Vragen van het lid Brinkman aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Financiën over het bericht 'Ozb-heffing vrij; Eigen huis: Rampzalig'.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Half Nederland is zich vanmorgen kapot geschrokken. Dit kabinet laat huiseigenaren bloeden. Het kabinet heeft gisteren doodleuk een akkoord gesloten met de Vereniging Nederlandse Gemeenten waardoor huiseigenaren opnieuw zullen worden opgezadeld met torenhoge tarieven voor de onroerendezaakbelasting. De Vereniging Eigen Huis noemt dit plan terecht rampzalig en voorspelt stijgingen van het ozb-tarief van 20 tot 30%. Dat is pure diefstal. De huiseigenaren in Nederland worden weer eens flink gepakt, nu door dit linkse kabinet. Dit kabinet is ook nog eens kampioen naïviteit. Het zegt er alle vertrouwen in te hebben dat de gemeenten hun vrijheid niet zullen misbruiken. Dommer kan bijna niet. De afgelopen jaren hebben gemeenten zo ongeveer alle tarieven gigantisch verhoogd, van parkeergelden tot leges, de heffingen voor de aanvragen van identiteitsbewijzen en ga zo maar door. Dus als de minister van BZK denkt dat de gemeenten de burger niet opnieuw als melkkoe zullen gebruiken, weet zij niet wat zij zegt.

Huiseigenaren moeten worden beschermd tegen de belasting slurpende overheid en tegen dit verschrikkelijke kabinet en zijn onzalige plannen. Nadat de autobezitter, de werkende man en vrouw, de militair en de politieman al worden gepakt, zijn nu de huiseigenaren aan de beurt om verder te worden uitgemolken. De PVV-fractie vindt dit schandelijk. Zij komt op voor de gewone man en vrouw die hebben gespaard voor een eigen huis, daar trots op zijn en willen dat de overheid van hun huis en portemonnee afblijft. Ik heb dan ook slechts één vraag aan de staatssecretaris van BZK, namelijk of zij dit onzalige plan meteen van tafel wil halen zodat nergens de ozb ook maar met één eurocent wordt verhoogd. Tegen minister Bos wil ik zeggen: het is waar, met u is Nederland nog steeds de klos.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Het antwoord op de ene vraag is nee. Ik vind het jammer dat de heer Brinkman niet de moeite heeft genomen om de tekst van het bestuursakkoord echt na te lezen en alleen reageert op krantenberichten. Ik heb hem gisteren gezien bij de VNG, dus hij had het gewoon mee kunnen nemen.

Het huidige systeem van limitering van de ozb is gericht op individuele gemeenten en leidt als gevolg daarvan tot bestuurlijke en technische discussies. Wij hebben afgesproken dat de huidige limitering per 1 januari 2008 wordt geschrapt onder het gebruikelijke voorbehoud van parlementaire behandeling van de wetswijziging. De VNG en het kabinet zijn het erover eens dat deze maatregel niet mag leiden tot onevenredige stijging van de collectievelastendruk. In verband hiermee zal een macronorm worden ingesteld. Ook zal de ontwikkeling van de lokale lasten worden gevolgd en, zo nodig, onderwerp van bestuurlijk overleg worden, waarna het Rijk via een correctie van het volume van het Gemeentefonds kan ingrijpen indien de macronorm wordt overschreden. Dit is letterlijk afgesproken. Deze afspraak wordt nog eens geëvalueerd. Ik benadruk dat de macrocollectievelastendruk ons aan het hart gaat.

De heer Brinkman heeft slechts de helft van het verhaal verteld. Laat mij daarom de indruk wegnemen dat er in de afgelopen jaren, toen het tarief vrij was, ook dat van de ozb, sprake was van ongebreidelde stijgingen, zoals de heer Brinkman zegt. Dat is niet zo. Meerdere vorige kabinetten hebben aan de Kamer uitgelegd dat er sprake was van beheerste ontwikkelingen. Die kabinetten wisselden van politieke samenstelling. Uit de Monitor Inkomsten uit Lokale Heffingen blijkt dat de gemiddelde opbrengststijging uit de vijf belangrijkste lokale heffingen in de afgelopen tien jaar, althans tussen 1995 en 2005, tussen de 5,5% en 8,3% beliep. Dat is niet veel. Een aantal van de heffingen die de heer Brinkman aanhaalde, zoals de rioolheffing, mogen kostendekkend zijn. Daar zijn wij het over eens. De maximumcapaciteit is daar nog absoluut niet bereikt. Ik vind het jammer dat er zo'n eenzijdig beeld wordt uitgedragen, want er is een evenwichtige afspraak gemaakt. Wij vertrouwen op de lokale democratie en gaan ervan uit dat daar evenwichtig over dit soort thema's wordt gediscussieerd.

Minister Bos:

Voorzitter. Ik heb met belangstelling naar de bijdrage van de heer Brinkman geluisterd, maar volgens mij stelde hij geen vraag aan mij.

De heer Brinkman (PVV):

Dit is taal voor bureaucraten. Het komt er gewoon op neer dat de ozb inderdaad wordt verhoogd. Ik ben wars van alle mechanismen die u verzint. Ik heb hier maar twee woorden voor over: niet doen!

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. De heer Brinkman aangehoord hebbend, heb ik het gevoel dat de inflatie in woordkeuze om het beleid te kwalificeren het op geen enkele manier haalt bij de stijging van de overheidslasten.

Ik feliciteer het kabinet van harte met het sluiten van het bestuursakkoord met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dat is binnen honderd dagen gelukt. Niet veel aan dit kabinet voorafgaande kabinetten zullen dat kunnen nazeggen.

In het regeerakkoord staat dat er mogelijk sprake zal zijn van een verruimd gemeentelijk belastinggebied. Dat zou gecompenseerd worden via een navenante verlaging van 's Rijks belastingen. Is er in de voornemens met betrekking tot de ozb sprake van verruiming van het gemeentelijk belastinggebied? Zo ja, doet u voorstellen om dat te compenseren?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Allereerst bedank ik de heer Heijnen voor de complimenten. Hij ziet dat wij in de afgelopen honderd dagen hard gewerkt hebben om een akkoord te sluiten. Het is mooi dat hij dat vaststelt. Het antwoord op zijn vraag is nee. Wij zien dat niet zo. Over de verruiming van het gehele gemeentelijk belastinggebied hebben wij in het bestuursakkoord de afspraak opgenomen dat wij de voorstellen afwachten van de commissie-Van Aartsen, die voor de VNG aan het werk is. Haar voorstellen zullen wij op hun merites beoordelen.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Voorzitter. Mijn vraag had op dezelfde passage in het regeerakkoord betrekking, zoals u vermoedde. Ik stel een vraag in aanvulling op die van de heer Heijnen. Er is inderdaad nadrukkelijk sprake van compenserende maatregelen voor de burgers. Als bepaalde lasten omhooggaan, zal het Rijk de lasten verlagen, zodat de burgers er coûte que coûte niet op achteruitgaan. U zegt dat het kabinet daar op dit moment niet aan denkt, maar mij lijkt het toch goed als u daar enig inzicht in verschaft. Er wordt nu gesproken over ozb-mogelijkheden voor ondernemers en huiseigenaars. Het zou goed zijn om tegelijkertijd te vernemen in welke zin het kabinet compenserend denkt.

Minister Bos:

Met de gemeenten is afgesproken dat wij niet meer met een zelfde percentage maximumstijging voor elke individuele gemeente werken, ongeacht de situatie in iedere individuele gemeente. Dat was het grote probleem dat de gemeenten met de huidige aanpak hadden: een percentage voor iedereen, terwijl niemand hetzelfde is. Wij hebben besloten om de totale lastendruk uit hoofde van de ozb, gemeten over alle gemeenten bij elkaar, niet te laten stijgen. Dat stelt gemeenten die het harder nodig hebben en daar ook draagvlak onder hun bevolking voor kunnen vinden, in staat om iets meer te doen dan gemeenten die het minder hard nodig hebben. Het tweede deel van de afspraak luidt dat als aan het einde van de rit toch zou blijken dat de lastendruk is gestegen omdat de gemeenten alles bij elkaar een hogere ozb-lastenstijging hebben gerealiseerd dan op macroniveau was genormeerd, wij geen enkel instrument hebben weggegeven om te kunnen ingrijpen. Wij hebben met de gemeenten afgesproken dat het de minister van Financiën in dat geval, weliswaar na overleg, vrij staat om in te grijpen in de uitkeringen uit hoofde van het Gemeentefonds, zodat de compensatie op die manier kan plaatsvinden.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek de staatssecretaris om de Kamer uit te leggen wat haar overwegingen zijn geweest om tot deze afspraak te komen. De Kamer heeft er pas twee jaar geleden heel bewust voor gekozen om te maximeren. Wij hebben de gemeenten de gelegenheid gegeven om te wennen aan het feit dat de inflatie kan worden doorberekend, maar niets meer dan de inflatie. Wij hebben gemeenten die nog niet op hun toptarief zaten de mogelijkheid geboden om hun tarief extra te verhogen. Wij hebben de gemeenten de mogelijkheid gegeven om, wanneer zij er niet uit kwamen, de provincie te vragen uitzonderingen te maken. Het is, kortom, heel zorgvuldig geregeld. Over welke gegevens beschikt de staatssecretaris dat zij dit in één keer wenst af te schaffen?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Dit kabinet kiest echt voor het geven van ruimte aan de gemeenten door sterke decentralisatie. Alleen al uit de manier waarop de heer Van Beek schetste hoe het mechanisme in zijn werk gaat, kan men afleiden dat het veel bureaucratie met zich meebrengt. Dat is niet wat de VVD altijd wilde, maar wel wat er in dit geval van geworden is. Wij menen dat de ruimte voor decentralisatie ook betekent dat je ruimte geeft aan de gemeenten voor het maken van eigen keuzen. Dan worden de afwegingen daar gemaakt waar zij horen te worden gemaakt en doet de lokale democratie zijn werk. Dit was onze belangrijkste overweging om het op deze manier vorm te geven. Een bijkomend aspect is dat sprake is van veel lagere uitvoeringslasten voor zowel het Rijk als de provincies en de gemeenten.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Het is goed om van het kabinet te horen dat de lokale lasten in heel Nederland niet zo maar kunnen stijgen. Er is een grens aan. Naar mijn mening is dat verstandig. Er ligt nog een oud rapportje van een andere VVD'er, de heer Eenhoorn. Deze heeft ongeveer twee jaar geleden voorgesteld om de gemeenten meer ruimte te geven om de lokale belastingen inkomensafhankelijker te maken. Niemand heeft naar hem geluisterd, maar er zit nu een nieuw kabinet. GroenLinks is er erg voor. Op dit moment zijn de lokale belastingen een soort koppengeld. Per persoon betaal je hetzelfde bedrag, ongeacht je inkomen. Mijn vraag aan de staatssecretaris luidt of het kabinet ruimte wil bieden voor deze ontwikkeling.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik moet eerlijk toegeven dat dit rapport mij niet bekend is. Ik ben graag bereid om het te lezen. Het kabinet hecht hier in eerste aanleg niet aan. Het is vooruitgeschoven. Ik hecht eraan om te zeggen dat differentiatie in het inkomensbeleid op gemeentelijk niveau niet mijn lijn zou zijn.

Minister Bos:

Ik kan hieraan toevoegen dat in het bestuurlijk akkoord met de gemeenten een reeks van onderwerpen die thans op rijksniveau worden behartigd maar die in de toekomst wellicht op gemeentelijk niveau zouden kunnen worden behartigd, is genoemd waarover de komende tijd overleg zal plaatsvinden. Op het moment dat wij zouden besluiten om de verantwoordelijkheid voor het oplossen van een aantal problemen op gemeentelijk niveau neer te leggen, komt natuurlijk meteen ook de vraag aan de orde hoe ervoor kan worden gezorgd dat de gemeenten daarvoor over voldoende middelen beschikken. Dan hebben wij een aantal opties. Wij kunnen geld uit het Gemeentefonds naar de gemeenten sluizen. In sommige gevallen zouden wij ook het zelffinancierend vermogen van de gemeenten via lokale belastingen kunnen aanmoedigen. Dat zullen wij van geval tot geval bekijken. De beperking die de staatssecretaris noemt, nemen wij daarbij altijd zeer serieus. Doelstellingen die wij landelijk hanteren ten aanzien van de inkomenspolitiek, kunnen nooit worden doorkruist door de instrumenten die op gemeentelijk niveau ter beschikking komen.

De heer Madlener (PVV):

Voorzitter. "Met Bos zijn wij de klos." Dat gaat wel blijken. De minister heeft nu al geldproblemen. Dat heeft misschien wel iets te maken met het generaal pardon dat niet was ingeboekt, maar dat heel veel geld gaat kosten. Dat is echter niet mijn vraag aan de minister. Ik vraag hem wel, hoe hij veronderstelt dat alle mensen die een duur huis hebben gekocht of nog willen kopen, zich voelen.

Minister Bos:

Ik hoop dat zij ontzaglijk blij zijn in hun dure huis.

Naar aanleiding van de manier waarop de heer Brinkman dit onderwerp introduceerde, zeg ik nog één ding en dat is serieus bedoeld. Ik hoorde allerlei retoriek over een links kabinet – dat compliment neem ik natuurlijk gaarne in ontvangst – dat nu de schuld moet krijgen van alles wat er verder op het gebied van lastendruk gebeurt. De essentie is dat wij een bepaalde verantwoordelijkheid aan gemeenten geven. Het kabinet kan dus niet worden aangekeken op wat daar gebeurt. Wij willen het lokale politieke debat weer van energie voorzien door een groter aantal onderwerpen in dat debat te brengen. Iedereen hier in huis heeft er zijn mond altijd van vol dat wij de politiek dichter bij de burger moeten brengen. Decentraliseren, minder dingen in Den Haag regelen en meer in de gemeenten is een van de antwoorden die je daarop kunt formuleren. Bewoners van pas gekochte, mooie, dure huizen of niet pas gekochte, minder mooie en minder dure huizen die straks ontevreden zijn met de veranderingen op het gebied van de ozb, moeten dan een andere vertegenwoordiger in de gemeenteraad kiezen. Als de Kamer gemeenten daarin niet vertrouwt, spreekt zij feitelijk haar wantrouwen uit jegens de eigen partijgenoten op gemeentelijk niveau.

Naar boven