26 Arbeidsmarktbeleid in de zorg

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg (CD d.d. 18/01).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg. Het commissiedebat vond plaats op 18 januari, alweer een tijdje geleden. Ik zou graag het woord willen geven aan de heer Mohandis, maar die zie ik niet. Mevrouw Agema staat op nummer 7 bij mij. Ik zie meneer Mohandis. Wil hij hier even naartoe sprinten? Kom maar. U kunt het. Het woord is aan de heer Mohandis.

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter, dank u wel. Het commissiedebat was alweer een tijdje geleden. Desalsniettemin blijft het onderwerp actueel. Vandaar de volgende moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat sprake is van een groot probleem op de arbeidsmarkt zorg;

overwegende dat veldpartijen het manifest "De medewerker op 1" hebben opgesteld om tot een oplossing te komen;

verzoekt de regering de Kamer voor de volgende begrotingsbehandeling een schriftelijke reactie te sturen op ieder van de acht punten uit het manifest en daarbij per punt aan te geven welke maatregelen genomen worden en hoe en wanneer deze tot concreet resultaat zullen leiden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mohandis en Dijk.

Zij krijgt nr. 523 (29282).

De heer Mohandis (PvdA):

Voorzitter. We hebben afgelopen dinsdag als commissie een petitie ontvangen over de zorgen van diverse noordelijke zorgorganisaties, die terecht stellen dat het beleid van het kabinet heel tegenstrijdig is nu daar massaontslagen dreigen. Dat mag niet — dat hebben we ook in eerdere debatten met elkaar vastgesteld — juist nu we ze zo hard nodig hebben. Vandaar de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het gezien de hoge werkdruk en het personeelstekort onacceptabel is dat er ontslagen vallen in de sector ouderenzorg;

overwegende dat ontslagen ten gevolge van het gevoerde beleid loodrecht staan op programma's die er juist op gericht zijn zo veel mogelijk personeel voor de zorg te werven en te behouden;

overwegende dat voor 27 noordelijke zorgorganisaties die zorg leveren aan 30.000 cliënten geldt dat zij in 2024 een tekort zullen hebben van 100 miljoen euro en dat daarom medewerkers ontslagen moeten worden;

verzoekt de regering maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat ontslagen in de sector ouderenzorg worden voorkomen, zoals nu bij 27 noordelijke zorgorganisaties dreigt te gebeuren, en de Kamer daar zo snel mogelijk over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Mohandis, Dijk en Agema.

Zij krijgt nr. 524 (29282).

Mevrouw Agema (PVV):

Mag ik ook meedoen? Ik had er een debat over aangevraagd, dus dat zou ik heel fijn vinden.

De voorzitter:

We reiken u een pen aan en schrijven het erbij. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Dijk van de SP.

De heer Dijk (SP):

Voorzitter. Ik houd het bij het voorlezen van twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat momenteel al 23% van de mensen met zorgberoepen bestaat uit zzp'ers en er daarnaast nog veel gebruik wordt gemaakt van gedetacheerden en uitzendkrachten;

overwegende dat een te grote afhankelijkheid van dit soort flexkrachten ten koste gaat van de stabiliteit van de zorg;

verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat het bij zorginstellingen de norm wordt om flexkrachten (zzp'ers, gedetacheerden en uitzendkrachten) alleen in te zetten bij "piek en ziek";

verzoekt de regering voorts om in loondienst werken aantrekkelijker te maken voor zorgverleners, bijvoorbeeld door hun meer zeggenschap te geven over hun eigen uren, zodat zij niet langer weg hoeven te vluchten naar zzp-constructies,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 525 (29282).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een substantieel deel van de zorgverleners in Nederland te maken heeft met armoede en/of financiële problemen;

van mening dat het onacceptabel is dat mensen die zich keihard inzetten voor de gezondheid van ons allemaal daar niet van kunnen rondkomen;

verzoekt de regering om niet te accepteren dat er armoede voorkomt onder zorgverleners en ervoor te zorgen dat deze armoede wordt uitgebannen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dijk.

Zij krijgt nr. 526 (29282).

Mevrouw Van den Berg van het CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Voorzitter. Drie punten. Ik heb gisteravond het eerste punt al op Twitter gezet. Het bestuur van de provincie Zeeland heeft drie keer een brief gestuurd over het enorme tandartsentekort in Zeeland, maar geen reactie gekregen. Dat vind ik gewoon niet kunnen. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar als we praten over een betrouwbare overheid, moeten als eerste de bestuurslagen onderling elkaar moeten respecteren. Ik wil dus graag een toezegging van de minister dat er alsnog met het bestuur van de provincie Zeeland contact wordt gezocht over dit enorme tekort. Minister Kuipers schrijft zelf in zijn brief dat Zeeland en Flevoland de provincies zijn met de minste tandartsen.

Ten tweede, voorzitter. We hebben recent een brief van de minister gekregen waarin staat dat hij een advies gaat vragen aan de Gezondheidsraad voor de herziening van de BIG. Dit is een enorm langetermijnproject. We praten hier volgens mij al vijf jaar over. Mag ik erop vertrouwen dat De B van Bekwaam, een advies van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving uit 2019, meegenomen wordt, dus dat er in dit dossier niet alleen naar bevoegdheid wordt gekeken, maar ook naar bekwaamheid? Dat hoor ik graag van de minister.

Het derde punt is een motie. Dat zal niet verbazen, gezien het debat dat we vanmiddag hebben gehad en het onderzoek dat de SBOH naar buiten heeft gebracht.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor de beweging naar passende zorg de eerstelijnszorg, het sociale domein en de publieke gezondheidszorg versterkt moeten worden en dat daartoe voldoende instroom in de opleidingen voor artsen buiten het ziekenhuis noodzakelijk is;

constaterende dat onderzoek van de SBOH aantoont dat de huidige te lage instroom deels verklaard kan worden doordat de arbeidsvoorwaarden voor deze aio's slechter zijn dan die van aio's binnen het ziekenhuis en dat ziekenhuizen bovendien veel uren van aio's kunnen declareren bij zorgverzekeraars;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe via de beschikbaarheidsbijdrage en de subsidieregeling arbeidsvoorwaarden budgetneutraal gelijkgesteld kunnen worden en gaat over tot de orde van de dag,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 527 (29282).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. Mevrouw Van der Plas van de fractie van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland een tekort heeft aan artsen, met name buiten de grote steden;

overwegende dat in Beieren studenten die aantoonbaar echt geïnteresseerd en gemotiveerd zijn om arts te worden maar uitgeloot zijn in andere bondslanden toch een studieplek kunnen krijgen aan de Beierse universiteiten, onder de voorwaarde dat dergelijke studenten een contract tekenen waardoor zij tien jaar lang arts moeten blijven in Beieren;

verzoekt het kabinet om een soortgelijke regeling uit te werken voor een nader te bepalen aantal extra opleidingsplekken in Nederland, om zo extra artsen te werven voor inzet in aan te wijzen regio's buiten de grote steden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 528 (29282).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er een groot tekort is aan medisch personeel en dat dit tekort verder gaat oplopen;

overwegende dat het Capaciteitsorgaan adviezen heeft uitgebracht met hierin het gewenste aantal opleidingsplaatsen per zorgsegment;

overwegende dat de minister aangegeven heeft dat er geen geld beschikbaar is om te investeren in opleidingsplaatsen;

overwegende dat de kost voor de baat uit gaan;

verzoekt het kabinet voldoende budget beschikbaar te stellen om het aantal opleidingsplaatsen beschikbaar te stellen conform het advies van het Capaciteitsorgaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 529 (29282).

Dank u wel. Mevrouw Agema van de fractie van de PVV.

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Er is een website met een Politieke Barometer en die houdt bij hoe actief wij hier allemaal zijn. Als je moties indient die oordeel Kamer krijgen, krijg je pluspunten. Dien je moties in die worden verworpen, krijg je puntenaftrek. Ik zal wel weer eindigen op de laatste plaats en als minst actief Kamerlid worden weggezet, maar ik doe het met liefde, want dit is allemaal hard nodig. Dan weten de mensen in ieder geval hoe ik onder aan de lijst terechtkom.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering te bewerkstelligen dat de administratietijd van gemiddeld 35% en de overhead van gemiddeld 16% in onze verpleeghuizen minimaal gehalveerd worden, zodat personeelstekorten duurzaam worden opgelost,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 530 (29282).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering fiscale barrières weg te nemen, zodat het voor werknemers in de zorg loont om meer uren te gaan werken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Agema.

Zij krijgt nr. 531 (29282).

De Kamer,

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de systematiek dat meevallers op de zorg naar premieverlaging gaan, te handhaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ik denk dat die motie helemaal niet in dit debat hoort. Zo kom ik wel aan mijn puntenaftrek!

De voorzitter:

U smokkelt, hè?

Mevrouw Agema (PVV):

Ik neem 'm nog even mee. Gaan we het debat van vanmiddag morgen nog doen? Dat komt na het reces?

De voorzitter:

Dat komt na het reces.

Mevrouw Agema (PVV):

En toch vind ik dat meevallers naar een lagere premie moeten!

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Ik wil hier in herinnering brengen dat mevrouw Agema een persoonlijk record heeft qua aantal moties, bij een begrotingsbehandeling. Als ik mij niet vergis, waren het er 34.

Mevrouw Agema (PVV):

Ja, zoiets. Daarom zeg ik dat ik zo onder aan de lijst kom van actieve Kamerleden.

De voorzitter:

Mevrouw Van den Hil.

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Voorzitter. Ik heb nog een aantal hartenkreten en een motie die ik binnen de tijd probeer uit te spreken. Zorg voor meer aandacht voor de wet over professionele zeggenschap, van GroenLinks en de VVD. In de praktijk valt de bekendheid enorm tegen.

Fijn dat de minister met concrete maatregelen aan de slag gaat om het tandartsentekort terug te dringen en op te lossen. Ik zie ook graag snel een stand van zaken over de regionale spreiding. Ik denk met name aan een extra opleiding in Rotterdam. Graag een brief met een tijdspad.

Uitgaan van goed werkgeverschap met zeggenschap over het eigen werk en invloed op het rooster, is wat de VVD betreft een beter uitgangspunt in plaats van quota's voor zzp'ers als het gaat om het behouden en aantrekken van personeel in vaste dienst. Dat vraagt ook om slimme afspraken in de cao's. Hoe gaat de minister hier steviger handen en voeten aan geven?

Recent was het wéér raak bij een ambulancemedewerker. Ik heb het over agressief en intimiderend gedrag. Hoe staat het met de uitvoering van het amendement-Van den Hil/Kuiken over middelen voor de aanpak van agressie en intimidatie in de eerste lijn? Want dat is echt onacceptabel.

Dan de laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat physician assistants een waardevolle bijdrage leveren aan de zorg, en ook medisch-specialisten ontlasten;

overwegende dat er een subsidieregeling voor de opleiding tot physician assistant bestaat met een looptijd tot 1 juli 2028;

overwegende dat we in de toekomst steeds vaker een beroep zullen moeten doen op physician assistants en dat het daarom belangrijk is om er voldoende van op te leiden;

verzoekt de regering de ramingen van het Capaciteitsorgaan met betrekking tot het opleiden van physician assistants zo snel mogelijk op te volgen en de benodigde financiële middelen vast te leggen voor deze opleiding in de begroting,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van den Hil, Den Haan en Agema.

Zij krijgt nr. 532 (29282).

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Ik schors tien minuten. Dan gaan we luisteren naar de minister. Ik hoop dat we er snel doorheen kunnen, want het is echt de gewoonte dat we hier om 23.00 uur het licht uitdoen. Maar ik betaal wel wat bij, mevrouw de minister.

De vergadering wordt van 23.04 uur tot 23.14 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de minister.

Minister Helder:

Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 523 van de heren Mohandis en Dijk is wat mij betreft oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 524 van de heren Mohandis en Dijk en mevrouw Agema. Mijn vraag is of de motie kan worden aangehouden, want de gesprekken lopen op dit moment, zowel landelijk als met alle regio's. Ambtenaren zijn deze week ook naar de regio's toe gegaan. Ik kijk de heer Mohandis aan of we de motie mogen aanhouden, omdat ik nu toch geen uitsluitsel heb wat vervolgens uit die gesprekken komt. Het is aan hem.

De voorzitter:

Nou, ik zie hem fronsen. Hij heeft geen vrolijke avond volgens mij.

De heer Mohandis (PvdA):

Ik denk niet dat ik de enige ben, maar ... Nee, nee, alle gekheid. Ik begrijp de vraag en ik vind 'm ook lastig. We hebben hier afgelopen dinsdag heel veel medewerkers uit het Noorden mogen ontvangen. Als je ziet hoe die zorgen zijn ... Ik begreep dat ze daarna ook op het ministerie zijn geweest.

Minister Helder:

Klopt, ik heb ze uitgenodigd.

De heer Mohandis (PvdA):

Heel goed dat u in gesprek gaat. Wij volgen dat met belangstelling, maar ik weet nog niet wat we met de motie doen. Ik moet dat nog even terugnemen, dus ik kan nu niet toezeggen dat ik 'm aanhoud.

De voorzitter:

Vooralsnog gebeurt dat dus niet. Dus?

Minister Helder:

Dan moet ik 'm ontraden. Ik heb inderdaad zelf iedereen gesproken en mijn ambtenaren waren op dat moment ook in het Noorden om die zorgen te bespreken.

Dan ben ik bij de motie op stuk nr. 525 van de heer Dijk. Ik kan daar niks over zeggen, want de zorgorganisaties gaan daar zelf over. Zij moeten natuurlijk met man en macht mensen inzetten, dus ik kan niet zeggen dat dat alleen bij "piek en ziek" kan. Dat is de reden waarom ik de motie moet ontraden. Ik ben wel bezig om te kijken hoe we omgaan met flexwerkers en met zzp'ers, maar de motie zoals die er ligt, moet ik ontraden.

De motie op stuk nr. 526 moet ik ook ontraden. We hebben een uitgebreid koopkrachtpakket en zijn ook bezig om te kijken of medewerkers een volledig arbeidscontract kunnen hebben, maar de motie zoals die er ligt, moet ik ontraden.

Dan ben ik bij de vragen van mevrouw Van den Berg van het CDA over de brief van het provinciaal bestuur van Zeeland. Per abuis. Per abuis is daar niet op gereageerd, maar de minister van VWS komt erop terug.

Daarnaast vraagt u of in een herziening in de Wet BIG ook het RVS-advies De B van Bekwaam wordt meegenomen. Ik kan het antwoord geven: ja, dat wordt meegenomen.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

De minister komt erop terug, maar ik hoop dat dat meer is dan een kort mailtje en dat er persoonlijk contact wordt opgenomen, want er zijn in totaal drie brieven verstuurd.

Minister Helder:

Ik heb hier de aantekeningen van de minister van VWS. Er is per abuis niet op gereageerd en hij komt daarop terug, dus ik ga ervan uit dat hij dat ook doet.

Dan de motie van mevrouw Van den Berg over de beschikbaarheidsbijdrage. Die moet ik ontraden, want beschikbaarheidsbijdragen worden kostendekkend vastgesteld. Een budgetneutrale schuif die ten koste gaat van de hoogte van de beschikbaarheidsbijdrage voor aio's in ziekenhuizen is daarom bij voorbaat geen begaanbare weg. Ik kan wel aangeven dat het onderzoek van de SBOH serieus wordt genomen. Dat is vanmiddag in het debat over de eerste lijn ook aangegeven door mijn collega. Hij heeft toegezegd dat hij na het zomerreces met een reactie op het onderzoek en het verzoek van de SBOH terugkomt, dus hij neemt het zeer serieus.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Het gaat mij er niet om dat dit in totaal €1 meer gaat kosten. Maar je ziet dus aan de ene kant dat de ziekenhuizen soms meer dan twee ton kunnen declareren bij een zorgverzekeraar voor een arts die gewoon in opleiding is maar productie draait. Maar als ze naar het totaal kijken en zeggen dat iedereen die trainee is als arts in opleiding gewoon hetzelfde bedrag krijgt, betekent dat inderdaad dat de ziekenhuizen dan minder gaan krijgen.

Minister Helder:

Het is vanmiddag ook al besproken in het eerstelijnsdebat. De minister van VWS neemt de vraag die in uw motie besloten zit serieus, maar technisch gezien werkt het niet op de manier zoals het is opgeschreven. Daarom moet ik de motie ontraden. Maar hij komt erop terug — hij heeft dat vanmiddag ook gezegd in het debat — na het zomerreces met een reactie op het onderzoek en het verzoek van de SBOH. Meer kan ik nu niet betekenen voor mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dan houd ik nu mijn motie even aan. Dan ga ik wel kijken naar een andere techniek.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van den Berg stel ik voor haar motie (29282, nr. 527) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Helder:

Dan de motie op stuk nr. 528 van mevrouw Van der Plas. Het is een goed idee, een creatief idee. Als ik de motie zo mag lezen dat het een verkenning is naar of die situatie ook voor Nederland haalbaar is, dan kan ik 'm oordeel Kamer geven. Ik zie mevrouw Van der Plas knikken.

Dan de motie op stuk nr. 529, over het budget met betrekking tot het opleiden conform het Capaciteitsorgaan. Bij de overweging is met name gekeken naar wat praktisch haalbaar is en wat nodig is, zeker voor de artsen buiten het ziekenhuis. Dan hebben we ook echt gekeken naar de praktische haalbaarheid. Ik moet de motie dus ontraden, want het gaat niet zozeer alleen om het budget. Dat speelt natuurlijk ook altijd een rol, maar het gaat met name ook over de praktische haalbaarheid. We willen daarnaartoe groeien. Ook die motie was voor mijn collega, maar ik heb 'm hier geapprecieerd.

Dan de motie-Agema op stuk nr. 530, over de administratieve taken en de overhead. U krijgt van mij nog een brief over het TAZ-programma. Volgens mij wordt die morgen verstuurd. Daarin heb ik geschreven, en ook in een brief over (Ont)Regel de Zorg, dat ik vind dat we niet snel genoeg gaan met het naar beneden brengen van de administratieve lasten. Daar kan ik mevrouw Agema dus gelijk in geven, maar de specifieke percentages in de motie kan ik niet garanderen. Daarmee moet ik de motie ontraden, maar ik kan haar toezeggen dat ik in de brief en ook na het reces terugkom op hoe wij kunnen versnellen met het verminderen van de administratieve lasten.

Dan de motie-Agema op stuk nr. 531, over de fiscale maatregelen. Daar kom ik morgen ook in dezelfde brief, de voortgangsrapportage TAZ, met een uitgebreide toelichting op terug. Daarmee moet ik de motie ontraden, maar ik kom daar wel met een uitgebreide toelichting op terug.

Dan de vraag van mevrouw Van den Hil om een brief te krijgen met het tijdpad voor het opleiden van de tandartsen met plekken in Rotterdam. Ik zal de minister van VWS verzoeken om na het zomerreces hierover een brief te sturen.

Dan de vraag van mevrouw Van den Hil hoe het staat met het amendement tegen agressie. Ik kan haar de stand van zaken zeggen, namelijk dat de middelen beschikbaar zijn, dat er overleg is gepleegd met vijf partijen uit de eerstelijnszorg, dat die plannen nog niet gereed zijn, maar dat we in gesprek zijn. Ik kan haar toezeggen dat ik haar daarover zal informeren zodra daar progressie op is.

De laatste motie, de motie op stuk nr. 532, is ook aan de orde gekomen in het eerstelijnsdebat vanochtend — vanmiddag, moet ik zeggen. De motie-Van den Hil/Den Haan op stuk nr. 532 kan ik oordeel Kamer geven.

Mevrouw Agema (PVV):

We zitten hier misschien met z'n allen een beetje in te kakken, maar de minister zegt: ik kom morgen in een brief terug op de fiscale barrières en daarom ontraad ik de motie. Dat is een beetje een gekke motivering, om de motie te gaan ontraden omdat je er de volgende dag op terugkomt in een brief. Dat is toch geen oordeel op de inhoud van de motie? De motie vraagt om fiscale barrières weg te nemen, waardoor zorgmedewerkers meer uren gaan werken. Dan kan de minister toch zeggen dat ze daarvoor of -tegen is, in plaats van zeggen dat ze morgen met een brief komt?

Minister Helder:

Ik kan dat nog verder toelichten. De meerurenbonus invoeren is aan de werkgevers. Het kabinet heeft hier een informerende en stimulerende rol in. De verdere toelichting daarop, naar het onderzoek dat we hebben gedaan naar het wegnemen van de fiscale barrières voor de meerurenbonus, staat in de brief die morgen komt. Maar de motie zoals die nu zo algemeen gesteld is, kan ik alleen maar ontraden.

De voorzitter:

Prima. Er is nog een vraag van mevrouw Van den Hil.

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Allereerst wil mevrouw Agema meetekenen met de motie.

De voorzitter:

Welke motie?

Mevrouw Van den Hil (VVD):

De motie op stuk nr. 532.

Minister Helder:

Die over de PA? Oké.

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Ik had nog een vraag gesteld over zzp'ers. Daar heb ik nog geen antwoord op gehoord.

Minister Helder:

Dan verzoek ik mevrouw Van den Hil die vraag even te herhalen, want mijn antwoorden ... Excuus daarvoor. Ik heb hem hier niet opgeschreven.

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Samenvattend is die dat zzp'ers ... U heeft voorgesteld quota in te stellen. De VVD zegt: het gaat ook uit van goed werkgeverschap.

Minister Helder:

Zeker.

Mevrouw Van den Hil (VVD):

Er zijn cao's afgesloten in de vvt en de gehandicaptenzorg waarbij mensen meer zeggenschap op het rooster hadden. In plaats van zzp'ers dan negatief te benaderen, vind ik ook dat we af en toe mogen zeggen dat ze ook enorm bijdragen. Ik heb dat zelf meegemaakt. Ik vind wat dat betreft dat we daar ook weleens andersom naar mogen kijken. Dat was mijn vraag.

Minister Helder:

Op die vraag kan ik zeggen dat ik het met mevrouw Van den Hil eens ben dat zeker een aantal zzp'ers gewoon goed … Ik ben ook niet tegen ondernemerschap of ondernemend gedrag daarin, maar het gaat hier om een enorm snelle groei van het aantal zzp'ers. Waarschijnlijk zit daar ook schijnzelfstandigheid tussen. Vandaar dat er beleid wordt ingezet om dat terug te dringen. Ik vind het wel belangrijk dat mensen er bewust aan beginnen. Te veel zzp'ers is ook een discontinuïteit in de zorg, vandaar dat ik ook over een quotum heb gesproken. Dat betekent ook voor de vaste medewerkers meer belasting. Daar maak ik me zorgen over. Maar ik ben zeker niet tegen zzp'ers. Dat wil ik nog wel duidelijk gezegd hebben.

De voorzitter:

Dan is dat bij dezen ook genoteerd. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgenmiddag gaan we stemmen over al deze moties.

Naar boven