34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

1.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

2

 

2.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

1)

Leeswijzer

3

2)

Beleidsagenda

6

 

Belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van vorig jaar

18

 

Overzicht niet-juridische verplichte uitgaven

20

 

Tabel beleidsdoorlichtingen

22

3)

Artikelen

24

 

• Artikel 1. Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

24

 

• Artikel 2. Veiligheid en stabiliteit

28

 

• Artikel 3. Europese samenwerking

30

 

• Artikel 4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

41

 

• Artikel 5. Geheim

48

 

• Artikel 6. Nominaal en Onvoorzien

49

 

• Artikel 7. Apparaat

50

 

BIJLAGEN

53

1.

Verdiepingshoofdstuk

53

2.

Moties en toezeggingen in het vergaderjaar 2016/2017

58

3.

Subsidieoverzicht

69

4.

Evaluatie- en onderzoeksoverzicht

71

5.

Lijst van afkortingen

73

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2017 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten vormen samen de Rijksbegroting voor het jaar 2017. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2017.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2017 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Deze leeswijzer gaat in op de opbouw van de beleidsagenda, de beleidsartikelen en de overige onderdelen van de begroting.

Algemeen

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint Eustasius en Saba). Waar deze begroting spreekt over «Nederland» of «Nederlands» wordt daarmee bedoeld: «(van) het Koninkrijk der Nederlanden», tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Groeiparagraaf

De opzet van de beleidsartikelen is ten opzichte van de begroting 2016 verder in lijn gebracht met de uitgangspunten van «verantwoord begroten». Hierbij is met name aandacht besteed aan de presentatie van de instrumenten in de budgettaire tabellen, waarbij de toelichtingen bij de financiële instrumenten zoveel mogelijk zijn gericht op de concrete beleidsinzet van de betreffende instrumenten. Vanaf 2017 zijn daar waar mogelijk de financiële instrumenten meerjarig opgenomen en in lijn gebracht met de budgetten die worden gebruikt bij de interne ramingssystematiek. Ten slotte is dit jaar voor het eerst een een tabel opgenomen (onderdeel 2.2 van de begrotingstoelichting) waarin is aangegeven hoe de niet-juridisch verplichte middelen naar verwachting zullen worden ingezet op het niveau van beleidsartikelonderdeel.

Beleidsagenda

De beleidsagenda bevat de politieke hoofdlijnen van het buitenlandbeleid van de regering. De beleidsagenda wordt afgesloten met een overzichtstabel van de beleidsdoorlichtingen, een overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en de belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van de memorie van toelichting 2016, inclusief de mutaties uit de eerste suppletoire begroting 2016.

Beleidsartikelen

In de beleidsartikelen staan de volgende onderdelen per begrotingsartikel verder uitgewerkt:

A: Algemene doelstelling

Elk beleidsartikel begint met de algemene doelstelling (titel van het beleidsartikel) met een korte toelichting.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De rol en de verantwoordelijkheid van de Minister wordt beschreven aan de hand van de volgende categorieën: stimuleren, financieren, regisseren en uitvoeren.

Volgens het uitgangspunt van verantwoord begroten zijn er alleen kwantitatieve indicatoren bij resultaatverantwoordelijkheid. Een indicator onderbouwt de resultaatverantwoordelijkheid van de Minister op het gebied van de consulaire dienstverlening (beleidsartikel 4). Op de overige beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken heeft de Minister een stimulerende of financierende en in sommige gevallen een regisserende rol. De mogelijkheden voor kwantitatieve effectmeting voor de meeste beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken zijn dan ook beperkt. Kenmerkend is de internationale context waarin veel spelers en factoren de doelbereiking beïnvloeden. Vaak is er een gezamenlijke inspanning waarbij het weinig zinvol is (een deel van) de resultaten toe te rekenen aan Nederland, dat een deel van de inputs heeft verzorgd. Kwaliteitsbewaking van de beleidsuitvoering vindt plaats door middel van periodieke beleidsdoorlichtingen.

C: Beleidswijzigingen

Dit is een overzicht van belangrijke wijzigingen als gevolg van nieuw regeringsbeleid, evaluatie of voortschrijdend inzicht. Daar waar sprake is van beleidswijzigingen die in beleidsnotities zijn verschenen, is verwezen naar de betreffende notitie met het kamerstuk.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

In het kader van «verantwoord begroten» wordt rijksbreed de financiële inzet op instrumentniveau gepresenteerd. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. In sommige gevallen zijn de instrumenten nog niet bekend, omdat de programma’s na het verschijnen van de begroting worden gestart en dan duidelijk wordt via welk instrument financiering plaats vindt. Voor het overzicht van de financiële instrumenten is met ingang van het begrotingsjaar 2015 een directe aansluiting gezocht met de interne ramingssystematiek. Hierdoor is het gedurende het jaar beter mogelijk om de mutaties bij de tussentijdse begrotingsmomenten weer te geven. Deze ramingssystematiek heeft voor de begroting 2017 specifiek betrekking op de periode 2016–2019. Voor de periode daarna is over het merendeel van de inzet op de specifieke instrumenten nog niet besloten.

D2: Budgetflexibiliteit

Op artikelniveau wordt aangegeven welk percentage van de begroting juridisch is vastgelegd. Als onderdeel van verantwoord begroten wordt alleen de juridische verplichting voor het begrotingsjaar opgenomen. Tevens wordt toegelicht op welke wijze de juridische verplichting op artikelonderdeel is ingevuld. Aanvullend hierop is, in lijn met de rijkbrede begrotingsvoorschriften, gekozen om toe te lichten hoe de niet-juridisch verplichte middelen naar verwachting zullen worden ingezet. Dit overzicht staat onder hoofdstuk 2.2 van de begrotingstoelichting.

E: Toelichting op de financiële instrumenten

Hierin wordt per artikelonderdeel inzicht geboden in de financiële instrumenten, zoals in de tabel onder D zijn opgenomen.

Overige onderdelen van de begroting

Na de vier beleidsartikelen volgen de drie niet-beleidsartikelen en het verdiepingshoofdstuk. De niet-beleidsartikelen zijn het verplichte artikel 5 «geheim», artikel 6 «nominaal en onvoorzien» waarin de non-ODA macro-mutaties (zoals loon- en prijs indexatie) binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) staan opgenomen en artikel 7 «apparaat» waarin een splitsing is aangebracht tussen personele- en materiële uitgaven. Ten slotte volgen vijf bijlagen: het verdiepingshoofdstuk geeft informatie over de budgettaire begrotingsaansluiting tussen de ontwerpbegroting 2016 en die van 2017, de lijst met moties en toezeggingen aan de Kamer, het subsidieoverzicht, de evaluatie- en onderzoekstabel en de lijst met afkortingen.

De relatie met de HGIS-nota

Samen met de departementale begrotingen wordt ook de HGIS nota aan de Staten Generaal gepresenteerd. Deze omvat naast de HGIS uitgaven en ontvangsten van Buitenlandse Zaken ook buitenlanduitgaven en ontvangsten van de andere ministeries. Deze bundeling bevordert de samenhang en samenwerking die voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid van belang zijn. De nota over de HGIS bevat een overzicht van de belangrijkste programma’s en uitgaven voor het buitenlandbeleid, waaronder een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS en bijlagen die alle buitenlanduitgaven overzichtelijk presenteren, zoals een totaaloverzicht van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren. In de HGIS-nota wordt daarnaast op hoofdlijnen inzicht gegeven in de internationale klimaatfinanciering 2017 en de internationale inspanningen op migratie en asiel in 2017.

2. BELEIDSAGENDA 2017

Een kwart eeuw na de val van de Muur is de hoop van toen veranderd in de onzekerheid van nu. De internationale situatie is aan constante verandering onderhevig. Landen als China, Rusland, Iran en Saudi-Arabië zijn geopolitiek assertiever in regionale vraagstukken. De internationale veiligheidssituatie verandert door verscherping van regionale conflicten, terrorisme, geweld en snelle maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Ongelijkheid binnen landen en cybersecurity vormen thema’s die hoger op de internationale agenda zijn komen te staan. Het Westerse samenlevingsmodel en de waarden waar wij voor staan – democratie, rechtvaardigheid, verdraagzaamheid en solidariteit – zijn niet langer vanzelfsprekend en vereisen onderhoud en verdediging. Universele waarden zoals respect voor mensenrechten komen in de knel in zowel autoritaire staten en fragiele landen. Tegelijkertijd staan de structuren en vrijheden van onze internationale samenwerking onder druk. Binnen en buiten Europa spelen nationalistische en religieuze sentimenten op. Aan de randen van Europa woeden oorlogen: in Syrië, Irak, Oost-Oekraïne en Libië leiden deze conflicten tot enorm veel menselijk leed. Honderdduizenden mensen hebben het leven verloren. In grote delen van de oorlogsgebieden moeten mensen voedsel en basisvoorzieningen ontberen, met catastrofale humanitaire omstandigheden tot gevolg. Toegang tot medische voorzieningen en onderwijs wordt steeds moeilijker, zo niet onmogelijk. Deze erbarmelijke omstandigheden hebben bijgedragen aan een grote stroom vluchtelingen en migranten. Zij gaan, als Internally Displaced Persons (IDP’s) op zoek naar veiligheid binnen hun land en, als dat niet mogelijk is, naar de buurlanden of Europa.

De turbulentie aan de buitengrenzen van Europa en de dreigingen die voortkomen uit radicalisering en extremisme raken rechtstreeks aan de Europese veiligheid, en wijzen op een toenemende verwevenheid tussen de interne en de externe veiligheidssituatie. Een poging tot een staatsgreep werd gedaan in Turkije. Terroristische aanslagen in Parijs, Nice, Brussel, Turkije, Bagdad, de Verenigde Staten, Bangladesh, Duitsland en andere landen hebben geleid tot veel (dodelijke) slachtoffers en tot een toenemend gevoel van onveiligheid onder de Europese bevolking. De dreiging van terrorisme is grensoverschrijdend, maar komt ook van binnenuit: in sommige gevallen zijn de aanslagplegers in Europa van Europese komaf. Hierdoor ontstaat een complex beeld van instabiliteit, onveiligheid en onzekerheid.

Die onzekerheid weerspiegelt zich ook in de gevolgen van het Britse besluit de EU te verlaten. Het is nog te vroeg om precies de gevolgen van een vertrek van het Verenigd Koninkrijk (VK) te duiden. Zeker is echter dat het soortelijk gewicht van de Europese Unie (EU) op een aantal terreinen – economisch, politiek, veiligheid – kan afnemen. Hetgeen weer gevolgen heeft voor de positie van het VK en de EU, waaronder Nederland, op het wereld-politieke toneel. De constatering dat geopolitiek en extremisme weer een grotere plaats innemen in de buitenlandse politiek en waarschijnlijk voor langere tijd bij ons zullen blijven stelt ons voor uitdagingen, waar de gebruikelijke antwoorden niet voldoende zijn. Dat betekent niet dat de wereld geen goede voortgang heeft gemaakt. Zowel op het terrein van bijvoorbeeld de Millenium Ontwikkelingsdoelen, op het gebied van welvaartsgroei voor miljoenen mensen als op het gebied van de verspreiding van technologie en democratie. Deze gemengde, maar risicovolle situatie vereist strategische aandacht om verdere polarisatie en fragmentatie te voorkomen en daarbij speelt het geïntegreerde buitenlandbeleid een essentiële rol. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken vormt binnen de rijksoverheid de spil van dit geïntegreerde beleid, met een duidelijke toegevoegde waarde: ons diplomatieke netwerk, onze landenspecifieke kennis en het verbinden van buitenlandse zaken met binnenlandse vraagstukken. De geactualiseerde veiligheidsstrategie blijft daarbij een belangrijke leidraad en benoemt de drie kernprioriteiten voor het buitenlandsbeleid in de huidige situatie: meer aandacht voor veiligheid in al zijn dimensies, prioriteit voor verdediging van normen, waarden, mensenrechten, de internationale rechtspraak en investeren in toekomstbestendigheid (energie, cyber, klimaat).

Het buitenlands beleid van Nederland: wij behartigen onze belangen in multilaterale fora, in Europees kader en in bilateraal verband

Begin 2015 staat in de Staat van de Unie al beschreven dat de EU zowel van binnen als van buiten onder druk staat, en in de Europese samenlevingen draagvlak voor Europese besluitvorming niet vanzelfsprekend is. Waar toen nog «geenszins» zeker was of en in welke mate de trends zouden doorzetten, zijn veel van de gesignaleerde risico’s nu versterkt of bewaarheid, inclusief het perspectief op een Britse uittreding.

De afgelopen jaren is door Nederland daarom gewerkt aan effectiever Europees beleid dat meerwaarde biedt door tegemoet te komen aan de zorgen en wensen van burgers. Zo vereist effectieve Europese samenwerking goede regelgeving en goed bestuur bij de instellingen van de Unie, maar ook in de lidstaten zelf. Daarnaast zijn vrijheid, veiligheid, en rechtsstatelijkheid binnen de Unie cruciaal voor onze eigen burgers en om samen mondiaal krachtig op te kunnen treden. De EU, en de Europese interne markt in het bijzonder, is en blijft bovendien een belangrijke aanjager van onze welvaart. Onze boterham wordt grotendeels verdiend in de landen om ons heen.

In dat perspectief moet ook de Nederlandse invulling van het EU-voorzitterschap in 2016 worden gezien. Het voorzitterschap zette in op vier prioriteiten: 1) migratie en internationale veiligheid, 2) Europa als innovator en banenmotor, 3) solide en toekomstbestendige Europese financiën en een robuuste Eurozone, en 4) een vooruitblikkend klimaat- en energiebeleid. Op al deze terreinen zijn resultaten behaald. Zo is de ongecontroleerde instroom van migranten vanuit Turkije drastisch afgenomen, en daarmee het dramatische aantal verdrinkingen sterk verminderd. Er is een agenda vastgelegd voor een diepere, maar ook een eerlijkere interne markt. Nederland is een discussie gestart over een modernere Europese meerjarenbegroting. Een roadmap is overeengekomen voor een sterkere Bankenunie en er zijn belangrijke stappen gezet in de strijd tegen belastingfraude en belastingontwijking. Het voorzitterschap heeft actief de implementatie van klimaatafspraken ter hand genomen om het EU-doel van ten minste 40% minder broeikasgasuitstoot te bereiken in 2030. Nederland heeft zich ook speciaal ingezet voor de totstandkoming van een gemeenschappelijke strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU, die nu snel zal moeten worden geoperationaliseerd. Onder coördinatie van BZ heeft Nederland het EU-voorzitterschap afgerond.

Op deze en andere resultaten zal in 2017 worden voortgebouwd, terwijl de dynamische ontwikkelingen zich voortzetten. Zo moeten de lidstaten samen een weg vinden om het proces richting een Britse uittreding vorm te geven. Het terugtrekkingsproces zal wat het kabinet betreft stapsgewijs en ordelijk moeten verlopen. De periode van onzekerheid zal zo kort mogelijk moeten zijn. De Nederlandse belangen dienen daarbij scherp in het oog te worden gehouden. De zorgen over het functioneren van de EU vereisen tegelijkertijd alle aandacht. Het dient niet zozeer te gaan om meer of minder Europa, maar om een Unie die een concrete agenda heeft met betrekking tot de grootste zorgen van onze burgers: banen middels een eerlijke en diepere gemeenschappelijke markt, interne en externe veiligheid en het beheersen van de migratiestromen.

Nederland zal in 2017 vasthouden aan de inzet op een betere Unie. Een EU die verder hervormt, zich focust op hoofdzaken en daarop resultaten boekt, en op verbetering van de kwaliteit van Europese regelgeving en de vermindering van regeldruk. Een EU die banen helpt creëren, en die meerwaarde biedt bij de gezamenlijke aanpak van gedeelde uitdagingen zoals op het gebied van veiligheid, migratie, klimaat, energie en die mensenrechten intern en extern respecteert. Kortom, een EU die werkt aan een goede toekomst voor burgers en bedrijven in alle lidstaten en die stabiliteit brengt in een onrustige wereld vanuit de beginselen en prioriteiten die voortvloeien uit de EU Global Strategy. Het is dus geenszins «business as usual». Er dient voortvarend gewerkt te worden aan een hervormde EU die beter beschermt, presteert en handelt met inachtneming van de eigen principes en regels.

Effectieve inzet hierop vergt nauwe voeling met de politiek en de samenleving in zowel Nederland als in andere lidstaten, permanente voeling met «Brussel» en met ontwikkelingen in de rest van de wereld. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken, inclusief haar postennetwerk, vormt Rijksbreed de verbindende schakel tussen deze speelvelden om te zorgen voor goed geïnformeerde, coherente en effectieve Nederlandse belangenbehartiging in de machtscentra binnen Europa. Het EU-voorzitterschap heeft daarbij de kennis en kunde van de diplomatieke dienst verder verscherpt.

.. voor een wereld die veiliger is...

Zoals gezegd hebben conflicten en spanningen in de landen om ons heen soms grote gevolgen voor Nederland en de EU. De ring van instabiliteit om Europa zal een belangrijke rol blijven spelen in ons beleid, zoals aangegeven in de geactualiseerde veiligheidsstrategie. Onze verhouding tot regionale spelers als de Russische Federatie en Turkije, evenals oude en nieuwe conflicten (Midden-Oosten Vredesproces, Syrië) vereisen daarbij onze constante nationale en internationale aandacht. Deze onderwerpen hebben de constante aandacht van het kabinet.

Op het begrotingsartikel voor veiligheid en stabiliteit (artikel 2) worden middelen toegevoegd aan het Stabiliteitsfonds en het Veiligheidsfonds. Concreet gaat het om EUR 3,5 miljoen voor het Stabiliteitsfonds van waaruit programma’s worden gefinancierd op het gebied van conflictpreventie, early warning, geïntegreerd beleid op het gebied van vrede en veiligheid en voor initiatieven op het gebied van ten behoeve van een normatief kader voor de regulering van cyberoperaties tussen staten. Het Veiligheidsfonds wordt in 2017 verhoogd met EUR 1,5 miljoen.

Veiligheidsraad

Italië en het Koninkrijk der Nederlanden hebben afgesproken om het lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad op te splitsen in twee termijnen van ieder een jaar. Afgesproken is dat Italië zich terugtrekt uit de VN Veiligheidsraad per 31 december 2017. De diplomatieke inspanningen van de vier landen binnen ons Koninkrijk hebben ons, samen met Italië, een zetel opgeleverd in de VN Veiligheidsraad. Het Koninkrijk zal zich in 2018 binnen de Veiligheidsraad hard maken voor duurzame vrede, veiligheid, rechtvaardigheid, mensenrechten en ontwikkeling. Een inzet waarbij mensen centraal staan en op basis van waarden: mensenrechten en afleggen van rekenschap, in partnerschap en op transparante wijze. Wij zullen ons in het bijzonder inzetten voor een geïntegreerde aanpak van vredesoperaties. Bescherming van burgers in conflict moet een integraal onderdeel zijn van mandaten van VN-missies en zulke missies moeten de capaciteit hebben om hun mandaat uit te voeren. Ook voor de preventie van conflict, inclusief terrorisme en extremisme, en het adresseren van de «root causes» zullen wij binnen het kader van de VN Veiligheidsraad aandacht vragen. We zetten in op meer (politieke) participatie van vrouwen in processen van vrede, verzoening en wederopbouw en meer gebruik van instrumenten voor vreedzame geschillenbeslechting. Nederland zal zich tevens hard maken voor vooruitgang ten aanzien van de hervormingen van de VN Veiligheidsraad, die moeten leiden tot een representatievere Veiligheidsraad. Tot slot zullen we ons bijzonder inspannen voor de belangen van kleine en middelgrote landen. In de periode 2017–2018 zullen Italië en het Koninkrijk waar mogelijk samen optrekken.

Migratie

Het kabinet blijft inzetten op een beleid gericht op gedeelde internationale verantwoordelijkheid op het terrein van vluchtelingenbeleid. De internationaal rechterlijke kaders en de samenwerking met landen van herkomst en in de regio spelen daarbij een belangrijke rol. In dat kader blijft het kabinet zich inzetten voor het bestendigen en uitvoeren van de Europese afspraken over het terug brengen van migratiestromen via de Egeïsche en Middellandse Zee. Onderdeel daarvan is het migratie-akkoord tussen de EU en Turkije dat tot nu toe niet alleen ertoe heeft geleid dat de toestroom van het aantal migranten drastisch verminderd is, maar dat ook het aantal verdrinkingen van migranten drastisch afgenomen en met business-model van de mensensmokkelaars ontmanteld. De afspraken gaan bovendien ook om het verbeteren van de toekomstperspectieven van vluchtelingen in Turkije, onder andere via steun aan de Turkey Refugee Facility. Daarnaast zal verder worden gewerkt aan hervestiging van vluchtelingen uit Turkije en herplaatsing van migranten uit Griekenland en Italië. Het is essentieel dat in de komende periode zowel de lidstaten als Turkije hun verplichtingen nakomen. Als onderdeel van het internationale migratiebeleid maakt het kabinet zich sterk voor versterkte bewaking van de buitengrenzen van de Unie via de opzet van een Europese grenswacht. Er moet opvolging worden gegeven aan de Valletta Top door met Afrikaanse landen specifieke migratieafspraken te maken, onder andere op het gebied van terugkeer, grensbewaking en de aanpak van grondoorzaken van migratie. Door (jonge) mensen een toekomstperspectief in eigen land en regio te bieden, zowel wat betreft veiligheid als welvaart, kan een alternatief worden gevonden voor de levensgevaarlijke overtocht naar Europa. Ook in 2017 blijft Nederland daarom inzetten op een effectief gebruik van het EU Trust Fund voor Afrika in landen als Ethiopië, Mali en Senegal.

Stabiliteit in Libië is van groot belang voor Europa. Libië is een belangrijk doorreisland voor migranten en een knooppunt van smokkel en terrorisme. Sinds 30 maart bevindt zich een eenheidsregering in Tripoli, maar deze is kwetsbaar en heeft internationale steun nodig. Verbreding van de legitimiteit van deze regering is noodzakelijk, met name in het oosten van Libië. Ook verbeteringen in de levensomstandigheden zijn essentieel. Nederland zal hieraan bijdragen, onder andere door versterking van de kustwacht, hulp bij wederopbouwactiviteiten en het onderzoeken van mogelijkheden tot vrijmaken van bevroren Libische tegoeden ten behoeve van humanitaire hulp. Over deelname aan de EU Maritieme Operatie Sophia voor de kust van Libië, ging de Kamer een artikel 100-brief toe.

Met de meerjarige steun voor Libanon en Jordanië die eerder dit jaar is toegezegd, helpen we hen om met de enorme migratiedruk om te gaan, onder andere via versterkte hulp, economische mogelijkheden in ruil voor versterkte opvang in de regio en een toekomstperspectief voor vluchtelingen. Nederland heeft als voorzitter van de EU in 2016 belangrijke voortgang geboekt op het terrein van samenwerking tussen Europa en Jordanië en Libanon. Ook met andere landen buiten de directe omgeving van Europa moet verder worden gewerkt op het gebied van migratie: Afghanistan, Irak, en Pakistan. Nederland blijft zich ook hier in 2017 zowel bilateraal als in EU-verband sterk voor maken.

Terrorisme

In Syrië en Irak blijft Nederland bijdragen aan de bestrijding van een van de meest gevaarlijke uitwassen van de instabiliteit in beide landen: ISIS. Dat gebeurt onder andere door militaire steun en training aan de Iraakse en Koerdische strijdkrachten. De Nederlandse F16’s zijn sinds 1 juli 2016 afgelost door de Belgische luchtmacht. In conventionele oorlogsvoering is ISIS in het defensief. Maar in asymmetrische oorlogsvoering (o.m. aanslagen) laat ISIS zien nog steeds een zeer gevaarlijke tegenstander te zijn. Over de verlenging van de Nederlandse trainingsmissie in Irak ging de Kamer een artikel 100-brief toe. Daarnaast is het kabinet voornemens op korte termijn besluiten te nemen over de voortzetting van de bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support in Afghanistan.

Bij de bestrijding van Foreign Terrorist Fighters (FTF) speelt Nederland een leidende diplomatieke rol, in samenwerking met belangrijke partners als Marokko en Turkije. Verbetering van de informatievoorziening is de sleutel tot succes. Daarom zal Nederland zich inzetten om voort te bouwen op de stappen die door de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) zijn genomen tijdens het EU voorzitterschap, en de uitkomsten van de door Nederland georganiseerde internationale bijeenkomst over buitenlandse strijders van 11 januari 2016.

Alleen een evenwichtige aanpak van repressie en preventie kan de vicieuze cirkel van radicalisering naar gewelddadig extremisme en terrorisme doorbreken. Door plaatsing van regionale veiligheidscoördinatoren op zes ambassades maakt het kabinet vroege signalering van radicalisering in derde landen mogelijk. Nederland blijft ook bijdragen aan capaciteitsopbouw, om te zorgen dat deze landen in de toekomst beter zelf in staat zijn om de dreiging het hoofd te bieden.

Om terrorisme duurzaam te bestrijden moeten ook de financieringsstromen worden afgesneden. Middels de nationale lijst waarmee tegoeden van terroristen worden bevroren en een actieve bijdrage aan de Europese initiatieven op dit terrein zal Nederland blijven bijdragen aan het voorkomen van terrorismefinanciering. De «Share, Stop, Secure» bijeenkomst in Den Haag in januari 2016 heeft ertoe geleid dat 30 kernlanden onderling meer informatie zijn gaan delen over aantallen en trends van Foreign Terrorist Fighters (FTF).

Syrië/Irak

Het voortdurende conflict in Syrië is een van de belangrijkste oorzaken van grensoverschrijdend terrorisme en aanhoudende migratie richting Europa. Na bijna zes jaar conflict is de situatie dermate complex en ernstig geworden dat het nagenoeg onmogelijk is om het aantal burgerslachtoffers nog te tellen. Zonder politieke oplossing van dat conflict is het einde van het lijden niet in zicht. Nederland steunt om die reden inspanningen, gericht op een politieke oplossing voor het conflict, bijvoorbeeld via onze actieve rol in de International Syria Support Group (ISSG), door steun aan de VN-gezant voor Syrië en door het faciliteren van deelname van de gematigde Syrische oppositie aan vredesbesprekingen. In Syrië zelf probeert Nederland bij te dragen aan enige mate van leefbaarheid, door steun aan gematigde krachten, de Vrije Syrische Politie, burgerhulpverleners, en inspanningen gericht op stabilisatie. Doel hiervan is nieuwe machtsvacua, verdergaande vluchtelingenstromen en de invloed van extremisten tegen te gaan. Nederland levert ook een belangrijke bijdrage aan het lenigen van de humanitaire noden (zie ook de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking).

Van vergelijkbare invloed, maar van een andere orde, is de situatie in Irak. Daar zet Nederland in op verzoening, om te bevorderen dat Irakezen vreedzaam naast elkaar kunnen leven, vrij van uitsluiting op grond van geloofsovertuiging of onderdrukking door terroristische groeperingen. Inzet op stabilisatie in Irak is nodig om ervoor te zorgen dat ontheemde Irakezen terug kunnen keren naar hun woongebieden. Nederland draagt in dit kader stevig bij aan ontmijningsactiviteiten en stabilisatieprogramma’s van de VN. Deze inzet wordt, binnen bestaande middelen, voortgezet in 2017.

Sahel

Grensoverschrijdende criminele netwerken, mensensmokkel en radicale groeperingen verbinden de Sahel, Maghreb en Europa in toenemende mate met elkaar. In de Sahel-regio zelf is na decennia van onderling wantrouwen en gebrekkige samenwerking ook het besef doorgedrongen dat alleen een gezamenlijk optreden een effectief antwoord biedt. Zo richtten de staatshoofden van Burkina Faso, Niger, Mali, Mauritanië en Tsjaad begin 2014 de G5-Sahel op. Binnen dit kader versterken de landen hun onderlinge samenwerking op het terrein van veiligheid en ontwikkeling. Nederland ondersteunt dit proces, samen met de EU, Frankrijk en Spanje. Nederlandse ontwikkelingsinspanningen in de regio richten zich primair op Water, Seksuele Reproductieve Gezondheid en Rechten, Voedselzekerheid en Veiligheid en Rechtsorde. Die thema’s zijn essentieel, ook omdat de Sahel een explosieve demografische groei kent, met alle gevolgen van dien (youth bulges, gebrek aan perspectief, druk op onderwijs en gezondheidszorgsystemen etc.).

Nederland draagt daarnaast bij aan het EU Trust Fund voor stabilisering en aanpak van de grondoorzaken van migratie in de Sahel en de Tsjaadmeer-regio. Nederland zet hierbij specifiek in op het stimuleren van jeugdwerkgelegenheid en aanpak van mensensmokkelnetwerken. Nederland onderzoekt daarnaast mogelijkheden om bij te dragen aan het versterken van de handel tussen de Sahel en Maghreb.

Nederland levert een substantiële bijdrage aan de VN-stabilisatiemacht in Mali. Bovendien draagt ons land bij aan de Europese trainingsmissies in Mali, alsmede het Amerikaanse trainingsprogramma voor troepen uit de regio die worden ingezet bij vredesmissies. Als aanjager in EU- en VN-verband speelde Nederland een grote rol bij het opzetten van een politieke dialoog tussen de Ministers van Buitenlandse Zaken van de G5-Sahel landen en de EU Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlands Zaken en Veiligheidsbeleid. Ook in 2017 is Nederland voornemens om een belangrijke rol te blijven spelen in de regio. Binnenkort neemt het kabinet een besluit over de verlenging van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie, MINUSMA.

Oostflank Europa

Het optreden van Rusland, met name in Oekraïne, heeft ertoe geleid dat de oostflank van Europa de afgelopen jaren minder stabiel geworden is. Rusland volhardt sinds 2014 in de illegale annexatie van het Krim-schiereiland en in de destabilisatie van het oosten van Oekraïne. Hoewel de geweldsintensiteit in het oosten van Oekraïne iets is afgenomen, is een duurzame oplossing van dit conflict onverminderd ver weg. De Minsk-afspraken, die voorzien in het uiteindelijke herstel van de soevereiniteit van Oekraïne over dit deel van zijn grondgebied en grenzen, zijn niet volledig uitgevoerd. Rusland ondersteunt de separatisten met onder meer militaire, financiële en politieke middelen en is zelf nog steeds direct betrokken met militaire aanwezigheid op Oekraïens grondgebied. Zolang hierin geen verandering komt, zal het noodzakelijk blijven om de druk op Rusland door middel van sancties te handhaven en tegelijkertijd in te zetten op de-escalatie door middel van dialoog. Het is belangrijk dat alle partijen de afspraken gemaakt in Minsk nakomen.

Solidariteit met NAVO-bondgenoten is een ander belangrijk onderdeel van het Ruslandbeleid, die tastbaar wordt gemaakt door middel van geruststellende maatregelen voor de oostelijke bondgenoten en de militaire aanpassing van het het bondgenootschap, waaronder het Readiness Action Plan en de vooruitgeschoven militaire aanwezigheid van de NAVO in de Baltische Staten en Polen. Binnenkort worden de voorbereidingen afgerond voor de Nederlandse deelname aan de enhanced forward presence van de NAVO. Nederland zal een eenheid van maximaal compagniesgrootte bijdragen aan de door Duitsland geleide battlegroup in Litouwen. Tegelijkertijd hecht Nederland eraan de dialoog met de Russische Federatie gaande te houden, in het bijzonder in de NAVO-Rusland Raad. Deze dialoog is bedoeld om te spreken over de situatie in Oekraïne, ter voorkoming van misverstanden en incidenten in het militaire domein, maar ook om te spreken over onderwerpen van wederzijds belang, zoals non-proliferatie, wapenbeheersing en terrorismebestrijding.

Nederland heeft belang bij een stabiel, rechtvaardig en welvarend Oekraïne als buurland van de Europese Unie, daarom zal Nederland de hervormingsagenda van Oekraïne actief blijven ondersteunen. Het assertievere optreden van Rusland richting zijn buurlanden vormt een fundamentele uitdaging voor de veiligheidsordening in Europa en daarmee voor de veiligheid van Nederland.

Consulaire diplomatie

Consulaire dienstverlening is een kerntaak van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en neemt een prominente plaats in bij modernisering van de diplomatie. De Nederlandse burger kan in crises en noodsituaties altijd en overal blijven rekenen op hulp van het ministerie, waarbij een gepast beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid. Buitenlandse Zaken concentreert zich op die taken waar het met zijn postennet, kennis en diplomatieke vaardigheden toegevoegde waarde heeft.

Door in EU-verband samen te werken, kunnen we de dienstverlening verder verbeteren. Denk aan crisisvoorbereiding, respons ter plaatse én consulaire bijstand aan kwetsbare burgers. Het aanvragen van producten en diensten wordt daarnaast zoveel mogelijk gedigitaliseerd. Daar waar aanvragers nog persoonlijk moeten verschijnen, werkt het ministerie ook samen met private partijen die als loket dienen. Dat gebeurt ook op plekken waar geen Nederlandse vertegenwoordigingen zijn, waardoor de aanvrager beter wordt gefaciliteerd. Zo wordt het aantal locaties in China waar visa kunnen worden aangevraagd uitgebreid van 3 naar 15. Hierdoor hoeven aanvragers minder ver te reizen.

Door hervorming van de consulaire functie is informatie ook toegankelijker. Voorbeelden zijn de vernieuwde reisadviezen en het recent opgerichte 24/7 BZ contactcenter waar burgers de klok rond terecht kunnen met consulaire vragen. De ambitie voor 2017 is om de samenwerking met de reisbranche te versterken, om deze producten, diensten en boodschappen op het terrein van veiligheid en reisvoorbereiding verder onder de aandacht van de burger te brengen.

Tot slot werkt Buitenlandse Zaken aan een nieuwe methode voor de beoordeling van visumaanvragen. Dat zal gebeuren in gecentraliseerde back offices waar de aanvragen digitaal binnenkomen. Op basis van informatie van ketenpartners en kennis van onze ambassades creëert Buitenlandse Zaken daarop klantsegmentatie en biedt in lijn daarmee een fast track behandeling voor aanvragen vanuit de hoek van de economische diplomatie en bonafide aanvragers en een intensive track voor hoog-risico aanvragers.

... die rechtvaardiger is...

Een veiligere wereld vraagt om inzet voor een rechtvaardigere wereld. Er is geen uitruil mogelijk tussen veiligheid en mensenrechten. Mensenrechten gelden voor iedereen, altijd en overal. Er is geen pauze-knop voor mensenrechten. Bevordering en bescherming van mensenrechten is niet alleen een morele en juridische verplichting. Naleving van mensenrechten is van vitaal belang voor vrije, veilige en stabiele samenlevingen, zowel ver weg als dichtbij. Beleid dat stevig is gefundeerd in de rechtsstaat en geworteld in respect voor mensenrechten, is effectiever en duurzamer.

Om gewelddadig extremisme te voorkomen, moeten ook de grondoorzaken ervan worden aangepakt. Het is belangrijk marginalisatie, discriminatie, intolerantie, geweld, armoede, en corruptie te bestrijden en ervoor te zorgen dat economische en sociale basisrechten niet aan burgers worden onthouden. Daarvoor is ook de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling een belangrijk instrument. Deze verklaring, die in september 2015 door 193 regeringsleiders is ondertekend, kent immers een sterke rechtenbenadering.

De grote migratiestromen vragen ook om effectief mensenrechtenbeleid. We moeten mensensmokkelaars de wind uit de zeilen nemen en hun business model ondermijnen, om te voorkomen dat vluchtelingen en andere migranten onveilige vluchtroutes nemen en valse hoop koesteren. Maar we moeten ook zorgen dat vluchtelingen goed worden opgevangen in buur- en transitlanden, en dat migranten zonder vluchtelingenstatus kansen krijgen in eigen land of regio. Uitgangspunt is dat ons migratiebeleid «mensenrechtenproof» is: alle afspraken die we maken zijn in lijn met internationale mensenrechtenverplichtingen.

In een groeiend aantal landen staan mensenrechten zwaar onder druk. Nederland richt zich, binnen een breder kader, in het bijzonder op veiligheid van journalisten en bloggers, mediadiversiteit en -kwaliteit en de verbinding tussen traditionele media en nieuwe media. We blijven landen aanspreken – in bilateraal of multilateraal verband – op schendingen. Als huidig lid van de Mensenrechtenraad hebben we hiertoe een extra middel in handen.

Maar onze inzet gaat verder. Om effectief te zijn, gaat het naast «aanspreken op» juist ook om «spreken met». We gaan de dialoog aan om landen te overtuigen van de positieve impact op samenlevingen die het naleven van mensenrechten heeft. Show and tell. We zetten daarbij in op nieuwe manieren om te communiceren met een brede groep actoren, waaronder niet alleen overheden, maar ook het maatschappelijk middenveld, bedrijven, denktanks en universiteiten. Dit gebeurt via de mensenrechtenambassadeur, ambassades, sociale media en de financiering van projecten, onder meer vanuit het Mensenrechtenfonds. Vanuit dit fonds worden in bijna 50 landen mensenrechtenprojecten ondersteund. In 2017 wordt het budget van het Mensenrechtenfonds binnen de begroting verhoogd met EUR 1 miljoen ten opzichte van eerdere raming.

Show and tell kan alleen als je zelf iets kan laten zien. Practice what you preach. Ook in eigen land is er discussie over rechten en vrijheden, zoals privacy. Die discussie gaan we niet uit de weg, nationaal noch internationaal. In 2017 wordt Nederland onderworpen aan het «universal periodic review» van de VN. Tegelijkertijd nodigen we anderen uit om te leren van verworvenheden en goede ervaringen in Nederland, bijvoorbeeld onze positieve ervaringen met een nationaal actieplan bedrijfsleven en mensenrechten.

Nederland zet zich tot slot actief in voor de bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde. Dit wordt onderstreept door de rol van Den Haag als juridische hoofdstad van de wereld. Zo zijn we een groot pleitbezorger van de vreedzame beslechting van geschillen om conflicten te voorkomen. Ook de strijd tegen straffeloosheid bij grove mensenrechtenschendingen is voor Nederland een prioriteit. Mede vanuit die gedachte is Nederland een steunpilaar voor een groot aantal internationale hoven en tribunalen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het ICC, dat ook op Nederlandse steun kan rekenen.

Mensenrechtenraad

Het komende jaar is het laatste jaar van het huidige Nederlandse lidmaatschap van de Mensenrechtenraad. Nederland zet zich actief in om tijdens verslechterende mensenrechtensituaties zijn stem te laten horen en specifieke landensituaties aan de orde te stellen. Voor Nederland is het daarnaast van belang dat de stem van NGO’s doorklinkt in de Mensenrechtenraad. Nederland zet zich dan ook in voor meer en effectievere spreekmogelijkheden van NGO’s en dringt erop aan dat de VN actie neemt inzake vergeldingsacties tegen mensenrechtenverdedigers («reprisals»). We blijven landen – en in het bijzonder de landen die lid zijn van de Mensenrechtenraad – aanspreken op hun mensenrechtenverplichtingen en schenken in de mensenrechtenexamens (UPR) die landen afleggen extra aandacht aan de implementatie van aanbevelingen die in voorgaande examens door hen geaccepteerd zijn.

.. en die toekomstbestendiger is.

Toekomstbestendiger betekent verantwoord omgaan met mondiale bronnen zoals energie, het klimaat, grondstoffen, natuurlijk kapitaal en de toekomst van het internet. Voorraden zijn eindig. Daarom moeten we nu duurzame en rechtvaardige oplossingen zoeken voor toekomstige problemen, met alle relevante actoren aan tafel, zowel staten als private sector, maatschappelijk middenveld en de wetenschap.

Cyber- en internetbeleid

De digitalisering van de maatschappij gaat steeds sneller, breder en verder. Het wordt mogelijk dé doorslaggevende concurrentiefactor. Nederland heeft een uitstekende uitgangspositie om daarvan te profiteren en het internationale speelveld mee te helpen vormen. Het internet is grensoverschrijdend en onze interne en externe veiligheid zijn hier bij uitstek met elkaar verbonden. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van landen, bedrijven en het maatschappelijk middenveld om ons te beschermen tegen misbruik en om internet vrij, open en veilig te maken en te houden voor toekomstige generaties. Robuuste cyberdiplomatie is cruciaal om de grote Nederlandse belangen op dit gebied te behartigen.

Onze inzet kent drie kernelementen:

Ten eerste, bouwen aan stabiliteit en internationale veiligheid: Nederland streeft er naar om een normatief kader voor de regulering van cyberoperaties tussen staten te bewerkstelligen, gebaseerd op het bestaand internationaal recht, aanvullende vrijwillige, niet-bindende gedragsnormen en vertrouwenwekkende maatregelen. Als nieuw lid van de belangrijkste VN werkgroep op dit gebied, en door een aantal andere toonaangevende initiatieven, bepaalt Nederland mede hoe dit normatief kader verder vormgegeven wordt. De bescherming van de publieke kern van het internet is daarbij een belangrijke doel.

Ten tweede, internationale afspraken over bescherming van mensenrechten online: in een wereld waar data het nieuwe kapitaal zijn, moeten burgers kunnen vertrouwen op bescherming tegen inbreuken op hun digitale rechten. Nederland heeft dit hoog in het vaandel staan. De uitdaging is om deze standpunten te vertalen naar internationale geaccepteerde afspraken, en om ervoor te zorgen dat digitale rechten worden beschermd, ook onder moeilijke omstandigheden zoals bij de dreiging van terrorisme.

Tot slot, capaciteitsopbouw: om ervoor te zorgen dat iedereen wereldwijd, ook in ontwikkelingslanden, kan profiteren van de ongekende mogelijkheden van het internet, maakt Nederland zich hard voor capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, de bestrijding van cybercrime en dataprotectie. Geen digital divide, maar het delen van kennis en ervaring tussen overheden, internationale organisaties, bedrijfsleven, tech-community en wetenschap. Het door Nederland opgezette Global Forum on Cyber Expertise is een platform waarin concrete capaciteitsopbouwinitiatieven worden ontwikkeld om het internet wereldwijd veilig, betrouwbaar en open te houden.

Energie en klimaat

Meer dan ooit is duidelijk geworden dat klimaatverandering een ontwrichtende werking heeft op samenlevingen en economische ontwikkeling in delen van de wereld. Eind 2015 heeft de internationale gemeenschap met het aannemen van het Akkoord van Parijs tijdens COP21 een nieuw tijdperk ingeluid in het mondiale klimaatbeleid. Zowel voor mitigatie als adaptatie zijn concrete doelstellingen vastgelegd, waarbij voor het eerst alle landen verplicht zijn een bijdrage te leveren. Voor Nederland is deze bijdrage in EU-verband vastgelegd, waarbij alle lidstaten hun aandeel leveren in het bereiken van een reductie van ten minste 40% broeikasgasemissies in het jaar 2030, t.o.v. 1990. De besluitvorming over de wetgeving die deze doelstelling uitvoert wordt naar verwachting in 2017 afgerond. Nederland streeft binnen de EU naar spoedige ratificatie van het Akkoord van Parijs.

Om de Nederlandse energievoorzieningszekerheid veilig te stellen, zal Nederland banden met bestaande en nieuwe energieleveranciers (m.n. van LNG) aanhalen. Er komt meer nadruk te liggen op diversificatie van energiebronnen door een grotere inzet op hernieuwbare energie, en op energiebesparing. Nederland en Europa zullen hierdoor gaandeweg minder afhankelijk worden van een handvol energieleveranciers. Tegelijkertijd zien we dat de noodzakelijke transitie van fossiel gedreven economieën naar duurzamer gebruik van energie – met name ten zuiden en ten oosten van Europa – economische en sociale onrust met zich mee brengt, met mogelijke negatieve gevolgen voor Europa. We zullen deze transitie vanuit Europa zo goed als mogelijk moeten begeleiden. Nederland draagt een steentje bij door samen met een aantal landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten te werken aan verduurzaming. Vanaf zomer 2016 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken daartoe een gezant voor water en energiezekerheid aangesteld in Amman.

Toekomstbestendige diplomatieke dienst

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is Rijksbreed verantwoordelijk voor coördinatie van het buitenlands- en EU-beleid. Daarnaast is Buitenlandse Zaken kenniscentrum op een veelheid aan landen en thema’s en heeft het een belangrijke toegevoegde waarde met het wereldwijde postennet en inzet van diplomatieke middelen.

Buitenlandse Zaken heeft een modern postennet om de Nederlandse belangen wereldwijd te behartigen, waar en wanneer dan ook. Een postennet dat in het buitenland paraat staat voor de individuele burger en voor het bedrijfsleven, op een zo effectief en kosten-efficiënt mogelijke manier. Het departement is daarbij het kenniscentrum in Den Haag, geworteld in de Nederlandse samenleving, waarvan alle departementen profiteren.

In de geschetste omstandigheden is dit essentieel, zodat vrijheid, welvaart en veiligheid optimaal gewaarborgd kunnen worden en zowel kansen als bedreigingen al zoveel mogelijk buiten onze grenzen worden gezien en aangepakt. Nieuwe internationale problemen helpen voorkomen is daarbij zinvoller dan proberen ze te genezen of de gevolgen ook nationaal te moeten bestrijden. Het toenemend aantal relevante spelers, netwerken en onderwerpen op het internationale speelveld vraagt daarbij maximale flexibiliteit van mensen en middelen, en zowel bestaande als nieuwe diplomatieke vaardigheden en instrumenten.

Buitenlandse Zaken, zowel het departement in Den Haag als het postennet, moderniseert dan ook constant en zal dat blijven doen. Deze modernisering is drie jaar geleden ingezet met een omvangrijk hervormingsprograma binnen scherpe budgettaire kaders. Zo wordt de consulaire en economische dienstverlening ingrijpend hervormd en worden mensen en middelen flexibeler ingezet zodat voortdurende veranderingen in de wereld beter het hoofd geboden kunnen worden. Met behoud van onze wereldwijde «footprint» bezien we steeds welke presentie waar nodig is. Zo zal het huidige business support office in Bangalore in India worden opgewaardeerd tot consulaat generaal, waarmee het Nederlands bedrijfsleven een betere toegang krijgt tot één van de snelste groeimarkten wereldwijd. Dit gebeurt tegen minimale meerkosten. Hiermee maken we binnen de scherpe kaders van de apparaatsbudgetten duidelijke keuzes tussen prioriteiten en posterioriteiten.

Buitenlandse Zaken behartigt de belangen van Nederland op velerlei manieren: we onderhandelen in de EU, NAVO en VN, we faciliteren toenadering tussen conflictpartijen, we zijn voorvechters van LHBTI-rechten door mee te lopen in gay-prides, we helpen Nederlanders in nood, we bezoeken gedetineerden, we adviseren en begeleiden militaire missies, we dragen bij aan betere omstandigheden voor mensen in hun landen van herkomst, we openen deuren voor het bedrijfsleven en helpen nieuwkomers op moeilijke markten, wij waken over een exportvolume van 200 miljard per jaar en we zien toe op effectieve en resultaatgerichte besteding van OS. En dit alles doen we on- en offline, met statelijke en niet-statelijke partijen. Soms in het openbaar, soms in de coulissen. Ook in 2017 blijft Nederland hard inzetten op een veiliger, rechtvaardiger en toekomstbestendiger wereld.

BELANGRIJKSTE BELEIDSMATIGE MUTATIES TEN OPZICHTE VAN VORIG JAAR

Hieronder treft u een toelichting aan op de belangrijkste mutaties vanaf 2017 en verder ten opzichte van de memorie van toelichting 2016. Een aantal mutaties is eerder toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2016. Ter dekking van budgettaire problematiek vanwege een verslechterde ruilvoet is besloten tot een taakstelling op de departementale begrotingen, waarbij vanaf 2017 de begroting van Buitenlandse Zaken een bedrag van EUR 5,7 miljoen wordt verlaagd. In de verdiepingsbijlage is toegelicht op welke onderdelen dit is verwerkt.

Belangrijkste beleidsmatige mutaties ten opzichte van vorig jaar

Bedragen x EUR 1.000

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2016

9.044.617

8.949.161

9.279.844

9.495.131

9.664.228

1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

387

28

– 816

– 816

– 716

2 Veiligheid en stabiliteit

53.087

– 602

910

2.253

4.062

3 Europese samenwerking

631.608

– 67.552

566.525

250.478

262.864

4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

– 2.253

1.782

1.999

1.412

1.412

5 Geheim

         

6 Nominaal en onvoorzien

– 43.519

– 28.295

– 7.254

– 15.291

– 8.977

7 Apparaat

26.224

25.014

28.108

14.921

13.714

Stand ontwerpbegroting 2017

9.710.151

8.879.536

9.869.316

9.748.088

9.936.587

Toelichting:

Beleidsartikel 2:

De verhoging van het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband in 2016 betreft een saldo van mutaties. Bij Voorjaarsnota is de verdeling van het Budget Internationale Veiligheid (BIV) technisch overgeheveld naar de begroting van BZ op het artikelonderdeel veiligheid en stabiliteit. Daarnaast is het budget gestegen omdat via de eindejaarsmarge de niet ingezette middelen voor de VN-crisisbeheersingsoperaties uit 2015 zijn toegevoegd. Het Nederlandse aandeel van het budget voor VN-crisisbeheersingsoperaties is pas eind 2015 opnieuw vastgesteld. Om die reden was het niet meer mogelijk de betaling voor het 2de halfjaar van 2015 nog in dat jaar te verrichten. De betaling is daarom doorgeschoven naar 2016.

Beleidsartikel 3:

Vanwege de vertraagde aanname van de achtste aanvullende begroting in 2015, zijn de restituties verbonden aan deze aanvullende begroting verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten aan de Europese Unie in het jaar 2016. Daarnaast is de voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder. Daarnaast is de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016 omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde, omdat de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit waarschijnlijk in het najaar van 2016 in alle lidstaten wordt afgerond waardoor de korting over 2016 niet meer kan worden verrekend met de maandelijkse afdrachten. Als laatste wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2017 verlaagd met ca. 0,3 miljard, vanwege de vertragingen die zich voordoen bij de uitvoer van de structuur- en Cohesiefondsen. Er wordt verwacht dat de vertraging bij de structuur- en Cohesiefondsen in 2018 zal worden ingelopen, waardoor de lagere betalingen voor 2017 doorschuiven naar 2018.

Niet-beleidsartikel 6:

Dit is het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van BBP-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2015, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen conform de claims die zijn verwerkt naar aanleiding van de HGIS besluitvorming. Hierin is onder andere opgenomen additioneel budget op de begrotingen van IenM, voor de programma’s Partners voor Water, Partnership for Market Readiness en Carbon Pricing Leadership Coalition, van Buitenlandse Zaken voor de additionele inzet in het kader van het lidmaatschap voor de VN-Veiligheidsraad en van Defensie voor een aanvullende bijdrage aan het NATO Communications and Information Agency (NCIA) in Den Haag.

Niet-beleidsartikel 7:

De apparaatsuitgaven laten per saldo een stijging zien. Naast de toevoeging van loon- en prijsbijstellingen vanuit de HGIS, stijgt het budget doordat in 2005 is besloten om Nederland kandidaat te stellen voor een zetel in de VN-Veiligheidsraad (2017–2018). Met het binnenhalen van de zetel in de VN-Veiligheidsraad (2018) is additionele inzet van mensen in Den Haag en New York noodzakelijk. Hiervoor zijn bij de eerste suppletoire begroting middelen vanuit de HGIS toegevoegd aan de apparaatsbegroting van Buitenlandse Zaken. Ten slotte zijn, ten behoeve van investeringen in het postennet (huisvesting) en ICT, middelen uit de eindejaarsmarge 2015 toegevoegd.

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven in 2017

In onderstaand overzicht wordt, conform de wens van de Tweede Kamer, per subartikel aangegeven welk deel van de geraamde uitgaven juridisch – en niet juridisch verplicht is en wat in grote lijnen de bestemming is van de niet-juridisch verplichte uitgaven. In de toelichting op de beleidsartikelen (hoofdstuk 3, onderdeel D2) wordt nader ingegaan op de juridisch verplichte uitgaven.

Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven en bestemmingen x EUR 1 miljoen

Subartikelnummer

naam sub artikel

Geraamde uitgaven

juridisch verplichte uitgaven

niet-juridisch verplichte uitgaven

bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven

1.1

Goed functionerende internationale instellingen

55,6

55,5 (99,8%)

0,1 (0,2%)

• Programma’s internationaal recht

1.2

Mensenrechten

54,6

26,3 (48,2%)

28,3 (51,8%)

• Jaarlijkse bijdrage OHCHR,

• Centrale en decentrale mensenrechtenprogramma’s

2.1

Bondgenootschappelijke veiligheid

15,0

12,9 (86%)

2,1 (14%)

• POBB

• Veiligheidsfonds

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme

7,8

0,8 (10,3%)

7,0 (89,7%)

• Contraterrorisme activiteiten

• Secretariaat Global Forum on Cyber Expertise

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing

10,8

10,8 (100%)

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, OVSE

7,2

7,2 (100%)

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, VN contributie voor crisisbeheersingsoperaties

99,9

99,9 (100%)

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds, training voor buitenlandse diplomaten

2,3

2,3 (100%)

 

2.4

Veiligheid, stabiliteit en rechtsorde, stabiliteitsfonds

85,6

75,0 (87,6%)

10,6 (12,4%)

• Programma’s op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling uit het Stabiliteitsfonds

2.5

Transitie in prioritaire landen, Matra

10,3

10,3 (100%)

 

2.5

Transitie in prioritaire landen, Shiraka

11,7

11,7 (100%)

 

3.1

Afdracht Europese Unie

7.541,0

7.541,0 (100%)

 

3.2

Europees Ontwikkelingsfonds

201,3

201,3 (100%)

 

3.3

Een hechtere Europese waardegemeenschap

10,1

10,1 (100%)

 

3.4

Versterkte positie Nederland in de Unie van 28

4,3

4,3 (100%)

 

4.1

Consulaire dienstverlening t.b.v. Nederlandsers in het buitenland

13,1

2,9 (22,1%)

10,2 (77,9%)

• Kosten voor reisdocumenten

• Consulaire informatiesystemen

4.2

Consulaire dientverlening voor vreemdelingen

6,3

1,5 (23,8%)

4,8 (76,2%)

• Kosten voor visumverlening

• Consulaire informatiesystemen

4.3

Nederlandse cultuur

8,9

3,0 (33,7%)

5,9 (66,3%)

• Landenprogramma’s ten behoeve van het internationaal cultuurbeleid.

4.4

Publieksdiplomatie

13,2

7,2 (54,5%)

6,0 (45,5%)

• Kosten voor de staats- en werkbezoeken (inkomend en uitgaand),

• Bezoeken van hoogwaardig-heidsbekleders en uitgaven voor CD en IO’s.

• Uitgaven tbv Publieksdiplomatie op de posten en BZ.

• Uitgaven voor de Bezoekersprogramma’s

• Strategische beleidscommunicatie

4.4

Publieksdiplomatie

3,0

1,1 (36,7%)

1,9 (63,3%)

• Verbetering van bilaterale betrekkingen

• Bevordering van multilaterale samenwerking mensenrechten, democratisering en goed bestuur en internationale juridische en justitiële samenwerking.

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

4,0

3,6 (90%)

0,4 (10%)

• Logistieke ondersteuning van de in Nederland gevestigde internationale organisaties.

Totaal

8166,0

8089,0 (99,1%)

77,0 (0,9%)

 
Planning beleidsdoorlichtingen1, 2

Art

Naam Artikel/beleidsdoelstelling

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Geheel artikel?

   

realisatie

planning

 

1

Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

             

Nee

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak3

 

           

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

             

2

Veiligheid en stabiliteit

             

Nee

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

       

     

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

       

     

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

   

         

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband3

 

           

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden4

   

         

3

Europese samenwerking2

           

Ja

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt5

               

3.2

Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden2

   

         

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap5

               

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 285

               

4

Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

             

Nee

4.1

Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland6

     

       

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren6

     

       

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

 

           

4.4

Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

 

           

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

   

         
X Noot
1

De begroting van BZ is in 2013 opgesplitst in de begroting van BZ (Hfst. 5) en BHOS (Hfst. 17). Er zijn toen nieuwe beleidsartikelen en beleidsdoelstellingen geformuleerd. Beleidsdoorlichtingen van voor dat jaar zijn in deze tabel met terugwerkende kracht over de nieuwe beleidsdoelstellingen verdeeld.

X Noot
2

Bij BZ en BHOS is het wel de wens om beleidsdoorlichtingen van één beleidsartikel uit te voeren maar inhoudelijk is dat nog niet mogelijk gebleken. Beleidsdoorlichtingen vinden in de meeste gevallen plaats op één niveau lager namelijk van de beleidsdoelstellingen. Voor artikel 3 (Europese Samenwerking) is dit nu wel voorzien in 2021. De laatste beleidsdoorlichting op beleidsdoelstellingsniveau (3.2) van artikel 3 wordt momenteel uitgevoerd en zal in 2017 worden opgeleverd.

X Noot
3

Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.

X Noot
4

Wordt meegenomen in beleidsdoorlichting 3.2.

X Noot
5

Deze beleidsdoorlichting wordt vervangen door een effectevaluatie en wordt onderdeel van de beleidsdoorlichting voor het hele artikel 3.

X Noot
6

Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 4.1 en 4.2.

3. ARTIKELEN

Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

A: Algemene doelstelling

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak en voortdurende inzet tegen straffeloosheid. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De regering zet zich concreet in voor de volgende prioritaire thema’s: mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders, gelijke rechten voor vrouwen, vrijheid en meningsuiting (off- en online), de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, ernstigste schendingen (waaronder doodstraf en marteling), mensenrechten en ontwikkeling, en mensenrechten en bedrijfsleven.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Van een effectief stelsel van internationale organisaties, inclusief financiële bijdrage, om een stabiele internationale omgeving te scheppen en de internationale rechtsorde te versterken.

  • Van een betere mensenrechtensituatie mede door het financieren en uitvoeren van projecten via bilaterale en multilaterale kanalen ter bevordering van prioritaire mensenrechtenthema’s.

Regisseren

  • Interdepartementale coördinatie ten behoeve van een coherente en consistente Nederlandse inzet in internationale organisaties ter bevordering van de internationale rechtsorde en mensenrechten.

Financieren

  • Bijdragen ten behoeve van goed functionerende internationale instellingen.

  • Bijdragen ter bescherming en bevordering van mensenrechten.

C: Beleidswijzigingen

  • Het Koninkrijk der Nederlanden en Italië zullen de komende twee jaar een tijdelijke zetel in de VN-Veiligheidsraad verdelen. De landen nemen dan elk een jaar voor hun rekening. Italië is in 2017 lid van het belangrijkste orgaan voor internationale vrede en veiligheid en zal zich voor 2018 terugtrekken. Het Koninkrijk der Nederlanden neemt het stokje dan in 2018 over, maar moet nog wel formeel medio 2017 verkozen worden door de AVVN. Dit betekent een belangrijke verantwoordelijkheid in het vertegenwoordigen van het belang van het Koninkrijk en andere lidstaten die geen lid zijn, bij kwesties van internationale vrede en veiligheid. Het Koninkrijk zal zich in 2018 binnen de Veiligheidsraad hard maken voor duurzame vrede, veiligheid, rechtvaardigheid. Een inzet waarbij mensen centraal staan en op basis van waarden: mensenrechten en afleggen van rekenschap, in partnerschap en op transparante wijze. In de periode 2017–2018 zullen Italië en het Koninkrijk waar mogelijk samen optrekken.

  • RNW Media heeft zich de afgelopen jaren succesvol weten te transformeren van een omroeporganisatie tot een internationale NGO die bijdraagt aan mediaontwikkeling, met een niche in sociale media gericht op jongeren. De instellingssubsidie aan RNW Media (onderdeel van het instrument «bevordering van het vrije woord» in tabel hieronder) in haar huidige vorm loopt eind 2016 af. Vanaf 2020 wordt RNW Media geacht mee te dingen met andere partijen conform de dan geldende beleidsregels. Als tussenfase zal RNW Media uit het mensenrechtenfonds een nieuwe instellingssubsidie voor 2017–2020 ontvangen met een vorm van afbouw. Het vrij te vallen budget voor «bevordering van het vrije woord» zal worden ingezet binnen artikel 1.2 bescherming en bevordering van mensenrechten. Vrijheid van meningsuiting is één van de prioritaire thema’s voor projecten die worden gefinancierd uit het mensenrechtenfonds.

  • De Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) lichtte in 2015 het Nederlandse beleid ter versterking van de internationale rechtsorde door. Met inachtneming van de hoofdbevindingen en lessen uit deze doorlichting, streeft Nederland er onder meer actief naar de leemtes in de internationale rechtsorde op te vullen en zo de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen. In dit verband hebben Nederland, Argentinië, België en Slovenië een wereldwijd verdrag voor rechtshulp en uitlevering bij internationale misdaden voorgesteld, omdat veel van de ernstigste misdrijven niet beperkt zijn tot het grondgebied van een enkele staat. Door dit verdrag moet het makkelijker worden om verdachten van genocide, oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid tussen landen uit te leveren en samen te werken op het gebied van rechtshulp. Nederland heeft landen opgeroepen om uiterlijk in 2017 met de onderhandelingen over dit multilaterale verdrag te beginnen. Ook zet Nederland zich de komende tijd in voor de totstandkoming van een uitvoerende overeenkomst bij het Zeerechtverdrag over de bescherming en het duurzaam gebruik van de mariene biologische diversiteit.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Bedragen in EUR 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

84.891

94.008

148.225

91.081

91.881

91.981

91.981

                   

Uitgaven:

             
                   

Programma-uitgaven totaal

117.348

113.978

110.249

108.905

108.905

109.005

109.005

waarvan juridisch verplicht

   

74%

     

                   

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

55.937

58.381

55.635

55.135

55.135

55.135

55.135

                   

Subsidies

             

 

Internationaal recht

9.678

6.585

6.135

6.135

6.135

 

                   

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

Verenigde Naties

35.492

40.501

39.525

39.525

39.525

39.500

39.500

 

OESO

6.814

6.425

6.175

6.175

6.175

6.200

6.200

 

Campagne VN veiligheidsraad

679

1.570

500

       

 

Internationaal Strafhof

3.274

3.300

3.300

3.300

3.300

3.300

3.300

                 

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

61.411

55.597

54.614

53.770

53.770

53.870

53.870

                 

Subsidies

             

 

Bevordering van het vrije woord

15.000

10.700

2.800

       

 

Landenprogramma's mensenrechten

9.372

15.715

24.615

26.415

26.415

   

                 

bijdragen (inter)nationale organisaties

             
   

Landenprogramma's mensenrechten

29.292

21.505

19.705

19.705

19.705

   
   

Centrale mensenrechtenprogramma's

7.747

7.677

7.494

7.650

7.650

   

D2: Budgetflexibiliteit

De uitgaven voor het onderdeel goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak zijn nagenoeg volledig vastgelegd. De bijdragen aan internationale organisaties (verdragscontributies) zijn juridisch verplicht. Subsidies aan initiatieven in het kader van internationaal recht zijn voor ruim 99% juridisch verplicht. Voor het resterende deel worden in 2017 verplichtingen aangegaan. De centrale mensenrechtenprogramma’s van het onderdeel bescherming en bevordering van mensenrechten kennen een juridisch verplicht percentage van 48%. De hieruit te financieren jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) wordt begin 2017 juridisch vastgelegd. De landenprogramma’s mensenrechten zijn voor 51% reeds juridisch vastgelegd en voor de overige 49% worden in 2017 verplichtingen aangegaan. De bijdrage aan RNW Media (als onderdeel van de subsidie landenprogramma’s mensenrechten) is tot 2020 vastgelegd.

E: Toelichting op de financiële instrumenten

1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak
  • Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan (het restmechanisme van) het Joegoslavië- en het Rwanda-tribunaal zijn inbegrepen alsmede de bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof (ICC).

  • Subsidie aan de Carnegiestichting ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Carnegiestichting, het onderhoud van het Vredespaleis en het op peil houden van de bibliotheek.

  • Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.

  • Bijdragen voor diverse initiatieven, op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere internationale gerechtshoven en tribunalen, op het gebied van Responsibility to Protect, een bijdrage aan het Trustfund for Victims van het ICC en andere kleinschalige initiatieven ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.

  • De laatste betalingen voor de campagne van de kandidatuur van het Koninkrijk der Nederlanden voor een zetel in de VN-Veiligheidsraad.

1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten
  • Inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de prioriteiten uit de mensenrechtenbrief «Respect en recht voor ieder mens». De daarin genoemde prioriteiten zijn: inzet ten behoeve van mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor LHBTI, gelijke rechten voor vrouwen. Nederland besteedt ook aandacht aan ernstige mensenrechtenschendingen (doodstraf, foltering), vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, mensenrechten en ontwikkeling en mensenrechten en bedrijfsleven (inclusief kinderarbeid). Er is een verdeling in centrale en decentrale middelen. Centrale middelen zijn bestemd voor projecten die in meer dan één land worden uitgevoerd. De middelen worden ingezet voor prioritaire thema’s op basis van de ernst van de mensenrechtensituatie en de effectiviteit van de inzet.

  • Bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités.

  • Subsidie aan onder andere RNW Media voor de verkondiging van het vrije woord in het buitenland en als onderdeel van de subsidie mensenrechten.

Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

A: Algemene doelstelling

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa.

Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, vluchtelingenstromen, piraterij, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De basis voor de inzet van het kabinet op internationaal veiligheidsbeleid ligt besloten in de Internationale Veiligheidsstrategie en de Beleidsbrief Internationale Veiligheid. Het bevorderen van de internationale rechtsorde, de bescherming van onze economische veiligheid en de verdediging van onze grenzen en die van bondgenoten staan daarin centraal. Daartoe is de samenhangende inzet nodig van defensie, diplomatie, economie en ontwikkelingssamenwerking. Dit onderwerp strekt zich dus uit naar andere begrotingen, zoals Defensie, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking, Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Economische Zaken. Uitgangspunt is onze veiligheidsbelangen te behartigen door gezamenlijke inzet en samenwerking met andere landen, internationale en maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven.

De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor:

Stimuleren

  • Bevorderen en bewaken van de coherentie en consistentie van de Nederlandse inzet in bilateraal en multilateraal verband gericht op grotere veiligheid en duurzame stabiliteit, onder andere door:

    • Nederlandse bijdragen in het kader van de EU, de VN, de NAVO en de OVSE;

    • Deelname aan ad hoc coalities zoals het Non-Proliferation and Disarmament Initiative (NPDI);

    • Een katalyserende en initiërende rol te spelen op het gebied van internationaal cyberbeleid als follow up van de Global Conference on Cyber Space 2015;

    • Het Nederlandse co-voorzitterschap van het Global Counter Terrorist Forum;

    • Grote inzet op fysieke veiligheid van burgers via het Nederlandse humanitair ontmijnen en cluster munitie programma;

    • De veiligheidsbehoeftes van de bevolking centraal te stellen en het benadrukken van accountability en good governancevia Security Sector Reform (SSR) programma’s; en

    • Deelname aan crisisbeheersingsoperaties in multilateraal verband.

Regisseren

  • Artikel 100-procedures ter voorbereiding van besluitvorming betreffende wereldwijde inzet van de krijgsmacht in crisisbeheersingsoperaties conform het Toetsingskader 2014, in nauwe afstemming met de Ministers van Defensie, de Minister voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Veiligheid & Justitie.

  • De toepassing van terrorismesancties/Sanctieregeling 2007 als onderdeel van het sanctiebeleid, uitgevoerd in overeenstemming met de Ministers van Financiën en Veiligheid & Justitie.

  • In het kader van een restrictief en transparant internationaal en Nederlands wapenexportbeleid draagt de Minister van Buitenlandse Zaken verantwoordelijkheid voor de buitenlandpolitieke toetsing van wapenexportaanvragen. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is eindverantwoordelijk voor het wapenexportbeleid.

Financieren

  • Bijdragen aan goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid, waaronder aan de NAVO.

  • Bijdragen ter bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit, waaronder aan het International Centre for Counter-Terrorism en het Global Counter Terrorism Forum.

  • Bijdragen ter bevordering van ontwapening en wapenbeheersing en bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens, waaronder aan het IAEA en de OPCW.

  • Bijdragen ter bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband vanuit het Budget Internationale Veiligheid, in samenspraak met de Minister van Defensie en de Minister voor BHOS, waaronder bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties van de VN, de EU, de NAVO en de OVSE en flankerende activiteiten gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds.

  • Bijdragen ter bevordering van transitie in prioritaire gebieden, met name in de ring rond Europa via het in 2016 ingestelde Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP). Het NFRP bestaat uit het Matra programma gericht op (Zuid)Oost-Europa en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio. Ook vanuit het Stabiliteitsfonds worden programma’s in een aantal landen in deze regio’s gefinancierd.

  • Bijdragen aan normstelling en internationaal recht, bevordering van mensenrechten en capaciteitsopbouw in cyber space.

  • Bijdrage aan de fysieke veiligheid van mensen via meerjarig humanitair ontmijnen en cluster munitie programma.

  • Bijdragen aan Security Sector Reform (SSR) programma’s ter bevordering van effectiviteit, legitimiteit, «oversight» en «accountability» van veiligheidsactoren.

C: Beleidswijzigingen

  • Nederland zal in het voorjaar van 2017 het voorzitterschap van de eerste voorbereidende commissie (PrepCom) van het Nucleaire Non-proliferatieverdrag (NPV) bekleden. De PrepCom 2017 is de eerste stap naar de Toetsingsconferentie van het NPV in 2020. Het welslagen daarvan is verre van zeker in het huidige politieke klimaat maar daardoor ook, zeker na het uitblijven van consensus in 2015, topprioriteit. Een goede PrepCom in 2017 is in dat kader een essentiële eerste stap. De PrepCom wordt voorbereid met bilaterale en regionale consultaties en conferenties.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit

Bedragen in EUR 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

274.108

292.482

236.321

232.949

230.049

228.549

228.549

                 

Uitgaven:

             
                   

Programma-uitgaven totaal

245.493

301.827

250.598

246.720

246.078

245.087

245.087

waarvan juridisch verplicht

   

87%

       

                 

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

22.582

20.236

14.979

12.015

12.015

12.015

12.015

                 

Subsidies

             

 

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

4.437

3.250

2.250

2.250

2.250

 

 

Atlantische Commissie

501

500

500

500

500

500

500

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           

 

NAVO

13.031

13.221

8.664

7.200

7.200

7.200

7.200

 

Veiligheidsfonds

3.940

1.700

2.000

500

500

 

 

WEU

673

565

565

565

565

560

560

               

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit

8.893

8.130

7.765

8.265

6.151

3.351

3.351

Subsidies

             

 

Anti-terrorisme instituut

700

850

765

665

550

550

550

               

Opdrachten

           

 

Global Forum on Cyber Expertise

5.475

480

400

400

400

 

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           

 

Contra-terrorisme

 

6.800

6.600

7.200

5.200

 

               

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

12.673

14.294

10.794

10.794

10.794

10.794

10.794

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

IAEA

6.968

7.317

7.317

7.317

7.317

7.300

7.300

 

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

3.997

5.057

1.557

1.557

1.557

1.600

1.600

 

CTBTO

1.680

1.920

1.920

1.920

1.920

1.900

1.900

               

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

179.765

236.065

195.032

195.389

196.605

196.605

196.605

               

Subsidies

           

 

Landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)

33.923

31.500

26.500

26.500

26.500

 

 

Nederland Helsinki Comité

28

28

28

28

28

30

30

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           

 

OVSE

5.775

7.195

7.195

7.195

7.195

7.000

7.000

 

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

73.064

126.000

99.800

99.800

99.800

99.000

99.000

 

waarvan landenprogramma's veiligheid voor mensen (Stabiliteitsfonds)

66.975

64.146

55.400

51.900

51.900

 

 

Training buitenlandse diplomaten

 

1.400

2.300

2.500

2.500

 

               

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

21.580

23.102

22.028

20.257

20.513

22.322

22.322

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies

           

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA»

10.310

11.997

10.322

7.822

7.822

 

 

Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka»

8.609

11.775

11.706

12.435

12.700

 

               

Ontvangsten

6.733

1.197

1.212

1.227

1.242

1.242

1.242

                   

2.10

Doorberekening Defensie diversen

167

197

212

227

242

242

242

               

2.40

Restituties contributies

6.566

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

D2: Budgetflexibiliteit

Binnen het artikelonderdeel goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid is 86% juridisch verplicht. Het betreft de uitgaven voor de NAVO, Atlantische Commissie en verplichtingen richting de inmiddels opgeheven West-Europese Unie (WEU). Het onderdeel Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is grotendeels juridisch verplicht door meerjarige programma’s die in 2015 en 2016 zijn gefinancierd. De vrije ruimte is hierdoor beperkt. Op het artikelonderdeel bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en andere vormen van internationale criminaliteit is het merendeel nog niet juridisch vastgelegd. Het betreft hier programma’s die in het kader van de extra inspanningen op het terrein van contraterrorisme per 2016 zijn toegevoegd aan de begroting van Buitenlandse Zaken. Het artikelonderdeel bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid is volledig juridisch verplicht. Het betreft verdragsrechtelijke contributies. Binnen het artikelonderdeel bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband is het Stabiliteitsfonds voor ruim 80% juridisch vastgelegd. De verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies) zijn juridisch verplicht. Op het artikelonderdeel Bevordering van transitie in prioritaire gebieden zijn de voorziene uitgaven voor het Matra en het Shiraka programma nagenoeg juridisch verplicht.

E: Toelichting op de financiële instrumenten

2.1. Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
  • Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.

  • Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven WEU.

  • Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.

  • Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.

2.2. Bestrijding en terugdringing van internationaal terrorisme en vormen van internationale criminaliteit
  • Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism(ICCT).

  • Uit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB, verantwoording onder 2.1) en uit het Stabiliteitsfonds (verantwoording onder 2.4) en middelen die voortkomen uit het besluit tot versterking van de inspanningen op het gebied van contraterrorisme worden activiteiten gefinancierd. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden, evenals op de versterking van capaciteit in derde landen voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, in het bijzonder internationale drugs- en mensenhandel. In dit kader wordt onder meer een financiële bijdrage geleverd aan het Instituut van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

  • Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.

2.3. Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid
  • Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.

  • Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.

  • Bijdrage aan activiteiten onder auspiciën van het G8 Global Partnershipop het gebied van het tegengaan van proliferatie van radiologische en nucleaire bronnen en bio-security.

  • Bijdrage aan initiatieven op het gebied van ontwikkeling van internationaal recht en normstelling voor staten op het gebied van cyber met als doel te komen tot een stelsel van ordening van het gebruik van cybermiddelen als onderdeel van (gewapend) conflict.

2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
  • Verbetering van de inzet van civiele expertise door modernisering van de civiele missiepool.

  • Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).

  • Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op gebied van oude en nieuwe dreigingen, zoals aanpak van wapen- en drugssmokkel en grensoverschrijdende criminaliteit, ontmijning en piraterijbestrijding. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals ontmijningsactiviteiten, training voor Afrikaanse peacekeepers (ACOTA), en centrale bijdragen aan de VN.

  • Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.

2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden
  • Het Nederlands Fonds voor Regionale Parterschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op de Arabische regio, elk met eigen beleidsaccenten.

Artikel 3: Europese samenwerking

A: Algemene doelstelling

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om de Europese Unie en haar lidstaten zo vreedzaam, welvarend en sterk mogelijk de toekomst in te loodsen. Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een actieve opstelling van Nederland in het Europese besluitvormingsproces is dan ook in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

B: Rol en verantwoordelijkheid

Binnen de Europese Unie zal voornamelijk gewerkt moeten worden aan het herstel van economische groei en werkgelegenheid, het weer gezond maken van de door de crisis verzwakte overheidsfinanciën van de lidstaten en de verdere verbetering van focus en balans in de Europese Unie. Daarnaast zal de duurzame aanpak van de Europese migratieproblematiek bovenaan de Europese agenda staan, alsmede het uittredingsproces van het Verenigd Koninkrijk en eventueel vormgeving van een nieuwe relatie met dat land.

De Staat van de Unie bevat de geïntegreerde visie van de regering op de Europese samenwerking en de rol van Nederland daarbij.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Regisseren

  • Het bevorderen en bewaken van de coherentie en de consistentie van het Nederlandse Europabeleid, inclusief de voorbereiding van de Europese Raad en horizontale dossiers.

  • Het interdepartementaal afstemmen van de Nederlandse inzet in de verschillende, afzonderlijke Raadsformaties.

  • Het vormgeven van het Europese externe beleid ten opzichte van derde landen, inclusief uitbreiding van de EU, uittreding uit de EU, regio’s en ontwikkelingslanden.

  • De gedachtenvorming over de institutionele structuur van de EU.

  • Het onderhouden en intensiveren van de bilaterale relaties met andere Europese landen en het bevorderen van een Europese waardengemeenschap.

Financieren

  • Nederlandse afdrachten aan de Europese begroting en aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF).

  • Bijdragen aan een hechtere Europese waardengemeenschap middels een bijdrage aan de Raad van Europa.

  • Bijdragen ter versterking van de Nederlandse positie in de Unie van 28, waaronder aan de Benelux.

C: Beleidswijzigingen

De uitslag van het Britse referendum over EU-lidmaatschap d.d. 23 juni 2016 luidt dat 51,9% van de Britse kiezers voor vertrek uit de EU heeft gestemd, en 48,1% voor het lidmaatschap van de EU. Het EU-lidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk kan pas worden beëindigd als de daarvoor geldende procedure van artikel 50 van het EU-verdrag is doorlopen. Dit proces start zodra het Verenigd Koninkrijk formeel te kennen geeft de procedure van artikel 50 te willen activeren. Krachtens artikel 50 EU-verdrag wordt er vervolgens onderhandeld over een terugtrekkingsakkoord. Het kabinet is van mening dat een zo kort mogelijk periode van onzekerheid over de Britse voornemens wenselijk is. Het terugtrekkingsproces zal wat het kabinet betreft stapsgewijs en ordelijk moeten verlopen, waarbij de Nederlandse belangen steeds scherp in het oog zullen worden gehouden. Hoe de toekomstige betrekkingen die de EU zal onderhouden met het VK eruit komen te zien is nog onduidelijk. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bij de onderhandelingen over de uittreding van het VK en bij eventuele vormgeving van een nieuwe relatie zowel een vormgevende als Rijksbreed coördinerende rol en verantwoordelijkheid. Dit hangt samen met de rol en verantwoordelijkheid op coherent en consistent Nederlands Europabeleid, horizontale dossiers, alsmede Europees extern beleid, institutionele structuur van de EU en bilaterale relaties met Europese landen.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 3 Europese samenwerking

Bedragen in EUR 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

8.943.747

8.340.141

7.556.518

8.528.477

8.422.890

8.576.701

8.827.560

               

Uitgaven:

           

                 

Programma-uitgaven totaal

9.086.883

8.522.964

7.756.749

8.721.560

8.615.973

8.769.784

9.020.643

waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

                 

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

8.896.271

8.298.978

7.541.047

8.514.398

8.408.811

8.562.622

8.813.481

                 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

BNI-afdracht

5.088.571

4.494.551

3.816.502

4.708.833

4.527.738

4.597.192

4.729.092

 

BTW-afdracht

888.839

781.094

520.278

537.213

547.354

565.037

581.984

 

Invoerrechten

2.918.861

3.023.333

3.204.267

3.268.352

3.333.719

3.400.393

3.502.405

               

3.2

Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden

159.711

181.875

201.275

192.735

192.735

192.735

192.735

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

Europees Ontwikkelingsfonds

159.711

181.875

201.275

192.735

192.735

192.000

192.000

               

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

9.748

10.100

10.100

10.100

10.100

10.100

10.100

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

Raad van Europa

9.748

10.100

10.100

10.100

10.100

10.100

10.100

               

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

21.153

32.011

4.327

4.327

4.327

4.327

4.327

               

Subsidies/Opdrachten

           

 

EU-voorzitterschap

16.861

27.684

       

               

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           

 

Benelux bijdrage

3.944

3.979

3.979

3.979

3.979

3.979

3.979

 

EIPA

348

348

348

348

348

340

340

                 

                 

Ontvangsten

717.644

3.414.327

641.003

653.820

666.894

680.229

700.631

                   

3.10

Diverse ontvangsten EU

717.644

3.414.177

640.853

653.670

666.744

680.079

700.481

               

 

Invoerrechten

717.644

696.489

640.853

653.670

666.744

680.079

700.481

 

Overige ontvangsten EU

 

2.717.688

         

                 

3.30

Restitutie Raad van Europa

236

150

150

150

150

150

150

D2: Budgetflexibiliteit

De uitgaven op dit artikel zijn geheel juridisch verplicht. De belangrijkste uitgaven betreffen de afdracht aan de EU en de Nederlandse bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en bijdragen aan de Benelux en Raad van Europa.

E: Toelichting op de financiële instrumenten

3.1 Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

De EU-begroting wordt grotendeels gefinancierd door middel van afdrachten van lidstaten (90–95%). Daarnaast ontvangt de EU overige inkomsten, zoals bijdragen van derden, rente- en boete-inkomsten. De afdrachten van de lidstaten in de vorm van de invoerrechten, de BTW-afdracht en de BNI-afdracht zijn vastgelegd in het Eigen Middelenbesluit (EMB). In het EMB zijn ook de kortingen op de afdrachten opgenomen en de zogenoemde perceptiekostenvergoeding – dit is de vergoeding voor de kosten die lidstaten maken voor het innen van de invoerrechten. De Nederlandse invoerrechten, BTW-afdrachten en BNI-afdrachten zijn opgenomen op artikel 3.1, de perceptiekostenvergoeding op artikel 3.10.

Het uitgangspunt voor de vaststelling van de raming voor de Nederlandse afdrachten is de omvang het uitgavenplafond uit het MFK. Dit plafond maximeert de uitgaven uit hoofde van de EU-begroting en daarmee de afdrachten van de lidstaten.1 De omvang van de Nederlandse afdrachten komt vervolgens als volgt tot stand:

  • Alle invoerrechten die door de EU-landen worden geheven op producten die afkomstig zijn van landen buiten de EU, worden afgedragen aan de EU. Dit gebeurt twee maanden na inning door de Nederlandse douane, en na aftrek van de vergoeding voor de inningskosten. De Europese Commissie (Eurostat) maakt op basis van de eerder ontvangen invoerrechten een raming voor het komend jaar voor lidstaten (extrapolatie op basis van historische gegevens).

  • De BTW-afdracht bedraagt een vast percentage van de geharmoniseerde btw-grondslag.2 De geharmoniseerde grondslag voor het komend jaar wordt geraamd en vastgesteld door de Europese Commissie (Eurostat). Nederland krijgt een korting op de BTW-afdracht en betaalt 0,15% over de geharmoniseerde grondslag (in plaats van de reguliere 0,30%). De bijdrage aan de korting voor Verenigd Koninkrijk wordt opgeteld bij de BTW-afdracht.

  • De BNI-afdracht is het sluitstuk van de financiering van de EU-begroting. Het deel van de Europese uitgaven dat niet gefinancierd kan worden door de overige inkomsten, invoerrechten en de BTW-afdracht wordt gefinancierd door BNI-afdrachten van de lidstaten. De totale BNI-afdracht van de lidstaten wordt bepaald door de genoemde inkomsten in mindering te brengen op het betalingenplafond. Het aandeel van een lidstaat hierin wordt vervolgens bepaald op basis van het eigen BNI ten opzichte van het Europese BNI. Dit zogeheten relatieve BNI-aandeel in de totale BNI-afdracht komt tot stand door het tarief van 0,64% in 2017 (totale BNI afdracht/Europees BNI) te vermenigvuldigen met het Nederlands BNI. Nederland ontvangt een jaarlijkse korting op de BNI-afdracht van 695 miljoen euro (in prijzen 2011); voor 2017 komt dat op 729 mln.

Onderbouwing Nederlandse afdracht 2017 (miljoen euro)

Omschrijving

Grondslag

Tarief

2017

Artikel 3.1

   

7.541,0

 

Invoerrechten

3.204,3

100,00%

3.204,3

 

BTW-afdracht

   

520,3

   

waarvan bruto BTW-afdracht

288.459,0

0,30%

865,4

   

waarvan korting BTW-afdracht

288.459,0

– 0,15%

– 432,7

   

waarvan bijdrage korting VK

87,6

 

BNI-afdracht

   

3.816,5

   

waarvan bruto BNI-afdracht

709.678,2

0,64%

4.545,5

   

waarvan korting BNI-afdracht

– 729,0

Artikel 3.10

   

– 640,9

 

Perceptiekostenvergoeding

3.204,3

– 20%

– 640,9

 

Overige inkomsten

Onderstaand is de overzichtstabel EU-afdrachten en ontvangsten 2015 opgenomen met daarbij ook de netto betalingsposities.

Netto betalingspositie Nederland 2015 (in miljoenen euro)

AFDRACHTEN1

Douanerechten/landbouwheffingen

2.919,6

BTW-middel

857,1

BNI-middel

4.902,1

Perceptiekostenvergoeding

– 731,7

TOTAAL afdrachten

7.947,1

X Noot
1

De productheffing op suiker is opgenomen bij de douanerechten. 2017 is het laatste jaar dat de suikerheffing geheven wordt, daarna vervalt deze. De bijdrage aan de korting voor het Verenigd Koninkrijk is opgenomen bij de BTW-middelen.

ONTVANGSTEN

1a Concurrentiekracht

962,5

1b Cohesie/structuurfondsen

196,4

2 Landbouw en natuurbehoud

915,3

3 JBZ en burgerschap

186,6

4 Extern beleid

0,0

5 Administratieve uitgaven

98,4

TOTAAL ontvangsten

2.359,2

NETTO AFDRACHTEN

5.587,9

Bron: Europese Commissie (Financial Report 2015)

Netto betalingsposities (% Bruto Nationaal Inkomen, alleen negatieve posities zijn weergegeven)

DEFINITIE EUROPESE COMMISSIE 2015

NEDERLAND1

– 0,54

Zweden

– 0,48

Duitsland

– 0,46

VK

– 0,46

België

– 0,33

Denemarken

– 0,29

Luxemburg

– 0,27

Oostenrijk

– 0,25

Frankrijk

– 0,25

Finland

– 0,23

Italië

– 0,16

Cyprus

– 0,13

X Noot
1

Het beeld van de netto betalingspositie van Nederland over 2015 is vertekend daar de korting op de Nederlandse afdrachten, in afwachting van ratificatie van het Eigen Middelenbesluit, nog niet is verwerkt. Ook het effect van de aanpassing van de perceptiekostenvergoeding van 25 naar 20% is niet meegenomen in de gerealiseerde netto betalingspositie voor 2015.

3.2 Een effectief, efficiënt en coherent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio’s, inclusief ontwikkelingslanden
  • Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het voornaamste middel waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de ACS1-landen en de overzeese gebieden uitvoert. Het budget en programma van het EOF is voor een periode van zeven jaar vastgesteld. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden.

3.3 Een hechtere Europese waardegemeenschap
  • Raad van Europa: Nederland richt zich hierbij op de dossiers vrijheid van godsdienst, internetvrijheid en LHBTI rechten. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.

3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28
  • Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux. Het Benelux-verdrag dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken.

  • Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.

3.10 Ontvangsten
  • De ontvangsten onder dit beleidsartikel betreffen de zogenaamde perceptiekostenvergoeding die Nederland ontvangt voor de kosten die gemaakt worden bij de inning van de invoerrechten.

  • Er worden voor 2017 geen overige inkomsten verwacht. Op dit subartikel wordt in 2016 de vertraagde korting op de Nederlandse afdrachten over de jaren 2014–2016 ontvangen. Regulier wordt de korting direct verrekend met de betreffende afdrachten, zoals hierboven toegelicht aan de hand van tabel.

Artikel 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

A: Algemene Doelstelling

Het verlenen van excellente consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het Kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is, naast het opstellen van ambtsberichten, verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.

Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; meer ruimte voor cultuur in een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld en verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van het buitenlands beleid, zoals het mensenrechtenbeleid.

Tevens neemt Nederland een bijzondere positie in als gastland van vele internationale organisaties en internationale hoven en tribunalen. Als gastland heeft Nederland de verantwoordelijkheid de in Nederland gevestigde instellingen te ondersteunen opdat deze onafhankelijk, veilig en efficiënt kunnen functioneren.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de volgende zaken:

Consulaire dienstverlening

Uitvoeren

  • Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden;

  • Afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (MVV’s) op de posten;

  • Afname van inburgeringsexamens buitenland;

  • Orange Carpet-beleid, ter bevordering van het Nederlandse bedrijfsleven;

  • Bijstand aan Nederlanders in nood in het buitenland;

  • Begeleiding van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn;

  • Uitbrengen van reisadviezen;

  • Crisisrespons;

  • Afgifte van Nederlandse reisdocumenten in het buitenland en van diplomatieke en dienstpaspoorten;

  • Afgifte van consulaire verklaringen en legalisaties;

  • Opstellen van Individuele ambtsberichten (IAB’s) en Algemene ambtsberichten (AAB’s) als dienstverlening aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Indicator als uitvoeringsverantwoordelijke:

Visumbeleid kort verblijf van het Koninkrijk der Nederlanden

Indicator

Realisatie

01.01.15

t/m

31.12.15

Streefwaarde 2015

Streefwaarde 2016

Streefwaarde 2017

Streefwaarde 2018

Percentage visumaanvragen kort verblijf dat binnen 15 dagen wordt afgehandeld

90,6%

80%

85%

85%

85%

Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken

De norm voor de doorlooptijd van visumaanvragen (Schengen) bedraagt 15 dagen conform de EU Visumcode (in werking getreden per 5.4.2010). Deze periode kan in bijzondere gevallen worden verlengd tot 60 dagen.

NB: De doorlooptijd is het aantal dagen dat zit tussen het indienen van een ontvankelijke visumaanvraag tot aan het moment van bekendmaken of uitreiken van de beslissing op de aanvraag.

Regisseren

  • Europees visum- en migratiebeleid en Caraïbisch visumbeleid;

  • Bilaterale dimensie van visum- en migratiebeleid.

Nederlandse cultuur en publieksdiplomatie

De uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid (ICB) is een gedeelde verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De inzet op het gebied van Publieksdiplomatie valt onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken.

Stimuleren

  • Promotie van Nederlandse kunst en cultuur in het buitenland en identificatie van internationale kansen en ontwikkelingen voor de Nederlandse culturele sector en creatieve industrie.

  • Buitenlandse bezoekersprogramma’s.

  • Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen.

Regisseren

  • Beleidsvorming en uitvoering van het Internationaal Cultuurbeleid.

  • Afstemming met culturele fondsen en ondersteunende instellingen over internationale activiteiten.

  • Ondersteuning van het buitenlandpolitieke- en economische beleid door publieksdiplomatie en cultuur in te zetten, bijvoorbeeld als instrument in de dialoog over mensenrechten.

Financieren

  • Van een sterke cultuursector die in kwaliteit groeit door internationale uitwisseling en duurzame samenwerking en die in het buitenland wordt gezien en gewaardeerd.

  • Meer ruimte voor een bijdrage van cultuur aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld.

  • Cultuur wordt effectief ingezet binnen de moderne diplomatie.

Aantrekkelijk vestigingsklimaat internationale organisaties

Financieren

  • Ondersteunen van de in Nederland gevestigde internationale organisaties zodat zij onafhankelijk, efficiënt en effectief kunnen opereren.

Regisseren

  • Waarborgen van gecoördineerde beleidsinzet en communicatie richting internationale organisaties in Nederland.

  • Werving van internationale organisaties met economisch en/of politiek belang voor Nederland.

  • Toezicht houden op de uitvoering van zetelverdragen en afspraken met internationale organisaties.

C: Beleidswijzigingen

  • Zoals opgenomen in het beleidskader internationaal cultuurbeleid 2017–2020 wordt voor de versterking van de Nederlandse cultuursector gekozen voor 8 focuslanden (voorheen 15) waarbij de meest betrokken partijen (diplomatieke posten, fondsen, DutchCulture, anderen) samen optrekken op basis van een meerjarige strategie.

  • Nieuwe doelstelling om met cultuur een bijdrage te leveren aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld gericht op 7 landen in de ring rondom Europa en bundeling van middelen om hier op geintegreerde wijze invulling te geven.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Bedragen in EUR 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

55.086

62.455

38.767

39.222

39.222

39.222

39.222

                 

Uitgaven:

             
                   

Programma-uitgaven totaal

58.162

50.450

48.541

48.763

48.176

48.176

48.176

waarvan juridisch verplicht

   

46%

       

                 

4.1

Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

14.973

13.545

13.145

13.145

13.145

13.145

13.145

                 

Subsidies

             

 

Gedetineerdenbegeleiding

2.041

1.800

1.800

1.800

1.800

   

                 

Opdrachten

             

 

Consulaire bijstand

236

259

259

259

259

   

 

Gedetineerdenbegeleiding

200

200

200

200

200

   

 

Reisdocumenten en verkiezingen

5.434

5.345

5.345

5.345

5.345

   

 

Consulaire opleidingen

198

400

400

400

400

   

 

Consulaire informatiesystemen

6.864

5.500

3.761

3.761

3.761

   

                 

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

6.081

7.154

6.304

6.199

6.199

6.199

6.199

                 

Opdrachten

             

 

Visumverlening

1.200

1.100

1.100

1.100

1.100

   

 

Ambtsberichtenonderzoek

41

130

150

150

150

   

 

Legalisatie en verificatie

81

80

80

80

80

   

 

Consulaire informatiesystemen

3.264

4.961

3.011

2.906

2.906

   

                 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

Asiel en migratie

740

863

863

863

863

   

                 

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

7.434

6.635

8.944

8.944

8.944

8.944

8.944

                 

Subsidies

             

 

Internationaal Cultuurbeleid

6.539

5.439

8.944

8.944

8.944

   

 

Erfgoed

895

1.196

         

                 

4.4

Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

19.051

16.431

16.178

18.088

18.088

18.088

18.088

                 

Subsidies

             

 

Instituut Clingendael

2.051

2.320

800

800

800

   

                 

 

Programma ondersteuning buitenlands beleid

3.557

3.058

3.000

3.000

3.000

   

 

overige subsidies

250

285

         

                 

Opdrachten

             

 

Onderzoeksprogramma's

   

1.620

1.620

1.620

   

 

Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties

3.931

2.500

3.000

3.000

3.000

   

 

waarvan in- en uitgaande Staatsbezoeken

1.825

2.050

2.000

2.000

2.000

   

 

Adviesraad Internationale vraagstukken

431

525

525

525

525

   

 

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

81

91

50

50

50

   

                 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

landenprogramma's algemene voorlichting en kleine programma's

6.568

7.132

8.028

9.000

9.000

   

 

Europese bewustwording

313

520

520

500

500

   

                 

                 

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

10.623

6.685

3.970

2.387

1.800

1.800

1.800

                 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

             

 

Speciaal Tribunaal Libanon

1.847

1.900

1.900

317

     

 

Internationaal Strafhof

7.906

1.720

1.400

1.400

1.400

1.400

1.400

 

Nederland Gastland

870

1.065

670

670

400

   

                 

Ontvangsten

50.681

42.090

42.090

42.090

42.090

42.090

42.090

                   

4.10

Consulaire dienstverlening aan Nederlanders

21.229

19.300

19.300

19.300

19.300

19.300

19.300

                 

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

28.678

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

22.000

                 

4.40

Doorberekening Defensie diversen

774

790

790

790

790

790

790

D2: Budgetflexibiliteit

De uitgaven ten behoeve van het onderdeel op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland zijn voor wat betreft de subsidies volledig juridisch verplicht. Voor de consulaire informatiesystemen zijn de verplichtingen nog niet juridisch vastgelegd maar worden gedurende het jaar ingevuld. Daarnaast worden uitgaven gedaan om de inkoop van de te verstrekken reisdocumenten te financieren. De geplande uitgaven ten behoeve van het samen met (keten-)partners reguleren van het personenverkeer zijn nog niet juridisch verplicht en worden aan de hand van de afgifte van visa bepaald. Hiervoor worden aan het begin van het begrotingsjaar verplichtingen aangegaan. Binnen het artikelonderdeel grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur zijn de uitgaven voor de landenprogramma’s nog niet juridisch verplicht. Deze verplichtingen worden in het begrotingsjaar zelf aangegaan. Voor het onderdeel het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen zijn ramingen opgenomen die nog niet juridisch vastliggen. Het gaat dan om activiteiten op het gebied van voorlichting, landenprogramma’s, bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven voor het Corps Diplomatique en internationale organisaties. Het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is voor 37% en de subsidie voor Clingendael is geheel juridisch vastgelegd. Ten slotte is voor het onderdeel gastlandbeid ruim 90% van het geraamde budget juridisch verplicht. Dit betreft specifiek de uitgaven voor het Internationaal Strafhof en het Speciaal Tribunaal Libanon.

E: Artikelonderdelen

4.1: Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienstverlening bieden aan Nederlanders in het buitenland
  • Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen;

  • (Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden;

  • Verstrekken van reisadviezen;

  • Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties;

  • Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen;

  • Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies;

  • Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen;

  • Organiseren van opleidingen gericht op optimalisatie van consulaire werkprocessen.

4.2: Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren
  • Verstrekken van visa kort verblijf;

  • Inname van aanvragen voor MVV’s;

  • Afnemen van inburgeringsexamens;

  • Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken;

  • Op verzoek van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door V&J mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd;

  • Diplomatie voor het bemiddelen bij terugkeer van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf;

  • Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties;

  • In het kader van versterkte Europese samenwerking maken van afspraken over wederzijdse visumvertegenwoordiging.

4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur
  • Subsidieverlening via de posten en aan DutchCulture voor internationale culturele activiteiten.

  • Ondersteuning van initiatieven in zeven landen in de ring rondom Europa die de lokale cultuursector versterken, cultuurparticipatie vergroten, de leefomgeving in steden verbeteren en behoud van lokaal cultureel erfgoed verduurzamen.

4.4 Het inzetten van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen
  • Via strategische beleidscommunicatie richt Buitenlandse Zaken zich op die doelgroepen die van belang zijn bij het ontwikkelen, bereiken en uitdragen van beleidsdoelstellingen op het terrein van buitenlandbeleid. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media. Daarnaast worden online kanalen ingezet, zoals Facebook.

  • Bijdrage aan publieksdiplomatie, waarmee Nederlandse ambassades activiteiten op het gebied strategische beleidscommunicatie, beeldvorming over Nederland en internationaal cultuurbeleid kunnen ondersteunen of opstarten;

  • Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael;

  • Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid;

  • Voor uitgaven ten behoeve van uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis, inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en Internationale Organisaties is EUR 2 miljoen geraamd.

4.5 Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland
  • Ondersteuning bij het profileren van Den Haag als wereldwijd centrum van kennis op het gebied van vrede en recht;

  • Logistieke ondersteuning van de in Nederland gevestigde internationaal juridische instellingen, in samenspraak met andere ministeries zorgdragen voor onder andere gevangenisruimte, beveiliging en medewerking bij het in- en uitreizen van verdachten en getuigen;

  • Bijdrage aan het Speciaal Tribunaal Libanon en het Internationaal Strafhof.

  • Ondersteuning van de diplomatieke missies, internationale organisaties en hoven en tribunalen in Nederland. Dit omvat o.m. het faciliteren van ambassades, hoven en tribunalen en internationale organisaties en hun medewerkers, maar ook het toepassen, interpreteren, handhaven en implementeren van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten en de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.

Ontvangsten

De ontvangsten onder dit artikel bestaan hoofdzakelijk uit leges voor de afgifte van reisdocumenten, visa en de legalisatie van documenten.

Niet-Beleidsartikel 5: Geheim

Niet-beleidsartikel 5 Geheim

Bedragen in EUR 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

             

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

Op dit artikel worden geheime uitgaven verantwoord.

Niet-Beleidsartikel 6: Nominaal en Onvoorzien

Niet-beleidsartikel 6 Nominaal en onvoorzien

Bedragen in EUR 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

2

– 9.549

34.158

85.368

84.084

121.365

126.223

                 

Uitgaven:

             
                 

Uitgaven totaal

 

2

– 9.549

34.158

85.368

84.084

121.365

126.223

                 

6.1

Nominaal en onvoorzien

2

– 9.549

34.158

85.368

84.084

121.365

126.223

Op dit artikel worden de uitgaven verantwoord die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.

Niet-Beleidsartikel 7: Apparaat

A: Personele en materiële uitgaven

Dit artikel betreft de apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en attachés van andere ministeries. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

Het ambtelijk personeel betreft de algemene ambtelijke leiding van het departement, de beleidsdirecties, de ondersteunende diensten, het uitgezonden personeel op de ambassades en het lokaal aangenomen personeel op de ambassades. Ook worden in dit artikel de buitenlandvergoedingen aan uitgezonden personeel, overige vergoedingen, diverse overige personele uitgaven en de uitgaven voor het post-actieve personeel verantwoord. De materiële uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de exploitatie van en investeringen in het departement in Den Haag en de vertegenwoordigingen in het buitenland. Hieronder vallen onder andere de verplichtingen en uitgaven voor huur van kanselarijen, residenties, personeelswoningen en het gebouw in Den Haag, beveiligingsmaatregelen, automatisering en communicatiemiddelen, klein onderhoud en bouwkundige projecten. Als onderdeel van verantwoord begroten wordt van de materiële uitgaven aangegeven welk deel hiervan betrekking heeft op ICT uitgaven en hoeveel van de uitgaven via een Rijksbrede shared service organisatie (SSO) worden verricht.

Budgettaire gevolgen:

Niet-beleidsartikel 7 Apparaat

Bedragen in EUR 1.000

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

721.813

726.095

692.790

669.828

659.855

658.648

658.648

             

Uitgaven

723.644

730.481

679.241

658.000

644.872

643.170

643.488

                 

7.1.1

Personeel

446.145

469.320

451.232

449.640

442.398

442.579

445.470

 

waarvan eigen personeel

437.645

460.820

443.232

442.140

434.898

435.579

438.470

 

waarvan Inhuur extern

8.500

8.500

8.000

7.500

7.500

7.000

7.000

 

waarvan overige personele uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

                 

7.1.2

Materieel

237.259

261.161

228.009

208.360

202.474

200.591

198.018

 

waarvan ICT

41.458

39.000

35.000

35.000

35.000

35.000

35.000

 

waarvan bijdragen aan SSO's

53.417

66.400

55.000

55.000

55.000

55.000

55.000

 

waarvan overige materieel

142.384

155.761

138.009

118.360

112.474

110.591

108.018

               

7.2

Koersverschillen

40.240

pm

pm

pm

pm

pm

pm

                 

Ontvangsten

37.228

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

                 

7.10

Diverse ontvangsten

37.228

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

                 

7.11

Koersverschillen

0

pm

pm

pm

pm

pm

pm

B: Totaaloverzicht apparaatsuitgaven en -kosten Buitenlandse Zaken

Totaaloverzicht apparaatsuitgaven Ministerie van Buitenlandse Zaken (bedragen x EUR 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

departement (uitgaven)

723.644

730.481

679.241

658.000

644.872

643.170

643.488

Buitenlandse Zaken heeft geen baten-lastendienst of ZBO.

C: Verdeling apparaatsuitgaven naar beleid

De Minister van Financiën heeft de Kamer, in het kader van «verantwoord begroten», toegezegd de apparaatsuitgaven indicatief te verdelen over de beleidsartikelen. Omdat de apparaatsuitgaven niet specifiek toe te rekenen zijn naar beleidsartikelen kiest Buitenlandse Zaken ervoor een splitsing aan te geven naar uitgaven op het kerndepartement en op de posten. Van de totale apparaatskosten van EUR 679 miljoen in 2017 kan ca. EUR 221 miljoen toe worden gerekend aan het kerndepartement. Bij de verdeling van de kosten hieronder is het aantal fte’s per directoraat generaal als uitgangspunt genomen. Het restant (EUR 458 miljoen) zijn uitgaven die toegerekend kunnen worden aan het postennetwerk. Verder is op basis van een inventarisatie van de thematische invulling van de personele inzet in het postennetwerk een schatting gegeven van de kosten op een aantal terreinen. Deze terreinen zijn: economische diplomatie, cultuur, politiek, ontwikkelingssamenwerking, management, consulair en beheer. In onderstaande overzichten is de verdeling schematisch opgenomen.

D: Taakstelling Buitenlandse Zaken (generiek en postennet)

In het regeerakkoord is afgesproken op de rijksoverheid een oplopende taakstelling op het apparaat vanaf 2016 op te nemen. Voor Buitenlandse Zaken is dit EUR 60 miljoen en daarnaast structureel EUR 40 miljoen voor het HGIS-postennet. Naar aanleiding van de motie Sjoerdsma is de taakstelling op het HGIS-postennet gehalveerd. Langs de lijnen van de Kamerbrief «Voor Nederland, Wereldwijd» is invulling gegeven aan de bezuinigingen en investeringen. Bij de behandeling van de begroting 2015 is de motie Van Ojik aangenomen. Hierin wordt de regering verzocht extra financiële middelen in te zetten voor de versterking van diplomatieke capaciteit ter bevordering van de internationale rechtsorde en vrede en veiligheid, en de economische positie van Nederland. In de Kamerbrief over de Nederlandse diplomatie is uiteengezet hoe Buitenlandse Zaken de komende jaren de slagkracht gaat versterken. De versterking vindt daar plaats waar het nodig is om de Nederlandse belangen te dienen. Dit gebeurt door inzet op de thema’s veiligheid en stabiliteit, migratie, Europese samenwerking en versterking van de economische positie van Nederland. Op deze terreinen wordt het diplomatieke netwerk, dat bestaat uit personele capaciteit op posten, bij internationale organisaties en in Den Haag, versterkt. Nederland is daarmee beter in staat om zijn rol te spelen, verantwoordelijkheid te nemen en de eigen belangen te behartigen.

Het totaal van de taakstelling is hieronder weergegeven.

(x EUR mln)
 

2015

2016

2017

2018

structureel

Taakstelling Rutte II BZ

0

22,3

49,7

60,8

60,8

Taakstelling Rutte II HGIS Postennet

40

40

40

40

40

Motie Sjoerdsma HGIS postennet

– 20

– 20

– 20

– 20

– 20

Motie Van Ojik intensivering

– 8

– 8

– 16

– 20

– 20

Totaal

12

34,3

53,7

60,8

60,8

In de begroting 2017 zijn bovengenoemde bedragen verwerkt op het budget voor apparaatsuitgaven.

E: Middelenafspraak huisvesting («huisvestingsfonds»)

Onderdeel van de invulling van de taakstelling is een structurele bezuiniging van EUR 20 miljoen op de huisvestingsuitgaven in het buitenland. Ten einde de gewenste efficiëntieslag te kunnen maken is in 2013 een huisvestingsfonds ingesteld voor de periode 2013 t/m 2021, waarin ontvangsten als gevolg van de verkoop van onroerend goed in het buitenland worden opgenomen. Ontvangsten uit de verkoop van onroerend goed in het buitenland kunnen in latere jaren worden ingezet voor investeringen die samenhangen met de voorgenomen besparingen op de huisvesting in het buitenland. Daarbij zijn de sleutelwoorden functioneel en doelmatig. Per 1 januari 2016 is EUR 31.3 miljoen beschikbaar t.b.v. voornoemde investeringen. In de eerste suppletoire begroting 2017 worden de geraamde investeringen voor 2017 toegevoegd.

BIJLAGEN

Bijlage 1: Verdiepingshoofdstuk

In het verdiepingshoofdstuk wordt informatie gegeven over de budgettaire aansluiting tussen de begroting 2016 en de begroting 2017. De mutaties t/m de eerste suppletoire begroting 2016 zijn eerder al bij de eerste suppletoire begroting 2016 toegelicht.

Artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Opbouw uitgaven (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

113.591

110.221

109.721

109.721

109.721

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

460

260

260

260

260

 

nieuwe mutaties 2016

 

– 73

– 232

– 1.076

– 1.076

– 976

 

Stand ontwerpbegroting 2017

117.348

113.978

110.249

108.905

108.905

109.005

109.005

Toelichting uitgaven artikel 1

Ter invulling van de taakstelling als gevolg van de ruilvoetverslechtering wordt op het beleidsartikel versterkte internationale rechtsorde en eerbiedinging van mensenrechten de raming voor de afdracht aan de VN vanaf 2017 verlaagd met EUR 1 miljoen. Als onderdeel hiervan dient op de begroting van Buitenlandse Zaken een bedrag van EUR 5,7 miljoen structureel bezuinigd te worden.

Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit

Opbouw uitgaven (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

248.740

251.200

245.810

243.825

241.025

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

3.200

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

51.037

5.696

6.208

7.551

9.360

 

nieuwe mutaties 2016

 

– 1.150

– 6.298

– 5.298

– 5.298

– 5.298

 

Stand ontwerpbegroting 2017

245.493

301.827

250.598

246.720

246.078

245.078

245.087

Toelichting uitgaven artikel 2

Zoals toegelicht in de beleidsagenda wordt het budget voor het Veiligheidsfonds (artikel 1.2) in 2017 verhoogd met EUR 1,5 miljoen. Tevens wordt binnen het budget voor veiligheid, stabiliteit en rechtsorde (art. 2.4) EUR 3,5 miljoen geheralloceerd naar het Stabiliteitsfonds. Hier staat tegenover dat als gevolg van een verslechterde ruilvoet is besloten tot een verlaging van de uitgaven bij de departementen. Als onderdeel hiervan dient op de begroting van Buitenlandse Zaken een bedrag van EUR 5,7 miljoen structureel bezuinigd te worden. Ter invulling hiervan wordt het beleidsartikel verlaagd door de raming voor de afdracht aan de VN-crisisbeheersingsoperaties vanaf 2017 met EUR 2,1 miljoen bij te stellen.

Artikel 2 Veiligheid en stabiliteit

Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

1.197

1.212

1.227

1.242

1.242

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

0

0

0

0

0

 

nieuwe mutaties 2016

 

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2017

6.733

1.197

1.212

1.227

1.242

1.242

1.242

Artikel 3 Europese samenwerking

Opbouw uitgaven (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

7.891.356

7.824.301

8.155.035

8.365.495

8.506.920

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

– 519.724

8.540

0

0

0

 

nieuwe mutaties 2016

 

1.151.332

– 76.092

566.525

250.478

262.864

 

Stand ontwerpbegroting 2017

9.086.883

8.522.964

7.756.749

8.721.560

8.615.973

8.769.784

9.020.643

Toelichting uitgaven artikel 3

De voorjaarsraming (Spring Forecast) 2016 van de Europese Commissie is verwerkt in de Nederlandse afdrachten. Bij de voorjaarsraming worden geen nieuwe EU-uitgaven geautoriseerd, maar worden de grondslagen voor BNI-ramingen, de BTW-ramingen en de invoerrechten geactualiseerd. Uit de Voorjaarsraming volgt een opwaartse bijstelling van de Nederlandse afdracht voor 2016 en verder. Daarnaast is de korting over de Nederlandse afdrachten over 2016 omgeboekt van de uitgavenzijde naar de niet-belastingontvangstenzijde. Omdat de ratificatie van het Eigen Middelenbesluit in alle lidstaten waarschijnlijk in het najaar van 2016 wordt afgerond, kan de korting over 2016 niet meer worden verrekend met de maandelijkse afdrachten. De korting wordt als eenmalige ontvangst aan Nederland gerestitueerd (kasontvangst), conform de ontvangst van de korting over de jaren 2014–2015, en daarom overgeboekt naar de niet-belastingontvangstenzijde. Als laatste wordt de raming van de Nederlandse afdrachten in 2017 verlaagd met ca. EUR 0,3 miljard vanwege de vertragingen die zich voordoen bij de uitvoer van de structuur- en Cohesiefondsen. Deze vertragingen blijken uit het voorstel van de Europese Commissie voor de begroting voor 2017. Er wordt verwacht dat de vertraging bij de structuur- en Cohesiefondsen in 2018 zal worden ingelopen, waardoor de betalingen voor 2017 doorschuiven naar 2018. Voor 2018 wordt derhalve de raming van de Nederlandse afdrachten verhoogd met hetzelfde bedrag (EUR 0,3 miljard).

Artikel 3 Europese samenwerking

Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

2.403.041

598.804

610.977

623.394

636.059

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

– 13.987

0

0

0

0

 

nieuwe mutaties 2016

 

1.025.273

42.199

42.843

43.500

44.170

 

Stand ontwerpbegroting 2017

717.880

3.414.327

641.003

653.820

666.894

680.229

700.631

Toelichting ontvangsten artikel 3

De verhoging van de ontvangsten op het artikel Europese samenwerking houdt verband met de toename van de afdrachten op invoerrechten zoals toegelicht bij de uitgaven. Dit is de vergoeding die de lidstaten van de EU ontvangen voor het innen van de invoerrechten.

Artikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Opbouw uitgaven (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

52.703

46.759

46.764

46.764

46.764

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

– 3.200

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

947

2.082

2.299

1.712

1.712

 

nieuwe mutaties 2016

 

0

– 300

– 300

– 300

– 300

 

Stand ontwerpbegroting 2017

58.162

50.450

48.541

48.763

48.176

48.176

48.176

Artikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2015

 

42.090

42.090

42.090

42.090

42.090

 

mutatie nota van wijziging 2015

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2015

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2015

 

0

0

0

0

0

 

nieuwe mutaties 2015

 

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2016

50.681

42.090

42.090

42.090

42.090

42.090

42.090

Artikel 5 Geheim

Opbouw uitgaven (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

0

0

0

0

0

 

mutatie nota van wijziging 2016

             

mutatie amendement 2016

             

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

             

nieuwe mutaties 2016

             

Stand ontwerpbegroting 2017

0

0

0

0

0

0

0

Artikel 6 Nominaal en onvoorzien

Opbouw uitgaven (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

33.970

62.453

92.622

99.375

130.342

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

– 33.815

– 21.331

– 5.587

– 16.371

– 13.155

 

nieuwe mutaties 2016

 

– 9.704

– 6.964

– 1.667

1.080

4.178

 

Stand ontwerpbegroting 2017

2

– 9.549

34.158

85.368

84.084

121.365

126.223

Toelichting artikel 6

De mutaties zijn het gevolg van de bijstelling van de raming van het Bruto Binnenlands Product (BBP) zoals opgenomen in de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Hierdoor daalt het beschikbare budget voor 2016. De verlaging voor 2017 en verder is het gevolg de invulling van de ruilvoettaakstelling. Als gevolg van het ruilvoetverlies is besloten tot een verlaging van de uitgaven bij alle departementen. Als onderdeel hiervan wordt het HGIS budget structureel met EUR 6 miljoen verlaagd.

Artikel 7 Apparaat

Opbouw uitgaven (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

704.257

654.227

629.892

629.951

629.456

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

25.929

24.719

27.990

14.714

13.714

 

nieuwe mutaties 2016

 

295

295

118

207

0

 

Stand ontwerpbegroting 2017

723.644

730.481

679.241

658.000

644.872

643.170

643.488

Artikel 7 Apparaat

Opbouw ontvangsten (EUR 1.000)

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

 

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

 

mutatie nota van wijziging 2016

 

0

0

0

0

0

 

mutatie amendement 2016

 

0

0

0

0

0

 

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

 

0

0

0

0

0

 

nieuwe mutaties 2016

 

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2017

37.228

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

21.450

Bijlage 2: Moties en toezeggingen in het vergaderjaar 2015/2016

Moties

Datum

Omschrijving

Herkomst

Stand van zaken

22-09-2015

Motie Thieme c.s. 34 300, nr. 30: over de effecten van klimaatverandering, handels- en belastingpolitiek en wapenleveranties op de stabiliteit in kwetsbare landen en regio’s

Algemene Politieke Beschouwingen d.d. 17 september 2015

Aan voldaan per brief ESA-60627, verzonden op 13 juni 2016

22-09-2015

Motie van Laar/Hachchi 34 103, nr. 5: over een analyse van de invulling door lidstaten van hun wapenexportbeleid

Regeling van Werkzaamheden d.d. 22 september 2015

Aan voldaan per brief DVB NW-003, verzonden op 13 januari 2016

23-09-2015

Motie Voortman c.s. 32 317, nr. 324: over pleiten voor een significante extra bijdrage vanuit de Europese Unie

Debat over het Europees overleg over het gemeenschappelijk asielbeleid d.d. 23 september 2015

Aan voldaan per brief DIE-529100, verzonden op 25 september 2015

06-10-2015

Motie van 't Wout 33 848, nr. 19: over doorlichting van de Europese agentschappen

VAO Waarborgen bij bevoegdhedenoverdracht d.d. 6 oktober 2015

Aan voldaan per brief DIE-395462, verzonden op 7 juli 2016

19-11-2015

Motie Van Bommel en Sjoerdsma 34 300-V, nr. 17: over gebruik van uit Nederland afkomstig militair materieel in de oorlog in Jemen

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan in AO Wapenexportbeleid d.d. 11 februari 2016

19-11-2015

Motie Ten Broeke en Servaes 34 300-V, nr. 2120– 06-2016: over een effectievere Europese aanpak van mensensmokkel

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d.19 november 2015

In behandeling

19-11-2015

Gewijzigde motie van Ten Broeke c.s. 34 300-V, nr. 22: over richtsnoeren voor een etiketteringsbeleid voor de herkomst van producten

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-707581, verzonden op 17 december 2015

19-11-2015

Motie van Knops en Sjoerdsma 34 300-V, nr. 23: over het opvoeren van de druk op Turkije

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan per brief DEU750336/2016, verzonden op 7 januari 2016

19-11-2015

Motie van Knops 34 300-V, nr. 24: over aan banden leggen van buitenlandse financiering van salafisme in Nederland

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan per brief Concretisering aanpak salafisme door MinSZW, verzonden op 25 februari 2016, TK nr 29 614-39

19-11-2015

Motie Servaes en Ten Broeke 34 300-V, nr. 26: over een nieuw Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

In behandeling

19-11-2015

Motie Servaes en Jan Vos 34 300-V, nr. 27: over bezwaren tegen Nord Stream 2

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-27888, verzonden op 15 januari 2016

19-11-2015

Motie van Sjoerdsma en Van Bommel 34 300-V, nr. 30: over bevriezen van de tegoeden van private financiers van IS

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan per brief DVB-014/2016, verzonden op 9 februari 2016

19-11-2015

Motie van Teeven 29 521, nr. 302: over evalueren van de inzet van zowel militair als civiel en diplomatiek personeel

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan door MinDef in brief Evaluatie Nederlandse bijdrage aan missies en operaties in 2015, op 18 mei 2016, TK stuk 29 521-315

19-11-2015

Motie Ten Broeke/Servaes 34 300-V, nr. 19: over schuiven in de vrijwillige afdrachten aan internationale organisaties

Vaststelling begrotingsstaten BuZa voor het jaar 2016 d.d. 19 november 2015

Aan voldaan in begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, hfst XVII, 2017

25-11-2015

Motie Verhoeven c.s. 22 112, nr. 2022: over hanteren van het mkb als standaard bij nieuwe regelgeving

VAO EU-Voorstel: Better Regulation d.d. 24 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-668695, verzonden op 4 december 2015

25-11-2015

Motie Verhoeven c.s. 22 112, nr. 2023: over opnemen van horizonbepalingen in toekomstige EU-wetgeving

VAO EU-Voorstel: Better Regulation d.d. 24 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-668695, verzonden op 4 december 2015

25-11-2015

Motie Klein 22 112, nr. 2024: over een verplicht lobbyregister voor Europese instellingen

VAO EU-Voorstel: Better Regulation d.d. 24 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-369606, verzonden op 29 juni 2016

25-11-2015

Motie Klein 22 112, nr. 2025: over SMART geformuleerde kwalitatieve doelstellingen in het pakket Betere Regelgeving

VAO EU-Voorstel: Better Regulation d.d. 24 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-356489, verzonden op 4 juli 2016

27-11-2015

Motie Roemer 29 754, nr. 336: over het afsnijden van de geldstromen naar en van IS

Debat over aanslagen in Parijs d.d. 24 november 2015

Aan voldaan per brief DVB-014/2016, verzonden op 9 februari 2016

02-12-2015

Motie Sjoerdsma en Servaes 33 865, nr. 9: over het overnemen van de Noorse positie inzake het Internationaal Strafhof

Goedkeuring en uitvoering wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015

In behandeling

02-12-2015

Motie Sjoerdsma 33 865, nr. 10: over een brede ophoging van de Victims and Witness Unit

Goedkeuring en uitvoering wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015

In behandeling

02-12-2015

Motie Sjoerdsma 33 865, nr. 11: over automatisch ophogen van het budget voor het Bureau van de Aanklager

Goedkeuring en uitvoering wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015

In behandeling

02-12-2015

Motie Sjoerdsma 33 865, nr. 12: over een gemeenschappelijke EU-reactie bij schending van afspraken met het Strafhof door verdragsstaten

Goedkeuring en uitvoering wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015

In behandeling

02-12-2015

Motie Servaes en Sjoerdsma 33 865, nr. 13: over het behouden van draagvlak voor het Internationaal Strafhof

Goedkeuring en uitvoering wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het IS d.d. 19 november 2015

Aan voldaan per brief DMM-712174, verzonden op 27 januari 2016

02-12-2015

Motie Ten Broeke/Servaes 34 300-V, nr. 20: over zachte leningen en handelspreferenties voor eerste opvanglanden

Vaststelling van de begrotingsstaat van BuHa-OS (XVII) voor het jaar 2016 d.d. 26 november 2015

Aan voldaan per brief DMM-163703, verzonden op 31 maart 2016

16-12-2015

Motie Maij en Grashoff 34 166, nr. 25: over de verplichting voor multinationale ondernemingen om per land te rapporteren

Notaoverleg over de Staat van de Europese Unie d.d. 7 december 2015

In behandeling

16-12-2015

Motie Maij en Verhoeven34 166, nr. 26: over het verbeteren van persvrijheid in Turkije

Notaoverleg over de Staat van de Europese Unie d.d. 7 december 2015

Aan voldaan per brief DEU-85713/2016, verzonden op 6 januari 2016

16-12-2015

Motie Van Bommel en Gesthuizen 34 166, nr. 27: over ratificeren door Turkije van het VN-Vluchtelingenverdrag

Notaoverleg over de Staat van de Europese Unie d.d. 7 december 2015

Aan voldaan door StasV&J door antwoorden Kamervragen over detentie en deportatie van

vluchtelingen in Turkije, verzonden op 18 januari 2016, 2016D01636

16-12-2015

Motie Omtzigt 34 166, nr. 31: over een verslag van de resultaten van het Nederlandse voorzitterschap in het derde kwartaal 2016

Notaoverleg over de Staat van de Europese Unie d.d. 7 december 2015

Aan voldaan per brief DIE-395462, verzonden op 7 juli 2016

16-12-2015

Motie Verhoeven en Grashoff 34 166, nr. 33: over de positie die Nederland inneemt over Passenger Name Records

Notaoverleg over de Staat van de Europese Unie d.d. 7 december 2015

Aan voldaan per brief verzonden door MinV&J op 26 januari 2016

16-12-2015

Motie Voordewind 21 501-20, nr. 1060: over de financiële steun gedeeltelijk toekennen aan ngo's

Stemmingen d.d. 15 december 2015 ingediend bij het debat over de EU-Turkije top op 29 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-12800/2016, verzonden op 11 januari 2016

16-12-2015

Motie Voordewind c.s. 21 501-20, nr. 1068: over geen onomkeerbare stappen bij de overdracht van bevoegdheden

Debat over de Europese Top van 17 en 18 december 2015 d.d. 15 december 2015

Aan voldaan door MinV&J met Verslag Schriftelijk Overleg Europees Grensbeheer en Migratiebeheer, TK stuk 34 370 nr. 3

16-12-2015

Motie Omtzigt en Keijzer 21 501-20, nr. 1070: over informatie vooraf over de plannen voor verdeling van vluchtelingen

Debat over de Europese Top van 17 en 18 december 2015 d.d. 15 december 2015

Aan voldaan door MinV&J met Kamerbrief Kabinetsappreciatie maatregelen Commissie d.d. 15 december 2015

11-02-2016

Motie Ten Broeke 27 925, nr. 572: over schrappen van activiteiten in het kader van deradicalisering

Debat over de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS, d.d. 10 februari 2016

Aan voldaan door V&J en SZW in brief over voortgang Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme, verzonden op 16 maart 2016

11-02-2016

Motie Van Bommel c.s. 27 925, nr. 582: over de humanitaire toegang in Syrië

Debat over de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS, d.d. 10 februari 2016

Aan voldaan per brief DVB-081, verzonden op 29 april 2016

11-02-2016

Motie Knops c.s. 27 925, nr. 574: over hulp via christelijke hulporganisaties aan christenen in Irak en Syrië

Debat over de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS, d.d. 10 februari 2016

In behandeling

11-02-2016

Motie Sjoerdsma c.s. 27 925, nr. 576: over inzet regering in internationale coalitie voor grotere transparantie en betere verantwoording

Debat over de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS, d.d. 10 februari 2016

Aan voldaan per brief DVB-081, verzonden op 29 april 2016

11-02-2016

Motie Voordewind c.s. 27 925, nr. 577: over betrekken van de Syrian Democratic Council bij de informele dialogen in Genève

Debat over de Nederlandse bijdrage aan de strijd tegen ISIS, d.d. 10 februari 2016

Aan voldaan per brief DVB-081, verzonden op 29 april 2016

23-02-2016

Motie Bisschop en Van Haersma Buma 21 501-20, nr. 1088: over adequate mogelijkheden voor begeleide terugkeer van vreemdelingen en het voorkomen van verdwijnen in de illegaliteit

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

In behandeling

23-02-2016

Motie Voordewind c.s. 21 501-20, nr. 1082: over het waarborgmachanisme van toepassing laten zijn op alle EU-lidstaten

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-90965, verzonden op 26 februari 2016

23-02-2016

Motie Maij 21 501-20, nr. 1090: over de strijd tegen arbeidsuitbuiting inbrengen in de onderhandelingen met de Britten

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-90965, verzonden op 26 februari 2016

23-02-2016

Motie Verhoeven 21 501-20, nr. 1098: over partnerschappen met Jordanië, Irak en Libanon

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

In behandeling

23-02-2016

Motie Samsom en Zijlstra 21 501-20, nr. 1104: over ondersteuning bij de opvang van vluchtelingen in Griekenland en de uitvoering van de terugnameafspraken

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-163988 verzonden op 21 maart 2016

23-02-2016

Motie Klaver en Roemer 21 501-20, nr. 1105: over voldoen door Turkije aan de materiële criteria van het Vluchtelingenverdrag

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-18894, verzonden op 17 mei 2016

23-02-2016

Motie Klaver 21 501-20, nr. 1106: over een noodplan voor de crisissituatie in Idomeni

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-163988 verzonden op 21 maart 2016

23-02-2016

Motie Voordewind c.s. 21 501-20, nr. 1118: over toezicht van de UNHCR op de naleving van het Vluchtelingenverdrag

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-CPK-230028, verzonden op 26 april 2016

23-02-2016

Motie Verhoeven en Klaver 21 501-20-1097, nr. 1097: over geen versoepeling van de Kopenhagencriteria en vereisten voor visumliberalisatie

Debat Europese Top van 18 en 19 februari 2016 d.d. 17 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-163988 verzonden op 21 maart 2016

08-03-2016

Motie Omtzigt 33 997, nr. 73: over een speciaal MH17 archief

Regeling van Werkzaamheden d.d. 8 maart 2016

Aan voldaan per brief MinV&J 767674, verzonden op 3 juni 2016

15-03-2016

Motie Servaes 22 054, nr. 273: over strikte toepassing van het wapenexportbeleid

VAO Wapenexportbeleid d.d. 8 maart 2016

Aan voldaan per brief DVB-369435, verzonden op 7 juli 2016

17-05-2016

Motie Sjoerdsma en Van Bommel 34 419, nr. 9: over inzage in de bilaterale verdragen tussen de VS en Nederland

Burgerinitiatief «Teken tegen kernwapens» d.d. 28 april 2016

Aan voldaan per brief DVB-360/2016, verzonden op 4 juli 2016

17-05-2016

Motie Sjoerdsma en Servaes 34 419, nr. 10: over een impuls aan wereldwijde nucleaire ontwapening

Burgerinitiatief «Teken tegen kernwapens» d.d. 28 april 2016

Aan voldaan per brief DVB-360/2016, verzonden op 4 juli 2016

17-05-2016

Motie Servaes c.s. 34 419, nr. 11: over doeltreffende maatregelen om te komen tot een kernwapenvrije wereld

Burgerinitiatief «Teken tegen kernwapens» d.d 28 april 2016

Aan voldaan per brief DVB-351/2016, verzonden op 23 mei 2016

17-05-2016

Motie Voordewind 34 419, nr. 12: over het gefaseerd afstoten van de Nederlandse kernwapentaak

Burgerinitiatief «Teken tegen kernwapens» d.d. 28 april 2016

Aan voldaan per brief DVB-360/2016, verzonden op 4 juli 2016

24-05-2016

Motie Voordewind 34 300-V, nr. 63: over niet akkoord gaan met de visumlibelarisatie

Debat over de arrestatie van een Nederlandse columniste in Turkije d.d. 18 mei 2016

Aan voldaan per brief DIE-163991, verzonden op 21 maart 2016

09-06-2016

Motie Ten Broeke en Van Bommel 23 432, nr. 424: over de herkomstaanduiding van producten afkomstig uit de door Marokko bezette Westelijke Sahara

VAO Midden-Oosten vredespolitiek (AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016

In behandeling

09-06-2016

Motie Sjoerdsma c.s. 23 432, nr. 425: over steun aan mensenrechtenorganisaties in Israël

VAO Midden-Oosten vredespolitiek (AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016

In behandeling

09-06-2016

Motie Voordewind c.s. 23 432, nr. 432: over een einde maken aan het overmaken van geld aan veroordeelde Palestijnen

VAO Midden-Oosten vredespolitiek (AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016

In behandeling

09-06-2016

Motie Servaes c.s. 32 432, nr. 434: over constructieve deelname aan vredesbesprekingen

VAO Midden-Oosten vredespolitiek (AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016

In behandeling

09-06-2016

Motie (gewijzigd) Van der Staaij c.s. 23 432, nr. 430: over beëindigen van de directe en indirecte financiering van organisaties die een boycot van Israël nastreven

VAO Midden-Oosten vredespolitiek (AO d.d. 26/05) d.d. 9 juni 2016

Aan voldaan per brief DAM-2016Z12037, verzonden op 7 juli 2016

06-07-2016

Motie Bosman 29 653, nr. 26 over verbetering van asielwetgeving op Curacao

Debat uitslag verkiezingen Venezuela 30 juni 2016

Overgenomen door MinBZK

06-07-2016

Motie Azmani-Sjoerdsma 22 831, nr. 109 over belastingheffing en de misstanden daaromheen een halt toeroepen

Debat over de invloed van Eritrea in Nederland 30 juni 2016

In behandeling

06-07-2016

Motie Sjoerdsma/Azmani 22 831, nr. 112 over 200 miljoen van de EU inzetten voor opvang van Eritrese vluchtelingen in de regio

Debat over de invloed van Eritrea in Nederland 30 juni 2016

In behandeling

06-07-2016

Motie Sjoerdsma/Azmani 22 831, nr. 113 over al-Shabaab op de nationale en Europese terreurlijst laten plaatsen

Debat over de invloed van Eritrea in Nederland 30 juni 2016

Aan voldaan tijdens AO ISIS d.d. 7 juli 2016

06-07-2016

Motie Voortman 22 831, nr. 114 over het VN-rapport over mensenrechten in Eritrea in de Veiligheidsraad aanhangig maken

Debat over de invloed van Eritrea in Nederland 30 juni 2016

In behandeling

06-07-2016

Motie Knops/Azmani 22 831, nr. 117 over maatregelen tegen de Eritrese diasporataks

Debat over de invloed van Eritrea in Nederland 30 juni 2016

In behandeling

06-07-2016

Motie Karabulut 22 831, nr. 19

over onderzoek naar aard en omvang van de diasporabelasting

Debat over de invloed van Eritrea in Nederland 30 juni 2016

In behandeling

06-07-2016

Motie Voordewind/Van Laar 22 831, nr. 120 over bevriezing van de bijdrage aan Eritrea ten gunste van ngo's

Debat over de invloed van Eritrea in Nederland 30 juni 2016

In behandeling

07-07-2016

Motie Voordewind c.s. 21 501-20, nr. 1130 over hervormingen op het terrein van soevereiniteit

Debat over de uitkomsten van de Europese Top van 28 en 29 juni 2016

In behandeling

07-07-2016

Motie Omtzigt c.s. 21 501-20, nr. 1135 over EU-hervormingsagenda op papier zetten

Debat over de uitkomsten van de Europese Top van 28 en 29 juni 2016

In behandeling

Toezeggingen

Datum

Omschrijving

Herkomst

Stand van zaken

09-09-2015

Minister zal alle instrumenten voor economische samenwerking Nederland-Suriname in kaart brengen en de Kamer hierover informeren in de brief over de evaluatie van de Twinning faciliteit

AO Suriname d.d. 9 september 2015

In behandeling

09-09-2015

Minister zal nog kijken naar de beperking voor Surinaamse studenten om meer dan 10 uur per week te mogen werken

AO Suriname d.d. 9 september 2015

Aan voldaan per brief DWH-69365, verzonden op 17 februari 2016

09-09-2015

Minister bekijkt de door het lid Ten Broeke aangedragen kwestie van erkenning van diploma's voor artsen

AO Suriname d.d. 9 september 2015

Aan voldaan

10-09-2015

Minister voor BuHa-OS zal de Kamer in de volgende voortgangsrapportage informeren over gebruik inlichtingencapaciteit voor aanpak mensensmokkel

AO Mali MINUSMA d.d. 10 september 2015

Aan voldaan per brief DVB-234/2015, verzonden op 18 december 2015

10-09-2015

Minister voor BuHa-OS zal de Kamer in de volgende voortgangsrapportage informeren over update van actuele situatie economische opbouw Mali en de hulpmiddelen. En informatie over ter beschikking gestelde humanitaire hulp aan Mali

AO Mali MINUSMA d.d. 10 september 2015

In behandeling

10-09-2015

Resultaatrapportage over speerpunten 2014 wordt binnenkort aan de Kamer gestuurd, met ook informatie over resultaten rechtstaatprogramma Mali

AO Mali MINUSMA d.d. 10 september 2015

Aan voldaan per brief BIS-573896/15, verzonden op 5 november 2015

07-10-2015

De Kamer nader informeren over de wijze waarop het Kabinet de kwestie van (verkeers)overtredingen door personen met diplomaiteke immuniteit wil benaderen.

Brief DKP-2015/723 d.d. 8 september aan de TK

Aan voldaan per brief DKP-1071, verzonden op 15 januari 2016

09-10-2015

Minister zegt toe de Kamer een technische briefing over het Five Presidents» Report aan te bieden, samen met het Ministerie van Financiën

AO RAZ d.d. 8 oktober 2015

Aan voldaan, technische briefing vond plaats op 12 november 2015

14-10-2015

Minister zegt toe bij Raadsvz. Lux. navraag te doen over verdere procedurele behandeling van het initiatief van NL e.a. mbt de trilogen en transparantie in dat kader, en komt hier in het verslag van de RAZ op terug

AO RAZ d.d. 8 oktober 2015

Aan voldaan per brief DIE-576873 verslag RAZ, verzonden op 22 oktober 2015

14-10-2015

Indien de referendumaanvraag over het EU-Oekraïneverdrag ontvankelijk wordt verklaard, zal de Minister tijdig een reactie aan de Kamer toezenden.

AO RAZ d.d. 8 oktober 2015

Aan voldaan per brief DIE-207810/16, verzonden op 12 april 2016

09-11-2015

Minister zegt toe voor 11 november bij de Kamer in een brief terug te komen op de vraag hoe in toekomstige EU wetgeving gebruik kan worden gemaakt van horizonbepalingen die de uiterste houdbaarheid van de wetgeving aangeven

AO Betere regelgeving d.d. 4 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-630620/15, verzonden op 12 november 2015

09-11-2015

Minister zegt toe dat hij met de Europese Commissie zal opnemen of deze een volledig register kan maken voor delegatie en uitvoeringshandelingen en de Kamer daarover voor 18 november per brief te rapporteren

AO Betere regelgeving d.d. 4 november 2015

Aan voldaan per brief DIE-714407, verzonden op 18 december 2015

09-11-2015

De Kamer ontvangt een brief over de lopende onderzoeken naar de EULEX missie in Kosovo, als daar aanleiding toe is

AO Evaluatie militaire operaties d.d. 4 november 2015

Aan voldaan per brief DVB-117/2016, verzonden op 4 juli 2016

09-11-2015

De Kamer ontvangt bij het jaarverslag 2015 inzicht in de nationale inzet van militairen en de ontwikkelingen door de jaren heen

AO Evaluatie militaire operaties d.d. 4 november 2015

Overgenomen door MinDef

09-11-2015

Minister informeert de Kamer over ontwikkelingen in het sanctiecomité n.a.v. Iraanse rakettest

AO NPV d.d. 4 november 2015

Aan voldaan per brief DVB-664, verzonden op 13 januari 2016

09-11-2015

Minister BuZa zal Minister BuHa-Os vragen om de Kamer een overzicht te sturen van bestedingen van Nederlandse hulpgelden voor Jemen en de consequenties voor de humanitaire hulp aan Jemen.

AO Jemen d.d. 4 november 2015

Aan voldaan per brief DAM-74625, verzonden op 26 januari 2016

09-11-2015

Minister zal de Kamer informeren over stappen die het kabinet neemt op basis van OESO-richtlijnen en MVO-beleid in de richting van Nederlandse instellingen volgens recent rapport van Amnesty International investeren in bedrijven die clustermunitie produceren

AO Jemen d.d. 4 november 2015

Aan voldaan per brief IMH-657074/2015, verzonden op 2 december 2015.

26-11-2015

Minister zegt toe in verslag aan de Kamer over de NAVO BZ Ministeriele zal passage worden opgenomen over discussie rondom hybride dreigingen

AO NAVO d.d. 25 november 2015

Aan voldaan per brief DVB-194/2015, verzonden op 16 december 2015

02-12-2015

De Kamer informeren over hoe vaak de Saoedische ambassadeur is ontboden

Vragenuurtje d.d. 1 december 2015

Aan voldaan per brief DAM-161735/2016, verzonden op 16 maart 2016

04-12-2015

Indien het kabinet naar aanleidng van Amerikaans verzoek besluit tot onderzoek naar mogelijkheid en wenselijkheid van Ned. bijdrage aan strijd tegen ISIS in Syrië ontvangt de Kamer een notificatiebrief.

AO Ned. bijdrage aan strijd tegen ISIS d.d. 3 december 2015

Aan voldaan per brief DVB-247/15, verzonden op 11 december 2015

04-12-2015

Kamer ontvangt informatie over uitkomst gesprekken met Duitsland over eventuele levering van militair materieel aan Iraakse Peshmerga's.

AO Ned. bijdrage aan strijd tegen ISIS d.d. 3 december 2015

Aan voldaan per brief DVB/CV-027/16, verzonden op 6 februari 2016

14-12-2015

Kamer informeren over 1 Syrische vluchteling die volgens Amnesty Int. al negen maanden op een Turks vliegveld in detentie zit.

AO Uitbreiding d.d. 9 december 2015

Aan voldaan per brief DIE-714308 verzonden op 17 december 2015

14-12-2015

Kamer de voortgangsrapportage van de Roadmap visumliberalisatie Turkije met een kabinetsappreciatie aan de Kamer toesturen, nadat deze is gepresenteerd.

AO Uitbreiding d.d. 9 december 2015

Aan voldaan per brief DIE-706842, verzonden op 21 december 2015

05-02-2016

Toezegging VNVR resolutie 2166 (MH17) opnieuw onder de aandacht brengen van RF en OEK en terugkoppelen aan Kamer

Plenair debat radarbeelden MH17 d.d. 4 februari 2016

Aan voldaan per brief DVB/VD-156, verzonden op 25 juli 2016

12-02-2016

Minister zegt toe uitgebreid overzicht met appreciatie van de voorstellen tav het VK toe te zenden, incl. de status van de voorstellen onafhankelijk van de uitkomst van het referendum, Kamerbrief ruim voor plenaire debat voor de ER, onderdeel vd GA

AO RAZ d.d. 10 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-69176, verzonden op 13 februari 2016

12-02-2016

Minister zegt Kamerbrief toe over de stapsgewijze invulling van de «rule of law-dialoog», voorafgaand aan de Raad Algemene Zaken d.d. 24 mei 2016.

AO RAZ d.d. 10 februari 2016

Aan voldaan per brief DIE-213263, verzonden op 21 april 2016

04-03-2016

Toezegging om reactie op rapport Gatestone Institute over steun vanuit Qatar aan religieuze groeperingen in Mali.

Dertigledendebat Financiering van terrorisme vanuit Qatar d.d. 3 maart 2016

In behandeling

04-03-2016

Toezegging om in voortgangsrapportage ISIS in te gaan op de bestrijding van terrorismefinanciering

Dertigledendebat Financiering van terrorisme vanuit Qatar d.d. 3 maart 2016

Aan voldaan per brief DVB-081/2016, verzonden op 29 april 2016.

08-03-2016

EK – Minister zegt toe te overwegen of bijkomende inzet van de regering voor de versterking van de rechtsstaat in Turkije in het Comite van Ministers van de RvE nodig is.

EK Debat Algemene Europese Beschouwingen d.d. 8 maart 2016

In behandeling

08-03-2016

EK – Minister zegt toe een lijst van maatregelen voor Tunesië vanuit Europa, en eventueel aanvullend vanuit Nederland, de Kamer te doen toekomen

EK Debat Algemene Europese Beschouwingen d.d. 8 maart 2016

Aan voldaan per brief DIE-202160, verzonden op 22 april 2016

08-03-2016

EK – Minister zegt de Kamer toe open te staan voor een top over de toekomst van de Raad van Europa

EK Debat Algemene Europese Beschouwingen d.d. 8 maart 2016

In behandeling

08-03-2016

EK – Minister zegt toe dat de eventuele toegang tot limitedocumenten voor deskundigen betrokken zal worden bij de evaluatie in Raadsverband van de werkwijze van de Raad n.a.v. het arrest Access Info Europe.

EK Debat Algemene Europese Beschouwingen d.d. 8 maart 2016

In behandeling

08-03-2016

EK – Minister zegt toe erop aan te dringen dat de evaluatie van de werkwijze van de Raad n.a.v. het arrest Access Info Europe in de komende maanden in Raadsverband aan de orde wordt gesteld.

EK Debat Algemene Europese Beschouwingen d.d. 8 maart 2016

In behandeling

05-04-2016

Minister zegt toe de Kamer indien nodig via Geannoteerde Agenda’s te informeren over de vorderingen van monitoring door de Europese Commissie van de situatie van vluchtelingen in Turkije

Vragenuur d.d. 5 april 2016

Aan voldaan per brief DIE-4630, verzonden op 30 mei 2016

29-04-2016

Kamer informeren over het verloop van de 2e sessie (2-13 mei) van Open Ended Working Group over nucleaire ontwapening in Geneve en Ned. inzet conform motie Servaes

Debat Burgerinitiatief «Teken tegen kernwapens» d.d. 28 april 2016

Aan voldaan per brief DVB-351/2016, verzonden op 23 mei 2016

18-05-2016

Minister informeert de Kamer via het verslag van de Raad Algemene Zaken van 24 mei 2016 over de toezeggingen die gedaan zijn door de lidstaten inzake hotspots en aantallen hervestigingen

AO RAZ d.d. 18 mei 2016

Aan voldaan per brief DIE-4630, verzonden op 30 mei 2016

18-05-2016

Minister informeert de Kamer via het verslag van de Raad Algemene Zaken van 24 mei 2016 over de uitkomsten van het onderzoek van de UNCHR naar berichten over het schieten op vluchtelingen door Turkije en andere gerelateerde ernstige mensenrechtenschendingen

AO RAZ d.d. 18 mei 2016

Aan voldaan per brief DIE-4630, verzonden op 30 mei 2016

31-05-2015

EK – Minister zegt toe de Kamer per brief nader in te lichten over de CBRN (Chemische, Biologisch, Radiologisch, Nucleair).

EK Internatioale Veiligheidsstrategie (333.694)

In behandeling

09-06-2016

Toezegging Minister om voor het overleg over de Europese Raad d.d. 28-29 juni 2016 de kabinetsappreciatie van de uitslag van het Britse referendum aan de Kamer toe te zenden dan wel op te nemen in GA

AO RAZ d.d. 9 juni 2016

Aan voldaan per brief DIE-367816, verzonden op 27 juni 2016

09-06-2016

Toezegging Minister om voor het overleg over de Europese Raad d.d. 28-29 juni 2016, de kabinetsinzet ten aanzien van TTIP, mits dit onderwerp op de agenda van de ER wordt geplaatst, aan de Kamer toe te zenden dan wel op te nemen in de GA

AO RAZ d.d. 9 juni 2016

Aan voldaan per brief DIE-328530, verzonden op 23 juni 2016

09-06-2016

Toezegging Minister om voor het overleg over de Europese Raad d.d. 28-29 juni 2016 een grove schets (bij wijze van eerste appreciatie) van de Nederlandse inzet ten aanzien van de Europese migratievoorstellen

AO RAZ d.d. 9 juni 2016

Aan voldaan per brief DIE-367816, verzonden op 27 juni 2016

09-06-2016

Toezegging Minister om de implementatie van de uitspraak van het EUHvJ getiteld «Access Info Europe» opnieuw aan de orde te stellen in de RAZ en hiervan terugkoppeling te geven in het verslag van deze RAZ

AO RAZ d.d. 9 juni 2016

In behandeling

09-06-2016

Toezegging Minister om in een brief een oordeel te vellen over de gewijzigde Motie Ten Broeke (Rijksvisumwet)

Plenair debat Rijksvisumwet d.d. 9 juni 2016

Aan voldaan per brief DWH-0906/2016, verzonden op 14 juni 2016

09-06-2016

Toezegging Minister inzake regels en procedures m.b.t. EOF-projecten in Eritrea en projecten in Eritrea in het kader van het migratiepakket van de Europese Commissie

AO RBZ d.d. 9 juni 2016

Aan voldaan per brief DIE-356155, verzonden per op 27 juni 2016.

01-07-2016

Toezegging Minister inzake schriftelijke beantwoording n.a.v. vragen over ConocoPhilips

Debat Venezuela 30 juni 2016

Aan voldaan per brief DWH- 30-06-2016 TK PD VE, verzonden op 20 juli 2016

01-07-2016

Toezegging Minister inzake toelichting TK Al-Shabaab op terreurlijsten

Debat Eritrea 30 juni 2016

Aan voldaan per brief DAF-30-06-2016 TK DAF PD verzonden op 4 juli 2016

07-07-2016

Toezegging Minister en Minister van Defensie versturen kamerbrief inzake missies in EU, NAVO, VN en ander verband waar NL aan bijdraagt, alsmede internationale veiligheidsstrategie

NAVO Top van 8 en 9 juli 2016 d.d. 6 juli 2016

In behandeling

07-07-2016

Toezegging Minister om met de VS te overleggen over de mogelijkheden voor bonafide organisaties om geld over te maken aan organisaties in Syrie voor louter humanitaire hulpverlening

AO Strijd tegen ISIS d.d. 7 juli 2016

In behandeling

07-07-2016

Toezegging Minister om tijdens de bijeenkomst van de anti-ISIS coalitie op 21 juli in Washington het belang uit te dragen van een lange termijn stabilisatie strategie voor op ISIS heroverde gebieden in Irak

AO Strijd tegen ISIS d.d. 7 juli 2016

In behandeling

08-07-2016

Toezegging Minister en Minister van Defensie Kamer tussentijds te informeren over stavaza terugkeersfspraken met Somalië t.a.v. piraten die hun straf in NL hebben uitgezeten

AO Piraterij d.d. 6 juli 2016

In behandeling

08-07-2016

Toezegging Minister en Minister van Defensie Kamer tusssentijds informeren over het Operationele Plan van EUNAVFOR Atlanta (MinDEF)

AO Piraterij d.d. 6 juli 2016

In behandeling

08-07-2016

Toezegging Minister en Minister van Defensie Kamer tussentijds informeren over staat van Somalische kustwacht

AO Piraterij d.d. 6 juli 2016

In behandeling

08-07-2016

Toezegging Minister Kamer te informeren, zoveel mogelijk voorafgaand aan besluitvorming over het geven van tranches binnen de 200 miljoen

Debat invloed van Eritrea in Nederland d.d. 30 juni 2016

In behandeling

08-07-2016

Toezegging Minister opnieuw aan de orde stellen van de situatie bij de tijdelijk zaakgelastigde van Eritrea hier.

Debat invloed van Eritrea in Nederland d.d. 30 juni 2016

In behandeling

08-07-2016

Toezegging Minister Kamer op de hoogte houden van de behandeling in de Mensenrechtenraad

Debat invloed van Eritrea in Nederland d.d. 30 juni 2016

In behandeling

08-07-2016

Toezegging Minister aandacht te vragen voor grensconflict

Debat invloed van Eritrea in Nederland d.d. 30 juni 2016

In behandeling

Bijlage 3: Overzicht subsidies Buitenlandse Zaken

Bedragen x 1.000 euro

Bedragen zijn gebaseerd op de kasramingen per individuele verplichting geregistreerd in het managementinformatiesysteem per 1 juni 2016. De toerekening van de geregistreerde subsidieverplichtingen aan de relevante subsidieregelingen is handmatig tot stand gekomen. Het managementinformatiesysteem registreert geen subsidieregelingen waardoor de koppeling van individuele susbsidies aan de van toepassing zijnde subsidieregeling vanuit het managementinformatiesysteem niet mogelijk is. Er wordt een voorbehoud gemaakt omtrent de juistheid en volledigheid van de gegevens opgenomen in onderstaand subsidieoverzicht.

Begrotingsartikel

Naam subsidieregeling + hyperlink naar vindplaats

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Aantal verleningen in 2015

Jaar laatste evaluatie + hyperlink naar vindplaats

Jaar volgende evaluatie

Einddatum subsidieregeling (jaartal)

1.1

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

8.422

5.833

5.350

4.439

0

0

0

10

2013 Carnegie stichting subsidie is 2009–2013 is geëvalueerd.

2019

2019

1.2

Mensenrechtenfonds 2011

206

72

0

0

0

0

0

0

2014

 

2011

1.2

Mensenrechtenfonds 2012–2015

5.761

6.469

1.882

788

0

0

0

0

2014

 

2015

1.2

Mensenrechtenfonds kleine activiteiten 2013

261

122

34

0

0

0

0

0

2014

 

2013

1.2

Mensenrechtenfonds kleine activiteiten 2014

2.727

2.208

449

112

0

0

0

1

2014

 

2014

1.2

Mensenrechtenfonds kleine activiteiten 2015/ 2016

957

982

528

135

20

0

0

8

   

2016

1.2

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

24.653

16.899

4.439

111

0

0

0

34

2014

 

2019

2.1

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

3.971

2.301

1.093

666

492

25

0

21

2014

2019

2019

2.2

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

1.143

955

765

665

551

0

0

4

2013 belangrijkste subsidie betreft het Anti-Terrorisme Instituut (geen link)

2017 Anti-Terrorisme Instituut

2019

2.3

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

130

105

55

55

55

0

0

4

 

2016 beleids- doorlichting is gestart.

2019

2.4

Humanitair ontmijnen en clustermunitie

3.431

5.445

0

0

0

0

0

0

 

2021

2016

2.4

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

19.881

16.606

5.866

2.878

2.320

250

0

26

 

2019

2019

2.5

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

3.859

3.126

768

25

0

0

0

17

2015

2019

2019

3.4

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

348

348

278

70

0

0

0

0

 

n.n.b

2019

4.1

Gedetineerdenbegeleiding 2015–2016

1.505

762

96

0

0

0

0

6

 

2016 gedetineerdenbegeleiding

2015

4.3

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

3.327

3.035

923

225

0

0

0

10

 

2016 beleidsdoorlichting cultuur.

2019

4.4

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

4.576

4.986

1.060

632

148

0

0

38

 

2016 beleidsdoorlichting

2019

4.5

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

0

8

0

0

0

0

0

0

 

2016 Beleidsdoorlichting «Nederland gastland»

2019

7.1

Subsidieregeling Buitenlandse Zaken 2006

49

12

0

0

0

0

0

1

   

2019

TOTAAL SUBSIDIEREGELINGEN

85.206

70.274

23.588

10.800

3.586

275

0

180

Bijlage 4: Evaluatie- en onderzoekstabel

Bijlage evaluatie en overig onderzoek3, 4, 5

1

Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten

Doelstelling

Titel

Start

Afronding

1a

beleidsdoorlichtingen

       
   

1.1

Bevordering Internationale Rechtsorde1

2013

2016

1b

Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

       

3

Overig onderzoek

       
   

1.1

Responsibility to protect

 

2019

X Noot
1

Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.

2

Veiligheid en stabiliteit

Doelstelling

Titel

Start

Afronding

1a

beleidsdoorlichtingen

       
   

2.1

NL inzet via EU en NAVO

 

2019

   

2.2

Bestrijding International Terrorisme

 

2019

   

2.3

Ontwapening, wapenbeheersing en wapenexportbeleid

 

2017

   

2.4

Bevordering Internationale Rechtsorde1

2013

2016

   

2.5

Gecombineerd met 3.2

 

2017

1b

Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

       
   

2.1

GVDB/EVDB

 

2018

   

2.2

Subsidie: International Centre for Counter-Terrorism

 

2017

   

2.4

Stabiliteitsfonds

 

2017

   

2.5

Shiraka (opvolger Matra Zuid)

 

2020

3

Overig onderzoek

       
X Noot
1

Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 1.1 en 2.4.

3

Europese samenwerking

Doelstelling

Titel

Start

Afronding

1a

beleidsdoorlichtingen

       
   

3

Beleidsdoorlichting van de Europese samenwerking

 

2021

   

3.2

Nabuurschapbeleid

2014

2017

1b

Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

       
   

3.1

Lissabonverdrag

 

2018

   

3.3

Raad van Europa

 

2020

   

3.4

Verdragsmatige Benelux samenwerking

 

2018

3

Overig onderzoek

       

4

Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Doelstelling

Titel

Start

Afronding

1a

beleidsdoorlichtingen

       
   

4.1

Consulaire dienstverlening (met 4.2)1

 

2018

   

4.2

Zie 4.1 hierboven1

 

2018

   

4.3

Cultuur als kans – Beleidsdoorlichting van het internationaal cultuurbeleid 2009–2014

2014

2016

   

4.4

Publieksdiplomatie

2013

2016

   

4.5

NL Gastland

 

2017

1b

Ander ex-post onderzoek naar doeltreffendheid en doelmatigheid

       
   

4.1

Gedetineerdenbegeleiding (2012–2014)

 

2016

   

4.1

Consulaire dienstverlening

 

2017

3

Overig onderzoek

       
X Noot
1

Dit is een gecombineerde beleidsdoorlichting van beleidsdoelstelling 4.1 en 4.2.

Bijlage 5 Lijst van afkortingen

AAB

Algemene Ambtsbericht

ACS

Association of Caribbean States

ACOTA

Africa Contingency Operations Training & Assistance

AVVN

Algemene Vergadering Verenigde Naties

BBP

Bruto Binnenlands Product

BIV

Budget Internationale Veiligheid

BNI

Bruto Nationaal Inkomen

BTWC

Biologisch en Toxische Wapens Verdrag (155)

CBRN

Chemische, Biologische, Radiologische of Nucleaire middelen

CEP

Centraal Economisch Plan

CoP21

21ste Conference of Parties

CPB

Centraal Planbureau

CTBTO

Comprehensive Test Ban Treaty Organization (Alomvattend Kernstopverdrag (138))

EIPA

European Institute of Public Administration

EOF

Europees Ontwikkelings Fonds

ESA-ESTEC

European Space Agency/ European Space Research and Technology Centre

EU

Europese Unie

EULEX

EVDB missie in Kosovo

EUNAVFOR

European Union Naval Force

EVDB

Europees Veiligheids- en Defensiebeleid

EVRM

Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens

EZ

Ministerie van Economische Zaken

FTF

Foreign Terrorist Fighters

GVDB

Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid

HCNM

Hoge Commissaris voor de Nationale Minderheden

HGIS

Homogene Groep Internationale Samenwerking

IAB

Individuele Ambtsberichten

IAEA

International Atomic and Energy Agency

ICB

Internationaal Cultuurbeleid

ICC

International Criminal Court

ICCT

International Centre for Counter-Terrorism

ISIS

Islamitic State of Iraq and Syria

ISSG

International Syria Support Group

LHBTI

Lesbiennes, Homo’s, Bi- en Transseksuelen en Interseksuelen

LNG

Liquefied Natural Gas

MATRA

Maatschappelijke Transformatie

MEV

Macro Economische Verkenning

MINUSMA

United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali

MKB

Midden en Klein Bedrijf

MOVP

Midden-Oosten Vredes Proces

MVO

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

MVV

Machtiging tot Voorlopig Verblijf

NAVO

Noord-Atlantische Verdrags Organisatie

NCIA

NAVO communicatie- en informatieagentschap

NGO

Non-Gouvernementele Organisatie

NPV

Non-Proliferatie Verdrag (189)

ODA

Official Development Assistance (officiële ontwikkelingshulp)

OESO

Organisatie Economische Samenwerking en Ontwikkeling

OHCHR

Hoge commissaris voor de Rechten van de Mens

OS

Ontwikkelingssamenwerking

OVSE

Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa

OPCW

Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons

PACE

Parliamentary Assembly of the Council of Europe

POBB

Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid

RvE

Raad van Europa

SSO

Shared Service Organisatie

SSR

Security Sector Reform

VK

Verenigd Koninkrijk

VN

Verenigde Naties

VNVR

Veiligheidsraad van de Verenigde Naties


X Noot
1

De Europese Commissie baseert de afdrachten van de lidstaten op de omvang van de EU-begroting. In de raming van de Nederlandse afdrachten is het uitgavenplafond het uitgangspunt. De EU-begroting moet ingepast worden onder dit plafond. Door de raming van de Nederlandse afdrachten op de het plafond te baseren, wordt rust in het begrotingsproces gecreëerd.

X Noot
2

Omdat de btw-tarieven en grondslagen verschillen tussen afzonderlijke lidstaten wordt een geharmoniseerde grondslag vastgesteld, waarover de lidstaten een gelijkwaardige afdracht betalen.

X Noot
3

De begroting van BZ is in 2013 opgesplitst in de begroting van BZ (Hfst. 5) en BHOS (Hfst. 7). Er zijn toen nieuwe beleidsartikelen en beleidsdoelstellingen geformuleerd.

X Noot
4

Bij BZ en BHOS is het wel de wens om beleidsdoorlichtingen van één beleidsartikel uit te voeren maar inhoudelijk is dat nog niet mogelijk gebleken. Beleidsdoorlichtingen vinden in de meeste gevallen plaats op één niveau lager namelijk van de beleidsdoelstellingen. Voor artikel 3 (Europese Samenwerking) is dit nu wel voorzien in 2021. De laatste beleidsdoorlichting op beleidsdoelstellingsniveau (3.2) van artikel 3 wordt momenteel uitgevoerd en zal in 2017 worden opgeleverd.

Naar boven