Aan de orde is het opmaken van een voordracht van drie kandidaten ter vervulling van een vacature bij de Strafkamer van de Hoge Raad (31759, nr. 3).

De voorzitter:

Ik stel voor om, in afwijking van het Reglement van Orde, niet schriftelijk te stemmen en, met toepassing van de regeling vastgelegd in Kamerstuk 24663, de voordrachten conform het voorstel van de vaste commissie voor Justitie als volgt vast te stellen:

  • 1. Prof. mr. M.A. Loth

  • 2. Mr. P.M.F. van Loon

  • 3. Mr. C.E. Drion.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven