5 Vragenuur

Vragen van het lid Fritsma aan de minister voor Immigratie en Asiel over het bericht "Irak hindert terugkeer vluchtelingen".

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Een goed functionerend vreemdelingenbeleid staat of valt met een goed functionerend terugkeerbeleid. Mensen die niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning mogen niet in de illegaliteit verdwijnen met alle maatschappelijke problemen van dien, maar moeten terugkeren naar het land van herkomst. Helaas mislukt de terugkeer van illegalen of uitgeprocedeerde vreemdelingen nog veel te vaak. Dat komt enerzijds door de houding van vreemdelingen zelf die vaak alles doen om terugkeer tegen te gaan, en anderzijds komt het door de landen van herkomst. Van dat laatste verscheen afgelopen vrijdag in Trouw weer een voorbeeld. De autoriteiten van Irak zouden terugkeer van Irakezen naar hun land hinderen. Zo zouden er plotseling allerlei aanvullende eisen worden gesteld.

Namens de PVV-fractie wil ik allereerst aan de minister vragen wat precies de aard van de tegenwerking is en welke gevolgen dit heeft voor het aantal Irakezen dat wel of niet teruggaat naar het land van herkomst. Vervolgens wil ik natuurlijk ook weten wat de minister heeft gedaan of van plan is te gaan doen om de houding en medewerking van de Irakese autoriteiten te verbeteren. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat door onwil van een land om eigen onderdanen terug te nemen ons land blijft zitten met mensen die hier helemaal niet mogen zijn. Irak moet hier echt stevig op worden aangesproken. Als Irak toch blijft dwarsliggen bij de terugname van eigen onderdanen moet daar desnoods een hard antwoord op komen. Is de minister daarom bereid om sancties op te leggen aan Irak als dat land het terugkeerproces van Irakezen blijft tegenwerken? Zo ja, welke?

Minister Leers:

Voorzitter. Ik dank de heer Fritsma voor zijn vragen. Ik onderschrijf de stelling dat een goed functionerend vreemdelingenbeleid staat of valt met een ordentelijk terugkeerbeleid zeer. Wat betreft Irak is de situatie als volgt. Tot voor kort konden uitgeprocedeerde Irakezen zonder papieren teruggaan met een EU-staat. Dat is een reisdocument dat we zelf konden aanmaken voornamelijk ten behoeve van het vervoer. Op 15 november jongstleden hebben de Irakese autoriteiten ons laten weten dat ze deze werkwijze niet meer accepteren. Gedwongen terugkeer zullen ze alleen nog accepteren indien de uitgeprocedeerde vreemdeling in het bezit is van een paspoort of een laissez passer. Ook andere lidstaten die hetzelfde deden, zullen door deze maatregel worden getroffen. Dat betekent dat het uitzetten van uitgeprocedeerde Irakezen lastiger wordt omdat zij in de meerderheid van de gevallen geen paspoort hebben. Het gaat om ongeveer 300 personen op jaarbasis.

De heer Fritsma vraagt wat ik nu ga doen. Men kan natuurlijk altijd vrijwillig terugkeren; laten wij dat vooropstellen. Wij zijn op dit moment nog aan het inventariseren wat de precieze achtergrond van deze maatregel is. Daarvoor hebben wij contact met zowel onze ambassadeur als de Irakese ambassadeur. Wij willen graag weten wat het doel en de strekking van deze maatregel zijn. Vervolgens zullen wij gesprekken aangaan. Ik heb al gezegd dat ik met de Irakese ambassadeur in Den Haag graag daarover wil praten.

De heer Fritsma (PVV):

Ik dank de minister voor de gegeven antwoorden. Het wordt inderdaad lastiger om Irakezen terug te zenden, als een laissez passer of een paspoort vereist is. Is dit nu al merkbaar? Met andere woorden: stagneert de terugkeer van Irakezen nu al? Zijn er uitzettingen geannuleerd? Kan de minister garanderen dat terugkeer van Irakezen niet op een lager pitje komt te staan door de houding van Irak?

Dit is een heel belangrijk punt, want de Irakese autoriteiten hebben – plat gezegd – wel lef. Nederland heeft heel veel bijgedragen aan de steun aan Irak. Er is bijvoorbeeld voor 256 mln. schuldenverlichting verleend. In dat licht is het gewoon onacceptabel dat Irak nu rare eisen gaat stellen aan Nederland. Voor de PVV-fractie mag daar best een heel hard antwoord op komen. Ik begrijp dat de minister eerst in goed overleg eruit probeert te komen, maar als hij daarmee geen resultaat boekt, moeten er wat de PVV-fractie betreft echt sancties komen. Nederland draagt bijvoorbeeld nog bij aan wederopbouwprojecten en aan de bescherming van cultureel erfgoed. Er kan een situatie komen waarin Nederland moet zeggen dat het stopt met die steun als Irak de terugkeer tegen blijft werken. Ik zou graag een concrete reactie van de minister krijgen op deze voorstellen.

Minister Leers:

Ik beluister zorg in de vragen van de heer Fritsma. Ik deel die zorg. Ik ben het met hem eens dat het ongewenst zou zijn om in de situatie terecht te komen dat wij gedwongen terugkeer niet meer kunnen effectueren, omdat er dergelijke eisen worden gesteld. Het is op dit moment echter nog te vroeg om al een conclusie te trekken, omdat wij de precieze achtergronden van de beslissing door de Irakese overheid nog niet kennen. Het is een feit dat men heeft aangegeven, het zo niet langer te accepteren. Dat hebben wij inderdaad gemerkt. Een overheidsvlucht is namelijk geannuleerd. Het is echter te vroeg om nu al te zeggen dat dit zal betekenen dat het vertrek naar Irak, het land van herkomst, zijn implicaties zal krijgen. Ik wijs er in dit verband nogmaals op dat vrijwillig vertrek altijd nog tot de mogelijkheden behoort.

Wij gaan dus overleggen. Ik ben ervan overtuigd dat dit overleg in goede harmonie zal verlopen. Mocht het anders zijn, dan zal ik de heer Fritsma en de Kamer daarover informeren en zal ik zoeken naar mogelijkheden om de zaak toch vlot te trekken.

De heer Fritsma (PVV):

Er is al een overheidsvlucht geannuleerd, zegt de minister. Dit geeft aan dat de houding van de Irakese autoriteiten gewoon heel veel problemen oplevert voor het Nederlandse terugkeerbeleid. Ik hoop dat de minister resultaat boekt tijdens de gesprekken met Irak. Wanneer is er resultaat te verwachten? Als het resultaat uitblijft, dan hoor ik dat graag en de Kamer ongetwijfeld ook. Dan wordt het namelijk echt tijd voor maatregelen.

Minister Leers:

De houding kan problemen opleveren. Ik wil echter graag eerst precies de achtergronden, de redenen en de motieven van de Irakese overheid weten. Het is mij niet gebleken dat er een principieel bezwaar is tegen deze wijze van uitzetten, maar veel meer een procedureel bezwaar. De manier waarop dit nu gebeurt, wil men niet langer. Wij moeten dus gaan praten over de afgifte van de zogenaamde laissez passer omdat het niet meer kan met de zogenaamde EU-staat. Dat is de inzet van het gesprek. Ik heb ook aangegeven dat ik desnoods collega's van andere landen hierbij zal betrekken. Dan kunnen wij gezamenlijk proberen om een passend antwoord te krijgen van de overheid.

De heer Schouw (D66):

Ik ben blij dat de minister afstand neemt van de oorlogstaal die de PVV richting Irak uitslaat. Wij hebben niets aan een olifant in de porseleinkast. Is de minister bereid om samen met mevrouw Malmström, die zich hiervoor sterk maakt in Europa, schouder aan schouder deze zaak op te lossen? De minister heeft zelf aangegeven dat het een Europees probleem is en het lijkt mij dus voor de hand liggend om mevrouw Malmström als partner te kiezen.

Minister Leers:

Als mocht blijken dat andere Europese lidstaten en de Eurocommissaris op dit punt een doorslaggevende invloed kunnen hebben, zal ik dat vanzelfsprekend doen. Zoals de heer Fritsma terecht aangaf, is een ordentelijke terugkeer in ons aller belang. Wij zullen daarover goede afspraken moeten maken. Ik zal zeker steun zoeken bij andere collega's als dat aan de orde is, maar moet eerst weten om welke reden men dit precies besloten heeft.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor zijn beantwoording.

Naar boven