Aan de orde zijn de stemmingen over zes moties, voorgesteld tijdens het wetgevingsoverleg over het onderdeel politie van de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van de begroting van Justitie voor het jaar 1999 (26200 VII en VI), te weten:

- de motie-Rietkerk over een plan van aanpak voor uitbreiding en herbezetting (26200 VII en VI, nr. 25);

- de motie-Rietkerk over aanrijtijden van gemiddeld 10 minuten bij noodhulp in landelijke gebieden (26200 VII en VI, nr. 26);

- de motie-Rietkerk over de positie van gemeenteraden in het politiebestel (26200 VII en VI, nr. 27);

- de motie-Halsema over het instellen van commissies van toezicht voor de politiecellen (26200 VII en VI, nr. 28);

- de motie-Kant over het doorberekenen van kosten van politie bij evenementen (26200 VII en VI, nr. 29);

- de motie-Dittrich over de uitstroom van personeel naar regio's buiten de Randstad (26200 VII en VI, nr. 30).

(Zie wetgevingsoverleg van 16 november 1998.)

De voorzitter:

Ik deel mede, dat de motie-Rietkerk (26200-VII en VI, nr. 27) is ingetrokken.

Op verzoek van de heer Rietkerk stel ik voor, zijn motie (26200-VII en VI, nr. 25) van de agenda af te voeren.

Op verzoek van mevrouw Halsema stel ik voor, haar motie (26200-VII en VI, nr. 28) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van Heemst (PvdA):

Voorzitter! Ik wil graag deze stemverklaring vooraf afleggen, omdat pas in de laatste vijf minuten van het overleg de moties op tafel zijn gekomen.

Mijn fractie zal tegen de motie van de heer Rietkerk over de aanrijtijden van gemiddeld 10 minuten bij noodhulp in landelijke gebieden stemmen, omdat in het regeerakkoord heel duidelijk een prioriteit richting het landelijk gebied is neergelegd om de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van de politiezorg te verbeteren. Wij gaan ervan uit dat het landelijk gebied ook in lijn met die afspraken goed aan zijn trekken zal komen. Dat is ook nodig en om die reden is de motie naar onze mening overbodig.

De motie-Kant gaat over de doorberekening van kosten van politie-inzet bij evenementen. Het onderzoek dat in het regeerakkoord is afgesproken, mag wat ons betreft verder doorgang vinden. Afspraak is afspraak en dat geldt natuurlijk niet alleen voor afspraken over de doorberekening van politiekosten bij evenementen. Wij zijn ook benieuwd naar de inventarisatie van voor- en nadelen en zijn van mening dat wij op basis daarvan het inhoudelijke debat moeten voortzetten. Wij zullen dan ook tegen de motie stemmen.

De motie-Dittrich legt de vinger op de gevoelige plek: geschoolde en ervaren mensen van politie en justitie keren de steden de rug toe en vertrekken naar het platteland. Dat is een probleem. De minister heeft in reactie op die motie aangegeven dat de personeelsuitstroom bij het openbaar ministerie zich niet in die mate voordoet die wij veronderstelden, en dat hij overigens van mening is dat de politieregio's zelf in hoge mate verantwoordelijk zijn voor de personeelsvoorziening. Wij geven de minister het voordeel van de twijfel en zullen daarom tegen de motie stemmen. Bij de behandeling van het beleidsplan politie zullen wij zeker in meer algemene zin op deze kwestie terugkomen, want het is heel lastige kwestie.

In stemming komt motie-Rietkerk (26200-VII en VI, nr. 26).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kant (26200-VII en VI, nr. 29).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dittrich (26200-VII en VI, nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, D66, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven