de voorzitter.

De voorzitter:

Goed. Gaat u verder.

Minister Rutte:

Dan tot slot de motie op stuk nr. 1305 van de heer Verhoeven, daarover laat ik het oordeel aan de Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we vandaag stemmen. Ik dank de minister-president.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven