6 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van de Kamer:

  • -het wetsvoorstel Aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht en van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie alsmede in verband met de uitbreiding van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad (Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen) (34237 (R2054));

  • -het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met aanvulling van bepalingen over de verdachte, de raadsman en enkele dwangmiddelen (34159);

  • -het wetsvoorstel Implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming (PbEU L294) (34157).

Op verzoek van de aanvragers stel ik voor, de volgende debatten van de lijst af te voeren:

  • -het debat over de sluiting van rechtbanken;

  • -het dertigledendebat over de bezuinigingen bij het NFI;

  • -het dertigledendebat over het rapport over extra geld voor politie en justitie om de opsporing van criminelen op peil te houden.

Ik stel voor, dinsdag aanstaande ook te stemmen over de aangehouden motie-Bisschop/Geurts (27858, nr. 341) en hedenavond over de Wijziging van de Wet privatisering ABP in verband met enkele technische wijzigingen (34321).

Ik stel voor, de motie-Voortman/Fokke (34065, nr. 5) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Aangezien voor de volgende stukken de termijn is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd: 23908-(R1519), nr. 121; 23908-(R1519), nr. 122; 24493-R1557, nr. 63; 24493-R1557, nr. 64; 34209, nr. 2; 34274, nr. 1; 34277-(R2057), nr. 1; 34278-(R2056), nr. 1; 34281-(R2059), nr. 1; 34282-(R2060), nr. 1; 34283-(R2061), nr. 1; 34310, nr. 1.

Ik stel verder voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Bekostiging onderwijs aan vluchtelingenkinderen en asielzoekers, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 2 december, met als eerste spreker het lid Voortman van GroenLinks;

  • -het VAO Huisvesting doelgroepen, naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 2 december, met als eerste spreker het lid Madlener van de PVV.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

We hebben vier deelnemers aan de regeling van werkzaamheden. Ik geef eerste het woord aan de heer Segers, de fractieleider van de ChristenUnie.

De heer Segers (ChristenUnie):

Voorzitter. In maart dit jaar is een motie aangenomen van de heer Slob cum suis, waarin werd gevraagd om een commissie die onderzoek zou doen naar de zogenoemde bonnetjesaffaire, de deal die is gesloten tussen Kees H. en het OM. Naar verluidt zal die commissie halverwege volgende week met een rapport komen. Ik zou graag zo spoedig mogelijk daarna een plenair debat voeren. Omdat wij richting het kerstreces gaan, leek het mij kies om deze vooraankondiging te doen. Ik doe die mede namens de fracties van het CDA, de PVV en GroenLinks.

De voorzitter:

Dus u wilt een debat. Daarvoor hebt u een meerderheid nodig. U hebt al een aantal fracties aan uw zijde. We kijken of er meer belangstelling bestaat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ik heb er uiteraard veel begrip en waardering voor dat er in verband met het naderende kerstreces een vooraankondiging wordt gedaan. Ik kan hier alleen nog niet namens mijn fractiecollega Van Nispen aangeven of wij dat zullen steunen omdat wij eerst willen beoordelen of het rapport aanleiding geeft tot een zo snel mogelijk te houden debat of juist zorgvuldige bestudering vergt. Wij willen dus eerst de inhoud van dat rapport kennen.

De voorzitter:

Ergo, geen steun.

Mevrouw Swinkels (D66):

Wij geven steun voor het verzoek om een debat en ook voor de termijn waarop dat wordt gevraagd.

De heer Van Oosten (VVD):

Ik volg collega Gesthuizen: geen steun.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik sluit me ook graag aan bij de woorden van mevrouw Gesthuizen.

De voorzitter:

We hebben nog geen meerderheid voor u, mijnheer Segers.

De heer Segers (ChristenUnie):

Dan meld ik mij alvast aan voor de regeling van woensdag, als dat rapport is verschenen. Het lijkt mij goed om het verzoek te herhalen als wij kennis hebben kunnen nemen van het rapport en het lijkt mij onverminderd goed om er zo spoedig mogelijk daarna over te debatteren.

De voorzitter:

Dat lijkt mij alleszins logisch.

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Gisteren bleek uit een uitgelekt document, dat geproduceerd is in Brussel, dat door de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken waarschijnlijk op dit moment gesproken wordt over het mogelijk opschorten van de afspraken van Schengen — het vrij verkeer van personen binnen Europa — voor een periode van wellicht twee jaar. Ik vind het vervelend dat de Kamer daar niet al in is gekend. We hebben hier nota bene gisteren nog een debat gehad met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat onder andere hierover ging, en wij hebben de minister van Financiën horen zeggen: we overwegen om te komen tot de vorming van een mini-Schengen. Als het om Schengen gaat, heeft de Kamer daar gewoon een rol in te spelen. Daarom wil ik een debat aanvragen met zowel de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie als de minister van Buitenlandse Zaken over de uitgelekte plannen die ons ter ore zijn gekomen.

De voorzitter:

Helder. Ik had gehoopt dat u nog even de bron zou noemen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat is een tweet van Steve Peers, meen ik.

De voorzitter:

Hier staat Eulawanalysis.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ja, EU law, dat is een website.

De voorzitter:

Oh, EU law!

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Www zetten ze meestal niet overal voor.

De voorzitter:

Ik had sterk de indruk dat het Eskimoos was of zo.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Inuït.

De voorzitter:

Inuït; die taal beheers ik nou net niet. We gaan even kijken of er voldoende belangstelling bestaat voor uw aanvraag.

De heer Verhoeven (D66):

Het belang van Schengen kan ik onderschrijven. Gisteren kwam een motie van D66 in stemming, waar de SP overigens niet voor stemde. Maar dit debat wordt wel terecht aangevraagd, dus D66 steunt dit debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks ook.

De voorzitter:

Iets in mij zegt dat u nog geen meerderheid heeft, mevrouw Gesthuizen.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun.

De heer Azmani (VVD):

Volgens mij is er maandag een debat met onder anderen de minister van Buitenlandse Zaken en de minister-president over de Staat van de Unie. Schengen zal daarin naar mijn inschatting ook worden besproken, dus dan kunnen deze berichten ook worden meegenomen. Bovendien is er ook nog een Europese top. Voorafgaand daaraan zal er ook weer een debat zijn.

De voorzitter:

Kortom?

De heer Azmani (VVD):

Kortom, geen steun voor een separaat debat.

Mevrouw Maij (PvdA):

Dit gaat bij uitstek om de toekomst van de Europese Unie. Over de Staat van de Europese Unie hebben wij maandag een debat, dat ook zo heet. Ik zou dit daarbij willen betrekken.

De heer Omtzigt (CDA):

Wel steun voor het debat. Ik zou dit ook wel een gelegenheid vinden om aan de regering een brief te vragen, die er in ieder geval voor zondagavond moet zijn als dit bij het debat van maandag betrokken wordt. Het is ook heel onhandig dat we aan tweets moeten refereren, want wij hebben toegang tot de documenten maar mogen daar niet uit citeren, dus zitten wij het via deze omweg te doen. Moet u nagaan hoe wij de regering aan het controleren zijn! Kan de regering een officiële brief schrijven over wat we wel mogen vertellen, zodat we kunnen vertellen wat we van Schengen vinden? Als dit een belangrijk onderwerp is — deze collega vindt het belangrijk — dan zou ik de regering heel zwaar in overweging willen geven om de verantwoordelijke minister ook af te vaardigen naar het debat over de Staat van de Unie op maandag.

De voorzitter:

Mevrouw Gesthuizen, u hebt geen meerderheid voor een debat.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Dat klopt. Als ik heel kort mag reageren: het is natuurlijk waar wat de collega's hebben gezegd over het debat van komende maandag, de Staat van de Unie. Het is echter wat lastig debatteren over een gerucht dat weliswaar op te maken valt uit stukken die op dit moment op internet circuleren, terwijl de Kamer formeel nog niet op de hoogte is gesteld. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Omtzigt. Ik vind het toch ook een beetje triest dat we op deze manier als Kamer zelf achter onze informatievoorziening aan moeten. We zijn hier wel om het volk te vertegenwoordigen.

De voorzitter:

Daar zit een kern van waarheid in!

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik wil me wel aansluiten bij het verzoek om ook van de regering op schrift te vernemen wat er nu precies …

De voorzitter:

Dat lijkt mij een heel juiste conclusie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Die brief zou er echt voor maandagochtend moeten zijn, dus inderdaad uiterlijk zondagavond.

De voorzitter:

Uiterlijk zondagavond, dat wordt vermeld.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik deed twee voorstellen. Het eerste was een brief. Het tweede was dat als wij dit een belangrijk onderwerp vinden en er geen plenair debat komt, de verantwoordelijke minister erbij moet zijn, zo nodig bij een gedeelte als hij er niet de hele dag bij kan zijn. Dat kan ik me ook nog voorstellen. Dijsselbloem hebben we uitgenodigd; hij gaat er ook over, maar hij zit dan bij de Ecofin. Het verzoek is dat minister Van der Steur aanwezig zal zijn voor een deel.

De voorzitter:

Ik begrijp uw verzoek, maar het is een commissievergadering, dus dat moet u in de commissie bespreken.

De heer Omtzigt (CDA):

Dan doe ik dat maar even via u, want het is wel een heel rare commissievergadering die bewust plenair gehouden wordt en die de status van commissievergadering alleen kreeg, omdat anders de Europarlementariërs niet konden spreken.

De voorzitter:

Ja, maar ik sta in geen relatie tot de commissie, dus u moet dat via de commissie doen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

We gaan dat schriftelijk proberen.

De voorzitter:

Dat is de juiste weg.

Dan is het woord aan de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorzitter. Gisteren markeerde de president van de Europese Raad zijn eenjarige jubileum met een tenenkrommend artikel, waarin hij suggereerde dat het een goed idee zou zijn om vluchtelingen die op de vlucht zijn voor oorlog, verkrachtingen en bommen maar tot anderhalf jaar in de detentie te gooien. Dat is een uitspraak die het ambt dat deze persoon, de heer Tusk, bekleedt, onwaardig is. Ik zou daar graag een debat over voeren met de minister-president.

De voorzitter:

Helder. We gaan kijken of daar een meerderheid voor is.

De heer Sjoerdsma (D66):

Voorafgaand aan dat debat ontvang ik graag een brief met daarin de reactie van het kabinet op deze uitspraak.

De voorzitter:

Dan doet u eigenlijk een dubbel verzoek: een brief en een debat.

Mevrouw Maij (PvdA):

Ik steun het verzoek om een brief, want ik zou ook graag willen weten waar deze op zijn zachtst gezegd opmerkelijke uitspraak vandaan komt. Volgens mij is er op 17 en 18 december een Europese Raad, waarbij onze premier met de heer Tusk om tafel zit. Voorafgaand aan die top hebben wij, als het goed is, een debat ingepland. Ik zou de brief die de heer Sjoerdsma met mijn ondersteuning vraagt, heel graag voor dat debat krijgen, zodat we daar inhoudelijk met de premier over kunnen spreken.

De voorzitter:

Dus steun voor de brief, maar niet voor het debat, stel ik vast.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Steun voor het debat. Ik vind het curieus om te zeggen: we hebben al een aantal debatten geagendeerd en de relevante zaken moeten maar allemaal daar worden ondergebracht. Ik steun van harte de vraag om een apart debat hierover.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik aarzel bij de steun voor een debat, en dat heeft te maken met de Europese top die door de heer Tusk wordt voorgezeten. Daar hebben wij een debat over. Ik zou nog wel een zeer uitgebreide brief willen hebben met de reactie van het kabinet op die uitspraak en eventueel een vragenronde, als de indiener daar prijs op stelt. Eventueel zou ik aan de regering willen vragen of zij, als dit klopt, zich ook voor die tijd tot de heer Tusk zou willen wenden om te begrijpen wat er precies bedoeld is. Daar wil ik graag een reactie op hebben, want wij kunnen de heer Tusk niets vragen, maar het kabinet kan dat wel. Die reactie ontvang ik graag voor het debat hier over de Europese top.

De voorzitter:

Maar geen steun voor het debat, stel ik vast.

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, omdat ik ook niet zie dat wij volgende week een apart debat houden over de Europese top en hierover.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik kan mij aansluiten bij wat de heer Omtzigt hierover gezegd heeft.

De heer Azmani (VVD):

Steun voor de brief, geen steun voor een apart debat, omdat er al een debat gepland staat.

De heer Kuzu (Groep Kuzu/Öztürk):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Azmani.

De voorzitter:

Mijnheer Sjoerdsma, de conclusie is: wel een brief, maar geen debat.

De heer Sjoerdsma (D66):

Ja, voorzitter, dat lijkt mij goed. Het lijkt mij ook goed om die brief op redelijk korte termijn te krijgen, omdat er een verzoek in zit — ik steun dat verzoek van de heer Omtzigt van ganser harte — om het kabinet op te roepen, zich inderdaad tot de heer Tusk te wenden om na te vragen hoe die uitspraak is en wat het kabinet daarop vervolgens antwoordt.

De voorzitter:

Heel goed. Dat wordt breed gedragen. We hopen dat het eind volgende week klaar is. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Dan is het woord aan mevrouw Van Tongeren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb een verzoek op een vrij principieel punt, namelijk het budgetrecht van de Tweede Kamer. Wij hebben onder andere bij de begroting Veiligheid en Justitie gezien dat er dekking geregeld werd nadat de Algemene Financiële Beschouwingen waren gehouden. Er werd gezegd: dat geld komt wel uit de begroting van andere departementen en u hoort dat van ons bij de Voorjaarsnota. Nu is dat niet alleen bij de begroting van V en J gebeurd, maar blijkbaar ook bij Ontwikkelingssamenwerking, om de kosten van de nieuwe instroom van vluchtelingen te dekken, en bij de kunstenbegroting. Ik heb samen met D66 gevraagd om een uitleg. Tot welk bedrag zou dat dan mogen? Is dit eenmalig of wordt dit een nieuwe manier om kosten te dekken? Kan het op alle begrotingen of is het een uitzondering en gebeurt het slechts één keer voor de V en J-begroting? Zo is er een hele serie vragen gesteld. Het antwoord van minister Dijsselbloem is: wij doen het voor 50 miljoen bij de begroting van V en J. Dat wist de Kamer al. Ik wil de Kamer voorstellen om minister Dijsselbloem om een betere onderbouwing te vragen. Anders is het budgetrecht weg. Dan verworden ook de Algemene Financiële Beschouwingen tot zoiets van: wij kijken wel hoe het uitpakt en u hoort nog van ons bij de Voorjaarsnota. Ik wil dus op korte termijn, voor de essentiële stemmingen over de begrotingen, een echt, inhoudelijk antwoord van de minister van Financiën.

De voorzitter:

U had al een brief en een antwoord gekregen, maar dat antwoord is eigenlijk onvoldoende.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, dat beschrijft alleen wat men nu doet, maar niet of daar limieten aan zijn, of het eenmalig is en of het ook voor een miljard mag.

De voorzitter:

Over dit principiële punt, zoals u het noemt.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik kan mij vinden in de constatering dat de brief van 1 december van de regering hierover zeer mager was. Dus ik wil ook graag aanvullende informatie. Dat gaat niet alleen over deze 50 miljoen, maar ook om de 400 miljoen die nodig is voor het COA, die in bijlage 3 van de Najaarsnota wordt genoemd. Dat is een veel groter bedrag en daarvoor is als dekking opgenomen: 330 miljoen kasschuif. Dat het kas daarnaartoe moet, snappen wij, maar waar het vandaan komt, wordt niet gedekt. Dat zijn dus precies dezelfde zaken. Ik aarzel met het vragen of die brief er binnen een uur kan zijn. Ik zou hem eigenlijk begin volgende week willen hebben, zodat wij hem voor het debat over de Najaarsnota mee kunnen nemen. Dan wil ik echter echt een uitleg over waarmee al die posten gedekt worden. De regering kan niet zeggen: wij stellen de ramingen voor asielzoekers op bijna 58.000, maar de dekking doen wij op een ander moment.

De voorzitter:

Even over de timing, om 17.30 uur stemmen wij over alle begrotingen, dus het zou bijna logisch zijn — maar daar gaat u zelf over — dat u het verzoek doet om die brief voor 17.30 uur te ontvangen. Dat is heel kort.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Omdat het een rappel is, kunnen wij ook vragen: bij voorkeur, als het enigszins kan, doe het dan vandaag voor 17.30 uur. Zijn er nou moverende redenen waarom dat niet kan, dan zou ik mij willen aansluiten bij het voorstel van de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Hij is in het buitenland.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ja, precies. Daarom zei ik: moverende redenen.

De voorzitter:

Ik hoor het woord "buitenland" vallen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dat is moverend.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Dan zou het goed moeten komen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Dank u wel.

De voorzitter:

Tot zover de regeling van werkzaamheden.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven