23 Strafrechtelijke samenwerking in de EU

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 16 november 2011 over strafrechtelijke samenwerking in de EU.

De heer Van der Steur (VVD):

De VVD-fractie had gevraagd om het algemeen overleg over de strafrechtelijke samenwerking in Europa. Ik heb naar aanleiding daarvan dit VAO aangevraagd, omdat de minister in de onderhandelingen die hij in Europa moet voeren over de manier waarop strafrechtelijk wordt samengewerkt, van de Kamer een steuntje in de rug kan gebruiken om een aantal voor de VVD-fractie en volgens mij ook voor andere fracties onwenselijke kwesties en situaties het hoofd te bieden. Het komt erop neer dat wij erkennen dat het ongelooflijk belangrijk is dat wij in Europa samenwerken om grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken. Dan praat je over het algemeen meteen over zware criminaliteit en drugshandel, maar ook over mensenhandel. Dat zijn zeer ernstige vormen van criminaliteit, waarbij Europese samenwerking essentieel is. Tegelijkertijd zie je dat wij allerlei verantwoordelijkheden en verplichtingen op ons nemen die averechts uitwerken, omdat niet ieder rechtsstelsel in Europa op hetzelfde niveau staat als dat van sommige andere lidstaten. Daarom dien ik twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat strafrechtelijke samenwerking in Europa essentieel is voor de effectieve aanpak van (grensoverschrijdende) criminaliteit;

overwegende dat de regering onderhandelingen voert over het Europees onderzoeksbevel;

geeft de regering daartoe te kennen dat:

  • - het voor de werking van dit instrument van groot belang is dat het niet voor bagatelzaken wordt toegepast;

  • - de eis van dubbele strafbaarheid bij de uitvoering dient te worden toegepast met betrekking tot dwangmiddelen;

  • - ter bevordering van een efficiënte samenwerking de inschakeling van Eurojust dient te worden bevorderd waar dat meerwaarde heeft,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Steur, Recourt en Çörüz. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 82 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat strafrechtelijke samenwerking in Europa essentieel is voor de aanpak van (grensoverschrijdende) criminaliteit;

overwegende dat Nederland verworvenheden heeft ten aanzien van abortus, euthanasie en bijvoorbeeld prostitutie;

overwegende dat deze verworvenheden in andere landen van de Europese Unie strafbaar (kunnen) zijn;

roept de regering op, ervoor zorg te dragen dat de justitiële autoriteiten in Nederland geen opsporingsactiviteiten en/of (dwang)middelen toepassen als de verdenking samenhangt met in Nederland gepleegde abortus, euthanasie en/of prostitutie of misdrijven waarvan de dubbele strafbaarheid ontbreekt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Steur, Recourt en Çörüz. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 83 (32317).

Mevrouw Gesthuizen (SP):

Voorzitter. Wij hebben een goed debat gevoerd over het Europees strafrecht. Het klopt wat de heer Van der Steur zegt. Ook wij vinden het van het grootste belang dat grensoverschrijdende, zware criminaliteit flink wordt aangepakt. Dat moet echter ook met waarborgen zijn omkleed. De SP-fractie heeft er in het afgelopen jaar al een aantal keren melding van gemaakt dat er wat ons betreft een aantal zaken niet goed gaat bij de Europese samenwerking. Ook het afgelopen algemeen overleg hebben wij dat weer onder de aandacht gebracht. Onze zorgen gaan steeds en steeds vaker over de manier waarop wordt geopereerd door een aantal lidstaten van de Europese Unie als het gaat om het Europees arrestatiebevel. De minister weet dat ook. Ik heb hem daar keer op keer op gewezen.

Ik dien daarom drie moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat goede samenwerking in Europees verband op strafrechtelijk terrein bijdraagt aan het voorkomen en bestraffen van (grensoverschrijdende) criminaliteit;

van mening dat de werking van het Europees arrestatiebevel kan worden verbeterd;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat flexibiliteit bij de uitvoering van arrestatiebevelen door middel van overleg of anderszins uitgangspunt wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen en Recourt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 84 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat op dit moment op Europees niveau onderhandeld wordt over het Europees onderzoeksbevel en andere Europese regelgeving ter bestrijding van criminaliteit;

overwegende dat goede samenwerking in Europees verband op strafrechtelijk terrein bijdraagt aan het voorkomen en bestraffen van (grensoverschrijdende) criminaliteit;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat flexibiliteit bij de uitvoering van onderzoeksbevelen door middel van overleg of anderszins uitgangspunt wordt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen, Van der Steur en Recourt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 85 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Europees arrestatiebevel (EAB) intensief wordt gebruikt door de justitiële autoriteiten van de Europese Unie;

overwegende dat strafrechtelijke samenwerking in Europa essentieel is voor de effectieve aanpak van (grensoverschrijdende) criminaliteit;

overwegende dat Eurojust een taak heeft om de goede uitvoering van het kaderbesluit inzake het Europees aanhoudingsbevel te bevorderen;

constaterende dat het Europees arrestatiebevel ook wordt gebruikt voor bagatelzaken;

verzoekt de regering, om te bevorderen dat justitiële autoriteiten met elkaar in het algemeen overleggen over proportioneel gebruik van het EAB en dat Eurojust actief blijft om dergelijk overleg te stimuleren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Gesthuizen, Van der Steur en Recourt. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 86 (32317).

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Het is een open deur. Die moet echter elke keer weer ingetrapt worden. Misdaad stopt niet bij de grens en de bestrijding daarvan dus ook niet. Samenwerking is in Europa van levensbelang, maar is niet zonder grenzen. Over die grenzen hebben wij het in het debat gehad. Dat heeft geleid tot de ingediende moties. Ik dien er ook een in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat strafrechtelijke samenwerking in Europa essentieel is voor de effectieve aanpak van (grensoverschrijdende) criminaliteit;

constaterende dat het succes van de samenwerking met regelmaat dient te worden geëvalueerd en getoetst;

overwegende dat dit met name geldt bij ingrijpende regelingen zoals het Europees arrestatiebevel (EAB) en het Europees onderzoeksbevel (EOB);

roept de regering op, er bij de Europese Commissie op aan te dringen om periodiek de strafrechtelijke samenwerking te evalueren ter verkrijging van inzicht in de belasting van de justitiële autoriteiten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Recourt, Van der Steur en Çörüz. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 87 (32317).

Mevrouw Helder (PVV):

Voorzitter. Het was inderdaad een goed algemeen overleg met de minister. Ook ik heb hem horen zeggen dat hij zijn bedenkingen heeft over sommige punten en dat hij een steuntje in de rug van de Kamer nodig heeft. Dat geef ik hem graag en daarom heb ik twee moties voorbereid.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in artikel 86 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de Europese Raad in het kader van bestrijding van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, ofwel fraude met Europese subsidies, een Europees openbaar ministerie kan instellen;

overwegende dat nut en noodzaak van een Europees openbaar ministerie bij de bestrijding van deze strafbare feiten nimmer is aangetoond;

overwegende dat het risico levensgroot is dat een eenmaal ingesteld Europees openbaar ministerie zich tevens gaat bemoeien met de opsporing en vervolging van misdrijven binnen de lidstaten van de Europese Unie;

overwegende dat lidstaten van de Europese Unie zelf dienen te beslissen over opsporing en vervolging van misdrijven binnen de eigen landsgrenzen;

constaterende dat wanneer sprake is van grensoverschrijdende criminaliteit samenwerking tussen lidstaten mogelijk is op basis van de EU-overeenkomst wederzijdse rechtshulp in strafzaken;

verzoekt de regering om gebruik te maken van het haar toekomende vetorecht en derhalve tegen het instellen van een Europees openbaar ministerie te stemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Helder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 88 (32317).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in haar uitspraak in de zaak Salduz/Turkije heeft bepaald dat een verdachte voorafgaand aan het politieverhoor recht heeft op consultatie van een raadsman;

overwegende dat de Europese Commissie een voorstel heeft opgesteld met als doel minimumnormen vast te leggen met betrekking tot het recht van verdachten in strafprocedures op toegang tot een raadsman;

constaterende dat het voorstel van de Europese Commissie aanzienlijk verder gaat dan de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Salduz/Turkije;

verzoekt de regering om gebruik te maken van het haar toekomende vetorecht en derhalve tegen het betreffende voorstel van de Europese Commissie te stemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Helder. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 89 (32317).

De minister heeft enkele minuten tijd gevraagd om zich te bezinnen op de moties. Die geef ik hem graag.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Opstelten:

Voorzitter. Ik dank de geachte afgevaardigden voor hun interventies en moties. Ik zal er graag op reageren. Ik vond het overleg over het Europees strafrecht buitengewoon plezierig en vruchtbaar. Het is belangrijk om daar eens met elkaar een paar uur bij stil te staan en dat af te ronden met een aantal uitspraken door de Kamer. Ik zal zeggen hoe ik over de moties denk.

Ik begin met de motie op stuk nr. 82 van de heer Van der Steur. Ik ben er positief over, want ik deel de opvattingen van de indieners. De genoemde punten zijn ook inzet van onderhandelingen de week na volgende week. Ik zie de motie als een ondersteuning van de regeringsinzet.

Bij het onderwerp van de motie op stuk nr. 83 hebben we goed stilgestaan in het AO. Het gaat om belangrijke conclusies. Ook bij deze motie deel ik de opvattingen van de indieners. Het is goed om hierover een uitspraak van de Kamer te krijgen. Mijn inzet zal zijn om ervoor te zorgen dat in toekomstige regelgeving, zoals het EOB, wordt vastgelegd dat justitiële autoriteiten de ruimte hebben om bij in Nederland gepleegde abortus en dergelijke, waarbij de dubbele strafbaarheid ontbreekt, geen medewerking te verlenen. Bij het EAB bestaat die ruimte al.

Ik kom bij de motie van mevrouw Gesthuizen op stuk nr. 84. Het is een punt waarbij we tot een herhaling van zetten tussen mevrouw Gesthuizen en mij komen. Het kan niet anders dan dat het haar niet zal verrassen dat ik de motie moet ontraden. In antwoord op Kamervragen en tijdens het AO heb ik de visie zoals verwoord in de motie al afgewezen, omdat we in het kader van het EAB duidelijke spelregels met elkaar hebben afgesproken. Er is geen ruimte in het kaderbesluit om over de uitvoering van elk EAB te overleggen. Dit kan ik niet toezeggen, dus ik moet de motie ontraden.

Dan de motie van mevrouw Gesthuizen op stuk nr. 85. Ik deel de opvatting van de indieners. Bij het EOB kan het gaan om heel uiteenlopende onderzoeksmethoden. Overleg is dan vaak zinvol om de meest efficiënte manier van uitvoering te bespreken. Ons eigen Openbaar Ministerie wil dit ook. Het is inzet bij de onderhandelingen over de richtlijn over het Europees onderzoeksbevel. De motie is dus een ondersteuning van onze inzet.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 86. Ik deel de aandacht van mevrouw Gesthuizen voor bagatelzaken in het licht van het EAB. Het is een zaak van justitiële autoriteiten. Ik ben voorstander van overleg tussen justitiële autoriteiten. Ik ben er ook voorstander van dat Eurojust zijn rol speelt. Ik zal daarom waar nodig het belang van een en ander bij collega-ministers onderstrepen. De motie kan ik dan ook ondersteunen.

Ik kom bij de zesde motie, op stuk nr. 87. U ziet, het is een vruchtbaar overleg geweest.

De voorzitter:

Ja, ik weet niet wat ik meemaak.

Minister Opstelten:

Ook bij deze motie deel ik namelijk de opvattingen van de indieners. Inzicht in de belasting van de autoriteiten is belangrijk. Evaluatie is daarvoor gewoon een goed middel. Misschien gebeurt dat te weinig. Ik zal deze motie met commissaris Reding bespreken en aandringen op regelmatige evaluatie. Ik zie de motie als ondersteuning van de regeringsinzet. Ik zie haar ook als een goed initiatief van de Kamer.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 88 van mevrouw Helder. We hebben in het AO uitvoerig gesproken over een eventueel Europees openbaar ministerie. Daarvoor is "nul" plan en "nul" inzet. Er is echter wel een mogelijkheid. Ik ben er niet voor en ik ben er niet tegen. Nederland staat echter niet alleen. Zodra er toch iets gebeurt, wil ik wel op dat moment mijn afwegingen kunnen maken. Het is veel te vroeg om nu al heel algemeen en vooraf standpunten in te nemen over een Europees openbaar ministerie, waarvoor nog geen voorstellen zijn. Er is zelfs nog geen uitzicht op een voorstel. Ik hoop dus dat mevrouw Helder begrip heeft voor het feit dat ik deze motie moet ontraden.

Ik kom bij de motie op stuk nr. 89. Ook deze motie moet ik ontraden. In de eerste plaats mag ik nooit ten opzichte van de Kamer mijn onderhandelingspositie weggeven. In de tweede plaats is er geen vetorecht. Er wordt met meerderheid van stemmen besloten en er is ook een relatie met het Europees Parlement. Wij moeten onze positie op dit punt dus scherp houden. Dat zal zeer hard nodig zijn om de belangen te kunnen dienen. Die zijn wellicht dezelfde als mevrouw Helder voor ogen heeft.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn beantwoording en zijn constructieve opstelling ten opzichte van een aantal van deze moties.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag wordt over de moties gestemd.

De vergadering wordt van 20.57 uur tot 21.00 uur geschorst.

Naar boven