12 Armoede- en schuldenbeleid

Aan de orde is het VAO Armoede- en schuldenbeleid (AO d.d. 14/02).

De voorzitter:

Aan de orde is het VAO Armoede- en schuldenbeleid. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Fijn dat u bij ons bent. We hebben tien deelnemers aan dit VAO, van wie er negen iets gaan zeggen. De eerste is de heer Raemakers van de fractie van D66. Het woord is aan hem en hij heeft, zoals iedereen, twee minuten spreektijd.

De heer Raemakers (D66):

Voorzitter. Dank u wel. Ik heb twee moties. De eerste motie is van D66 samen met het CDA.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid als schuldeiser een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om onnodige vergroting van schulden tegen te gaan;

constaterende dat in het regeerakkoord afgesproken is dat de stapeling van boetes wegens te laat betalen gemaximeerd wordt;

overwegende dat de Nationale ombudsman vaststelt dat aanmaningskosten nergens zo hoog zijn als bij Wahv-boetes en deze kunnen oplopen tot 300% van het oorspronkelijke boetebedrag;

overwegende dat uit onderzoek blijkt dat in ruim acht op de tien gevallen een tweede verhoging van Wahv-boetes niet alsnog tot betaling heeft geleid;

verzoekt de regering in samenwerking met gemeenten en het CJIB een "noodstopprocedure" in te voeren die de verhoging van Wahv-boetes voor mensen die deze door schulden niet kunnen betalen, tijdelijk stopzet, en waarbij gelijktijdig de schuldhulpverlening wordt opgestart;

verzoekt de regering tevens om de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Raemakers en Peters. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 469 (24515).

De heer Raemakers (D66):

Voorzitter. Een tweede motie is van D66 samen met de ChristenUnie.

De voorzitter:

Nee, dat kan niet, want fracties dienen geen moties in.

De heer Raemakers (D66):

Oké. Dan is die van mij en de heer Bruins.

De voorzitter:

U leert snel.

De heer Raemakers (D66):

Dank u wel, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in het regeerakkoord in het kader van de brede schuldenaanpak is overeengekomen dat excessen in de kredietverlening ook worden aangepakt;

overwegende dat de AFM constateert dat het voor consumenten niet gemakkelijk is om de totale kosten van een krediet te overzien;

overwegende dat de AFM stelt dat de inrichting van de keuzeomgeving leenbeslissingen van consumenten beïnvloedt;

overwegende dat bij circa een derde van de online aangegane verzendhuiskredieten een achterstand staat geregistreerd en dat dit vaak leidt tot incasso door een incassobureau;

verzoekt de regering om in samenspraak met de betrokken partijen te komen tot aanpassingen van leenomgevingen bij verzendhuiskredieten, en daarbij de opties te bezien dat alle totale kosten van af te sluiten krediet transparant staan vermeld en krediet niet als standaard- of voorkeursoptie wordt aangeboden;

verzoekt de regering voorts de Kamer hierover voor het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Raemakers en Bruins. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 470 (24515).

Dank u wel. Dan is het woord aan de heer Jasper van Dijk van de fractie van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik kan u meedelen dat ik zojuist een motie naar de papierversnipperaar heb verwezen ...

De voorzitter:

Heel goed.

De heer Jasper van Dijk (SP):

... omdat de VVD al met een vergelijkbaar voorstel gaat komen rondom schuldhulpverlening.

De voorzitter:

Dat waarderen wij altijd erg.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Noteert u dat vooral!

De voorzitter:

Een puntje erbij voor de heer Van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Kijk! Daar was het mij allemaal om te doen, dames en heren.

De voorzitter:

Het telt mee voor uw meirapport.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Ik heb de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het aantal werkenden in armoede onveranderd hoog is;

verzoekt de regering een reductiedoelstelling vast te stellen en beleid op te stellen om de armoede onder werkenden te bestrijden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 471 (24515).

De heer Jasper van Dijk (SP):

Dan mijn tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat maar liefst €40 aan incassokosten gerekend mag worden voor een niet op tijd betaalde rekening van één of enkele euro's;

overwegende dat in het regeerakkoord is afgesproken dat bezien wordt of dit minimumbedrag aan incassokosten omlaag kan;

verzoekt de regering een voorstel te doen dat recht doet aan het regeerakkoord,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 472 (24515).

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Tot slot heb ik nog een minuut en zes seconden voor het stellen van een vraag. Daar maak ik graag gebruik van. We hebben gisteren op het Plein maar liefst 100 alleenstaande moeders mogen verwelkomen die aandacht vroegen voor hun situatie. Zij leven vaak in armoede. Het ging overigens om alleenstaande ouders, zeg ik als woordvoerder emancipatie. Zij streden bijvoorbeeld voor een verhoging van het minimumloon, voor betere kinderopvang, voor goede alimentatieregelingen. Ik heb de petitie zelf helaas niet bij me, maar er stonden acht glasheldere eisen in. Ik kan beloven om de staatssecretaris die petitie te doen toekomen, als zij me wil toezeggen om te reageren op die petitie. Het waren zeer bevlogen dames en zij hebben recht op een goede reactie van het kabinet.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Renkema van de fractie van GroenLinks.

De heer Renkema (GroenLinks):

Voorzitter. We kijken terug op een overleg met maar liefst drie bewindspersonen. Dat was ook nodig, want dat overleg ging voor een heel belangrijk deel over de rol van de overheid bij zowel het ontstaan als het oplossen van schuldenproblematiek bij burgers. Tijdens het overleg hebben we het gehad over de nog steeds gebrekkige samenwerking tussen de verschillende overheidsdiensten, over de beslagvrije voet, over boetebeleid, over een digitaal beslagregister. Het wordt misschien wel tijd voor één rijksincassodienst.

Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat al in 2016 in de Rijksincassovisie het voornemen is uitgesproken om alle gerechtsdeurwaarderstrajecten van de rijksoverheid via het CJIB te laten lopen;

constaterende dat nog steeds niet alle overheidsorganisaties hierop aangesloten zijn;

verzoekt de regering actief te sturen op snelle aansluiting van alle overheidsorganisaties, inclusief de Belastingdienst, en de Kamer te informeren over de gewenste streefdatum,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Renkema, Gijs van Dijk en Van Brenk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 473 (24515).

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter. Ik wil dit moment gebruiken voor een nieuw punt, waarvan ik hoop dat de staatssecretaris de moeite wil nemen om dat op te pakken en bij de gemeente onder de aandacht te brengen.

Ik wil de staatssecretaris een motie overhandigen die komt uit de gemeente Hardenberg en die daar is aangenomen met grote steun. Het initiatief komt van ons raadslid van 50PLUS, die in de winkelstraat een oudere man een grote plastic tas met afval zag weggooien. Die man zag hem kijken en vertelde dat hij dat afval wel moest weggooien in die prullenbak bij de winkels, omdat hij anders de afvalkosten, die per kilo gaan, niet kon betalen. Hij vertelde dat hij heel veel afval had vanwege zijn incontinentie. In de gemeente Hardenberg hebben ze geen tegemoetkomingsregeling voor minima op dit punt.

Mensen die vanwege hun ziekte, handicap of ouderdom gebruik moeten maken van incontinentiemateriaal, stomamateriaal, dialysemateriaal komen voor extra kosten te staan. Dit onvermijdbaar medisch afval kan er qua kosten flink inhakken en zeker voor mensen met een laag inkomen. Kan de staatssecretaris misschien iets betekenen voor deze groep en wil zij dit bespreken met de VNG?

Voorzitter. Ik zou ook nog willen vragen of de staatssecretaris nog iets heeft kunnen doen met ons eerdere verzoek, dat zij zou bespreken met haar collega van VWS, over de groep AOW'ers die aangewezen zijn op een woonzorginstelling en die alleen van AOW moeten leven. Misschien kan zij vertellen wanneer ik daar ongeveer een reactie op kan verwachten.

Dit is de motie uit Hardenberg, voorzitter.

De voorzitter:

Ik vraag even aan een bode om die in ontvangst te nemen. De motie maakt onderdeel uit van de beraadslaging. We zullen zorgen dat die bij de staatssecretaris terechtkomt.

Dan de heer Gijs van Dijk van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Voorzitter. We lezen in de krant en we horen overal dat het verschrikkelijk goed gaat met Nederland. Dat is natuurlijk ook hartstikke mooi. De economie draait goed, maar nog steeds leven heel veel mensen wel in armoede. Dat is een gekke tegenstelling. Daar willen we heel snel flink wat aan doen.

Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat nog steeds één op de negen kinderen in armoede leeft;

overwegende dat deze regering bovenop de 100 miljoen extra structureel, nog eens 80 miljoen euro voor de komende jaren heeft uitgetrokken voor de bestrijding van schulden en armoede onder kinderen;

van mening dat ieder kind zeker moet zijn van een toekomst met gelijke kansen;

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat 11% van de gemeenten in 2017 geen kindvoorzieningen in natura heeft aangeboden;

constaterende dat de Kinderombudsman pleit voor een minimumaanbod van kindvoorzieningen in alle gemeenten;

verzoekt de regering met gemeenten aan de slag te gaan en ervoor te zorgen dat in de toekomst iedere gemeente voorzieningen in natura aanbiedt voor kinderen in armoede,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gijs van Dijk en Raemakers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 474 (24515).

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Veel mensen leven in armoede, maar ook heel veel mensen kampen met schulden. Dat verlamt je op alle mogelijke manieren. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het doorverkopen van schulden vaak niet in het belang is van degene met de schuld;

overwegende dat mensen met schulden hierdoor nog dieper in de problemen kunnen komen;

spreekt uit dat schulddoorverkoop onwenselijk is wanneer dit mensen met schulden nog dieper in de problemen brengt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Gijs van Dijk. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 475 (24515).

Dank u wel. Dan de heer Kuzu van de fractie van DENK.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Een drietal moties van mijn zijde.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 1,4 miljoen huishoudens problematische schulden hebben en 250.000 huishoudens onder bewind staan;

overwegende dat de vier grote steden hebben opgeroepen mensen met een lager inkomen een buffer te laten opbouwen in de vorm van spaargeld, zodat zij niet gelijk in de schulden komen bij de minste of geringste financiële tegenvaller;

overwegende dat de strenge vermogenstoets de vorming van een buffer voor een groot deel in de weg zit;

verzoekt de regering te bezien of en hoe mensen met een lager inkomen een buffer kunnen opbouwen en te bezien of en hoe de vermogenstoets hiertoe kan worden verruimd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 476 (24515).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er in 2006 een stelsel van inkomensafhankelijke toeslagen in het leven is geroepen;

overwegende dat dit stelsel leidt tot grote terugvorderingen, die vaak jaren later nog plaatsvinden, doordat de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst niet altijd over de juiste gegevens beschikt;

overwegende dat dit een grote ergernis is voor miljoenen Nederlanders en dit steeds weer leidt tot nieuwe schulden;

overwegende dat het beter zou zijn als de toeslagen zouden worden verrekend met de zorgverzekeraars, woningcorporaties en kinderopvanginstellingen;

verzoekt de regering te bezien of en hoe de burger kan worden ontzorgd door de toeslagen rechtstreeks naar de beoogde eindbegunstigde over te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 477 (24515).

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. De laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de overheid zelf boetes verhoogt met extra boetes als niet tijdig wordt betaald;

overwegende dat hierdoor schuldenproblematiek vaak wordt verergerd in plaats van opgelost;

overwegende dat belonen meestal beter werkt dan straffen;

verzoekt de regering om te bezien of er bij verkeersboetes voortaan gewerkt kan worden met beloningen in de vorm van kortingen, en niet meer met schuldverhogende extra boetes,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 478 (24515).

De heer Kuzu (DENK):

Dank u vriendelijk, voorzitter.

De voorzitter:

U ook bedankt. Dan is het woord aan de heer Bruins van de fractie van de ChristenUnie.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording bij het debat dat we gehad hebben. We hebben in dat debat onder andere geconstateerd dat de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet een aanzienlijke vertraging heeft opgelopen. We betreuren dat als ChristenUnie zeer. Ik wilde vandaag nog vragen of de staatssecretaris kan bevestigen dat de vertraging louter uitvoeringstechnisch is. Kunnen we in de brief die binnenkort gaat komen, dan ook lezen dat bij dwangverrekening van toeslagen en periodieke inkomsten de beslagvrije voet vooraf toegepast kan worden en dat dit zo spoedig mogelijk zal ingaan? Zo ja, wanneer dan? Er zou wellicht naar gestreefd kunnen worden om dat met ingang van volgend jaar in te laten gaan. Graag nog die verduidelijking.

Dan heb ik één motie. Die gaat over de evaluatie van de zogeheten Klijnsmagelden. Die zijn eerder geëvalueerd. Toen werd er gezegd: ze komen nog niet allemaal op de goede plek; er zijn opstartproblemen. Ik denk dat er inmiddels genoeg tijd overheen is gegaan om gemeenten de kans te geven die gelden goed te besteden. Daarom zou ik graag, sneller dan nu gepland, een volgende tussenevaluatie willen zien. Vandaar deze motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit de eerste evaluatie van de bestuurlijke afspraken tussen SZW en VNG over kinderen in armoede blijkt dat gemeenten de doelmatigheid van het beleid niet goed in kaart hebben;

constaterende dat de betreffende evaluatie zich alleen richtte op 2017 en het vooralsnog verder onvoldoende inzichtelijk is wat het bereik en de impact is van het gevoerde beleid aangaande de bestrijding van armoede onder kinderen;

overwegende dat de eindevaluatie pas in 2021 zal volgen, terwijl het mogelijk wenselijk is om eerder bij te sturen om te zorgen dat zo veel mogelijk kinderen in armoede daadwerkelijk bereikt worden;

verzoekt de regering een tweede tussenevaluatie te doen naar de mate waarin gemeentelijk budget ter bestrijding van armoede onder kinderen in 2018 en 2019 deze kinderen heeft bereikt, wat de impact hiervan was en de Kamer hier begin 2020 over te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bruins, De Lange, Raemakers, Peters en Gijs van Dijk.

Zij krijgt nr. 479 (24515).

Dan de heer De Lange van de VVD.

De heer De Lange (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Schuldhulp is niet alleen iets van de overheid. Het begint altijd bij de eigen verantwoordelijkheid van mensen zelf. Daarnaast nemen het bedrijfsleven en de samenleving een steeds grotere rol in het voorkomen dat schulden oplopen. Ik ben tevreden met de toezegging tijdens een goed algemeen overleg dat de voorbeelden hiervan breed worden verspreid.

Vroegsignalering kan veel ellende voorkomen. Zet daar maximaal op in. Hoe eerder mensen in actie komen, hoe beter. Gelukkig komt er snel wetgeving naar de Kamer toe om hier verdere stappen in te zetten. Maar alles staat of valt met een goede uitvoering, en daar heb ik nog een motie over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat blijkt dat er grote onderlinge verschillen zijn in de manier waarop gemeentes schuldhulpbeleid uitvoeren;

constaterende dat bijvoorbeeld zzp'ers niet overal toegang tot schuldhulpverlening krijgen, en de onbekendheid rond de inzet van het breed wettelijk moratorium;

constaterende dat dit ervoor zorgt dat de toegankelijkheid en kwaliteit van gemeentelijke schuldhulpverlening erg wisselt tussen de gemeentes;

overwegende dat het niet uit moet maken in welke gemeente je woont om goede schuldhulp te krijgen;

overwegende dat de NVVK en de VNG bezig zijn met het ontwikkelen van een kwaliteitskader voor de schuldhulpverlening;

verzoekt de regering in samenspraak met de NVVK en de VNG te verkennen hoe dit kwaliteitskader kan bijdragen aan een goede uitvoering van gemeentelijk schuldhulpverleningsbeleid, en de Kamer hierover te informeren voor de zomer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden De Lange, Raemakers, Peters, Bruins, Renkema, Van Brenk, Jasper van Dijk, Kuzu en Gijs van Dijk.

Zij krijgt nr. 480 (24515).

Het lijkt wel een handtekeningenactie!

Daarmee is het dozijn moties vol.

De heer De Lange (VVD):

Ik dank u wel.

De voorzitter:

De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Peters van de fractie van het CDA.

De heer Peters (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik ben nog steeds blij, ook na het algemeen overleg, hoe breed, van links tot rechts, van coalitie tot oppositie, het thema schulden en armoede op de agenda staat. Ik ben ook blij dat we met z'n allen eigenlijk hebben geconstateerd: nou, het regeerakkoord ... Ik stelde het voor als een soort van middenklasser. Alleen, hij staat in de garage, en ons gevoel is wel dat we rondrijden in een Lada op lpg: traag, maar we gaan vooruit.

Vandaar ook een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mensen in de problemen komen omdat zaken zo ingewikkeld zijn geworden dat ze door de bomen het bos niet meer zien kunnen;

constaterende dat de afspraken uit het regeerakkoord, die bedoeld zijn om mensen overzicht en duidelijkheid te bieden, door uitvoeringsproblemen binnen de overheid niet uit de verf dreigen te komen;

overwegende dat burgers door die uitvoeringsproblemen in de knel komen;

verzoekt de regering:

  • -bij de voortgangsrapportage Brede Schuldenaanpak expliciet aandacht te besteden aan de problemen in de uitvoering;

  • -in de tussentijd zelf te doen wat kan, en ook instanties aan te spreken om hun uitvoering zo spoedig mogelijk op orde te krijgen;

  • -de Kamer bij nieuwe ontwikkelingen proactief op de hoogte te houden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Peters, Van Brenk en De Lange. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 481 (24515).

De staatssecretaris heeft gevraagd om precies zeven minuten bedenktijd. Ze krijgt dan ook echt precies zeven minuten bedenktijd. Dan herbeginnen wij om 15.35 uur. Ik stel vast dat we dertien moties hebben, dus ik stel prijs op een puntige en beknopte becommentariëring.

De vergadering wordt van 15.27 uur tot 15.35 uur geschorst.

De voorzitter:

Het woord is aan de staatssecretaris. En ik verzoek iedereen om het kort en puntig te houden, want ik wil graag door met het debat over de asbestbranche, dat hierna op het programma staat. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Ark:

Voorzitter, dank u wel. Verschillende Kamerleden gaven het ook al aan: we hadden een goed debat over de schuldenaanpak, dat ook nodig was. Het debat werd ook breed gevoerd omdat ook de collega's de staatssecretaris van Financiën en de minister voor Rechtsbescherming erbij aanwezig waren. De diverse vragen die door de Kamer zijn gesteld op hun terrein, zal ik dan ook mede namens hen beantwoorden en ik zal ook de moties namens hen van een oordeel voorzien.

Er zijn ook nog twee vragen gesteld. De heer Jasper van Dijk vroeg of ik een reactie wil geven op de petitie van de alleenstaande ouders. Ik zal een reactie naar de Kamer sturen.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Heel kort, voor de notulen, voorzitter. Het gaat over de petitie van Single SuperMom. Ik zal de staatssecretaris de petitie doen toekomen.

Staatssecretaris Van Ark:

Graag.

Mevrouw Van Brenk vroeg of de resultaten er al zijn van het overleg met de collega van VWS over de ouderen met alleen AOW. Dat overleg loopt nog. Ik streef ernaar om de Kamer voor het meireces daarover te informeren.

Zij heeft mij ook een motie uit de gemeente Hardenberg doen toekomen en vroeg mij of ik die met de gemeenten wil bespreken. Ik kan zeker bij het eerstkomende overleg dat ik met gemeenten heb, aangeven dat dit onderwerp in dit debat aan de orde is gekomen. En ik kan ook vragen of dit bij hen op het netvlies staat.

Ik ga over tot het geven van een oordeel over de moties. De eerste motie, op stuk nr. 469, is van de heren Raemakers en Peters. Die motie geef ik oordeel Kamer. De minister voor Rechtsbescherming verwacht voor het einde van het jaar een plan gereed te hebben voor de inbedding van een noodstopprocedure voor mensen die door schulden hun verhogingen niet meer kunnen betalen. Daar moet dan wel tegenover staan dat zij schuldhulp accepteren. Dat is ook in het debat gewisseld.

De motie van de heren Raemakers en Bruins, op stuk nr. 470, geef ik ook oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 471 van de heer Jasper van Dijk ontraad ik. Er loopt op dit moment een SER-advies. En overigens heb ik in het debat aangegeven dat er een reactie komt op het document dat de heer Van Dijk mij toen ter beschikking stelde met portretten van mensen die in armoede leven.

De motie van de heer Jasper van Dijk op stuk nr. 472 gaat over het minimumbedrag aan incassokosten. Die motie ontraad ik ook. Daarover is tijdens het algemeen overleg door de minister voor Rechtsbescherming met de Kamer van gedachten gewisseld. Kortheidshalve verwijs ik naar die gedachtewisseling.

De motie op stuk nr. 473 is van de heer Renkema, de heer Gijs van Dijk en mevrouw Van Brenk. Ik ontraad haar, maar ik zal wel bij de voortgangsrapportage melden wat de voortgang is bij de rijksincasso.

De motie van de heren Gijs van Dijk en Raemakers op stuk nr. 474 gaat over het minimumaanbod van kindvoorzieningen in alle gemeenten. Ik geef haar oordeel Kamer. Dit is ook in lijn met de afspraken uit het bestuurlijk akkoord.

Als ik het goed zie, vraagt de motie van de heer Gijs van Dijk die gaat over schuldverkoop, om een Kameruitspraak. Dit is de motie op stuk nr. 475. Wel is het zo dat er een brief komt van minister Dekker over het incassoregister. Daarin zal ook worden ingegaan op onwenselijke situaties. Mocht de heer Gijs van Dijk een advies van mij willen, dan zou ik de motie ontraden, maar in de motie wordt gevraagd om een Kameruitspraak.

De motie op stuk nr. 476, van de heer Kuzu, gaat over een buffer en een vermogenstoets.

De voorzitter:

De heer Gijs van Dijk heeft nog een korte vraag.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):

Dit gaat echt alleen over die doorverkoop die leidt tot winsten en waardoor mensen in de penarie komen. Het gaat niet om doorverkoop omdat het handiger is en ook beter is voor de mensen die zelf in de schulden zitten.

Staatssecretaris Van Ark:

Klopt, voorzitter. In de brief die de minister voor Rechtsbescherming stuurt, zal ook worden ingegaan op onwenselijke situaties.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 476.

Staatssecretaris Van Ark:

Die motie, van de heer Kuzu, ontraad ik. Het kabinet heeft vorig jaar juni aangegeven dat dit niet gewijzigd wordt. En overigens komt de minister van Binnenlandse Zaken nog met een reactie hierover.

Ik kom toe aan de motie van de heer Kuzu op stuk nr. 477 over de toeslagen. Daar kunnen we een heel inhoudelijke discussie over voeren, maar ook geldt dat er nog een interdepartementaal beleidsonderzoek komt over de toeslagen. Daarom ontraad ik deze motie.

De motie op stuk nr. 478 van de heer Kuzu gaat over beloningen bij verkeersboetes. Die motie ontraad ik. We hebben daar in het debat veel over gewisseld, maar deze maatregel werkt niet voor mensen die door schulden niet kunnen betalen. We zetten nu in op de noodstopprocedure, die ik effectiever acht om mensen met schulden te helpen.

Ik kom toe aan de motie op stuk. 479 van het lid Bruins c.s. Ik vind dat een lastige, omdat ik haar heel goed begrijp. De vorige tussenevaluatie liet informatie zien over 2017 en eigenlijk willen we tussentijds natuurlijk de vinger aan de pols houden. Aan de andere kant is het zo dat elke inzet die ingaat op onderzoeken ook ten koste gaat van het voeren van een effectief armoedebeleid in gemeenten. Verder is het vaak zo dat mensen hun tijd maar één keer kunnen besteden. Dan moeten ze dat doen aan het invullen van allerlei onderzoeken. Daarnaast is het zo dat, als je over 2019 gegevens wilt hebben, het best lastig is om dat begin 2020 al te presenteren. Dus als ik de motie zo lees, zou ik haar moeten ontraden. Ik kan wel een handreiking aan de Kamer geven dat ik op korte termijn kom met informatie over de gevraagde reductiedoelstelling als het gaat om kinderarmoede. Daar zal ook sprake zijn van monitoring. Wellicht kunnen zaken daar samengevoegd worden. Als de Kamer daartoe genegen is, zou de motie kunnen worden aangehouden tot die reactie binnen is. Als de Kamer er nu over zou willen stemmen, moet ik deze motie ontraden.

De voorzitter:

Probleem is dat de heer Bruins elders een verplichting had en ons is ontvallen. Dus dan ga ik ervan uit dat u de motie ontraadt.

Staatssecretaris Van Ark:

Als de motie niet kan worden aangehouden, moet ik haar ontraden.

Dan heb ik nog de motie op stuk nr. 480, met een lange rij ondertekenaars. Ik vind dat een buitengewoon sympathieke motie. Het is ook goed om dit onderwerp stevig bij de kop te pakken. Dat gebeurt ook door de NVVK en de gemeenten. Ik geef de motie graag oordeel Kamer.

Dan is er nog de motie op stuk nr. 481 van de heer Peters, mevrouw Van Brenk en de heer De Lange. Die geef ik ook oordeel Kamer.

De heer Renkema (GroenLinks):

Naar aanleiding van mijn motie verwees de staatssecretaris naar de voortgangsrapportage. Wordt daarin ook gerapporteerd over de aansluiting van de Belastingdienst? Kunt u die toezegging doen?

Staatssecretaris Van Ark:

Ik heb aangegeven dat ik uw motie, zoals die hier ligt, inderdaad ontraad. Maar ik zal bij de voortgangsrapportage wel ingaan op die aansluiting, waarbij ik op voorhand al wil aantekenen dat, door de enorme hoeveelheid contactmomenten vanuit de Belastingdienst, gegeven het feit dat ze met alle Nederlanders te maken hebben, dit wel een lastige is. Maar ik zal daar in de voortgangsrapportage op ingaan.

De voorzitter:

Prima, dank u wel. Tot zover dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Dinsdag stemmen wij over de dertien moties.

Naar boven