Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de Europese top, te weten:

- de motie-Schouw/Braakhuis over een gezamenlijk uitzettingsbeleid in EU-verband (21501-20, nr. 486).

(Zie vergadering van 2 november 2010.)

De voorzitter:

De motie-Schouw/Braakhuis (21501-20, nr. 486) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het ministerie van Buitenlandse Zaken ambtsberichten opstelt, die als informatiebron worden gebruikt bij de beoordeling van asielverzoeken met betrekking tot de veiligheidssituatie in een bepaald land;

constaterende dat de EU-lidstaten geen gezamenlijk beleid voeren ten aanzien van het uitzetten van asielzoekers naar (mogelijk) gevaarlijke landen en dat de EU-lidstaten onafhankelijk van elkaar veiligheidsanalyses maken;

verzoekt de regering, zich in Europees verband expliciet uit te spreken voor de wenselijkheid van een gezamenlijk EU-beleid;

verzoekt de regering, tot er sprake is van een gezamenlijk EU-uitzettingsbeleid, veiligheidsanalyses van overige lidstaten bij de totstandkoming van Nederlandse ambtsberichten te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 491 (21501-20).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Schouw/Braakhuis (21501-20, nr. 491).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdD, de PvdA, GroenLinks, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven