Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 31 oktober 1994 te Luxemburg tot stand gekomen Besluit betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (Trb. 1994, 278) (24127), en over:

- de motie-Ybema c.s. over fraude en onregelmatigheden met de Europese financiën (24127, nr. 8);

- de motie-Ybema c.s. over de Nederlandse afdracht aan de EU (24127, nr. 9);

- de motie-Van der Ploeg c.s. over de financiële perspectieven (24127, nr. 10);

- de motie-Van der Ploeg c.s. over eenzijdige compensaties (24127, nr. 11).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van der Linden (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie heeft gedurende een lange periode de fraude en de ondoelmatige besteding en vooral de Britse compensatie aan de kaak gesteld. Zij heeft hierin een consistente lijn gevolgd en voor en na Edinburgh hebben wij de Britse compensatie hoog opgenomen en het resultaat van Edinburgh nooit als goed betiteld.

De VK-compensatie is op zichzelf al voldoende reden om niet akkoord te gaan met het voorliggende eigen-middelenbesluit. Het gaat hier om 2 mld. Nederlands belastinggeld, dat naar de Britten wordt overgemaakt. Voor deze transactie bestaat geen enkele grond. Het is een premie op dwarsliggen en de CDA-fractie wenst chantagepolitiek niet te honoreren.

Voor de top in Madrid hebben wij de regering gevraagd, de andere landen duidelijk te maken dat Nederland een nieuwe verlenging tot Britse compensatie niet zal accepteren. Dat is helaas niet gebeurd. Dat harde en duidelijke signaal is niet gegeven. De CDA-fractie trekt hier met haar tegenstem een streep. Op de top in Madrid is afgesproken, dat de Europese Commissie pas na de IGC een analyse van de algemene financiële problematiek zal voorleggen en pas daarna een discussie zal starten. Daarmee dreigt de discussie over de financiering het sluitstuk te worden. Als we zien wat er allemaal in 1999 op ons afkomt, vreest de CDA-fractie dat de geschiedenis zich zal herhalen.

De voorzitter:

Wilt u aangeven waarom u voor of tegen iets bent!

De heer Van der Linden (CDA):

Wij wensen nu nadrukkelijk dit signaal af te geven, niet omdat wij tegen de netto betalingspositie van Nederland zijn maar omdat een halt moet worden toegeroepen aan niet gerechtvaardigde financiële overdrachten.

Artikel 1 wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Hoogervorst (stuk nr. 6) tot invoeging van een nieuw artikel 1a.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de RPF, de SGP, het GPV, de SP, de groep-Nijpels, het AOV en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel 2 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de VVD, de groep-Nijpels en de CD voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ybema c.s. (24127, nr. 8).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ybema c.s. (24127, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg c.s. (24127, nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg c.s. (24127, nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven