Aan de orde zijn de stemmingen over drie moties, ingediend in het debat over het Europees asielbeleid, te weten:

- de motie-Kamp/Wijn over een EU-regeling voor evenredige verspreiding van asielzoekers (19637, nr. 590);

- de motie-Hoekema over een versterkte functie van de UNHCR (19637, nr. 591);

- de motie-Halsema over het amendement-Karimi/Van Oven (19637, nr. 592).

(Zie vergadering van 12 juni 2001.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.

De heer Wijn (CDA):

Voorzitter. Eind dit jaar houdt de UNHCR een consultatieronde over de toekomst van het mondiale vluchtelingenbeleid. De motie-Hoekema verzoekt de regering om er dan voor te pleiten om meer nadruk te leggen op opvang en toetsing van asielaanvragen in de regio. De motie-Hoekema is het begin van een goede richting. De lange termijn ambitie van het CDA gaat echter veel verder. Wij willen naar een systeem waarbij asielverzoeken uitsluitend in de regio worden getoetst. Overigens zullen wij hierover in het najaar in de Kamer verder praten. Wij zullen dan proberen de fractie van D66 tot meer ambitie te bewegen. Van de motie gaat vooralsnog een onvoldoende helder signaal uit. Daarom zullen wij haar niet steunen.

In stemming komt de motie-Kamp/Wijn (19637, nr. 590).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, het CDA en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Hoekema (19637, nr. 591).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Halsema (19637, nr. 592).

De voorzitter:

De uitslag is onduidelijk. Wij gaan hoofdelijk stemmen.

Vóór stemmen de leden: Swildens-Rozendaal, Timmermans, Valk, Ter Veer, Vendrik, Van Vliet, M.B. Vos, Waalkens, Wagenaar, Van Walsem, De Wit, Witteveen-Hevinga, Zijlstra, Albayrak, Apostolou, Arib, Augusteijn-Esser, Bakker, Barth, Belinfante, De Boer, Bolhuis, Van Bommel, Bussemaker, De Cloe, Crone, Depla, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Duivesteijn, Duijkers, Feenstra, Van Gent, Van Gijzel, Giskes, Halsema, Hamer, Harrewijn, Van Heemst, Hermann, Herrebrugh, Hindriks, Van der Hoek, Hoekema, Kant, Karimi, Koenders, Kortram, Kuijper, Lambrechts, Marijnissen, Middel, Molenaar, Noorman-den Uyl, Van Oven, Pitstra, Poppe, Ravestein, Rehwinkel, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schoenmakers, Smits, Spoelman en Van der Steenhoven.

Tegen stemmen de leden: Stellingwerf, Stroeken, De Swart, Terpstra, Udo, Te Veldhuis, Verbugt, Verburg, Verhagen, Visser-van Doorn, Van der Vlies, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, De Vries, Weekers, Weisglas, Van Wijmen, Wijn, Wilders, Van den Akker, Van Ardenne-van der Hoeven, Atsma, Van Baalen, Balemans, Balkenende, Van Beek, Van den Berg, Biesheuvel, Van Blerck-Woerdman, Blok, Buijs, Van de Camp, Cornielje, Cörüz, Van den Doel, Eurlings, Geluk, De Haan, Hessing, Hillen, Van der Hoeven, Hofstra, Kamp, Klein Molekamp, Van der Knaap, Leers, Van Lente, Luchtenveld, E. Meijer, Th.A.M. Meijer, Van Middelkoop, Mosterd, Nicolaï, Niederer, Örgü, Passtoors, De Pater-van der Meer, Remak, Rietkerk, Rijpstra, Ross-van Dorp, Rouvoet, Schreijer-Pierik, Slob, Snijder-Hazelhoff en Van Splunter.

De voorzitter:

Ik constateer dat 66 leden zich voor en 66 leden zich tegen deze motie verklaren.

Aangezien de stemmen staken en de vergadering niet voltallig is, zal ingevolge het tweede lid van artikel 72 van het Reglement van Orde in een volgende vergadering een nieuwe stemming moeten plaatsvinden.

Naar boven