6 Mijnbouw/Groningen

Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen (CD d.d. 22/06).

De voorzitter:

Ondanks het noodweer heeft de staatssecretaris ons nationale praathuis toch weten te vinden. We zijn hem dankbaar daarvoor. Aan de orde is het tweeminutendebat Mijnbouw/Groningen. Het commissiedebat vond plaats op 22 juni jongstleden. We hebben zes sprekers van de zijde van de Kamer en ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Beckerman van de fractie van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Goedemorgen, voorzitter. We hebben in het commissiedebat verhalen gedeeld over gedupeerden die zelf veel geld hebben moeten betalen voor de versterking of sloop-nieuwbouw van hun woning. Dat zijn heftige verhalen. Daarna hoorde ik nog meer heftige verhalen.

Voorzitter. Er is in december een motie aangenomen van de heer Nijboer en mij om te kijken hoe groot dit probleem nou is. We weten dat het een probleem is. Zorg nou dat die gedupeerden schadeloos worden gesteld. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de aangenomen motie-Beckerman/Nijboer (36200, nr. 115) het kabinet opdracht geeft te inventariseren hoe groot het probleem is van gedupeerden die zelf kosten maken voor de versterking of sloop-nieuwbouw van hun huis;

constaterende dat vele zaken bekend zijn waarbij gedupeerden eigen geld hebben moeten investeren voor de versterking of sloop-nieuwbouw van hun huis;

verzoekt de regering bewoners die eigen geld hebben moeten inzetten schadeloos te stellen;

verzoekt de regering een meldpunt voor gedupeerden die zelf geld hebben moeten inzetten, te laten openen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman en Nijboer.

Zij krijgt nr. 1154 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Ik ga ook nog een set vragen indienen, want er zijn echt hele heftige verhalen binnengekomen, ook over bouwfouten. Echt gruwelijk!

De tweede motie gaat over Schoonebeek. Dat is een motie met de onofficiële titel "Nee is nee".

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet in de contourennota voor een herziening van het mijnbouwstelsel het principe "nee, tenzij" vastlegt;

constaterende dat uit de enquête van Dorpsbelangen Schoonebeek blijkt dat de meerderheid van de inwoners van Schoonebeek tegen afvalwaterinjectie van de NAM is;

constaterende dat inwoners van Schoonebeek via de ontzorgtafel nooit kans hebben gehad inspraak te hebben of afvalwaterinjectie wel of niet door zou gaan en daarom zelf een enquête moesten houden;

verzoekt de regering in lijn met de aangenomen motie-Beckerman (36072, nr. 4) die het kabinet verplicht Drenthe doorslaggevende zeggenschap te geven, de resultaten van de enquête van Dorpsbelangen Schoonebeek als doorslaggevend te laten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Kröger en Nijboer.

Zij krijgt nr. 1155 (33529).

Dan geef ik het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Voorzitter. Zoals tijdens ieder mijnbouwdebat, hebben we het ook deze keer weer gehad over de noodzakelijke afbouw van fossiele winning, van fossiele subsidies en van de fossiele vraag. De staatssecretaris weet dat ik het huidige afbouwpad een marktprognose heb genoemd. Ik kijk uit naar de brief waarin hij duidelijker schetst hoe dat afbouwpad eruit zal zien en hoe hij totdat de Mijnbouwwet wordt ingevoerd, ervoor zorgt dat vergunningen al tijdelijk en in lijn zijn met dat afbouwpad.

In die context wil ik nogmaals de oproep doen om bedrijven als Shell en Exxon ten behoeve van de verduurzaming van schadelijke oliewinning geen aanspraak te laten maken op verduurzamingssubsidies die met publiek geld betaald worden.

Voorzitter. Dan de volgende motie over de oliewinning in Schoonebeek en de afvalwaterinjecties in Twente.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer en de staatssecretaris Mijnbouw niet willen dat NAM de afvalwaterinjectie in Twente herstart;

constaterende dat de afvalwaterinjectie nu al zolang stilligt en dat van wetswege de putten afgebroken moeten worden;

constaterende dat de staatssecretaris van EZK de Nederlandse Aardoliemaatschappij uitstel wil geven voor het afbreken van de afvalwaterinjectieputten omdat — zo valt te lezen in de aanvraag van NAM — men overweegt de injectie in Twente toch te herstarten;

verzoekt de staatssecretaris het besluit tot uitstel terug te trekken conform de eerder aangenomen moties en uitspraken van de staatssecretaris, en NAM te verplichten een verwijderingsplan voor alle (voormalige) injectieputten in Twente in te dienen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kröger.

Zij krijgt nr. 1156 (33529).

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Dan de heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. Het sluiten van het Groninger gasveld is technisch gezien onnodig, is een financieel drama en is een politieke blunder, want het is technisch mogelijk om de resterende 450 miljard kuub aardgas met een waarde van ongeveer 500 miljard euro veilig te produceren en daarmee de Groningers ruimhartig te compenseren. Maar dan moeten we wel de druk in het veld op peil houden door waterinjectie of stikstofinjectie toe te passen. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering per direct de productie uit het Groninger gasveld te hervatten op een laag productieniveau in combinatie met waterinjectie of stikstofinjectie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 1157 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de energiezekerheid in het geding is;

overwegende dat dit in het geval van een koude winter tot grote problemen kan leiden;

verzoekt de regering het gasveld in Groningen nog minimaal een jaar open te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Smolders.

Zij krijgt nr. 1158 (33529).

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Bedankt dat u zo beknopt was. Mevrouw Vedder van het CDA.

Mevrouw Vedder (CDA):

Dank, voorzitter. Zowel in het plenaire debat als in het commissiedebat hebben we het veel gehad over leefbaarheid en perspectief voor Groningen. De sociale agenda is daar een belangrijk onderdeel van. Wij zijn ervan overtuigd dat "voorkomen is beter dan genezen" weliswaar niet Den Haags beste kant is en niet altijd heel goed uitgevoerd wordt, maar we willen het in dezen toch weer proberen. In het kader van "wat nu niet sneuvelt, hoeven we straks niet te repareren", dienen we samen met de PvdA de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er samen met de regio een sociale agenda wordt opgesteld;

overwegende dat het wrang en zeer onwenselijk zou zijn als tijdens het opstellen van deze sociale agenda voorzieningen zouden verdwijnen, de leefbaarheid achteruitgaat of sociale problemen verergeren;

overwegende dat mensen zelf het beste weten waar in hun gemeenschappen voorzieningen dreigen te verdwijnen, de leefbaarheid achteruitgaat en sociale problemen spelen;

verzoekt het kabinet nog deze zomer een rondje te maken langs inwoners, maatschappelijk middenveld, verenigingen, lokale ondernemers en gemeenten in het gaswinningsgebied en daar te inventariseren welke voorzieningen onder druk staan of dreigen te verdwijnen en welke druk er speelt op leefbaarheid, sociale problematiek en het verdwijnen van ov-voorzieningen, en de Kamer uiterlijk in september 2023 te informeren over welke acties het kabinet gaat ondernemen om dit aan te pakken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vedder en Nijboer.

Zij krijgt nr. 1159 (33529).

Mevrouw Vedder (CDA):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Boulakjar van D66.

De heer Boulakjar (D66):

Voorzitter, dank. Allereerst complimenten aan mevrouw Kröger en de heer Erkens. Mevrouw Erkens … Mevrouw Erkens, wilde ik zeggen. Complimenten aan mevrouw Kröger en meneer Erkens, die hier tot 2.30 uur vannacht hebben gezeten en nu fris en fruitig … Nou ja, fris …

De voorzitter:

We stellen alleen maar vast dat ze aanwezig zijn. Dat lijkt me wel voldoende.

De heer Boulakjar (D66):

Voorzitter. Ik heb één motie en die raakt aan de gaswinning rondom Ternaard. Het is ook al aan bod gekomen in het commissiedebat.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat UNESCO in september in het kader van het UNESCO Werelderfgoedverdrag in gesprek gaat over de bescherming van de Waddenzee als werelderfgoed;

overwegende dat voor een afgewogen besluit over Ternaard gerekend moet worden met de meest actuele cijfers over zeespiegelstijging;

verzoekt de regering om het besluit over de gaswinning bij Ternaard uit te stellen tot na de UNESCO-vergadering van september en bij het komen tot een besluit de meest recente studie over zeespiegelstijging te gebruiken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Boulakjar.

Zij krijgt nr. 1160 (33529).

Heel goed. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Nijboer van de PvdA, die altijd fris en fruitig is. Hij is de laatste spreker van de zijde van de Kamer. Daarna schors ik en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel voor het compliment, voorzitter. Ik ga het slechts bevestigen.

Voorzitter. Het is vandaag 5 juli en dat is na 1 juli. Op 1 juli wilden mensen in Finsterwolde duidelijkheid hebben over De Hardenberg, over hun zwembad en sportvoorziening. Nou snap ik best dat de staatssecretaris misschien een paar dagen langer nodig heeft, maar ik wil wel graag weten hoe het daarmee staat. Ik ben er vorige week ook zelf weer geweest. Mensen staan echt te popelen om het zwembad open te houden en om de voorzieningen daar beter te benutten. Er zit ook een grote gymzaal bij. Het heeft eigenlijk ook een soort dorpshuisfunctie. Het is echt belangrijk dat het openblijft. De staatssecretaris wil dat ook, maar ik wil ook graag weten hoe hij dat gaan doen en of het voor de zomer — de zomervakantie begint in Groningen twee weken later — voor de mensen geregeld wordt.

Voorzitter. Het tweede is dat ik twee moties heb medeondertekend, een van mevrouw Beckerman en een van mevrouw Vedder. Zeker die van mevrouw Vedder … Inventariseer nou welke buslijnen verdwijnen, welke zorglocaties sluiten. Wat gaat het kabinet eraan doen? De Hardenberg is één voorbeeld, maar daar zijn er vele tientallen van en wij willen gewoon niet dat … De staatssecretaris kijkt een beetje alsof het misschien wel meevalt, maar ik kan zo wel tien buslijnen …

De voorzitter:

Nee …

Staatssecretaris Vijlbrief:

Het ging over de schorsing.

De voorzitter:

Dat was omdat wij contact hadden over de schorsing. Dat heeft dus niets te maken met …

De heer Nijboer (PvdA):

Voorzitter, ik moet ook helemaal niet interpreteren. Ik hou er gewoon mee op! Het is belangrijk dat we weten welke voorzieningen dreigen te sluiten en dat we dat voorkomen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Bij dezen. Ik schors voor vijf minuten en dan gaan we luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris, die ik zou willen vragen om de microfoon even op hemzelf te richten. Dank u wel.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Voorzitter, dank u wel. Dank aan de Kamerleden voor de ingediende moties en de vragen. Net als mevrouw Beckerman maak ik mij zorgen over wat zij heeft aangeleverd. In alle eerlijkheid denk ik achteraf dat het onjuist was dat wij bij de eerste inventarisatie hebben gezegd dat het maar om heel weinig gevallen gaat. Ik zou de motie op stuk nr. 1154 dus oordeel Kamer willen geven, want ik ben het hiermee eens. Ik ga dus naar al die situaties kijken. Als mensen eigen geld hebben uitgegeven aan de versterking, dan kan ik mensen schadeloos stellen. Ik zal ook aan de sg vragen om een meldpunt in te stellen. Deze motie geef ik dus oordeel Kamer.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1155 over Schoonebeek. Ik ontraad deze motie en ik zal uitleggen waarom. Ik denk dat mevrouw Becker ook wel weet waarom ik deze motie ontraad. Ik heb steeds gezegd dat ik uiteindelijk de weging maak over of er draagvlak is of niet. Dat leid ik niet alleen af uit een enquête, hoe waardevol die enquête ook is. Ik heb hem niet zelf ingesteld; de enquête is ingesteld door een maatschappelijke organisatie. Dat is natuurlijk allemaal hun goed recht, maar ik wil daar heel goed naar kijken. Ik kan wel tegen mevrouw Beckerman zeggen dat ik die enquête natuurlijk een belangrijke rol zal geven in de afweging, als dat helpt, maar ik wil daar heel goed naar kijken. Het is, dacht ik, pas een week bekend. Ik heb hem in het weekend zelf nog een keer heel goed zitten bestuderen; ik heb daar allerlei vragen bij. Maar nogmaals, draagvlak is breder dan alleen maar één enquête. Ik moet deze motie dus ontraden.

Mevrouw Beckerman (SP):

Kijk, wat nu een beetje dreigt te ontstaan, is dat er kritiek komt op de inhoud van de enquête. Wat ik daar zelf lastig aan vind, is dat dat een beetje de omgekeerde wereld is. De staatssecretaris zegt het namelijk zelf ook terecht: ik heb niet zelf een enquête ingesteld en dat had misschien wel gemoeten. Met deze motie willen wij eigenlijk zeggen: nee is nee. Dit moet dus wel tellen als een nee van de bevolking. Is de staatssecretaris het daarmee eens?

Staatssecretaris Vijlbrief:

Nee, want dat is ook weer een te brede interpretatie van de enquête. Als ik zou zeggen dat het telt als nee van de bevolking, dan is dat eigenlijk hetzelfde als zeggen dat er geen draagvlak is. Die afweging heb ik nog niet gemaakt. Maar ik zeg mevrouw Beckerman wel toe … Want dat ben ik met haar eens. Ik ga ook niet lopen knoeien aan de inhoud; dat hoort u mij ook niet doen. Ik zeg alleen dat ik het goed wil bestuderen. Maar er zijn meer dingen die draagvlak uitmaken dan alleen maar de resultaten van deze enquête. Ik geef een voorbeeld. Er is in Schoonebeek een tafel gestart die gaat over de vraag wat er moet gebeuren met de opbrengsten als de oliewinning eventueel zou worden herstart. Die tafel is nu bezig. Een aantal inwoners geven in de enquête aan dat ze dat een relevant element vinden bij hun afweging of ze voor of tegen zijn. Dat is een voorbeeld waarom ik zeg: ik ga nu niet op basis van deze enquête nee zeggen. Mevrouw Beckerman heeft gelijk. Ik ga niet de hele tijd afdingen op de waarde van de enquête. Daar houd ik ook niet zo van. Ik zeg alleen dat er meer dingen zijn dan deze enquête.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, kort.

Mevrouw Beckerman (SP):

Maar er is een motie aangenomen waarin staat dat Drenthe doorslaggevende zeggenschap moet krijgen. Wij willen wel dat die motie wordt uitgevoerd. Dus ook als mensen nu zeggen dat ze daar nog even over na willen denken, blijft staan dat die doorslaggevende zeggenschap bij de bewoners moet liggen, en niet hier.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik geloof dat we het daarover eens zijn. Maar de vraag is alleen of je de doorslaggevende zeggenschap definitief meet met deze enquête. Ik dacht dat ik daar als vergunningverlenende instantie ook, onder controle van de Kamer, een klein beetje zelf over ging. Daar kom ik dus nog op terug.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1156.

Staatssecretaris Vijlbrief:

De motie van mevrouw Kröger op stuk nr. 1156: oordeel Kamer. Ik ben het met haar eens. Ik vond de verwarring die vorige week ontstond heel vervelend. Ik moet daar wel één ding bij aantekenen: ik kan niet, zoals het dictum zegt, de NAM verplichten om een verwijderingsplan in te dienen. Maar ik kan wel met de NAM in gesprek gaan over de vraag of zij dat willen doen. Dat zal ik doen en daar zal ik na het reces verslag van doen, want ik ben het uiteindelijk eens hiermee. We zijn het ook eens over het doel. Ik heb vorige week ook gereageerd op de krantenberichten naar aanleiding van dacht ik een tweet van mevrouw Kröger.

De motie van de heer Van Haga op stuk nr. 1157: ontraden. Daar zal hij niet verbaasd over zijn. Dit is niet de eerste keer dat hij een motie in deze vorm indiende.

In de motie op stuk nr. 1158 staat: "verzoekt de regering het gasveld in Groningen nog minimaal een jaar open te houden". Deze motie ga ik ontraden, want ik ga de huidige situatie niet interpreteren als dat het gasveld open is, want het staat op nul. Formeel is het gasveld open, in de zin dat bij heel koud weer et cetera, et cetera de gaswinning herstart kan worden. Dat weet de heer Van Haga ook wel. Laat ik de motie maar ontraden. Dat is het meest duidelijk, denk ik.

De voorzitter:

Mevrouw Kröger, één vraag.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Sorry, voorzitter, een iets trage reactie op het feit dat mijn motie oordeel Kamer heeft gekregen. Nou is wel de vraag: betekent dat ook dat de staatssecretaris het besluit tot uitstel terug gaat trekken?

Staatssecretaris Vijlbrief:

Ik denk dat ik er verstandig aan doe om nu even niks te doen in formele zin en met de NAM in gesprek te gaan over de vraag of zij bereid zijn om deze putten inderdaad te sluiten en af te breken. Is daarop het antwoord "nee", wat zou kunnen, dan zal ik dat aan de Kamer rapporteren en dan moet ik kijken wat ik verder doe. Dus het lijkt me niet verstandig om nu de ontheffing in te gaan trekken, want dan lopen we tegen het probleem aan dat ik eerder heb beschreven, namelijk dat het een ontheffing is voor een hele set putten en niet alleen voor de drie putten in Twente. Laat mij nou even van de zomer met de NAM praten of zij goedschiks bereid zijn om de boel af te breken. Zo niet, dan kom ik daar bij de Kamer op terug. Ik zal na het reces sowieso een briefje sturen naar de Kamer. Is dat werkbaar?

De voorzitter:

Heel kort.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):

Ja, behalve dat je natuurlijk niet wilt dat er een onomkeerbare juridische realiteit gecreëerd wordt, waar de NAM zich vervolgens op kan beroepen.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dat is volgens mij niet het geval, zeg ik tegen mevrouw Kröger. Ik kan het nog nagaan, maar volgens mij is dat niet het geval.

De voorzitter:

Nu ook nog even de heer Van Haga over zijn motie.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Het ontraden van de motie om het nog minimaal een jaar open te houden, begrijp ik niet helemaal. Het gaat om de interpretatie van "openhouden". Ik snap dat er niet geproduceerd wordt, maar het gaat in ieder geval om "beschikbaar houden". In die context lijkt mij dat die motie juist oordeel Kamer zou moeten krijgen.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dan kan ik de motie bijna overnemen. Dan hoef ik er zelfs geen oordeel over uit te spreken, want dat is wat we doen. Daar heb ik een hekel aan, aan dat overnemen. Dat doe ik eigenlijk liever niet. Maar dit is gewoon staand beleid. De heer Van Haga bedoelt "openhouden zonder te produceren". In deze motie wordt een feit beschreven.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

De motie is ingediend om te voorkomen dat het nog eerder dichtgaat en om minimaal die termijn van een jaar te borgen.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dit is precies wat in mijn eigen brief staat. Lees mijn brief, zou ik willen zeggen. Lees mijn boek. Daar staat dit in. Het is gewoon staand beleid.

Dan de motie van mevrouw Vedder en de heer Nijboer op stuk nr. 1159 over het behoud van de voorzieningen. Ik ben het er zeer mee eens. Met een aantal partijen die mevrouw Vedder en de heer Nijboer in deze motie noemen, ben ik natuurlijk al in gesprek over de voortzetting van voorzieningen. Ik kom zo even terug op één specifieke voorziening. Ik zeg er wel bij — en dat komen we zo meteen bij die ene voorziening tegen — dat het uiteindelijk de lokale democratie is die gaat over voorzieningen of niet. Maar ik ga wel het rondje maken. Ik ben het daar zeer mee eens.

De voorzitter:

En dus?

Staatssecretaris Vijlbrief:

Oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 1160 heeft iets van hetzelfde waar we het net over hadden. Ik zou deze motie willen overnemen. Dit is staand beleid. Wij gaan inderdaad wachten tot de UNESCO-vergadering. We houden natuurlijk rekening met de meest recente studie over zeespiegelstijging. Die motie op stuk nr. 1160 zou ik willen overnemen.

De voorzitter:

Ik kijk even of daar bezwaar tegen bestaat. Dat is niet het geval ... Ja, er bestaat wel bezwaar tegen. Dan gaan we er toch over stemmen en hoor ik graag een oordeel van de staatssecretaris.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Als je iets over wilt nemen, is het daarna oordeel Kamer. Nogmaals, dit is wat het kabinet allang van plan was.

De voorzitter:

Prima.

Staatssecretaris Vijlbrief:

Dan ten slotte het zwembad in Finsterwolde. Daarover was er een vraag van de heer Nijboer. Ik ben in gesprek geweest met de gemeente Oldambt. Zij hebben toegezegd dat zij het zwembad in ieder geval tot 1 september technisch niet zullen sluiten. Ze kunnen het zwembad niet vanaf 1 juli — dat is al geweest — weer openen, want ze hebben inmiddels een aantal beslissingen genomen waardoor dat niet kon. In de periode tot 1 september werkt de gemeente samen met Stichting MFC de Hardenberg uit wat nodig is voor een mogelijke doorstart per 1 september. Ik ben bereid om daar eventueel financiële middelen voor beschikbaar te stellen. Dat is waar wij nu staan. Ik denk dat het verstandig is dat ik de Kamer beloof dat ik per 1 september rapporteer, wanneer dat moment er is.

De heer Nijboer (PvdA):

Dat is goed. Alleen, "eventuele financiële middelen" ... Er moet natuurlijk gewoon geld bij, want anders gaat het dicht. 1 september is akkoord, omdat het zwembad altijd in juli en augustus dicht is, want het is een overdekt zwembad en er zijn dan geen zwemlessen.

De voorzitter:

Van hoe laat tot hoe laat is het zwembad dan open? Voor de mensen die misschien nog lessen willen volgen.

De heer Nijboer (PvdA):

Er zit een sportschool boven, met meer dan 300 betalende abonnementhouders. Die is 24 uur per dag, 7 dagen per week open.

De voorzitter:

Ongelofelijk. Dan wens ik u een prettig reces toe. Ik dank de staatssecretaris voor zijn aanwezigheid.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgenmiddag stemmen we over al deze moties. Ik schors de vergadering tot 12.15 uur.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven