Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 8 december 2004 over het jaarverslag van het jaar 2003 en de programmering voor 2003-2007 van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB).

De heer Szabó (VVD):

Mijnheer de voorzitter. Wij hebben vorige week een algemeen overleg IOB gehad, een afkorting van Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie. Er is gesproken over een rapport dat handelt over de programmering voor de jaren 2003-2007. Daarin stond dat er een onderzoek wordt uitgevoerd naar de coherentie van het Nederlands ontwikkelingsbeleid in Afrika. Dat is al bij een eerdere planning aangekondigd. Wegens tijdgebrek en het stellen van andere prioriteiten, is dat onderzoek niet uitgevoerd. In verband met de huidige discussies over ontwikkelingssamenwerking is dit toch een van de kernonderzoeken die het IOB moet uitvoeren. Het gaat over de coherentie en daarmee ook over de effectiviteit van de ontwikkelingssamenwerking.

Ik heb de minister gevraagd of zij volgend jaar het rapport alsnog door de IOB wil laten maken. Daarop kreeg ik het antwoord dat dat in 2006 wordt gedaan. Vervolgens werd gezegd dat wij al in 2005 aan de antwoorden kunnen werken. De VVD-fractie vindt dat niet voldoende. Wij willen nog tijdens deze kabinetsperiode een serieuze discussie voeren in deze Kamer over de wijze waarop ontwikkelingssamenwerking in het verleden is toegepast. De vraag is waar het in de toekomst beter kan. Dat kan niet als het onderzoek in 2006 wordt uitgevoerd. Pas in 2007 wordt dan gediscussieerd over de inhoud van dat rapport. Voor je het weet zijn er weer verkiezingen, en alles is dan over deze regeerperiode heen getild. Dat duurt te lang.

Ik dien een motie in om alsnog het coherentieonderzoek voor Ontwikkelingssamenwerking uit te voeren.

De SzabóKamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) in haar huidige programmering 2003-2007 voor de periode 2004-2005 een evaluatie van het geïntegreerde Afrikabeleid heeft aangekondigd met als doel te bezien of in de praktijk van de samenwerking met Afrikaanse landen daadwerkelijk sprake is van een coherente inzet van de verschillende terreinen van Nederlands beleid. Dit onderzoek werd tevens in de vorige programmering reeds aangekondigd;

constaterende dat de evaluatie tot op heden niet is uitgevoerd vanwege capaciteitsgebrek en prioriteitstelling;

constaterende dat de IOB bij gebrek aan capaciteit de mogelijkheid heeft externe capaciteit in te huren;

overwegende dat inzicht in de coherentie van beleid alsmede in behaalde resultaten voorwaarde is om te komen tot een afgewogen oordeel voor het nemen van toekomstige beslissingen inzake de inzet van Nederlands ontwikkelingssamenwerkingsbeleid;

verzoekt de regering, alsnog de evaluatie te prioriteren en de resultaten niet later dan augustus 2005 aan de Kamer toe te zenden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Szabó. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 65(29800-V).

De heer Szabó (VVD):

Dat betekent dat wij acht tot negen maanden hebben voor dit onderzoek. Dat is net zo lang als een gemiddelde bevalling. Er liggen al heel veel rapporten. Het rapport over Tanzania hebben wij vorige week besproken met de minister. Die conclusies kan zij zo in het rapport invoeren. Wat ons betreft is het mogelijk om het allemaal tijdig aan te leveren bij de Tweede Kamer.

De voorzitter:

U had het over een gemiddelde bevalling van acht maanden. Een gemiddelde bevalling is iets korter, een gemiddelde zwangerschap is iets langer, maar dat ter zijde.

De heer Szabó (VVD):

Het is voor mij alweer een aantal jaren geleden dat ik mijn laatste kind heb gekregen, dus ik was het al vergeten.

Minister Van Ardenne-van der Hoeven:

Voorzitter. De discussie over het onderzoek naar het geïntegreerde Afrikabeleid is vorige week uitgebreid gevoerd tijdens het overleg met uw Kamer. Wij spraken toen over een onderzoek naar het districtenbeleid in Tanzania en ook over de meerjarenprogrammering van de inspectie Ontwikkelingssamenwerking en beleidsevaluatie, een zelfstandige instelling die de eigen programmering maakt. Die wordt niet gemaakt door de minister. Wij kijken ernaar en in onderling overleg komen wij tot een geaccepteerd programma en een geaccepteerde programmering.

De heer Szabó vraagt om uit de voorgestelde programmering 2003-2007 een evaluatie naar voren te halen die te maken heeft met het geïntegreerde Afrikabeleid. Ik stel vast dat wij niet eerder dan deze zomer het geïntegreerde Afrikabeleid met de Kamer hebben besproken. Wij zijn dan ook nog niet zo lang bezig met het geïntegreerde Afrikabeleid. Ik vind het niet verstandig om dan al heel snel tot een evaluatie te komen. Wij evalueren niet om te evalueren; wij moeten uitvoeren wat wij hebben afgesproken. Natuurlijk moet er worden geëvalueerd, maar je kunt niet, als je net op stoom bent met het Afrikabeleid, vervolgens gaan evalueren. Er liggen rapporten. Wij hebben afgelopen week het Tanzaniarapport besproken in de Kamer. Wij hebben toen vastgesteld dat de methodologie niet zodanig is dat wij op basis daarvan een afgewogen oordeel kunnen geven over het Tanzaniabeleid. Bovendien is dat een onderzoek geweest naar het beleid in Tanzania van jaren terug. Ik wijs erop dat wij inmiddels een ander type Afrikabeleid hebben ingezet. Daarom vind ik het van belang om te volgen wat de plaatsvervangend directeur van de IOB in het overleg heeft gezegd. Is het een complexe materie die je niet zomaar in een halfjaar tot een afronding kunt brengen, ook al zou de IOB dit zelfstandig uitvoeren? Ook al zou ik tegen zijn, dan nog is het mogelijk dat de IOB dit onderzoek gaat doen. Maar zoals blijkt uit de informatie van de IOB die wij vorige week tijdens het algemeen overleg hebben gewisseld, kan een dergelijk onderzoek echt niet hapsnap uitgevoerd worden. Het onderwerp is er ook te belangrijk voor. Het idee dat wij nu met acht, negen maanden een afgewogen evaluatie over het geïntegreerde Afrikabeleid op tafel hebben, is niet realistisch. Dat is niet mogelijk.

Het is wel mogelijk – dat is ook het aanbod mede in overleg met de IOB geweest – dat in de loop van 2005 de voorbereidingen worden getroffen en dat de vraagstelling wordt geformuleerd, zodat men in 2006 met voldoende capaciteit het werk kan uitvoeren en wij het onderzoek als zodanig versneld kunnen uitvoeren. Maar een korte snelle studie, zoals nu in deze motie staat, is weggegooid geld en zonde van de tijd. Dat moeten wij niet doen. Ik ontraad dan ook aanneming van deze motie.

De heer Szabó (VVD):

De minister zegt dat wij nog niet zo lang geleden met geïntegreerd beleid aan de slag zijn gegaan. Ik neem niet aan dat er hiervoor geen geïntegreerd beleid is geweest. Wij willen daarnaar kijken. Ik begrijp niet waarom dit onderzoek altijd wordt uitgesteld. In de vorige programmering en ook nu weer is het naar voren gekomen. In deze programmering staat dat het in 2004/2005 moet worden uitgevoerd, dus niet in 2005/2006. Wij willen gewoon dat dit gebeurt.

Minister Van Ardenne-van der Hoeven:

Wij hebben de argumenten gewisseld. Ik vind het wel vreemd dat de heer Szabó plotseling in een versnelling gaat en zegt dat het ook met zes maanden kan. Ik vind dat onverantwoord. Om die reden ontraad ik aanneming van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven