5 Dieren in de veehouderij

Aan de orde is het VAO Dieren in de veehouderij (AO d.d. 11/09).

De voorzitter:

Dan gaan we nu naar het volgende VAO, over dieren in de veehouderij. Ik geef mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren het woord.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Als een nieuwsmedium iets laat zien over hoe het er dagelijks aan toegaat in de veehouderij, is iedereen geschokt. Dat is een beetje gek, want dat gebeurt dus iedere dag. Het wordt burgers en consumenten alleen niet verteld. Het is in een democratie van groot belang dat we transparant zijn over de herkomst van ons voedsel. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister van Landbouw, net als haar voorgangers, het van groot belang acht dat consumenten weten waar hun voedsel vandaan komt;

overwegende dat er een grote kloof bestaat tussen het beeld dat consumenten wordt voorgespiegeld en de realiteit voor de dieren in de veehouderij;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat de volledige werkelijkheid achter vlees, vis, zuivel en eieren bekend wordt bij burgers, onder meer via etikettering van dierlijke producten die duidelijk maakt welk dierenleed er gepaard is gegaan met het betreffende product,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 223 (28973).

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Dan de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er jaarlijks meer dan 30 miljoen dieren sterven in de stallen van de Nederlandse veehouderij: leghennen, hanen, leghenouderdieren, vleeskuikens, vleeskuikenouderdieren, opfokvleeskuikenouderdieren, biggetjes, zeugen, beren, fokvarkens, vleesvarkens, stierkalfjes, vaarskalfjes, melkkoeien, vaarsjes die worden opgefokt voor de melkveehouderij, vleeskalfjes, vleeskoeien, vaarskalfjes, stierkalfjes en pinken voor de rundvleesproductie, fokstieren, lammetjes, melkschapen, schapen, rammen, geitenlammetjes, bokken, melkgeiten, pasgeboren vleeskonijntjes, gespeende vleeskonijnen, konijnenmoederdieren ofwel voedsters, fokrammen, kalkoenen, slachteenden, eendenouderdieren, nertsen, nertsenmoederdieren, nertsenreuen, waterbuffels, struisvogels, damherten en edelherten;

constaterende dat de minister van LNV uitsluitend beleid wil ontwikkelen voor die diersoorten "waar veel discussie over is": kalfjes, biggetjes en geitenlammetjes;

constaterende dat dit beleid slechts bestaat uit het bepalen van "streefcijfers" voor het terugdringen van de sterfte, waarbij die streefcijfers worden gebaseerd op de huidige praktijk;

overwegende dat de Algemene Rekenkamer al jarenlang harde kritiek heeft op het ministerie van LNV vanwege het ontbreken van de meest basale regels voor deugdelijk beleid en van concrete, afrekenbare doelen;

verzoekt de regering de sterftecijfers van alle dieren in de veehouderij centraal te registreren en openbaar te maken;

verzoekt de regering tevens concrete, afrekenbare en ambitieuze doelstellingen te formuleren voor het terugdringen van de sterfte van alle diersoorten in de veehouderij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 224 (28973).

Mevrouw Ouwehand, iedereen heeft twee minuten. U ook.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Ik kan er ook niets aan doen dat er zo veel verschillende dieren in Nederland worden gefokt en gebruikt.

De voorzitter:

Dat begrijp ik, maar dan moet u niet een hele inleiding houden voordat u de motie voorleest. Dan zou ik gelijk met de motie beginnen. Maar dat weet u ook.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Daar heeft u gelijk in. Dank u wel.

De voorzitter:

Oké, dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Geurts namens het CDA.

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, ik zal het gemiddelde van de moties wat naar beneden halen. Daarom wordt er namens mij geen motie ingediend.

De voorzitter:

Heel fijn, dank u wel.

De heer Geurts (CDA):

Wel vraag ik de minister hoe het staat met de uitvoering van onze motie over de mogelijkheden van detectiesystemen in technische ruimten om stallen brandveiliger te maken. De vraag die ik daarbij heb, is: worden de uitkomsten van de gesprekken en de mogelijke ondersteuning van boeren meegenomen in de Voorjaarsnota?

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Geurts. Dan geef ik nu het woord aan de heer Futselaar namens de SP.

De heer Futselaar (SP):

Dank u wel, voorzitter. Mijn eerste motie betreft stalbranden. Ik zal geen uitputtende lijst oplezen van alle dieren die daarbij kunnen omkomen, maar het zijn er veel.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat over 2019 opnieuw een dramatische reeks van stalbranden heeft plaatsgevonden;

overwegende dat veehouderijen, beleidsmakers, veiligheidsdiensten, dierenwelzijnsorganisaties en verzekeraars in het Actieplan Brandveilige Veestallen 2018-2022 maatregelen hebben voorgesteld om branden zo veel mogelijk tegen te gaan;

overwegende dat de kalverhouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij vijfjaarlijkse (agro-)elektrakeuringen hebben opgenomen in hun private kwaliteitssystemen;

opmerkend dat technische mankementen nog steeds een belangrijke veroorzaker vormen voor het ontstaan van stalbranden;

verzoekt de regering om voor alle bestaande en nieuwe stallen normen in te stellen die borgen dat technische ruimtes in veehouderijen brandwerend en veilig zijn en tevens tweejaarlijkse inspecties van elektrische installaties bij veehouderijen verplicht te stellen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Futselaar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 225 (28973).

De heer Futselaar (SP):

Dank u wel, voorzitter. Dan de tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de vraag naar vlees uit de vleeskalversector voor de Nederlandse markt beperkt is en het overgrote deel van deze vorm van vleesproductie is bestemd voor de export;

overwegende dat de vleeskalversector kampt met dierenwelzijnsproblematiek, zoals hoge sterftepercentages bij jonge dieren, bloedarmoede, een groot antibioticaverbruik, luchtwegproblemen en lange transporttijden;

constaterende dat de vleeskalversector in tegenstelling tot de melkveehouderij niet is onderworpen aan het stelsel van dierrechten en fosfaatrechten, terwijl het aantal vleeskalveren in Nederland jaarlijks toeneemt;

verzoekt de regering om de uitzondering voor het stelsel van dier- en fosfaatrechten voor de vleeskalversector los te laten en de rechten en plichten voor deze sector gelijk te stellen aan de melkveehouderij,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Futselaar. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 226 (28973).

De heer Futselaar (SP):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

De heer Graus heeft nu het woord namens de PVV.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken of er naast een paardenpaspoort een eigendomsakte kan worden ingevoerd om diefstal te bemoeilijken en illegale handel in paarden, fraude en torenhoge boetes aan onwetende pension- en/of staleigenaren te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Graus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 227 (28973).

De heer Graus (PVV):

Ik heb dit eerder ook al een keer gevraagd. Als je ziet hoe een auto, een ding van staal, wordt beschermd en bezeten door mensen en hoe de eigenaar te achterhalen is, dan is het best raar dat met een paard maar alles kan worden gedaan. Een paard is een levend wezentje met intrinsieke waarde. Een paard is meer hypersensitief dan wij allemaal bij elkaar. Ik vind dat echt te gek voor woorden.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering tot permanente controles op, handhaving op en zware bestraffing van paardenmishandeling op paardenmarkten middels de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit-dierenartsen, ondersteund door de dierenpolitie om agressie en intimidatie te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Wassenberg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 228 (28973).

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Ik wil het volgende hierbij aanhalen; ik heb dat ook bij de begrotingsbehandeling gedaan. Onlangs is een dierenarts van de NVWA tegen de vlakte geslagen en een kantoortje in gedwongen met een wild dier erbij. Het is echt te gek voor woorden wat daar is gebeurd, terwijl ik al jaren voor dat incident ... Er gebeuren meerdere incidenten. Dit heeft toevallig de media gehaald en ons bereikt, maar er gebeuren meerdere incidenten met intimidaties, bedreigingen en agressie. Mensen die zo met dieren omgaan, kunnen onmogelijk heel goed met mensen omgaan. Dat is onmogelijk. Zo'n dierenarts moet worden beschermd. Daar zitten nogal veel vrouwen bij. Die worden vaak door bomen van kerels ... Die vrouwen moeten worden beschermd door een dierenpolitieman of -vrouw die met hen meegaat. Dat zijn niet de eersten de besten. Zij hebben een wapenstok, pepperspray en dadelijk een taser. Die kunnen iemand meteen bij zijn veter pakken en in de cel gooien. Dat moet gebeuren. Die dierenartsen van ons moeten worden beschermd. Nu kunnen ze vaak niets, omdat ze niet durven.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel.

De voorzitter:

Tot slot geef ik het woord aan de heer De Groot namens D66. Sorry, meneer Kerstens, u staat niet op mijn lijst. Wilt u iets zeggen? Ja, dat klopt. Wilt u namens de heer Moorlag spreken? Prima. Dat had u kunnen melden, maar u krijgt het woord. Het staat hier niet, dus dan sla ik u automatisch over. De heer Kerstens namens de PvdA.

De heer Kerstens (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik vervang vandaag inderdaad collega Moorlag, die verhinderd is. Ik heb één motie bij me, die als volgt luidt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de EU-regelgeving voor het welzijn van dieren bij het doden bepaalt dat dieren onnodig leed en lijden moet worden bespaard, en dat de kopslag bij biggen niet als routinemethode mag worden toegepast;

verzoekt de regering te bevorderen dat vanuit het oogpunt van dierenwelzijn de best beschikbare, legale technieken als routinemethode op bedrijven worden gebruikt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kerstens en Moorlag. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 229 (28973).

Dank u wel. Tot slot geef ik het woord aan de heer De Groot, namens D66.

De heer De Groot (D66):

Voorzitter. Aankomend jaar vindt de evaluatie van de Wet dieren plaats. Er is een nieuwe definitie van dierenwelzijn, ontwikkeld door de Universiteit Utrecht. Die komt erop neer dat een dier in goede staat van welzijn is als het zich actief kan aanpassen aan de omgeving en daarbij een toestand kan bereiken die het als positief ervaart. Dat is een heel interessante definitie. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de evaluatie van de Wet dieren aankomend jaar plaatsvindt;

overwegende dat de huidige definitie van de intrinsieke waarde van een dier negatief is opgesteld;

verzoekt de regering om de positieve definitie van dierenwelzijn, zoals geformuleerd door de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, in de beleidsreactie op de evaluatie van de Wet dieren mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 230 (28973).

Een korte vraag, mevrouw Ouwehand. De vraag gaat over de motie, neem ik aan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, voorzitter. Ik ben benieuwd wat D66 met deze motie wil bereiken. Een goede definitie van dierenwelzijn staat al in de beleidsstukken. Al meer dan 50 jaar zijn dat de vijf vrijheden van Brambell: vrij van onder meer stress, ongerief, honger en dorst. Als de Partij voor de Dieren vraagt om dat dan ook te borgen, stemt D66 tegen. Is dit dus een motie voor de bühne, of gaat D66 ook echt zorgen dat die welzijnscriteria door de minister worden nageleefd?

De heer De Groot (D66):

Het is een motie waarin de minister gevraagd wordt om in de evaluatie van de Wet dieren hier eens over na te denken, omdat het ons is opgevallen dat de huidige definitie negatief is. Mevrouw Ouwehand zegt het al: vrij van honger, dorst, enzovoorts. Die definitie is heel erg gericht op de economische aspecten en minder op het dier zelf. Wij vinden het interessant om van de minister te horen of wij niet naar een andere manier van dierenwelzijn kunnen gaan kijken.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Maar wat hebben dieren aan een definitiediscussie als de meest basale dingen die wij al hadden beloofd aan dieren niet worden nagekomen?

De heer De Groot (D66):

Het begint met een goede definitie. De huidige definitie heeft tot weinig geleid.

De voorzitter:

Gaat u verder.

De heer De Groot (D66):

Maar ik wil ook de Partij voor de Dieren uitnodigen om vooral een open blik te houden, ook op het gebied van dierenwelzijn.

Over de evaluatie van de Wet dieren dien ik nog een tweede motie in. Die motie luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de evaluatie van de Wet dieren aankomend jaar plaatsvindt;

constaterende dat tot op heden het artikel 1.4 "zorgplicht" ontbreekt in de Wet dieren;

constaterende dat in 2011 door de toenmalige staatssecretaris werd toegezegd om de zorgplicht tijdelijk uit de Wet dieren te laten totdat de toegezegde uitwerking van het toetsingskader voor het artikel klaar zou zijn;

verzoekt de regering om in de evaluatie uiteen te zetten waarom het artikel "zorgplicht" in de Wet dieren ontbreekt en welke effecten dit heeft op toezicht, handhaving en de wet- en regelgeving rondom dierenwelzijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 231 (28973).

De heer De Groot (D66):

Tot slot een motie over dierenwelzijn in de transitie naar kringlooplandbouw.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat dierenwelzijn een integraal onderdeel is van een transitie naar kringlooplandbouw;

overwegende dat er diverse marktinitiatieven zijn waarin dierenwelzijn wordt verbeterd en dat dit navolging verdient;

overwegende dat het verdienmodel van boeren gediend is bij toenemende marktdifferentiatie;

overwegende dat dierenwelzijnsconcepten hieraan een forse bijdrage kunnen leveren;

verzoekt de regering met marktpartijen te bespreken om met een voorstel te komen hoe de marktkansen voor dierenwelzijn verbeterd kunnen worden als onderdeel van de transitie naar kringlooplandbouw, en de Kamer daarover voor de zomer 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Groot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 232 (28973).

Ik geef de minister de gelegenheid om even haar reactie op de moties voor te bereiden. Over drie minuten gaan wij verder.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik heropen de vergadering en geef de minister het woord.

Minister Schouten:

Voorzitter. De eerste motie van mevrouw Ouwehand gaat over de etikettering over dierenwelzijn. Er zijn natuurlijk al etiketten die ook een inzicht geven in het dierenwelzijn. We kennen het Beter Leven keurmerk. Dat is overigens allemaal labeling en etikettering vanuit private initiatieven. Dat geldt ook voor andere zaken. PlanetProof is er bijvoorbeeld ook een. Het is niet zo dat de regering dat nu allemaal zelf gaat overnemen, dus ik ontraad deze motie.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Maar mensen hebben dus geen idee dat de varkens die met een Beter Leven keurmerk zijn grootgebracht in Nederland in die CO2-gaskamers terechtkomen die we bij Zondag met Lubach hebben gezien. Ik weet het, de minister weet het, maar de mensen in de winkel weten het niet. Dat vraagt deze motie. Ik snap niet dat de minister daar niet op ingaat, want ze zegt zelf dat het belangrijk is dat mensen weten wat de herkomst is van hun voedsel, wat erachter zit. Dan moet je ook alles eerlijk vertellen en niet met een susterm, "beter leven", de opspelende bewustwording weer de kop indrukken.

Minister Schouten:

Het zijn private labels die zelf communiceren wat het betekent, waar het voor staat. Op die manier kan de consument zichzelf er van vergewissen wat er nou eigenlijk achter zit, waar die labels voor staan en wat het betekent. De overheid gaat hier geen taak overnemen van private partijen.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Realiseert de minister zich dat ze hiermee het belang van transparantie en ervoor zorgen dat mensen echt weten wat er achter dierlijke producten zit overlaat aan organisaties als Animal Rights? Realiseert ze zich dat?

Minister Schouten:

Bij Beter Leven zit bijvoorbeeld de Dierenbescherming. Dat zijn dierenorganisaties die betrokken zijn bij de etikettering.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Schouten:

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 224. Daarin wordt verzocht om de sterftecijfers van alle dieren in de veehouderij centraal te registreren en openbaar te maken. De veehouders zijn op bedrijfsniveau verplicht om sterftecijfers bij te houden. We zijn nu ook met de pluimveesector en de konijnensector in overleg over centrale registratie. Het is niet zo dat streefcijfers vastleggen op zich er al voor zorgt dat er een oplossing komt. We zijn daarom ook juist bezig om te kijken hoe we de oorzaken weg kunnen nemen. Dat is het belangrijkste. Om voor alle diercategorieën alle zaken te gaan regelen, ben ik niet van plan. Ik ontraad deze motie dus.

De voorzitter:

Heel kort, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik wil de minister het volgende voorhouden. Men besluit dieren te fokken, te gebruiken en te doden. Deze minister is verantwoordelijk voor dierenwelzijn. Ze moet minstens zelf geïnteresseerd zijn in hoe het dan gaat met die dieren. Als ze dat allemaal bureaucratische rompslomp vindt, dan heb ik één oplossing voor haar: hou dan op met het fokken, gebruiken en doden van dieren. Dan hoef je niks te registreren. Dan zijn er geen welzijnsproblemen en hebben we een plantaardige samenleving die een stuk beter is voor iedereen.

De voorzitter:

Gaat u verder.

Minister Schouten:

Dan kom ik bij de vraag van het CDA over de stand van zaken met betrekking tot de motie over detectiesystemen. Het onderzoek loopt. Dat wordt waarschijnlijk zeer binnenkort afgerond. Dan wordt het ook besproken met alle partners van het actieplan. De heer Geurts loopt al vooruit door te zeggen dat ik claims moet gaan indienen bij de Voorjaarsnota. Zo gaat het meestal niet. We gaan eerst eens kijken wat er uit het rapport komt en uit de gesprekken met de partners.

De heer Geurts (CDA):

Daar ligt ook juist mijn zorg. In de motie ging het over de begroting voor 2020. Die hebben we al gehad. Dat is niet gelukt. Dan is de Voorjaarsnota de eerstvolgende mogelijkheid. Ik zet met deze vraag dus wat druk op de minister om dat gewoon te regelen.

Minister Schouten:

Bij de Voorjaarsnota moeten we altijd in z'n totaliteit bekijken wat de vragen en wensen en dergelijke zijn. De minister van Financiën vindt daar ook nog altijd wel wat van. Misschien kan de heer Geurts daar nog wat bewerkstelligen. Dat zou niet verkeerd zijn. Ik begrijp wat hij zegt. Laat ons even de stappen doorlopen ten aanzien van dat rapport en de gesprekken.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 226, over dier- en fosfaatrechten.

De voorzitter:

Nee, de motie op stuk nr. 225 van de heer Futselaar.

Minister Schouten:

O, sorry. Excuus. Dan mis ik er een in mijn pakketje. Ik mis de motie op stuk nr. 225 in mijn rijtje.

De voorzitter:

Oké, dan is er iets misgegaan. Kijk, de heer Futselaar brengt de motie zelf langs.

Minister Schouten:

Ja. "Verzoekt de regering voor alle bestaande en nieuwe stallen normen in te stellen die borgen dat technische ruimtes brandwerend zijn". Er wordt ook gevraagd om tweejaarlijkse inspecties. We hebben natuurlijk het Actieplan brandveilige veestallen, waaraan deze motie ook refereert. Daarin zijn zaken genoemd om te zorgen dat de technische kwaliteit geborgd wordt. We hebben ook de periodieke controles. Zoals gezegd in reactie op de heer Geurts, is het onderzoek naar de praktisch toepasbare detectiesystemen bijna afgerond. De verzekeraars zijn ook echt aan het kijken wat zij nog kunnen doen en welke eisen zij nog gaan stellen, bijvoorbeeld bij de grote veehouderijen. In dat licht ontraad ik deze motie.

De motie op stuk nr. 226 vraagt om dier- en fosfaatrechten voor de vleeskalversector. De kalverhouders hadden tot 2006 mestproductierechten. Die zijn toen afgeschaft. Zoals ik tijdens het debat al heb gezegd, houden we de ontwikkeling in de categorie overig goed in de gaten. In die categorie zitten onder andere de vleeskalveren. Overigens heeft de sector zelf in het sectorplan aangegeven dat men kijkt naar minder import van dieren. Daarmee zouden er dus ook minder naar Nederland komen. We houden het in de gaten, maar ik vind het nu te vroeg en ik ontraad deze motie.

Dan de motie op stuk nr. 227 van de heer Graus. Hij vraagt om een eigendomsakte om diefstal van paarden te bemoeilijken. Overigens is het paardenpaspoort vooral bedoeld voor de voedselveiligheid en niet in het kader van de eigendomsakte. Maar het is een heel vergaande maatregel om dit in te voeren. We zien ook niet dat paardendiefstal enorm aan het toenemen is en een groot probleem vormt. Daarom wil ik deze motie dus ontraden.

De voorzitter:

Ik zou ook de volgende motie van de heer Graus even beoordelen. Dan krijgt de heer Graus de gelegenheid om er iets over te zeggen.

Minister Schouten:

De volgende motie, de motie op stuk nr. 228, gaat over een thema, geweld tegen overheidsdienaren, waarvan bekend mag zijn hoe ik ertegen aankijk. Ik vind het echt totaal onacceptabel. Dat wil ik benadrukken. De heer Graus en de heer Wassenberg vragen om permanente zwaardere straffen en permanente controles. De zwaarte van de straffen ligt echt op het terrein van mijn collega van JenV. We zijn echt aan het kijken wat er voor de NVWA-dierenartsen nodig is om zich veilig te voelen, maar de vraag is of dat permanente controle moet zijn. Dat gaat ook weer heel ver. Wij controleren gewoon ook op de paardenmarkten, maar het is wel weer heel zwaar om dat nou echt allemaal permanent te gaan maken.

De voorzitter:

Oordeel?

Minister Schouten:

Ontraden.

De heer Graus (PVV):

Even over mijn vorige motie over de eigendomsakte. Punt één, de minister zegt dat dat een zware maatregel is. Maar ik vraag om het te onderzoeken. Dat komt omdat hierover, onder andere vanuit de dierenpolitie en van mensen van de NVWA zelf, vragen komen. Heel vaak valt namelijk een eigenaar niet te achterhalen. Dat bleek ook onlangs op een paardenmarkt. Ik ben zelf ook weleens geïnfiltreerd op een paardenmarkt. Die wijst naar die, en die wijst naar die. Op een gegeven moment blijven er paarden achter, en dan weet niemand meer van wie ze zijn. Dat kan gewoon niet. Het kan echt niet. Het zijn levende dieren. Mogelijk kan de minister het onderzoeken. Dat is wat ik vraag. Het tweede verhaal: als je ziet wat er alleen al de afgelopen maanden op paardenmarkten is gebeurd, moet je zeggen dat het gewoon hemelschreiend is. Het is echt zeer ernstig. Ook daar worden mensen geïntimideerd. Ik ben zelf een keer met een cameraploeg op een paardenmarkt in het zuiden geweest, en ik werd daar ook bedreigd en geïntimideerd. Ik ging gewoon kijken! De mensen die dat doen, zijn gewoon zieke idioten. Ze zijn agressief, ze zijn dominant, ze intimideren, en dat kan gewoon niet.

De voorzitter:

Helder, meneer Graus

De heer Graus (PVV):

We moeten toch een keer onze mensen gaan beschermen?

Minister Schouten:

We moeten zeker zorgen dat onze mensen veilig hun werk kunnen doen, maar de vraag is of dat op deze manier moet. Het is niet de enige manier, zeg ik maar. Daarom ontraad ik deze motie.

Dan de motie op stuk nr. 229 van de heer Kerstens, mede namens de heer Moorlag. We hebben in de wet beschreven welke dodingsmethoden zijn toegestaan. De kopslag bij biggen is alleen toegestaan als er geen andere methode voor handen is, maar ik lees wel goed wat hier gevraagd wordt. "Dit is een middel dat je eigenlijk niet wil inzetten. Kan dat bevorderd worden? Kunnen we bijvoorbeeld vragen dat er meer aandacht voor is dat we echt naar andere methoden moeten kijken? Want ook al is het een toegestane methode, het is nou niet de ideale methode." Als ik de motie zo mag uitleggen, dan wil ik ernaar kijken hoe ik daar handen en voeten aan kan geven en geef ik haar oordeel Kamer.

Dan de motie op stuk nr. 230 van de heer De Groot over de definitie. Hij vraagt om in de beleidsreactie op de evaluatie daarop in te gaan. De evaluatie vindt natuurlijk plaats op basis van de definitie die nu in de wet staat. Ik moet evalueren wat daar staat, dus we gaan dan uit van de oude definitie. Hij vraagt om in de beleidsreactie op de evaluatie die andere definitie daar nog eens naast te leggen. Ik kan dat doen om te kijken wat de verschillen zijn. Dan zou ik de motie oordeel Kamer kunnen geven.

De motie op stuk nr. 231 van de heer De Groot verzoekt om in de evaluatie uiteen te zetten waarom het artikel zorgplicht in de Wet Dieren ontbreekt. De wet wordt geëvalueerd op doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Ik kan in de beleidsreactie aangeven waarom dat artikel er niet in zit en ook ... Ik kan daarnaar kijken in de evaluatie; dat is op zichzelf wel mogelijk. Daar zal ik een paragraaf aan wijden, dus in die zin kan de motie oordeel Kamer krijgen.

De laatste motie, op stuk nr. 232, van de heer De Groot verzoekt met marktpartijen te bespreken hoe de marktkansen voor dierenwelzijn verbeterd kunnen worden, daarover afspraken te maken en met een voorstel te komen. Het is inderdaad aan marktpartijen, zoals net ook al even aan de orde was, om te bepalen hoe zij hier handen en voeten aan geven. We zijn bezig, ook in het kader van de visie, om de gesprekken te voeren over hoe de afzetkanalen voor duurzame dierlijke producten verbeterd kunnen worden. Ik heb dat in mijn brief van 4 september al gemeld. Ik wil in dat kader wel vragen of er een voorstel kan komen, dus ik kan de motie oordeel Kamer laten.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, gaat u een motie aanhouden of intrekken?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik heb een vraag over de motie waar de minister zojuist op reageerde. Als zij in gesprek gaat met marktpartijen, gaat zij dat dan ook doen met al die marktpartijen in de landen waar Nederland naar exporteert?

Minister Schouten:

Wij hebben in de brief van 4 september aangegeven hoe we meer duurzame dierlijke producten in het schap en op de menukaart kunnen krijgen. Daar zijn we nu ook al mee bezig. De heer De Groot geeft daar een concrete invulling aan: kun je dan met een voorstel komen? Daar zitten hele diverse partijen aan tafel.

De voorzitter:

Dank u wel. Nee, mevrouw Ouwehand. Dit is een motie van de heer De Groot. U kunt voor- of tegenstemmen, maar we gaan niet naar aanleiding van de motie allerlei ... Nee, dat ga ik echt niet doen. Het spijt me. Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zullen we volgende week dinsdag stemmen. Ik schors nu de vergadering voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven