7 Milieuraad d.d. 16 december 2015

Aan de orde is het VSO over de geannoteerde agenda Milieuraad d.d.16 december 2015 (21501-08, nr. 594). 

De voorzitter:

We hebben vijf sprekers van de Kamer. De eerste is mevrouw Van Veldhoven van de fractie van D66. Ik wil dit VSO ook niet heel lang laten duren. De staatssecretaris moet door naar een ander overleg in dit gebouw en wij moeten door naar de behandeling van de begroting van Economische Zaken, onderdeel Landbouw. We houden het dus kort en puntig. 

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Ik heb een aantal korte en puntige vragen aan de staatssecretaris. Hoe staat het met het internationaal opschalen van onze "green deal"-aanpak? Ik noemde de grondstoffenrotonde voor het Noordzeegebied. Is er ruimte voor lidstaten om verder te gaan dan de rest van de Unie? Hoe staat het met de afstemming met onze buurlanden die daaraan graag willen meedoen? Ik krijg dus graag informatie over het tijdpad. 

In het kader van kort maar krachtig: wij zien veel kansen voor het pakket circulaire economie. Er was ons een ambitieuzer pakket beloofd, en we zien dat het in ieder geval niet erg veel ambitieuzer is geworden. We willen voorkomen dat het enigszins verder verwatert. We gaan nog langer spreken over de inhoud, maar aangezien in de Raad de eerste klap een daalder waard is, geven we de staatssecretaris graag de volgende motie mee. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie een nieuw wetgevend afvalpakket heeft gepresenteerd om te komen tot een volwaardige kringloopeconomie in heel Europa, maar dat het pakket op het gebied van afval minder ambitieus is dan het oude; 

van mening dat, omdat Nederland op dit terrein een koploperspositie bekleedt, het tijdens zijn voorzitterschap een voortrekkersrol kan vervullen ten aanzien van het nieuwe pakket; 

verzoekt de regering, voortvarend en proactief invulling te geven aan deze voortrekkersrol door verwatering van de ambities in algemene zin te voorkomen, zich in te zetten voor het behoud van het bindende karakter van een aantal voorstellen (zoals in het bijzonder het storten van afval) alsmede voor het niet verder vergroten dan wel verkleinen van de groep lidstaten waarvoor uitzonderingsclausules gelden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Veldhoven en Cegerek. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 597 (21501-08). 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dien drie moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat het verbranden van afval grote schade toebrengt aan mens en milieu en haaks staat op het streven naar een maximale circulaire economie; 

verzoekt de regering, zich in Europees verband te verzetten tegen financiële steun aan verbrandingsovens, tenzij er een evident milieuvoordeel te behalen valt, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 598 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat de Europese Commissie de btw-tariefbepalingen overweegt te moderniseren, die nu aan een onderscheid naar duurzaamheid van producten in de weg staan; 

verzoekt de regering, in Europees verband aan te dringen op spoedige invoering van de mogelijkheid om bij btw-heffing onderscheid te maken tussen duurzame en niet-duurzame producten, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 599 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat elk jaar meer dan 12.000 Nederlanders vroegtijdig sterven ten gevolge van luchtvervuiling en de gezondheidgerelateerde kosten van deze vervuiling voor Nederland minimaal 9 miljard euro per jaar bedragen; 

overwegende dat luchtvervuiling grensoverschrijdend is en dus een harde Europese aanpak vereist; 

roept de regering op, zich in het kader van de herziening van de Europese richtlijn voor nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen hard te maken voor wettelijk bindende emissiereductieverplichtingen in 2025, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Tongeren. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 600 (21501-08). 

Mevrouw Cegerek (PvdA):

Voorzitter. Zoals net besproken is gisteren het Europese pakket voor een circulaire economie gepresenteerd, onder anderen door Eurocommissaris Frans Timmermans. Dit pakket laat zien dat trash cash is. We moeten dus meteen aan de slag om te kijken welke voordelen dit pakket ook voor Nederland heeft. Daartoe dien ik de volgende motie in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat op 2 december het pakket circulaire economie is gepresenteerd; 

constaterende dat dit pakket grote kansen biedt voor het bedrijfsleven en de werkgelegenheid; 

constaterende dat een noemenswaardig deel van het bedrijfsleven niet bekend is met de circulaire economie; 

overwegende dat maatregelen in het EU-pakket, zoals het Ecodesign Working Plan, het tegengaan van voedselverspilling, het ontwikkelen van standaarden voor secundaire grondstoffen en het beschikbaar stellen van financiële middelen voor de circulaire economie onder de aandacht van ondernemers en burgers gebracht moeten worden; 

verzoekt de regering om tijdens de Milieuraad voor te stellen om zo snel mogelijk met een uitvoeringsplan te komen op Europees niveau voor dit pakket en daarnaast om een campagne te starten om de circulaire economie meer onder de aandacht van het bedrijfsleven te brengen en jaarlijks een conferentie over circulaire economie te organiseren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Cegerek. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 601 (21501-08). 

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter. Het CDA is er bezorgd over dat Nederland door de NEC-richtlijn te maken krijgt met niet-werkbare en onredelijke reductiedoelen. Daarom dien ik de volgende twee moties in. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat methaanreductie al onderdeel is van het energie- en klimaatpakket en van het Gothenburgprotocol; 

overwegende dat er grote bezwaren zijn tegen een reductiedoel voor de uitstoot van enterisch methaan, omdat koeien dit uitstoten door het eten van gras; 

overwegende dat weidegang juist een maatschappelijke wens is en goed is voor de natuur; 

verzoekt de regering, ervoor te pleiten dat methaan uit de algemene oriëntatie en de NEC-richtlijn wordt gehouden, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Geurts. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 602 (21501-08). 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat er in Nederland sinds 1990 een ammoniakreductie is behaald van 66% en in de rest van Europa gemiddeld 30%; 

overwegende dat de Europese Commissie 2005 als benchmark hanteert; 

verzoekt de regering, ervoor te pleiten dat de voorgestelde ammoniakreductiedoelen van de Commissie proportioneel worden gewijzigd op basis van al bereikte uitstootreductie sinds 1990, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Geurts. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 603 (21501-08). 

De heer Dijkstra van de VVD zou de laatste spreker zijn, maar hij ziet af van zijn spreektijd. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Staatssecretaris Dijksma:

Voorzitter. Ik denk dat het goed is om allereerst een aantal vragen van mevrouw Van Veldhoven te beantwoorden. Zij vroeg hoe het staat met de green deals. Kunnen die ook internationaal worden ingezet, in ieder geval binnen Europa? En mag Nederland verder gaan met zijn afvalpakket dan Europa? Het laatste antwoord is: ja. Het eerste antwoord is: we zijn er goed mee aan de slag. Er zitten haakjes in het circulaire pakket, ook voor green deals. Dat is dus heel goed. Specifiek voor de Noordzeerotonde ben ik de afgelopen weken op reis geweest in verschillende lidstaten, om te bekijken of we daarin samen kunnen optrekken. 

Ik kom op de motie op stuk nr. 597, die mevrouw Van Veldhoven samen met mevrouw Cegerek heeft ingediend. Die wil ik graag als ondersteuning van beleid beschouwen. Ja, we hebben een koploperspositie. We hoeven ook niet te downgraden, zou je zeggen, want we willen de koppositie op het punt van de afvalverwerking heel graag houden. De heer Dijkstra — ik zie hem nu in de zaal zitten — heeft ook een paar heel goede suggesties gedaan om dat beleid nog beter en effectiever te maken. Daarover heeft de Kamer vandaag ook een brief van mij gekregen. Er is dus alle aanleiding om hier ons beste beentje voor te zetten. Tegelijkertijd willen we natuurlijk zo veel mogelijk landen zo dicht mogelijk bij ons trekken. De ambities waar de indieners over spreken, herken ik dus. Tegelijkertijd is er ook de noodzaak van breed draagvlak. Daar zoekt de Commissie ook naar. Als we namelijk landen verliezen, wordt het verschil tussen ons als koploper en anderen alleen maar groter. Ik laat het oordeel aan de Kamer. 

In haar motie op stuk nr. 598 doet mevrouw Van Tongeren het verzoek om ons in Europees verband in te zetten tegen financiële steun aan verbrandingsovens, tenzij er evident milieuvoordeel te behalen valt. Als ik de motie zo mag uitleggen dat dit in lijn is met de in Nederland geldende ladder van Lansink, die we al lang hebben en die uiteraard heel precies zegt wat je het beste kunt doen, waarbij verbranden zeker niet vooraan staat, geeft dat invulling aan onze positie in Europa. Die ladder van Lansink is leidend, ook op het punt van financiering. Dan kan ik het oordeel aan de Kamer laten. 

Dat kan ik niet doen bij de motie van mevrouw Van Tongeren op stuk nr. 599, al was het maar om procedurele redenen. Mevrouw Van Tongeren vraagt van mij een inzet op het punt van de btw. Ik begrijp uiteraard waarom zij dat vraagt, maar ik vind het ook fair om te zeggen dat collega Wiebes hiervoor aan de bak is. Ik verzoek mevrouw Van Tongeren dus om deze motie in te dienen in een debat met deze collega, maar niet hier. Anders ontraad ik haar nu om procedurele redenen. 

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat vind ik een terecht punt. Ik houd deze motie aan. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Van Tongeren stel ik voor, haar motie (21501-08, nr. 599) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Staatssecretaris Dijksma:

De motie-Van Tongeren op stuk nr. 600 moet ik helaas om inhoudelijke redenen ontraden. Het moet beter gaan met de luchtkwaliteit. In Nederland zetten we ook echt stappen op dat terrein, recentelijk nog met een laatste bijdrage in de richting van de twee grote steden, om ook hen te helpen om hun laatste problemen op te lossen. Tegelijkertijd gaat het voorstel dat mevrouw Van Tongeren hier doet, net iets te snel. We lopen op dezelfde weg, maar zij gaat een stap harder. Het zou voor bedrijven heel moeizaam worden om binnen deze termijn hun zaken op orde te krijgen. Om die reden ontraad ik de motie. 

De motie op stuk nr. 601 is van mevrouw Cegerek. Zij wil het pakket dat de Commissie zelf naar buiten heeft gebracht, omgezet zien worden in een uitvoeringsplan. In dat pakket zitten onderwerpen als het Ecodesign Working Plan, het tegengaan van voedselverspilling — dat spreekt mij nog altijd zeer aan — het ontwikkelen van standaarden voor secundaire grondstoffen et cetera. Daaraan moet natuurlijk aandacht besteed worden. Dat lijkt mij een inzet die ik uitstekend tijdens de Milieuraad zou kunnen oppakken. Om die reden zou ik het oordeel over deze motie aan de Kamer willen overlaten. 

Ik kom bij de motie-Geurts op stuk nr. 602. De heer Geurts wil methaan uit de algemene oriëntatie en de NEC-richtlijn houden. Dat wil ik niet doen. Ik denk dat er met name op dit punt significante milieu- en klimaatvoordelen kunnen worden behaald. De heer Geurts begrijpt ook waarom. Om die reden ontraad ik deze motie. 

Het goede nieuws is dat de heer Geurts op stuk nr. 603 een motie heeft ingediend waarin hij de regering vraagt ervoor te pleiten dat de ammoniakreductiedoelen rekening houden met de al bereikte uitstootreductie. Dat is precies wat er aan de orde is. De voorgestelde plafonds houden rekening met wat we al bereikt hebben. Om die reden beschouw ik deze motie als ondersteuning van beleid en kan ik het oordeel erover aan de Kamer overlaten. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Hartelijk dank. Fijn dat u bij ons wilde zijn. De stemmingen over de moties vinden plaats op dinsdag 8 december. 

Naar boven