Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter ter zake gedane voorstellen:

1. de volgende brieven:

vier, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Polen; Warschau, 26 maart 2003 (29926);

  • een, ten geleide van het WHO Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging; Genève, 21 mei 2003 (29927);

  • een, ten geleide van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Letland inzake privileges en immuniteiten voor verbindingsofficieren die door Letland bij Europol te 's-Gravenhage gedetacheerd worden; Riga, 17 februari/5 april 2004 (29932);

  • een, over de crisis in Oekraïne (29933);

een, van de minister en staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van de geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 13-14 december 2004 (21501-02, nr. 596);

een, van de minister van Justitie, ten geleide van de tweede voortgangsrapportage implementatie wijziging stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand (29800-VI, nr. 71);

een, van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, inzake doeltreffendheid en de effecten van de wet tijdelijke referendum in de praktijk (29929);

een, van de minister van Financiën, ten geleide van de tweede jaarlijkse rapportage in het kader van de Wet toezicht Europese subsidies (Wet TES) (27813, nr. 9);

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, over de uitkomsten van de bestuurlijke overleggen over het MIT en de mogelijke aanwending van middelen uit het amendement van het lid Van Hijum (29800-A, nr. 17);

drie, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, ten geleide van het rapport van het door Research voor Beleid verrichte onderzoek "Evaluatie van de Arbowet inzake ongewenste omgangsvormen" (25879, nr. 51);

  • een, over arbeidsmogelijkheden van asielzoekers (29523, nr. 19);

  • een, over het arbeidsmarktbeleid (29544, nr. 10);

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van antwoorden op vragen over de Wet maatschappelijke ondersteuning (29538, nr. 8).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, inzake Protocol wijziging Verdrag afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen - overeenkomst inzake de rechtspositie van de strijdkrachten voor militair personeel en troepenuitrusting tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Qatar; Koeweit;

een, van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, ten geleide van brief VNG 15-12 met betrekking tot frontoffice IND;

een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ten geleide van werkprogramma van de Raad voor het openbaar bestuur 2005;

twee, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, te weten:

  • een, inzake aangiften misdrijven en onregelmatigheden;

  • een, over lotingsysteem voor studenten;

een, van de staatssecretaris van Financiën, inzake BTW-tarief voor elektronische leermiddelen;

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, ten geleide van afschrift brief aan VNLO;

  • een, over Kamervragen naar aanleiding van brief van WL Delft Hydraulics;

twee, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, over afschaffing WAZ;

  • een, over toezeggingen tijdens planningsoverleg;

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over subsidierelatie Sjakuus;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over ziekenhuiszorg Amsterdam-west;

  • een, over uitsluiting bloeddonors;

vier, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, inzake antwoorden op Kamervragen;

  • een, over gevolgen verhogen energiebelasting voor de zorgsector;

  • een, over fokuswonen/ADL-clusterwonen;

  • een, over regionale Commissie Gezondheidszorg Nieuwe Waterweg Noord.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

3. een brief van de voorzitter commissie Leeftijdsonderzoek, prof. dr. H.M. Dupuis, ten geleide van rapport commissie Leeftijdsonderzoek.

De voorzitter stelt voor, deze brief door te zenden aan de betrokken commissie.

Naar boven