Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.

Vragen van het lid Teeven aan de minister van Justitie en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het onmiddellijk verbieden van alle paddo's naar aanleiding van een rapport van de GGD.

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. Het kabinet maakt zich buitengewoon veel zorgen om de coffeeshops in de buurt van scholen. Het is terecht dat het kabinet die wil verbieden. De VVD-fractie heeft echter de indruk dat het kabinet het zicht een beetje kwijt is op de harddrugsproblematiek. In Leiden en Leeuwarden wordt het aan de gemeenten toegestaan om binnen 80 meter van een basisschool heroïne-units te vestigen waar vrij heroïne wordt verstrekt aan verslaafden.

Dat gaat over heroïne. Er is wat meewarig gedaan toen de paddo's door de VVD-fractie op de politieke agenda zijn gezet. Ik doel op de zogenaamd onschuldige paddenstoelen die zogenaamd gewoon gebruikt kunnen worden. Naar aanleiding van een motie van onder andere mevrouw Joldersma is het kabinet gevraagd om te bezien of deze onschuldige paddootjes, die zo veel bijverschijnselen geven, niet op lijst 1 van de Opiumwet moeten staan en dus als harddrugs moeten worden betiteld.

Uit berichten van afgelopen donderdag en vrijdag blijkt dat burgemeester Cohen van Amsterdam het licht al heeft gezien. Het kabinet meent dat er nog onderzoek nodig is. Twee smartshops in Amsterdam zijn gesloten. De voorraadadministratie bleek een zootje. Mensen kregen last van hallucinaties. In de jaren 2004, 2005 en 2006 moest de ambulance in Amsterdam respectievelijk 55, 70 en 128 keer uitrukken voor mensen die in gevaar kwamen door het gebruik van paddo's. Hoelang moet dit nog doorgaan?

Is het onderzoek van de GGD te Amsterdam voor het kabinet aanleiding om de natte paddo's in het belang van de volksgezondheid per direct op lijst 1 van de Opiumwet te plaatsen? Er liggen al rapporten van de GGD. Waarom nog langer wachten? Zijn er in andere steden ook zorgwekkende feiten aangetroffen inzake paddo's, bijvoorbeeld door de GGD in Rotterdam of Den Haag? Acht het kabinet het noodzakelijk dat de overheid per direct een actieve voorlichtingscampagne begint om op het gevaar van dit soort rotzooi te wijzen?

Minister Klink:

Voorzitter. Het rapport van de Amsterdamse GGD van januari 2007 vind ik ernstig. Ik neem het dan ook buitengewoon serieus. De incidenten uit het verleden waren voor mij aanleiding om een aantal acties te ondernemen. Die acties lopen op dit moment. Vandaar dat het rapport van de GGD op dit moment geen reden is om de gewraakte paddenstoelen per omgaande op lijst 1 van de Opiumwet te plaatsen.

Ik heb daar procedurele en inhoudelijke argumenten voor. Op 14 mei heb ik de Kamer geïnformeerd dat er een risicoanalyse wordt uitgevoerd door het CAM, dat is ondergebracht bij het RIVM. De heer Teeven zei zo-even dat het kabinet het laat lopen. Ik zal er het mijne aan bijdragen dat dit niet gebeurt. Op 15 juni word ik van de informatie van het CAM op de hoogte gesteld. Ik neem dan een nader standpunt in.

De Amsterdamse GGD is vertegenwoordigd in het CAM. Ik dring erop aan om het rapport mee te nemen bij de analyses en de adviezen van het CAM. Ik wil dat de risicobeoordeling is gebaseerd op alle kennis die er op dit moment is. Ik acht het niet aangewezen om vooruit te lopen op de uitkomsten van het CAM-rapport en reeds nu een standpunt in te nemen.

Het advies gaat mede over de vraag of paddo's op lijst 1 van de Opiumwet moeten worden geplaatst. Parallel daaraan laat ik verkennen wat wij kunnen doen met de adviezen van de GGD om de informatieverstrekking aan de consument te verbeteren en te bezien in hoeverre het mogelijk is, verkooppunten te concentreren. Ik wil ook zeker bekijken, voor zover het niet op lijst 1 komt, in hoeverre gewerkt zou kunnen worden met leeftijdsgrenzen. In een ding ben ik het volstrekt met u eens; wij moeten het serieus nemen, hetzij door plaatsing op de lijst 1 van de Opiumwet, hetzij door de adviezen van de GGD buitengewoon serieus te nemen en om te zetten in daden.

De voorzitter:

Zijn hiermee alle vragen beantwoord of wil de minister van Justitie er nog iets aan toevoegen?

Minister Hirsch Ballin:

Mevrouw de voorzitter. Ik denk wel dat alle vragen beantwoord zijn, maar het is misschien goed als ik mij nadrukkelijk aansluit bij hetgeen mijn collega van Volksgezondheid heeft gezegd. Het is bekend dat gedroogde paddo's verboden zijn. Daar wordt ook daadwerkelijk tegen opgetreden. Voor producten die nu nog alleen onder de Warenwet vallen maar niet onder de Opiumwet, geldt hetgeen mijn collega van Volksgezondheid net heeft gezegd.

De heer Teeven (VVD):

De minister van Justitie maakt het nog wat ingewikkelder dan hij wellicht denkt. Hij zei dat gedroogde paddo's op dit moment verboden zijn, maar het probleem is nu juist dat uit het rapport van de GGD Amsterdam blijkt dat in al die smartshops die dit jaar zijn gecontroleerd gedroogde paddo's werden aangetroffen die al op lijst 1 staan. Naast de gevaarsetting is dat mede de reden dat de burgemeester van Amsterdam heeft gezegd dat hij enkele smartshops zou gaan sluiten.

Ik dank de minister van Volksgezondheid voor zijn antwoorden, maar ik zou mij kunnen voorstellen dat het kabinet het nu ook dringend noodzakelijk vindt om per direct die paddoverkoop aan banden te leggen totdat er duidelijkheid is, omdat er in die smartshops immers nu al producten worden verkocht die op lijst 1 staan.

Ik heb nog een antwoord gemist op de vraag of het in andere steden dan Amsterdam hetzelfde beeld geeft, of dat de GGD's in andere grote steden dezelfde constateringen doet als die in Amsterdam.

Minister Klink:

Ik heb daar navraag naar gedaan en op dit moment hebben wij niet het signaal dat in andere grote steden een soortgelijke problematiek speelt, maar ik weet niet in hoeverre de informatie volledig en toereikend is. Voor zover die paddo's mogen worden verkocht – ik doel dan op de verse – zullen wij die monitoring in ieder geval beter opzetten, zodat wij daar beter inzicht in zullen krijgen, gekoppeld aan de maatregelen die ik net noemde.

De heer Teeven maakte zelf al onderscheid tussen verse en gedroogde paddo's. Ons staan daarvoor ook verschillende repertoires aan instrumenten ter beschikking. Als het niet verboden is, valt er weinig aan te doen, behoudens wellicht de inbedding die ik net schetste. Als het wel verboden is, refereerde de heer Teeven terecht aan de heer Cohen, want dat is ook een titel om in te grijpen en dat moet dan ook worden gedaan. Ik denk dus echt dat wij dit onderscheid wel goed in de gaten moeten blijven houden.

Mevrouw Joldersma (CDA):

Het is goed om te horen dat de ministers de uitspraak van de Kamer serieus nemen dat paddo's gevaarlijke genotmiddelen zijn en eigenlijk onder de Opiumwet moeten worden gebracht. Het is ook goed om te horen dat wij binnenkort al de resultaten van dat onderzoek mogen verwachten. Maar, zeven jaar geleden is er ook zo'n onderzoek gedaan. Een van de redenen om verse paddo's toen niet te verbieden was dat te weinig mensen ze gebruikten. De CDA-fractie is van mening dat als die paddo's gevaarlijk zijn, ongeacht hoeveel mensen ze in Nederland gebruiken, dat moet worden meegenomen in de beoordeling van de risico's voor de volksgezondheid en dat ze dan ook gewoon onder de Opiumwet moeten worden gebracht.

Minister Klink:

Mevrouw de voorzitter. Er zijn vijf rubrieken op basis waarvan de risico's worden ingeschat. Het is daarom ook relevant om nu opnieuw die beoordeling te doen. De heer Teeven wees er terecht op dat er op dit moment steeds meer incidenten plaatsvinden en dat er onvoldoende zicht op is in welke mate daar criminaliteit mee gemoeid is. Deze factoren kunnen in de tijd natuurlijk veranderen en het gaat daarom dus om meer dan alleen maar de werkzame stof. Een van de criteria voor de beoordeling is in ieder geval de gezondheid van het individu. De gezondheid van een afzonderlijke persoon zou ik inderdaad willen loskoppelen van het algemene gezondheidsrisico. Het is een van de criteria. Bij de beoordeling van het advies zal ik erop toezien dat ook dat criterium zijn volle gewicht heeft gekregen.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Uit het onderzoek blijkt dat met name buitenlandse toeristen in de problemen komen, vooral ook omdat er in de samenleving waaruit zij komen helemaal niet zo'n goede voorlichting is over drugsgebruik. Onder Nederlanders is dat over het algemeen wel het geval. Ziet de minister dit ook? Is hij het ermee eens dat het daarom gewenst is om specifiek aan buitenlandse toeristen betere informatie te geven om te voorkomen dat zij in moeilijkheden raken, in plaats van alles in het algemeen te verbieden? Dan zal de verkoop ondergronds gaan en heeft niemand er vat op, ook niet met de op zich goede suggesties als leeftijdseisen.

Minister Klink:

Het advies van de GGD zal een rol spelen in de afweging. Als deze stoffen niet op lijst 1 van de Opiumwet worden geplaatst, zou volgens een ander advies van de GGD de informatievoorziening met name moeten worden toegespitst op de toeristen, want daar concentreert zich het probleem.

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Ik ben blij dat de minister dit probleem wil aanpakken. Wij spreken weliswaar over incidenten, maar het is natuurlijk verschrikkelijk dat met name de meest kwetsbare mensen in onze samenleving getroffen worden door de schadelijke effecten van paddo's, puur door gebrek aan informatie. Is de minister bereid om te bezien of de verkoop van paddo's en smart drugs in het algemeen aan een vergunning kan worden gebonden? Op die manier kunnen er voorwaarden worden gesteld aan de verkoop en hoeft die niet onmiddellijk te worden verboden. Verbieden betekent immers dat dit het illegale circuit ingaat en daar zit niemand op te wachten.

Minister Klink:

Dit is een van de punten van afweging. Paddo's vallen nu kennelijk onder de Warenwet waardoor ze vrij en algemeen verkoopbaar zijn en er geen leeftijdsgrenzen worden gesteld. Op het moment dat vaststaat dat paddo's niet op lijst 1 komen, wil ik naar de criteria kijken die nu terecht worden opgesomd. Kennelijk zijn ze gevaarlijk en kennelijk nemen de risico's toe. Ik vermag op voorhand niet in te zien waarom er wel leeftijdscriteria gelden voor tabak en alcohol en niet voor deze gevaarlijke stoffen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

De heer Teeven stelt vragen aan de minister van Volksgezondheid die terecht vraagt om enig uitstel, omdat over tien dagen de uitkomsten van een onderzoek bekend worden. De heer Teeven pleit voor een verbod op het gebruik van paddo's op basis van een rapport van de GGD uit januari jongstleden. In dit rapport roept de GGD niet op tot een verbod, maar worden voorstellen gedaan voor kwaliteitseisen en voorlichting. Waarom trekt de heer Teeven een heel andere conclusie dan de GGD? Die instantie heeft toch verstand van zaken?

De heer Teeven (VVD):

Ik heb in navolging van de GGD ook gepleit voor voorlichting voor gebruikers. De fractie van mevrouw Van Velzen en mijn fractie verschillen van mening over de vraag of dat spul – die rotzooi zoals ik het noem – op lijst 1 van de Opiumwet moet. Als uit de onderzoeken blijkt dat het inderdaad rotzooi is, moeten wij niet allerlei maatoplossingen zoeken voor smartshops; wij moeten die winkeltjes dan gewoon sluiten. Overigens blijkt uit de rapporten van de GGD dat er ook nog andere drugs worden verkocht die op lijst 1 van de Opiumwet staan.

Mevrouw Agema (PVV):

Delen de bewindslieden de mening van mijn fractie dat nu er mensen zijn die door het gebruik hallucinaties krijgen en denken dat zij een auto kunnen terugkoppen, dit soort producten onmiddellijk verboden moeten worden?

Minister Klink:

Opnieuw geldt dat bij de risico-inschatting ook wordt gekeken naar de effecten van de stoffen op de persoonlijke ervaringswereld van de afzonderlijke gebruiker. Sommige producten maken mensen duf en andere producten veroorzaken hallucinaties, afhankelijk van de werkzame stof in de paddo's. Naar die specifieke effecten zal zeker worden gekeken. Of de producten verboden moeten worden, weet ik nog niet helemaal zeker. Wij zullen dit afwegen, mede op basis van het advies waar wij nu op wachten. Ik wijs wel op het patroon dat zich in het gebruik van alcohol aftekent en het aantal incidenten dat daarmee gepaard gaat, het aantal opnames en het ambulancevervoer. Dit alles neemt stevig toe. Ik ben van mening dat wij een en ander in balans moeten bekijken en daarom loop ik niet vooruit op mijn conclusies.

Naar boven