4 Dierenwelzijn

Aan de orde is het VAO Dierenwelzijn (m.u.v. landbouwhuisdieren) (AO d.d. 03/07).

De voorzitter:

Dan is nu aan het orde het VAO Dierenwelzijn. Ik heet de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van harte welkom en geef de heer Von Martels als eerste spreker namens het CDA het woord. De spreektijden zijn precies twee minuten.

De heer Von Martels (CDA):

Voorzitter, u ook goedemorgen. Dit VAO gaat over een AO dat in juli plaatsvond, vijf maanden geleden. Het is toch jammer het zo lang heeft moeten duren voordat we hier staan, vijf maanden later. Tijdens dat AO heb ik geprobeerd de minister ervan te overtuigen dat het verbod op de e-collar, dat eigenlijk op 1 juli 2020 zal ingaan, niet wenselijk is, omdat het onder bepaalde omstandigheden beter is dat die e-collar toch nog wordt ingezet. Ik heb geprobeerd om dat over te brengen naar de minister, helaas nog zonder resultaat. Vandaar dat er toch een motie aan te pas moet komen om de minister alsnog te overtuigen van het feit dat een volledig verbod op het gebruik van de e-collar te ver gaat en dat bepaalde uitzonderingen gemaakt zouden moeten worden voor de inzet van de e-collar. Dat leidt tot de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende het belang van de inzet van goed opgeleide honden voor allerlei doeleinden, zoals bij de missie onlangs in Syrië gericht op de terroristenleider van IS;

overwegende dat door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Raad voor Dierenaangelegenheden is ingesteld om advies te geven over dierenwelzijn en diergezondheid;

overwegende dat de Raad voor Dierenaangelegenheden beschikt over een breed georiënteerd deskundigenpanel om integraal advies te geven over de vele aspecten van dierenwelzijn;

overwegende dat het trainen en opvoeden van honden ook voor honden die professioneel en voor bijzondere doeleinden worden ingezet, vele facetten omvat, waaronder het gebruik van hulpmiddelen zoals de hondenstroomband, naast andere aspecten zoals trainingsmethoden, de soort hond, de fok en de aard van de hond;

verzoekt de regering een advies te vragen aan de Raad voor Dierenaangelegenheden over alle facetten ten aanzien van het trainen en opvoeden van honden voor bijzondere doeleinden, en totdat het advies er is geen onomkeerbare stappen te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Von Martels. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1075 (28286).

Goedemorgen, meneer Graus. U heeft een hele korte vraag, heb ik begrepen.

De heer Graus (PVV):

Goedemorgen, mevrouw de voorzitter. Het lijkt net alsof het AO niet heeft plaatsgevonden. De minister heeft zelf vroeger ook een erfhond gehad en zij heeft uitgelegd hoe die op het erf bleef. Ik heb uitgelegd dat ik de grootste pains in the ass onder controle heb gekregen zonder stroomband. Ik heb u uitgenodigd om mee te gaan op werkbezoek bij Liz Wolting, een hondengedragsdeskundige, die alleen "death row"-honden traint; dat zijn dus honden die men eigenlijk zou moeten laten inslapen. Zij doet dat allemaal zonder e-collar. Dat zijn de meest probleemvolle honden van ons land.

De voorzitter:

Hoe weet u dat de minister een erfhond heeft?

De heer Graus (PVV):

Ja, precies. Maar ik wilde graag iets van meneer Von Martels weten. Ik snap die motie niet. Bovendien zou hij meegaan naar de luchtmacht. Die trainen honden ook zonder stroomband. Dat zijn ook niet de allergemakkelijkste honden, dus ik begrijp het gewoon niet.

De heer Von Martels (CDA):

Er zijn allerlei theorieën over het gebruik van een e-collar. Ik kan ook genoeg voorbeelden aandragen van hondenopleiders die zeggen: die inzet is zeker verantwoord en moet eigenlijk onder bepaalde omstandigheden gewoon plaatsvinden. Daar zijn genoeg voorbeelden van te geven. Er is ook wetenschappelijke onderbouwing. Dat is geen enkel probleem. Ik ga nog steeds graag in op die uitnodiging van u. Zeker als die motie is aangenomen met uw steun, is dat een mooie manier om nog tijd te winnen, om te kijken of we dit volledige verbod kunnen voorkomen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Von Martels. Dan geef ik nu het woord aan de heer Wassenberg namens de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank u wel, voorzitter. Ik ga vandaag geen moties indienen. Ik wil mijn spreektijd gebruiken om een dringend beroep op de minister te doen om de hulp aan gewonde dieren in Nederland niet onmogelijk te maken. De afgelopen dagen is er een inval van de NVWA geweest in een vogelopvang in Naarden. Die is in het nieuws geweest. Er worden daar vogels opgevangen die door toedoen van de mens gewond of ziek zijn geraakt. Die opvang is door een gebrek aan financiën en door regelgeving die niet is afgestemd op de dierenopvangcentra, in de problemen gekomen. Het Vogelhospitaal helpt al 66 jaar dieren, maar heeft gisteren van de NVWA een last onder bestuursdwang gekregen. Daar moeten zij morgen, vrijdag 13 december, al aan voldoen. Dat is voor hen praktisch onmogelijk. Dat betekent dat ze om gaan vallen. Wat kan de minister doen om die vogelopvang in Naarden te helpen?

Dit is ook voor andere wildopvangcentra exemplarisch, want aan die regelgeving is voor wildopvangcentra, die volledig afhankelijk zijn van vrijwilligers, praktisch niet te voldoen. Bovendien kampen die centra allemaal met geldtekort. Gemeenten mogen natuurlijk bijdragen aan de opvang van dieren uit het wild, maar dat hoeven ze niet. Dat betekent dat hulp aan gewonde dieren in Nederland nu op losse schroeven staat. Ik weet zeker dat dit niet is wat de minister wil. Ik vraag haar daarom: wil zij onderzoeken hoe tot een structurele oplossing gekomen kan worden waarbinnen wildopvangcentra kunnen functioneren zonder de wet te overtreden? Kan zij in de tussentijd mogelijke overtredingen gedogen? Kan zij in ieder geval die last onder bestuursdwang van de vogelopvang Naarden intrekken? Niemand wil dat een 66 jaar oude vogelopvang omvalt. Ik hoop echt op een toezegging van de minister. Nu een motie indienen heeft geen zin, want daarover stemmen we op dinsdag 17 december. Dat is dan vier dagen te laat, want morgen is het uur U voor de vogelopvang. Ik overweeg dus om straks bij het VAO Landbouw- en Visserijraad een motie in te dienen, zodat de Kamer zich er vandaag nog over kan uitspreken. Maar ik hoop dat dat niet nodig is en dat de minister gewoon nu een toezegging kan doen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Zo kan het ook. Dank u wel, meneer Wassenberg. Ik geef nu het woord aan de heer Futselaar namens de SP.

De heer Futselaar (SP):

Dank u, voorzitter. Deze Kamer spreekt periodiek over gevaarlijke honden, hondenbeten en dat soort onderwerpen. Wij worstelen een beetje met dat onderwerp. In het verleden is geprobeerd om misschien iets te doen aan bepaalde gevaarlijke hondenrassen, maar dan komen we tot de conclusie: honden worden niet gevaarlijk geboren, ze worden gevaarlijk gemaakt door slechte eigenaren. Maar in het buitenland gebeuren volgens ons wel dingen die wij nog niet doen. We willen daar toch wat strenger op gaan zitten. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat verantwoord houderschap van een hoogrisicohond oftewel "vechthond" een grote mate van kennis en vaardigheden vergt van de eigenaar;

constaterende dat diverse EU-lidstaten aanvullende eisen stellen aan houders van hoogrisicohonden, zoals een bewijs van goed gedrag of een houdvergunning;

verzoekt de regering om de vereisten voor eigenaren van hoogrisicohonden in andere EU-lidstaten te vergelijken met de Nederlandse regelgeving en daarbij te onderzoeken of het juridisch haalbaar is om cursussen of een verklaring omtrent gedrag (vog) verplicht te stellen voor eigenaren van hoogrisicohonden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Futselaar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1076 (28286).

De heer Futselaar (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Futselaar. Ik geef nu het woord aan de heer Graus namens de PVV.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik heb vier moties. De eerste is medeondertekend door onze huisbioloog, Wassenberg.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering alle noodlijdende dierenopvangcentra in kaart te brengen en in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en betrokken provinciebestuurders een plan van aanpak op te stellen en met structurele oplossingen te komen om het welzijn van noodhulpbehoevende dieren te borgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1077 (28286).

De heer Graus (PVV):

Ook mijn tweede motie is medeondertekend door mijn Limburgse collega Wassenberg.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering gemeenten en provincies die niet voldoen aan de financiële verplichtingen om aan de wettelijk geborgde zorgplicht voor (nood)hulpbehoevende wilde en/of verwilderde dieren te voldoen, te korten op het Gemeentefonds en/of Provinciefonds,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1078 (28286).

De heer Graus (PVV):

Ook mijn derde motie is medeondertekend door de geachte afgevaardigde Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en betrokken provinciebestuurders inzake hun verplichting om aan de zorgplicht voor wilde en/of verwilderde dieren te voldoen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1079 (28286).

Het gaat goed, die samenwerking.

De heer Graus (PVV):

Mijn laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de cascade inzake antibiotica dusdanig aan te passen, te verruimen dat dierenartsen niet worden belemmerd in het voorschrijven en/of toedienen van levensreddende medicatie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1080 (28286).

En deze motie is niet ondertekend door de heer Wassenberg?

De heer Graus (PVV):

Nee, maar hij gaat die wel steunen, al staat zijn naam er niet onder. En ik prijs de heer Wassenberg daarvoor. Hij is van een in de volksmond "linkse" partij en ik van een in de volksmond "rechtse" partij, maar wij kijken beiden naar het dierenleed. Daarin werken wij samen. Dieren, en ook dierenleed en dierenwelzijn, behoren boven iedere vorm van partijpolitiek te staan. Daar prijs ik de heer Wassenberg voor. Daar mogen andere linkse collega's een voorbeeld aan nemen.

Ik wilde voor de rest ook nog iets zeggen over de vogelopvang in Naarden. Ik deel het betoog van onze huisbioloog, onze Kamerbioloog, Wassenberg. Hij is ook iemand met verstand van zaken, in tegenstelling tot vele andere Kamerleden. Het is heel ernstig gesteld. Ik heb ook al de wildopvang in Delft bezocht, samen met mijn collega Vicky Maeijer. Het is heel triest wat er allemaal gebeurt. De vogelopvang in Delft is voor een paar maanden gered door de gemeente Schiedam. Maar er moet echt een structurele oplossing komen. Vandaar onze moties. Want ook dieren in het wild en verwilderde dieren zijn dieren. En, zo zeg ik ook tegen de christelijke partijen: of je nu in de evolutieleer gelooft of in het scheppingsverhaal, de dieren waren er eerder dan de mensen — amen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Graus. Ik ga nu naar de heer Weverling namens de VVD.

De heer Weverling (VVD):

Voorzitter. De VVD heeft dierenwelzijn hoog in het vaandel staan. Een tijd geleden bereikten ons de schokkende beelden van hondenfokkerijen in Oost-Europa waar honden onder zeer slechte omstandigheden gefokt worden. Hierop heb ik vragen gesteld aan de minister. De beantwoording daarvan gaf mij niet direct het idee dat we voldoende aandacht hebben voor dit onderwerp. Daarom de volgende motie, waarmee we kunnen proberen om de aanvoer van illegaal ingevoerde honden hopelijk zo veel mogelijk te stoppen. Daarmee helpen we de dieren in nood en ook de bonafide Nederlandse fokkers.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat elders in de Europese Unie onder miserabele omstandigheden honden gefokt worden en op illegale wijze in Nederland worden ingevoerd;

overwegende dat dit zowel de dieronvriendelijke fokkerijen buiten Nederland in stand houdt maar ook een oneerlijk nadeel oplevert voor consumenten en bonafide Nederlandse fokkers;

overwegende dat er weliswaar wordt gehandhaafd op importvereisten, maar dat het ook noodzakelijk is om het probleem van illegale handel in honden bij de bron aan te pakken;

verzoekt de regering om in overleg te treden met individuele lidstaten over het verbeteren van de handhaving op Europese wettelijke vereisten voor export van honden en het inzichtelijk maken van malafide import- en exportstromen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Weverling. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1081 (28286).

Dank u wel, meneer Weverling. Dan geef ik nu het woord aan de heer De Groot namens D66.

De heer De Groot (D66):

Voorzitter. Ik heb geen moties, maar wel een aantal vragen. We hebben jaarlijks 150.000 bijtincidenten met honden. Een of twee daarvan hebben een fatale afloop; in oktober was het weer zover. Training, kennis, handhaving en proportionele straffen kunnen hierin helpen. In juni hebben we het gehad over het onderzoeken hoe je een landelijk expertisecentrum op zou moeten richten. Er is grote steun voor om dat te gaan doen. Wanneer horen we hoe het daarmee staat? Dat is mijn eerste vraag.

Dan kom ik op de tweede vraag. Eigenaren kunnen sinds vorig jaar een houdverbod krijgen. Dat is terecht, als ze niet goed omgaan met hun dieren. Maar wat blijkt? Als je het houdverbod overtreedt, krijg je alleen maar een boete. Als je die boete vervolgens betaalt, vervalt het houdverbod. Dat is gewoon een maas in de wet. Graag hoor ik van de minister hoe ze deze maas gaat dichten.

Voorzitter. Nederland kent honderdduizenden zwerfkatten. De schattingen lopen uiteen. Hoe gaat de minister mijn motie uitvoeren over het registreren van katten? Want ook die motie is al in februari 2018 aangenomen en het gaat zeer, zeer langzaam.

Tot slot, voorzitter. Er is een motie afgestemd over de dierenwelzijnsteams bij de NVWA. Ik kijk ook even naar de heer Graus, die daar altijd een warm pleitbezorger van is. Wij hebben tegengestemd, omdat we vinden dat de minister de ruimte moet hebben om op een verantwoorde manier de NVWA op orde te brengen. Maar wij hoorden dat op het moment waarop die motie was afgestemd, die teams werden opgeheven, alsof er een soort opluchting was bij het management. Ik weet niet of het waar is, maar dat is niet de manier om met die mensen om te gaan. Die zijn zeer gemotiveerd. We willen de minister de ruimte geven ...

De voorzitter:

Oké. Dank u wel.

De heer De Groot (D66):

... maar doe het op een verantwoorde manier, zeg ik erbij.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Van Kooten-Arissen.

Mevrouw Van Kooten-Arissen (vKA):

Voorzitter, dank u wel. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat veel fokkers van huisdieren in Nederland doorgaans niet geregistreerd staan, wat controle en handhaving onmogelijk maakt;

overwegende dat er eveneens geen beeld is van de herkomst en de risico's van insleep en verspreiding van besmettelijke dierziekten;

verzoekt de regering transparantie te geven over de huisdierenhandel in Nederland door uitvoering te geven aan artikel 3.10 van het Besluit houders van dieren, door een adequaat registratiesysteem op te zetten, op dit artikel te handhaven en de eerste resultaten hiervan samen met de reactie op het evaluatieonderzoek van de Wet dieren naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Kooten-Arissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1082 (28286).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende de gezondheids- en welzijnsproblemen bij veel diersoorten die voortvloeien uit een suboptimale huisvesting en voeding;

verzoekt de regering voorbereidingen te treffen voor het opstellen van wetgeving waarin minimale huisvestingseisen per diersoort worden vastgesteld die tegemoetkomen aan de ethologische en fysiologische behoeften, als bedoeld in artikel 1.6 Besluit houders van dieren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Kooten-Arissen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 1083 (28286).

Dank u wel. Dan kijk ik naar de minister. Een schorsing van twee minuten? Drie minuten, hoor ik. Dat is goed. De laatste motie wordt nog gekopieerd en rondgedeeld.

De vergadering wordt van 10.34 uur tot 10.37 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Schouten:

Even kijken of ik mijn administratie goed op orde heb en of ik alle moties heb, voorzitter. De eerste motie is die op stuk nr. 1075 van de heer Von Martels. Die ga ik ontraden. Zoals hij zelf in het debat al zei, heb ik voldoende aangegeven waarom ik deze maatregel ga treffen. Er is ook al voldoende onderzoek naar gedaan. In de op te stellen regeling wordt ook nog ruimte gemaakt voor uitzonderingen in bijzondere gevallen voor Defensie en politie. Waar het bijzondere gevallen betreft, komt die uitzondering erin. Ik ontraad deze motie dus.

De voorzitter:

Heel kort, meneer Von Martels.

De heer Von Martels (CDA):

Dat de minister en ik het oneens zijn, is duidelijk. Hetzelfde geldt voor de wetenschappelijke onderbouwing. Maar mijn vraag zou zijn welke rol de minister ziet weggelegd voor de Raad voor Dierenaangelegenheden, want die is toch bij uitstek geschikt om ons van adviezen te voorzien?

Minister Schouten:

Er zijn al diverse adviezen en diverse rapporten opgesteld. Dat is de basis geweest waarom ik besloten heb om tot dit verbod over te gaan. Er is niet meer inzicht nodig. We weten het al.

De voorzitter:

Gaat u verder. Meneer Von Martels, het staat u vrij om de motie in stemming te brengen.

De heer Von Martels (CDA):

Dat gaat zeker gebeuren. Mijn vraag richtte zich op de Raad voor Dierenaangelegenheden. Daar heb ik het antwoord op gekregen dat er een wetenschappelijke onderbouwing is, maar de Raad voor Dierenaangelegenheden heeft er niets over gezegd. En dat zou ik zo graag willen zien.

Minister Schouten:

Ja, maar ik ontraad deze motie.

Dan de vraag van de heer Wassenberg. Hij heeft ons een beetje verrast met het feit dat hij geen moties had, maar toen zagen we dat hij alle moties van de heer Graus mede heeft ondertekend. Dat is dus niet helemaal eerlijk. Heel concreet vroeg hij om hulp voor de vogelopvang in Naarden. Ik ben bereid om te bekijken wat daar de situatie is. Ik ken die zo niet uit mijn hoofd, maar ik ben bereid om even met de NVWA te kijken wat daar precies speelt. Dat is heel concreet het antwoord op die vraag. Dan zal de heer Wassenberg waarschijnlijk willen weten wanneer ik daar wat over ga melden.

De heer Wassenberg (PvdD):

Morgen, 13 december, is het uur U. Dan valt het om of niet. De minister kan er wel naar kijken, maar dat is misschien net onvoldoende. Ik wil gewoon weten of de minister alles op alles gaat zetten om te voorkomen dat de opvang omvalt.

Minister Schouten:

Ik ken niet de exacte achtergrond van deze casus. Ik vind het daarom heel ingewikkeld om dat nu al te zeggen. Stel nu dat er iets achter zit waartegen ik echt moet optreden om wat voor reden dan ook. Ik kan dat nu niet overzien. Maar ik zal serieus in overleg gaan met de vogelopvang en de NVWA. Ik zal vandaag vragen of we dat kunnen doen, zodat we daar meer zicht op krijgen. Als het zo is dat we daar wat meer ruimte kunnen bieden, dan proberen we dat. Als er evident iets is waarop ik moet handhaven, dan kan ik het niet zomaar laten lopen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Schouten:

Dan de motie op stuk nr. 1076 van de heer Futselaar over eigenaren van hoogrisicohonden. We kunnen niet bij voorbaat al zeggen dat een ras een hoogrisicohond is; dat was ook de discussie. Als ik de motie zo mag uitleggen dat ik in kaart ga brengen wat er in het buitenland gaande is rondom dit thema, wat voor soort regelingen men daar treft binnen de premisse dat niet elke hond per definitie een hoogrisicohond is, ook al is die van een bepaald ras, dan ben ik bereid de motie uit te voeren. Daarmee wil ik nog niet op de uitkomsten vooruitlopen, dus op de vraag of dat tot cursussen of een vog moet leiden. Als ik de motie zo mag uitleggen, kan ik haar oordeel Kamer geven.

De motie op stuk nr. 1077 van de heer Graus gaat over de wildopvang. Eigenlijk gaan drie van zijn moties daarover, dus ook die op de stukken nrs. 1078 en 1079. Er zit wat gradatie in wat hij precies vraagt. De motie op stuk nr. 1077 vraagt om in samenwerking met VNG en betrokken provinciebestuurders een plan van aanpak op te stellen. Straks komt er een motie die ik oordeel Kamer kan geven, maar deze gaat net iets verder, dus deze ontraad ik. De motie op stuk nr. 1078 gaat over het korten op het Gemeente- en/of Provinciefonds. Dat gaat ook wel heel ver, dus die ontraad ik ook. De motie op stuk nr. 1079 kan ik oordeel Kamer geven. Ik wil het zelfs breder trekken, namelijk dat ik in overleg ga met zowel provincies als gemeenten om te praten over het dierenwelzijn van wilde dieren. Ik zal de Kamer ook informeren over de uitkomst van die gesprekken. Deze motie kan ik dus oordeel Kamer geven.

Dan de motie op stuk nr. 1080 over de cascaderegeling. De cascaderegeling is nu al van toepassing. Die vereist wel een diagnose door een dierenarts. In het licht van het feit dat die regeling nu al van toepassing is, ontraad ik deze motie.

De voorzitter:

Heel kort, meneer Graus.

De heer Graus (PVV):

Zoals altijd, mevrouw de voorzitter. Ik heb een onderzoek van mevrouw De Lorijn, die trouwens achterin de zaal zit. Zij heeft dat samen met cavia-artsen opgesteld. Over cavia's is bijna niks meer geregistreerd. Dierenartsen kunnen voor die diertjes niet eens meer iets inzetten, waardoor die dieren in levensbedreigende situaties terechtkomen. Nu noem ik even de cavia's, waar dit ooit voor is opgesteld. Het kan toch niet zo zijn dat sommige dieren buiten bepaalde registraties vallen en die dieren niet meer geholpen kunnen worden, pijn moeten lijden of moeten sterven?

De voorzitter:

U heeft uw punt gemaakt, meneer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel.

Minister Schouten:

Ja, maar deze motie vraagt echt gewoon heel breed om de cascade inzake de antibiotica aan te passen. Daar moet ik op reageren en daar heb ik mijn antwoord op gegeven.

Dan de motie op stuk nr. 1081. Ik heb al wel gesprekken met sommige lidstaten gehad, op uw verzoek onder anderen ook met de Hongaarse collega, over de import en het fokken van dieren, omdat we niet willen dat het altijd zo gaat. Maar deze motie vraagt echt om met heel veel individuele lidstaten daarover in gesprek te gaan. Dat vind ik wel heel ver gaan. Tegelijkertijd wordt er vanuit de NVWA al specifiek ingezet op illegale import. Deze motie gaat dus wel heel ver, want ik moet dan met allerlei individuele lidstaten het gesprek aangaan. Daarom ontraad ik deze motie, al voer ik het gesprek wel waar het echt pregnant is.

Voorzitter. Ik kom zo nog op de vragen van de heer De Groot. Nu ga ik door met de motie op stuk nr. 1082 van mevrouw Van Kooten over de registratie. Dit wordt al meegenomen bij de evaluatie van de Wet dieren. Zoals de Kamer weet, is die nu ook in gang gezet. Ik zou deze motie dus willen ontraden, omdat dit daar al aan de orde komt. Dat geldt eigenlijk ook voor het punt uit de motie op stuk nr. 1083. Mevrouw Van Kooten-Arissen vraagt daarin om al wetgeving voor te bereiden. Ik zou zeggen: laten we eerst gewoon eens kijken wat er uit de evaluatie van de Wet dieren komt. Daarna kunnen we beslissen wat we daar nog verder mee moeten doen. Ik zou die motie nu dus willen ontraden.

Dan zijn er nog een aantal vragen van de heer De Groot. Ik moet hier even mijn kaartje bij hebben. Ten eerste vraagt hij hoe het nu staat met het landelijke expertisecentrum. De HAS, de Hogere Agrarische School, heeft nog geen definitief rapport opgesteld, maar heeft mij laten weten het rapport eind januari afgerond te hebben. Dan kunnen we daar meer over zeggen.

Dan het houdverbod, de maas in de wet. Het wetsvoorstel wordt nu gewijzigd en in het voorjaar wordt het aan de Raad van State voorgelegd. Daarin wordt dit aspect ook bekeken. Dat kan als een oplossing daarvoor gelden.

En dan de registratie van de zwerfkatten. We zijn nu met vier gemeentes bezig met een pilot over het chippen van katten. We kijken daarbij specifiek hoe we de chipplicht kunnen invullen. Wij kijken nu ook hoe Vlaanderen dat doet. Dat doen we ook naar aanleiding van een aangenomen motie van de Kamer. Dat wordt daar dus bij betrokken.

Dan tot slot een vraag over de dierenwelzijnsteams die per direct gestopt zijn. We hebben dit heel snel proberen te achterhalen. Onze informatie is dat er nog geen formele stappen zijn gezet. Er is ook nog geen advies aan de ondernemingsraad gevraagd. Het is dus niet zo dat die teams per direct zijn opgeheven. Dat is mijn laatste informatie.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het eind van dit VAO gekomen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven