Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Mevrouw de voorzitter. Wij hebben een interessant algemeen overleg gehad over de toekomst van de advocatuur. Mede namens de heer Teeven verzoek ik om het verslag van dat algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen. Wij willen namelijk de bezuiniging van 50 mln. op de rechtsbijstand aan de orde stellen, evenals het idee van no win, no fee. Dat is een variant op no cure, no pay.

De voorzitter:

Ik stel voor om het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Azough.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Mevrouw de voorzitter. Afgelopen vrijdag kwam het journaal met een verontrustend bericht over het werken met politie-informanten en burgerinfiltranten naar aanleiding van de reeks recente liquidaties. Het werken met informanten en sluiten van deals is een precair onderwerp. De vraag is of er langdurig zaken zijn gedaan met informanten, terwijl bekend was dat zij zich ondertussen schuldig maakten aan levensdelicten. Dat zou voor de fractie van GroenLinks een ernstig probleem zijn waar een politiek debat over gevoerd moet worden.

De situatie is onduidelijk. Er wordt gesproken over informanten en over criminele burgerinfiltranten. Ik stel daarom voor om het kabinet een brief te vragen met een toelichting op de berichtgeving en een antwoord op de vraag of de regels voor het werken met informanten zijn nageleefd. Graag ontvang ik die brief vóór 12 juni aanstaande. Daarna kunnen wij een debat over deze kwestie voeren.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Ik heb er moeite mee om een debat te voeren over een lopend, langdurig onderzoek. Naar mijn oordeel moeten wij dat niet voor de voeten lopen. Ik ben het met mevrouw Azough eens dat dit soort debatten door de Kamer moet worden gevoerd. Het houden van een spoeddebat dient echter niet te gebeuren op basis van dossierstukken. Daarbij komt dat de minister vermoedelijk nog niets over die kwestie kan zeggen. Ik vind het goed om de brief af te wachten, maar het lijkt mij te vroeg om een debat over deze specifieke zaak te houden.

De heer Teeven (VVD):

De VVD-fractie vindt het niet nodig om het debat te voeren. Evenmin acht zij het nodig om de minister een brief te vragen. Wij moeten de politie en justitie het werk laten doen, want dat gaat goed. Nu is de rechter aan zet. Hij heeft die deals ook getoetst.

De heer De Roon (PVV):

Ik vind het voorstel van mevrouw Azough onzalig en ontijdig. Het betreft een onderzoek dat nog loopt. Het is nu aan de rechter om met chirurgische precisie de waarheid boven water te krijgen.

De heer Wolfsen (PvdA):

Ik heb behoefte aan een kleine toelichting. Wij juichen het toe dat politie en justitie de meest verregaande criminaliteit willen oplossen.

De voorzitter:

De vraag is of u het verzoek steunt om een brief van de minister.

De heer Wolfsen (PvdA):

Ik aarzel. Ik wil niet dat door het debat lopende strafzaken worden verstoord. Ik denk dat het prematuur is. Wij moeten dat aan de minister vragen.

De voorzitter:

Het wordt dus een brief?

De heer Wolfsen (PvdA):

Ik wil een brief met daarin een antwoord op de vraag of de minister in deze fase antwoord kan geven zonder lopende onderzoeken te verstoren.

De heer Pechtold (D66):

Ik steun het verzoek.

De heer De Wit (SP):

Alle opmerkingen zijn al gemaakt. Die noodzaken volgens mij tot een brief van de minister.

De heer Anker (ChristenUnie):

Ik sluit mij daar graag bij aan.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik vraag nogmaals om uw begrip. Als wij bij de regeling al beginnen met het debat, duurt de regeling te lang. Dat wilt ook u liever niet.

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Na het programma van BNN zijn 50.000 donorregistratieformulieren aangevraagd. In de media wordt over allerlei oplossingen geschreven. De premier en minister Klink hadden wel hun mening klaar over het op dat moment nog niet uitgezonden programma, maar hebben nog steeds geen mening over dit urgente probleem. Mensen wachten op een donor.

De voorzitter:

Wat is uw voorstel?

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik wil een spoeddebat om dit probleem uitgebreid te kunnen bespreken.

De heer Ormel (CDA):

Wij debatteren regelmatig over dit grote probleem. De CDA-fractie gaat een debat absoluut niet uit de weg. Dat moet echter wel een gedegen debat zijn aan de hand van een kabinetsstandpunt. Dat standpunt kunnen wij nog deze maand verwachten. Ik stel voor, te wachten op het kabinetsstandpunt en daarover te debatteren.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb met dank aan BNN een heerlijke vrijdagavond gehad. Ik neem aan dat dit ook voor de heer Atsma geldt. Ik steun het voorstel van de D66-fractie van harte. Tegen de CDA-fractie zeg ik dat de Kamer het ijzer moet smeden als het heet is. Wij willen een systeem van "geen bezwaar". Het kabinet moet sneller met een brief komen.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van harte. Ook ik heb een fantastische avond gehad, net als veel mensen die op een orgaan wachten. Dit is een heel goede manier geweest om de discussie aan te zwengelen. Gezien de actualiteit is het goed als de politiek dit oppakt. Dat kan mij niet snel genoeg gebeuren. Wachten op brieven van het kabinet vind ik niet nodig. Het zou mooi zijn als de Kamer het kabinet een boodschap mee kan geven. Daar is het debat een goede gelegenheid voor.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie wil een debat, maar vindt daarbij zorgvuldigheid belangrijker dan spoed. Ik sluit mij aan bij het voorstel van de heer Ormel.

Mevrouw Gill'ard (PvdA):

Voorzitter. Ik wil ook graag een debat. Dat hoeft geen spoeddebat te zijn. Ik wil wel graag met spoed een brief van de regering.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. De SGP-fractie sluit zich aan bij de suggestie van de CDA-fractie, namelijk een debat naar aanleiding van een kabinetsreactie.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Mevrouw Halsema heeft treffend gezegd dat wij het ijzer moeten smeden als het heet is. De kwestie speelt op dit moment. In de media wordt de discussie volop gevoerd, terwijl de Kamer een brief van het kabinet afwacht. Het is een vrij helder probleem met een vrij duidelijke oplossing. Het is daarom tijd voor een spoeddebat.

De voorzitter:

Met welke bewindspersonen wilt u het debat voeren?

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Het lijkt mij evident dat minister Klink daarbij aanwezig moet zijn. Wellicht dat andere Kamerleden de premier willen uitnodigen.

De voorzitter:

U moet als aanvrager van het debat een keuze maken.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Dan wordt het minister Klink.

De heer Ormel (CDA):

Ik begrijp het niet goed. Ik wil graag een gedegen debat. Nu is er gevraagd om een spoeddebat met spreektijden van drie of vier minuten. Hoe kan er dan sprake zijn van een gedegen debat over dit belangrijke onderwerp? Ik sluit mij aan bij mevrouw Halsema, die met spoed een brief vraagt over de procedure. Wanneer kan het parlement de brief verwachten over orgaandonatie?

De voorzitter:

Ik ga geen tweede ronde beginnen. Mevrouw Halsema heeft non-verbaal al aangegeven dat zij niet eerst een brief nodig heeft voor het debat. Heb ik dat goed begrepen?

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ja, en ik ben blij dat de heer Ormel zich daarbij aansluit. Wij willen gewoon een spoeddebat.

De voorzitter:

Meer dan 30 leden ondersteunen dat verzoek, dus wij krijgen op een nader te bepalen tijdstip een spoeddebat met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en met spreektijden van vier minuten.

Het woord is aan de heer Van Haersma Buma.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Al meer dan een maand geleden heb ik het kabinet een brief gevraagd over de problematiek van het gewelddadige dierenactivisme. Die brief zou ons binnen enkele weken bereiken, maar is er nu nog steeds niet. Ik verzoek u, het kabinet te rappelleren zodat wij er nog voor het zomerreces over kunnen debatteren.

De heer Teeven (VVD):

De VVD-fractie ondersteunt dit voorstel!

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Gisteren meldde Trouw dat de overheid jaarlijks bijna 50 mld. uitgeeft aan mislukte IT-projecten bijna zonder dat er een haan naar kraait. Op dat bericht krijg ik graag een reactie van het kabinet via een brief voorafgaand aan het debat dat ik graag met het kabinet hierover zou willen hebben.

De voorzitter:

U doet dus twee voorstellen, een brief en een gewoon debat?

Mevrouw Gerkens (SP):

Ja!

De heer Hessels (CDA):

Ik kan mij zonder meer aansluiten bij het verzoek van mevrouw Gerkens om een brief. Het is een heel belangrijk probleem. Ik wil echter eerst de brief voordat wij de verdere procedure bespreken. Ik denk ook wel aan een debat, maar laten wij eerst de brief afwachten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De GroenLinks-fractie ondersteunt het verzoek van mevrouw Gerkens voluit.

De heer Brinkman (PVV):

De fractie van de PVV ondersteunt beide verzoeken van de SP-fractie volledig.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

De VVD-fractie ondersteunt beide verzoeken eveneens volledig.

De voorzitter:

Dan is er wel een ruime meerderheid voor het verzoek om de brief, maar nog niet voor een gewoon debat. Daarvoor moet ik nog weten wat de PvdA wil.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Om praktische redenen steunen wij dan maar beide verzoeken!

De voorzitter:

Dan zullen wij de brief vragen en voeren wij het debat op een nader te bepalen moment.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik zou in de brief enkele vragen beantwoord willen zien. Zou ik die nu mogen stellen?

De voorzitter:

Ga uw gang!

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik zou van het kabinet willen vernemen of het klopt dat er miljarden per jaar aan informaticaprojecten wordt uitgegeven zonder dat deze projecten opleveren wat bedoeld is. Klopt het dat er geen centrale registratie is van ICT-projecten en welke maatregelen denkt het kabinet te nemen om deze verspilling te stoppen?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ulenbelt.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Naar aanleiding van de voorbereiding van het kabinet op het overleg met werkgevers en werknemers en de discussies in de pers en daarbuiten over het ontslagrecht wil ik graag een debat met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over deze onderwerpen. Daaraan voorafgaand ontvang ik graag voor volgende week dinsdag een brief van het kabinet hierover.

De voorzitter:

Voor mijn helderheid: u vraagt een debat en geen spoeddebat?

De heer Ulenbelt (SP):

Een normaal debat!

De heer Nicolaï (VVD):

Voorzitter. Ik sluit mij hier van harte bij aan. Ik begrijp goed dat wij eerst de brief krijgen en daarna het debat om eindelijk duidelijkheid te krijgen, want het is een zooitje als het gaat om de voorbereiding op deze top!

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Als wij niet oppassen, ontslaat het kabinet zichzelf als het geen duidelijkheid geeft over zijn positie. Ik zou het ook prettig vinden als wij in de brief worden geïnformeerd over het moment waarop het overleg met sociale partners zal plaatsvinden. Dit is ook volstrekt onduidelijk. Als wij die informatie hebben, is het zinvol om een debat te houden. Wij moeten duidelijk aangeven wat er naar onze mening in die brief van het kabinet moet staan om te voorkomen dat wij weer met een kluitje in het riet worden gestuurd.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Mevrouw de voorzitter. Debatten horen niet alleen in de kranten te worden gevoerd, maar ook hier in de Kamer. Mijn fractie steunt daarom dit verzoek.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie kan zich vinden in de vraag om een brief, maar ik vraag mij wel af waarom die vraag niet wordt gesteld in de procedurevergadering die vanmiddag om vier uur plaatsvindt. Na ommekomst van die brief kunnen wij bezien of wij een debat willen voeren, maar niet nu.

De heer Ulenbelt (SP):

Voorzitter. Ik merk dat er ruime steun is voor beide verzoeken.

De voorzitter:

Dan merkt u meer dan ik, want ik heb nog geen meerderheid gezien.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Misschien kan ik u helpen. Ik stel voor dat wij eerst om een brief vragen. Als wij die brief hebben ontvangen, kunnen wij vaststellen of en, zo ja, wanneer er een debat zou moeten plaatsvinden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Na ommekomst van de brief zullen wij besluiten of er een debat wordt gevoerd.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven