23 Uitvoering sociale zekerheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Uitvoering sociale zekerheid (CD d.d. 29/06).

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan minister Van Gennip. Aan de orde is het tweeminutendebat Uitvoering sociale zekerheid. Ik stel vast dat de aanvrager en eerste spreker van het debat, de heer Ceder, afwezig is. Daarom geef ik graag het woord aan de heer Warmerdam van D66. Hij heeft twee minuten spreektijd. Het woord is aan hem.

De heer Warmerdam (D66):

Voorzitter. Tijdens het commissiedebat spraken we uitgebreid over de meer dan 10.000 gezinnen die door een samenloop van regelingen in de shit zijn gekomen. Ze leven onder het bestaansminimum, met alle dramatische gevolgen daarvan. Laten we verder werken aan een structurele oplossing voor deze mensen. De minister en haar ambtenaren werken daar heel hard aan. Laten we ook volop inzetten om deze mensen te vinden en te zorgen dat we hen helpen. Ik dien daarom de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er een groep van circa 10.000 huishoudens bestaat die nu door een onbedoelde samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid onder het bestaansminimum terechtkomt;

constaterende dat het enige instrument om deze groep op de korte termijn te helpen de individuele bijzondere bijstand lijkt te zijn;

constaterende dat mensen zich hiervoor in principe actief moeten melden;

constaterende dat mensen vaak niet weten dat zij onderdeel zijn van de groep die nu onbedoeld onder het bestaansminimum terechtkomt en dat dit veel vraagt van het doenvermogen van mensen;

van mening dat het cruciaal is dat het maximale wordt gedaan om deze groep huishoudens zo snel mogelijk op het niveau van het bestaansminimum te krijgen;

verzoekt de regering om zich maximaal in te spannen om deze groep proactief te benaderen door in ieder geval gemeenten op te roepen zich maximaal in te spannen om deze groep proactief te benaderen, door in ieder geval de sociale raadslieden te betrekken bij deze proactieve aanpak en door zich in te spannen om de mogelijke populatie een brief te sturen waarbij ze geattendeerd worden op hun mogelijke recht om individuele bijzondere bijstand aan te vragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Warmerdam, Ceder, De Kort en Palland.

Zij krijgt nr. 719 (26448).

De heer Warmerdam (D66):

Dank, voorzitter.

De voorzitter:

Heel goed. De heer De Kort van de VVD.

De heer De Kort (VVD):

Dank, voorzitter. Ik kan het kort houden. Ik heb zelf geen moties, maar ik wil nog wel van de gelegenheid gebruikmaken om te benadrukken dat de motie die de heer Warmerdam net indiende, ook namens de VVD is ingediend. Zo vragen we aandacht voor de alleenverdienersproblematiek.

In het commissiedebat hebben we het ook gehad over het tekort aan keuringsartsen en de grote gevolgen daarvan. Ik zou nogmaals willen benadrukken dat wij nog steeds een oplossingsmogelijkheid zien bij de RIV-toets. Voorlopig komt die er niet, maar ik wil het wel nog een keer gezegd hebben. Er zijn al wel andere maatregelen in gang gezet om de wachtlijst terug te dringen.

We zijn blij dat in het commissiedebat ook besproken is dat er serieus wordt gekeken naar de differentiatie in de WW-premie, en met name dat dit voor werkgevers goede gevolgen moet gaan hebben aan de lastenkant.

Dank.

De voorzitter:

Heel goed. Stelt de heer Omtzigt het ook nog op prijs om iets te zeggen? Ik had hem reeds gepasseerd op de sprekerslijst, maar ik geef hem graag het woord.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dank u wel, voorzitter. We zijn er nu zeven jaar mee bezig. 10.000 huishoudens van alleenverdieners of mensen met een kleine baan en een uitkering zitten onder het bijstandsniveau. Het lukt maar niet om die mensen aan te schrijven. Ik wil vragen om een ultieme poging te doen om degenen die bekend zijn in de komende twee maanden aan te schrijven en ze te helpen om in ieder geval voor de laatste twee jaar een aanvulling tot het bestaansminimum te krijgen. Zo zakken ze niet volledig door het ijs.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het al zeven jaar bekend is dat huishoudens onder het bestaansminimum (inclusief toeslagen) leven, dat het nu duidelijk is dat het ongeveer 10.000 huishoudens betreft en dat zij gewoon recht hebben op het bestaansminimum vanwege de Grondwet, waarop Kamerleden en bewindspersonen de eed hebben afgelegd, en vanwege een rechterlijke uitspraak;

verzoekt de regering een uiterste poging te doen om voor 1 september 2023 al deze huishoudens aan te schrijven en ze in staat te stellen om een aanvulling over de jaren 2022 en 2023 aan te vragen, en verzoekt de regering hierover rond Prinsjesdag de Kamer te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Omtzigt.

Zij krijgt nr. 720 (26448).

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Léon de Jong van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Léon de Jong (PVV):

Voorzitter, hartelijk dank.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering maatregelen te treffen ter voorkoming dat mensen die in aanmerking komen voor een WIA-uitkering door een rigide berekening van het loon waarop de uitkering is gebaseerd een te lage uitkering ontvangen en daardoor grote nadelige persoonlijke en financiële gevolgen ondervinden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Léon de Jong.

Zij krijgt nr. 721 (26448).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in gesprek te gaan met uitvoeringsorganisaties die te maken hebben met de 10.000 getroffen gezinnen met als doel een inventarisatie te doen onder de getroffen gezinnen en in kaart te brengen welke financiële en persoonlijke gevolgen het overheidsfalen op de gezinnen heeft gehad,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Léon de Jong.

Zij krijgt nr. 722 (26448).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering een oplossing te bieden met als doel de ruim 10.000 getroffen gezinnen financieel te compenseren voor het door overheidsfalen ontstane onrecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Léon de Jong.

Zij krijgt nr. 723 (26448).

Het leek alsof u een woordje wilde toevoegen.

De heer Léon de Jong (PVV):

Ja, het is niet helemaal netjes geformuleerd.

De voorzitter:

Het loopt niet lekker, hè? Maar we maken er wel iets moois van.

De heer Léon de Jong (PVV):

Hartstikke bedankt, top! Mooie microfoon trouwens. Daar kun je ook goed in zingen, denk ik.

De voorzitter:

Ja, ik voel me vandaag alsof ik in een soort bingohal zit.

Ik geef graag het woord aan een van de ministers.

Minister Schouten:

We hebben de moties nog niet.

De voorzitter:

Kunt u niet gewoon een beetje improviseren? Nee? Oké, dan schors ik een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef graag het woord aan minister Van Gennip.

Minister Van Gennip:

Dank u wel, voorzitter. De zaken die ik niet doe, zal mijn collega Schouten doen, zoals gebruikelijk. Tegen de heer De Kort wil ik zeggen dat we hard bezig zijn om de mismatch tussen vraag en aanbod bij keuringsartsen van het UWV aan te pakken. Na de zomer krijgt u wederom een brief over hoe het daarmee gaat en hoe we de verschillende maatregelen die vorig jaar zomer en dit voorjaar zijn aangekondigd, aan het uitpakken zijn. Uw tweede opmerking ging over de differentiatie in de WW-premie. We zijn dit inderdaad als onderdeel van het arbeidsmarktpakket aan het voorbereiden, wat erg belangrijk is. Hierdoor kan overwerk bij contracten tot 30 uur, in plaats van tot 35 uur, onder de lage WW-premie vallen. Ik zeg dat niet helemaal correct, maar u begrijpt wat ik bedoel. Dat geeft dus wat flexibiliteit voor de werkgevers.

Ik heb hier een motie van de heer De Jong. Als de heer De Jong refereert aan de loonloze tijdvakken, dan wil ik aangeven dat we hebben aangekondigd dat we die gaan aanpakken. Als hij het veel breder bedoelt, dan is het aan de OCTAS. Ik ga niet over waar zij precies wel of niet mee gaan komen. Ze zijn een onafhankelijke commissie, maar we zijn dus al bezig met beide claims. Daarom is deze motie wat mij betreft overbodig en anders moet ik 'm ontraden.

De voorzitter:

Welk nummer is dit?

Minister Van Gennip:

Dit is de motie op stuk nr. 721, de WIA-motie.

De voorzitter:

Dan is deze motie ontraden. Ik geef graag het woord aan minister Schouten.

Minister Schouten:

Dank u wel, voorzitter. Ik zal de overige moties behandelen. Allereerst de motie op stuk nr. 719. Deze motie vraagt om in ieder geval gemeenten op te roepen zich maximaal in te spannen om de groep proactief te benaderen, sociale raadslieden hierbij te betrekken en een brief te sturen naar de mogelijke populatie om hen te informeren over hun mogelijk recht. We hebben hier tijdens het debat al met elkaar over gesproken. Ik kan deze motie oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 720 bevat een specifieke datum, namelijk 1 september 2023. We zijn nu heel hard bezig om die databestanden bij elkaar te brengen, zodat we die groep beter in beeld kunnen krijgen. Daarnaast heb ik tijdens het debat al toegezegd dat we ook de bredere groep gaan benaderen over een mogelijk recht. Dat gaan we dus ook in gang zetten. Deze motie vraagt eigenlijk om een harde deadline en een aanvulling over de jaren 2022 en 2023. Daarmee gaat de motie net een stap verder dan waar we nu mee bezig zijn. Ik weet niet of ik deze motie kan waarmaken en daarom moet ik 'm ook ontraden.

Dan de motie op stuk nr. 722. Daarin vraagt de heer De Jong om de getroffen gezinnen en de financiële en persoonlijke gevolgen in kaart te brengen. We hebben dit ook al redelijk uitgediscussieerd. Mijn focus ligt nu op het in beeld laten komen van deze mensen en dat — zoals ik steeds zeg — de kraan dichtgaat wat betreft dit onderwerp. Deze motie vraagt ook nog om de financiële en persoonlijke gevolgen in kaart te brengen. We weten zeker dat dit ten koste gaat van de capaciteit om deze mensen juist goed in beeld te brengen en daar ligt mijn prioriteit. Daarom ontraad ik deze motie.

Tot slot de motie op stuk nr. 723. Dit ligt in het verlengde van de uitleg die ik net heb gegeven. Mijn prioriteit ligt nu bij het zorgen dat deze mensen krijgen waar ze recht op hebben. Deze motie ontraad ik nu ook.

De voorzitter:

De heer Omtzigt, ten slotte.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voor welke datum zou het wel lukken? De eerste motie gaat bijvoorbeeld niet over de mensen die vallen onder de Toeslagenwet die bij het UWV ligt. Welke datum zou wel haalbaar zijn en waarom zou het niet haalbaar zijn om ook nog een aanvulling te geven over 2022? Het gaat wel over een rechterlijke uitspraak.

Minister Schouten:

Ik heb heel concreet toegezegd dat ik ook de bredere groep zal proberen te benaderen. Dat is ook de groep die onder de Toeslagenwet valt. Die toezegging staat al, zeg ik tegen de heer Omtzigt. Dus de eerste motie was wat beperkter. De toezegging aan de heer Omtzigt heb ik al gedaan in het debat en die herhaal ik hier. Ik weet hier gewoon niet welke datum ik exact haal. We zijn nu bezig met het ophalen van de gegevens van zowel de Belastingdienst als het UWV. Dat ophalen klinkt misschien wat technisch, maar eigenlijk proberen we de gegevens te filteren en vervolgens moeten we ze nog bij elkaar pakken. Ik durf daar dus niet echt een datum op te zetten. We doen echt alles wat in ons vermogen ligt om dat zo snel mogelijk te kunnen doen. We zijn bezig om voor dit jaar mensen in beeld te hebben en ze te geven waar ze recht op hebben. De focus ligt echt op de gegevens van het hier en nu. Op 2022 kijken we terug. Ik wil nu echt eerst focussen op de groep die we nu in beeld moeten krijgen. Als ik 2022 er ook nog bij moet pakken, dan ga ik zeker uit de tijd lopen.

De voorzitter:

Afrondend.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat laatste valt tegen. Als de minister zegt "het lukt voor 1 oktober", dan maak ik er 1 oktober van. Dat is niet het ding. Maar deze rechterlijke uitspraak is al van vorig jaar en heeft terugwerkende kracht. Ik wil geen terugwerkende kracht van zeven jaar, maar die uitspraak ging expliciet over 2022. En nu zeggen we tegen de mensen die in 2022 veel te weinig gehad hebben en niet konden rondkomen: voor 2022 doen we niks meer. Dat stelt mij wel zeer teleur, moet ik zeggen.

Minister Schouten:

Ik heb gezegd dat we met het hier en nu bezig zijn. Ik vind het het allerbelangrijkst dat we die groep nu identificeren. Als ik terug moet gaan kijken, komt er weer een groep bij. Ik weet gewoon nog niet of ik dat red. Daarom mijn volle focus op het hier en nu. De uitspraak ziet inderdaad op 2022. Ik wil het niet heel juridisch maken, maar technisch gezien is het een individuele casus. Ik wil daar in deze discussie nu niet in treden, want ik wil het gewoon voor nu opgelost krijgen. De realiteit is dat het verdraaide lastig zal zijn om de hele groep echt heel exact te krijgen, maar we doen echt alles wat in ons vermogen ligt om dit wel te kunnen doen. Als ik 2022 er nu ook nog bij moet pakken … Dat red ik op dit moment gewoon niet. Daarom ligt de focus op het nu.

De voorzitter:

Helder. Tot zover.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Morgen stemmen we over deze moties. Dank aan beide ministers. Ik schors een enkel ogenblik.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven