7 Voedselzekerheid en water

Aan de orde is het tweeminutendebat Voedselzekerheid en water (CD d.d. 23/05).

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan minister Schreinemacher en minister Adema. Fijn u weer te zien. Vak-K is gevuld. Aan de orde is thans het tweeminutendebat Voedselzekerheid en water. We hebben vier sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is mevrouw Teunissen van de fractie van de Partij voor de Dieren, die even naar haar tekst rent en dan hopelijk ook naar het spreekgestoelte. Fuut, fuut, fuut, fuut. Het woord is aan haar. Zij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Voorzitter, excuus. Dit kwam even iets sneller dan ik dacht.

De voorzitter:

Bent u nu buiten adem?

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat landbouw- en voedselsystemen wereldwijd verantwoordelijk zijn voor een derde van de totale uitstoot aan broeikasgassen en dat meer dan de helft van die uitstoot wordt veroorzaakt door vlees- en zuivelproductie;

overwegende dat de vlees- en zuivelproductie ontbossing, uitputting van de bodem en vernietiging van het levensonderhoud van inheemse gemeenschappen en kleine boeren veroorzaakt en dat daarom een transitie naar een in de basis plantaardig voedselsysteem noodzakelijk is;

overwegende dat het kabinet in het kader van de mondiale voedselzekerheid weliswaar het belang van een transitie naar een meer plantaardig dieet aanmerkt, maar daarin geen concrete stappen onderneemt;

verzoekt de regering voor 2024 met een concreet stappenplan te komen voor de Nederlandse bijdrage aan een mondiale transitie naar een in de basis plantaardig voedselsysteem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 342 (33625).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Even op adem komen, voorzitter. Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Plant Based Treaty een internationaal initiatief is om ons voedselsysteem in de basis plantaardig te maken, zodat de klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis, de bedreiging van de voedselzekerheid en de dreiging van nieuwe pandemieën in samenhang worden aangepakt;

verzoekt de regering de Plant Based Treaty te ondertekenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Teunissen.

Zij krijgt nr. 343 (33625).

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Poehpoeh. De heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat drinkwaterbedrijven alarm slaan over drinkwatertekorten die deze zomer al kunnen optreden;

overwegende dat dit aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de woningbouwopgave in Nederland;

overwegende dat hierdoor een deel van de 900.000 nieuwe woningen die de komende jaren gebouwd moeten worden, niet kan worden voorzien van drinkwater;

verzoekt de regering in kaart te brengen hoe en waar de woningbouwopgave door het naderende drinkwatertekort in de problemen komt en met een plan van aanpak ter voorkoming hiervan te komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 344 (33625).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er deze zomer al een drinkwatertekort dreigt in Nederland;

constaterende dat er op korte termijn alternatieve bronnen voor drinkwater gevonden en aangeboord zullen moeten worden om in de groeiende drinkwaterbehoefte in ons land te voorzien;

constaterende dat deze alternatieve bronnen, zoals het oppervlaktewater, waarschijnlijk niet voldoen aan de veiligheids- en kwaliteitseisen, onder andere door vervuiling door schadelijke stoffen;

verzoekt de regering onderzoek te doen naar de kwaliteit van alternatieve drinkwaterbronnen in Nederland en hoe deze verbeterd kan worden;

verzoekt de regering ondertussen onderzoek te doen naar hoe een drinkwatertekort kan worden afgewend, zonder maatregelen te nemen zoals het beperken van de hoeveelheid drinkwater die de bevolking mag gebruiken, of een toeslag voor "te veel" gebruikt drinkwater, en de resultaten van deze onderzoeken aan de Tweede Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 345 (33625).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. De heer Amhaouch van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):

Dank, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voedselzekerheid en water blijvend aandacht vragen door dreigende tekorten wereldwijd;

constaterende dat veel landen in Afrika minder afhankelijk willen worden van ontwikkelingsgelden en hun bestaanszekerheid willen verbeteren;

overwegende dat er in Afrika toenemende tekorten zijn, waardoor bestaanszekerheid aangetast wordt;

overwegende dat Nederland op basis van de behoeften in Afrikaanse landen moet opereren;

verzoekt lopende programma's ter bevordering van voedselzekerheid verder publiek-privaat uit te rollen en daarmee bij te dragen aan de lokale ontwikkeling van een duurzame voedseleconomie met de Nederlandse kennis en kunde;

verzoekt de regering de Kamer te informeren over de voortgang voor de begrotingsbehandeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Amhaouch.

Zij krijgt nr. 346 (33625).

Dank u wel. De laatste spreker is de heer Klink van de fractie van de VVD.

De heer Klink (VVD):

Dank u wel, voorzitter. We kunnen terugkijken op een goed debat dat wat mij betreft naar meer smaakt. Ik denk dat het goed is om het vanuit internationaal perspectief over voedsel te hebben. Juist met voedsel en landbouw kunnen we in Nederland een positieve bijdrage leveren aan de rest van de wereld. Dat smaakt wat mij betreft dus zeker naar meer.

Voorzitter. Ik heb één motie over voedselverspilling, de post harvest losses.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat al het internationale klimaatbeleid er integraal op gericht moet zijn om de mondiale CO2-uitstoot te reduceren;

overwegende dat 8% van de mondiale CO2-uitstoot komt door de verspilling van eten (de post harvest losses). Ter vergelijking: bij vliegen is dat 2%;

overwegende dat voedselverspilling (de post harvest losses) nu geen onderdeel uitmaakt van de Internationale Klimaatstrategie en naast financiële afdrachten aan de FAO alleen het ministerie van LNV hier aandacht voor heeft via het landbouwradennetwerk;

constaterende dat Nederland veel kennis en kunde heeft op het gebied van voedselverspilling en daardoor een wezenlijke bijdrage kan leveren om de mondiale CO2-uitstoot te reduceren;

verzoekt de regering om voedselverspilling (de post harvest losses) onderdeel uit te laten maken van de Internationale Klimaatstrategie, en de Kamer over de voortgang periodiek te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klink en Amhaouch.

Zij krijgt nr. 347 (33625).

Heel goed. Ook de heer Thijssen heeft het woord gevraagd. Hij staat niet op de sprekerslijst, maar ik laat hem graag spreken. Het woord is aan hem.

De heer Thijssen (PvdA):

Dank, voorzitter, voor de flexibiliteit. Ik heb twee moties over dit hele belangrijke onderwerp.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voedselzekerheid bijdraagt aan regionale stabiliteit en het groeiende hongerprobleem blijvend kan oplossen;

constaterende dat voedseldumping van Nederland in onder meer Kenia en Ghana de productie van kleinschalige boeren belemmert en zelfvoorzienendheid en duurzame voedselzekerheid in de weg zit;

overwegende dat het bijdragen aan mondiale voedselzekerheid ook inhoudt dat de voedselexport vanuit Nederland aansluit bij duurzame voedselketens in derde landen;

verzoekt de regering in kaart te brengen waar Nederlandse voedselexport de voedselproductie en bijbehorende lokale marktwerking van kleinschalige boeren en boerinnen in derde landen in de weg zit,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 348 (33625).

De heer Thijssen (PvdA):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het doel is gesteld dat Nederlands beleid niet tot mogelijke negatieve gevolgen voor de voedselproductie, toegang tot water, bossen en biodiversiteit in ontwikkelingslanden mag leiden, zoals beschreven in bijvoorbeeld de Afrikastrategie;

overwegende dat de impact op handel in het stappenplan mondiale voedselzekerheid onvoldoende is uitgewerkt;

verzoekt de regering om voor de begrotingsbehandeling met concrete voorstellen voor handel- en investeringsbeleid te komen om deze doelen te halen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thijssen en Van der Lee.

Zij krijgt nr. 349 (33625).

De heer Thijssen (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Tot zover de termijn van de Kamer. Ik schors vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de beide ministers.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan een minister. De heer Adema heeft gewonnen.

Adema:

Nou … Soms hebben we discussies in het kabinet, maar dat soort wedstrijden houden we niet. Ik had mevrouw Schreinemacher natuurlijk graag voor willen laten gaan, maar dat heeft te maken met de moties die ik ga behandelen en die zij gaat behandelen. Dat is de reden voor deze volgorde.

Allereerst de eerste motie. Die gaat over een plan om voor 2024 met een concreet stappenplan te komen. De motie op stuk nr. 342 ontraad ik, omdat voedsel altijd nog een mix is van.

Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 343, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Eén korte vraag van mevrouw Teunissen.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Ik zou wel willen weten waarom de minister deze ontraadt, omdat ... Voorzitter, heel kort. In de brief die we hebben gekregen van het kabinet staat dat het kabinet ook ziet dat een transitie naar een plantaardig voedselsysteem belangrijk is, maar er staat helemaal geen concreet stappenplan in.

Adema:

Ik ben het zeer met u eens dat de transitie naar een plantaardig voedselsysteem de inzet van het kabinet is, overigens ook van deze minister. Op dit moment is van de voedselvoorziening in Nederland 60% dierlijk en 40% plantaardig. Wij volgen de strategie om te komen tot een fiftyfiftyverdeling: 50% plantaardig en 50% dierlijk. Dat kan nog wel wat doorgroeien. Hier wordt gezegd dat je in de basis alleen nog maar een plantaardig systeem hebt, maar het voedselsysteem is breder dan alleen plantaardig, ook wereldwijd. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Prima. De motie op stuk nr. 343.

Adema:

In de motie op stuk nr. 343 refereert u aan het Plant Based Treaty en vraagt mij dat te ondertekenen. Dat is een petitie. Wij hebben wel het International Treaty on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture ondertekend. Dat heeft eigenlijk dezelfde soort strekking. Dat is ook onderdeel van de FAO. Hier gaat het om een petitie, dus ontraad ik de motie.

Dan de motie op stuk nr. 344. Ik kan dit oordeel ook geven aan de motie op stuk nr. 345, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

U bent begonnen met deze moties, dus maak het maar even af.

Adema:

Dat zijn twee moties die niet zozeer zien op het internationale voedselbeleid, maar meer op de drinkwatervoorziening in Nederland. Ik kan ze op dit moment ook niet appreciëren, want dit ligt op het taakveld van de minister van IenW. Wat mij betreft kan ik twee appreciaties geven. De eerste is: ontraden. Maar u zou beide moties ook kunnen aanhouden, zeg ik via u, meneer de voorzitter, tegen de heer Van Haga, om vervolgens in een debat met de minister van IenW hierover te spreken.

De voorzitter:

De heer Van Haga blijft zitten, dus zijn ze alle twee ontraden. Mevrouw Teunissen nog op de vorige motie. Eén vraag, kort en puntig.

Mevrouw Teunissen (PvdD):

Even om het precies te hebben: het Plant Based Treaty is geen petitie maar een initiatief van allerlei verschillende organisaties — ook lokale vertegenwoordigers hebben het ondertekend — in de aanloop naar Glasgow, de klimaattop. Daarin staan allerlei initiatieven om te komen tot een meer plantaardig voedselsysteem. Als het kabinet dit niet wil onderschrijven, vraag ik me af waar dat concrete plan dan is om wél naar een meer plantaardig voedselsysteem te gaan.

Adema:

The Plant Based Treaty is, alhoewel het een treaty wordt genoemd, toch een soort petitie waarbij heel veel partijen zich aansluiten in verband met die plantaardige transitie. Dat heeft de vorm van een petitie. Dat is één. Punt twee. Ik heb al gezegd dat wij het International Treaty on Plant Genetic Resources for Food and Agriculture hebben ondertekend. Dat doet eigenlijk hetzelfde. We hebben daarmee, ook in het kader van de FAO, wel een overeenkomst gesloten. Ik blijf deze motie dus ontraden.

Dan ben ik door mijn moties heen, meneer de voorzitter.

De voorzitter:

Eens kijken of we nog iets te horen krijgen van minister Schreinemacher. Het woord is aan haar.

Minister Schreinemacher:

Dank u wel, voorzitter. Ik zal verdergaan waar minister Adema is opgehouden, namelijk met de motie op stuk nr. 346 van de heer Amhaouch, waarin het kabinet wordt verzocht om lopende programma's ter bevordering van voedselzekerheid verder uit te rollen. "Uitrollen" suggereert eigenlijk opschaling, maar dan met een standaardbenadering. Dat is juist met dit soort programma's eigenlijk niet effectief. We willen dus meer per land kijken, per plek, hoe we eventueel tot opschaling kunnen overgaan. Daarna verder uitrollen of opschalen kan ik, ook gegeven de ombuigingen op het ODA-budget, nu niet voor mijn rekening nemen. Ik zou de motie in haar huidige vorm ontraden. Een alternatieve formulering zou kunnen zijn dat wij onderzoeken waar publiek-private programma's kunnen worden opgeschaald en de Kamer daarover informeren. Dan zou de motie oordeel Kamer krijgen.

De voorzitter:

Maar dat staat niet in de motie, dus blijft ze gewoon zoals ze is en wordt ze ontraden. Meneer Amhaouch, kort en puntig.

De heer Amhaouch (CDA):

Ik zou die tekst over willen nemen in de motie.

De voorzitter:

Oké. Dan ontvangen we graag schriftelijk de appreciatie van de minister naar aanleiding van de nieuwe versie. Dit even voor de volledigheid. De motie op stuk nr. 347.

Minister Schreinemacher:

De motie op stuk nr. 347 is oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 348. In het debat hebben we uitgebreid besproken in hoeverre Nederlandse productie en export markten kunnen verstoren. Ik heb ook in het debat aangegeven dat wij landen helpen bij het in kaart brengen van eventuele dumping door landen. Wij helpen landen ook met technische assistentie bij het aanbrengen van WTO-zaken en geven hun aan hoe ze dat moeten doen. Wij helpen de landen zelf hoe zij met productie of export uit andere landen moeten omgaan. Als zij vinden dat er sprake is van dumping, kunnen wij hen helpen met het aanbrengen van een zaak, maar wij brengen niet zelf in kaart wat de Nederlandse voedselexport op die markten doet. Wij vinden dat namelijk een taak voor de overheid aldaar. Het oordeel is: ontraden.

De motie op stuk nr. 349 gaat over het opstellen van concrete voorstellen voor handel- en investeringsbeleid om tot doelen te komen. Ook die motie ontraad ik. We kijken juist heel specifiek naar ieder EU-voorstel dat gaat over handels- en investeringsbeleid, omdat dat niet tot negatieve gevolgen mag leiden voor de doelen die wij hebben gesteld in het Nederlands beleid. Dat toetsen wij elke keer bij ieder Europees voorstel. Er wordt gevraagd om weer apart beleid te maken, maar wij toetsen de Europese voorstellen. Daarom ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Heel goed. Dat lijkt me alleszins duidelijk. Eén korte vraag nog van de heer Thijssen, want ik moet echt door naar het volgende debat.

De heer Thijssen (PvdA):

Ik snap het, voorzitter. Er is toch ook Nederlands handelsbeleid? Daar gaat het om. We moeten niet alleen naar het Europese, maar ook naar het Nederlandse beleid kijken en dan kijken hoe we deze doelen kunnen halen.

Minister Schreinemacher:

Bij Nederlands beleid toetsen we ook of die doelen worden behaald of niet. Om nog apart beleid ervoor te maken terwijl we eigenlijk juist … Wij gaan morgen een debat voeren over beleidscoherentie, waarin dit natuurlijk ook aan de orde zal komen. Het is juist de bedoeling dat we op al het beleid die doelen toetsen en niet dat we daarvoor met apart, eigenstandig beleid komen. Dus ik blijf de motie ontraden.

De voorzitter:

Prima. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen stemmen wij over alle moties. We nemen afscheid van de heer Adema, met pijn in het hart uiteraard. Maar het goede nieuws is dat minister Schreinemacher bij ons blijft tot bijna 17.00 uur, misschien zelfs later.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven