3 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid De Rouwe tot lid in plaats van het lid Bruins Slot en het lid Bruins Slot tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Knops tot lid in plaats van het lid Van Hijum en het lid Van Hijum tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik:

  • - in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Segers tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Segers tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Defensie het lid Segers tot lid in plaats van het lid Voordewind en het lid Voordewind tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het lid Dik-Faber tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Segers tot lid in plaats van het lid Schouten en het lid Schouten tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Segers tot lid in plaats van het lid Schouten;

  • - in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Segers tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Voordewind tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Dik-Faber tot lid in plaats van het lid Slob en het lid Slob tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de vaste commissie voor Volksgezondheid Welzijn en Sport het lid Dik-Faber tot lid en het lid Slob tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;

  • - in de Algemene commissie voor Immigratie, Integratie en Asiel het lid Segers tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

  • - in de Algemene commissie voor Jeugdzorg het lid Voordewind tot lid in de bestaande vacature en het lid Dik-Faber tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Voordewind;

  • - in de commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven het lid Dik-Faber tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de Commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Voordewind tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de contactgroep Verenigd Koninkrijk het lid Segers tot lid;

  • - in de contactgroep Duitsland het lid Dik-Faber tot lid.

Op verzoek van de PVV-fractie benoem ik in de commissie Emolumenten het lid Helder tot lid.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde, een aantal aangehouden moties zijn vervallen: 31532-77; 31532-79; 31532-84; 31765-63; 19637-1522; 27625-260; 33121-23; 27428-225; 32280-11; 29683-82;32201-42; 21501-32-575; 30862-72; 33000-XIII-183.

Op verzoek van het lid Ouwehand van de Partij voor de Dieren stel ik voor, de motie op stuk 33000-XIII, nr. 180 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Smits van de SP.

Mevrouw Smits (SP):

Voorzitter. Ik heb op 17 juli vragen gesteld aan de minister van Onderwijs over het hoge aantal laaggeletterden. Ik zou zo langzamerhand antwoord willen krijgen op deze vragen.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Kooiman, ook van de SP.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik begin met te rappelleren op een aantal onbeantwoorde vragen van mijn collega Van Gerven. Het gaat om vragen aan de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de controle op en de naleving van de Visserijwet en om een set vragen over de miljoenensubsidies voor een gigastal. Verder staan er ook nog vragen van hem open aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de dreigende sluiting van twee Groningse ziekenhuizen. Ten slotte staan er ook nog vragen van zijn hand open aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de fusie van Thuiszorg Rotterdam, Espria en ADG.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is opnieuw aan mevrouw Kooiman.

Mevrouw Kooiman (SP):

Namens de heer Bashir verzoek ik om een brief. Hij zou heel graag een brief ontvangen van de minister van Infrastructuur en Milieu over de redenen waarom de NS een deel van HTM gaat overnemen, over de financiële gevolgen daarvan voor de NS en het Rijk en over de redenen waarom de Kamer hierover niet eerder is geïnformeerd.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Elias (VVD):

Mijn fractie wil ook graag weten wat de financiële gevolgen zijn, maar het lijkt erop dat de brief van het ministerie van Financiën afkomstig zou moeten zijn. Daar ligt immers het aandeelhouderschap.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit deel van de vergadering ook doorgeleiden naar het kabinet, opdat u een volledige brief krijgt.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dat lijkt mij verstandig, mevrouw de voorzitter.

Ik vervolg met een eigen verzoek. De hoogleraar Fijnaut heeft aangegeven dat er haken en ogen zitten aan de nationale politie. Overigens heeft hij zelf meegedacht over de plannen voor de nationale politie. Hij wijst onder meer op het gevaar van toenemende bureaucratie en de problemen die kunnen ontstaan bij de inspraak door lokale overheden. Dat zijn ook de zorgen van de SP-fractie. De heer Fijnaut zal een boekwerk hierover overhandigen aan minister Opstelten. Ik zou graag zien dat minister Opstelten die kennis met ons deelt. Zo zou ik graag zien dat hij een reactie op dit boek naar de Kamer stuurt.

De voorzitter:

Ik stel opnieuw voor om dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Thieme van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ook ik rappelleer op een aantal vragen. Het gaat om vragen die ik de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heb gesteld, overigens mede namens de heer Van Dekken van de Partij van de Arbeid. De inhoud van deze vragen, ingezonden op 9 juli, betreft de miljoenensubsidie voor een megastal in Grubbevorst. Verder rappelleer ik op vragen die op 30 augustus zijn ingezonden over het nog steeds met publieke middelen financieren van megastallen in het buitenland. Ten slotte heb ik ook geen antwoord gekregen op vragen die ik heb gesteld aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Volksgezondheid over antibioticaresistentie bij kalveren door melk, vragen ingezonden op 3 augustus. Graag per ommegaande antwoord!

De voorzitter:

Ik stel voor om dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Enkele maanden geleden beloofde minister Leers de strengere eisen voor gezinsmigratie uit te stellen tot 1 oktober zodat de Kamer daarover nog zou kunnen debatteren. Omdat de maatregelen aanstaande maandag zouden ingaan, verwachtte ik dat er nu al wel een brief zou liggen van de minister. Die brief is er echter nog niet. Ik doe daarom het verzoek om die brief uiterlijk vanmiddag vóór 16.00 uur naar de Kamer te sturen. Als die brief er dan nog niet is of de inhoud daarvan ons niet bevalt, kunnen wij vandaag nog een debat voeren over de aanscherping van de maatregelen.

De voorzitter:

U doet het verzoek om vandaag een debat te houden.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Als dat nodig is. Ik doe allereerst het verzoek om een brief van de minister vóór 16.00 uur vanmiddag zodat er daarna nog een debat kan worden gevoerd, als dat nodig is. Als de brief naar onze zin is, dan is dat niet nodig.

De voorzitter:

Ik leg eerst aan de leden het verzoek aan de minister voor om voor 16.00 uur vanmiddag een brief naar de Kamer te sturen.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Een brief is natuurlijk prima. De PVV-fractie steunt echter geen verzoek om een debat. Het gaat om belangrijke maatregelen om de partner- en gezinsmigratie terug te dringen. Die maatregelen mogen niet opgeschort worden. Daarom steunt mijn fractie niet het verzoek om een debat.

De voorzitter:

Wel steun voor de brief, niet voor het debat.

De heer Fritsma (PVV):

Een brief is altijd prima.

De voorzitter:

Mijnheer Voordewind, kunt u alstublieft kort aangeven of u instemt met het verzoek om een brief vóór 16.00 uur vanmiddag?

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik stem in met het verzoek om een brief, maar alleen als daarin staat dat het beleid wordt opgeschort. Als dat niet gebeurt, dan moet er snel een debat worden gevoerd. Er moet eenzelfde procedure worden gevolgd als bij het kinderasiel: gewoon pas op de plaats maken.

De voorzitter:

U steunt het verzoek om een brief.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik zie graag een brief, het liefst ruim vóór 16.00 uur. Laten wij afspreken om om 16.00 uur een extra regeling van werkzaamheden te houden om te bepalen of er een debat moet worden gevoerd.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik sluit mij geheel aan bij de woorden van de heer Voordewind. De PVV-fractie moet volgens mij nog even wennen aan de nieuwe verhoudingen in de Kamer.

De voorzitter:

Mevrouw Van Nieuwenhuizen, steunt u het verzoek om een brief?

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Voorzitter. Ik steun het verzoek om een brief. Een extra regeling van werkzaamheden kunnen wij waarschijnlijk beter houden om 16.30 uur want er moet wel even serieus naar zo'n brief gekeken kunnen worden.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Ik steun het verzoek om een brief.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek om een brief.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek om een brief.

De voorzitter:

Ik stel voor om dit deel van het stenogram door te geleiden naar het kabinet. Indien nodig zal er later op de dag nog een regeling van werkzaamheden plaatsvinden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gesthuizen.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Ik ben best wel gepikeerd over een brief van een hoge ambtenaar van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die ik onder ogen heb gekregen. In die brief staat tamelijk onomwonden dat een motie die met zeer brede steun in de Kamer is aangenomen – de motie is nota bene ondertekend door vijf fracties – niet wordt uitgevoerd. Het betreft de pensioenperikelen van de substantieel bezwarende functies, het DJI-personeel. Dat gaat er mogelijk honderden euro's per maand op achteruit. Ik wil zeer spoedig een brief ontvangen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die hiervoor verantwoordelijk zijn, met een reactie op de vraag of zij op de hoogte waren van deze brief van de ambtenaar aan de mensen die het betreft. Ik hoor graag waarom de Kamer niet op de hoogte is gesteld van het feit dat het kabinet deze motie niet wenst uit te voeren.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u om een brief vraagt?

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Ja.

De voorzitter:

We zullen dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Het zou fijn zijn als die brief uiterlijk begin volgende week naar de Kamer komt.

De voorzitter:

Het staat in het stenogram.

Het woord is aan de heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Voorzitter. Namens mijn collega, de heer Klaver, wil ik graag rappelleren. Het gaat om nog steeds onbeantwoorde vragen aan de minister en staatssecretaris van Financiën over de betrokkenheid van een Nederlands bedrijf bij illegale houtkap. Het zijn vragen van 1 juni.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Gisteren hebben wij gerappelleerd op de Kamervraag aan de minister van Sociale Zaken over de precieze omvang van de derivatenpositie per instelling van de publieke en semipublieke sector: onderwijs, zorg, gemeenten en staatsbedrijven. Daarop hebben wij gehoord dat het nu in ieder geval bij de woningcorporaties allemaal bekend is wat de derivatenpositie is en wat de risico's zijn. Over het onderwijs horen wij het in oktober. Over de zorg hebben wij werkelijk geen idee hoe veel risico wij met ons allen lopen. Graag zouden wij met spoed een brief van het kabinet ontvangen, dus van de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Financiën, van BZK, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de precieze omvang van de derivatenpositie in de instellingen van de publieke en semipublieke sector. Het gaat om miljarden. Dit verzoek doe ik mede namens collega's Madlener, Ulenbelt, Verhoeven, Schouten, Klaver, Dijkgraaf, Thieme en Krol.

De voorzitter:

Ik stel voor om het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik heb een vraag aan u. U bent vanochtend vanuit uw nieuwe functie op bezoek geweest bij de Koningin. Daar hebt u naar ik aanneem nog meer felicitaties ontvangen. Ik wil u in de eerste plaats bedanken voor het pleidooi dat u zoals wij hebben begrepen hebt gehouden om fractievoorzitters die nieuw zijn in hun functie dat ook een keer te mogen laten doen. Maar ik heb ook een vraag.

Wij hebben namelijk ook vernomen dat u daar een voorstel hebt gedaan om informateurs te laten uitnodigen bij het staatshoofd. Ik heb daarover de volgende vragen.

Waarom hebt u dat gedaan en op wiens initiatief? Was u dat zelf of waren dat de informateurs, of fractievoorzitters van op dit moment onderhandelende partijen? Waarom hebt u dat gedaan, in ieder geval bij mijn weten, zonder overleg met de Kamer?

Ik vraag dit omdat wij met een kwetsbare procedure te maken hebben, waarin wij allemaal op dit moment een verantwoordelijkheid hebben om iets wat nieuw is op zijn minst procedureel goed te laten verlopen. De Kamer heeft het initiatief genomen. Dat is ook meermalen benadrukt. Wij hebben op dit moment geen radiostilte vanuit de onderhandelende partijen, want wij horen iets over ministers die wel of niet zouden terugkeren in functie of dat er nieuwe functies worden gecreëerd. Dat alles vraagt dus om de nodige zorgvuldigheid.

Ik vraag u om ons een brief te sturen om dit initiatief nog eens nader uit te leggen en daarin in ieder geval de vragen die ik zojuist heb verwoord te beantwoorden, als dat zou kunnen vandaag voor het eind van de dag, bijvoorbeeld rond 17.00 uur. Dit verzoek doe ik mede namens de collega's Wilders, Roemer, Buma, Slob en Thieme.

De voorzitter:

Bijzonder!

De heer Pechtold (D66):

Zeker! Nieuwe procedure, nieuwe …

De voorzitter:

Ik ben blij dat u onderstreept dat u zorgvuldig wilt handelen. Ik hoop dat u van mij wilt aannemen dat het ook absoluut mijn intentie is geweest om dat te doen. Ik zou u een tegenvoorstel willen doen.

Ik wil u graag de brief toezeggen maar het lijkt mij in het kader van de zorgvuldigheid verstandig dat wij voordat ik die brief schrijf even met alle fractievoorzitters bij mij op de kamer bijeenkomen om met elkaar te bespreken wat er precies aan de hand is. Daarna zal ik een brief sturen. Kunt u met dit voorstel instemmen?

De heer Pechtold (D66):

Ik kan daarmee leven. Ik zie sommige van de medeaanvragers ja knikken. Als degenen die daarmee niet kunnen leven dat kenbaar maken, merken wij het samen. Wat mij betreft is dit een goede procedure.

De voorzitter:

Dank u wel. Overigens kan ik op uw eerste vraag, of ik felicitaties heb ontvangen van de Koningin, bevestigend noch ontkennend antwoorden, want dit soort gesprekken is geheim.

De heer Pechtold (D66):

Het was een strikvraag!

Naar boven