55 Geneesmiddelenbeleid

Aan de orde is het tweeminutendebat Geneesmiddelenbeleid (CD d.d. 16/06).

De voorzitter:

Aan de orde is het tweeminutendebat over geneesmiddelenbeleid, met als eerste spreker mevrouw Ellemeet van GroenLinks.

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de bijbetalingen voor medicijnen uit het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) in de afgelopen kabinetsperiode zijn gemaximeerd op €250 per jaar per verzekerde;

overwegende dat de maximeringsregeling per 1 januari 2022 afloopt en dat het aflopen van deze regeling tot hoge eigen bijdragen kan leiden;

verzoekt de regering de regeling voor het maximeren van eigen bijdragen voor medicijnen uit het Geneesmiddelenvergoedingssysteem op €250 per jaar per verzekerde te verlengen tot 1 januari 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ellemeet, Kuiken, Aukje de Vries, Den Haan, Maeijer, Paulusma en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 714 (29477).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het onderzoek van de Acces To Medicine Foundation constateert dat de nieuwe pandemie van antibioticaresistentie een grotere globale gezondheidscrisis zal kunnen betekenen dan COVID-19;

constaterende dat er momenteel slechts 55 nieuwe varianten van antibiotica in het laatste stadium van ontwikkeling verkeren;

constaterende dat het achterblijvende aantal nieuwe varianten van antibiotica onder andere samenhangt met het onaantrekkelijke verdienmodel voor antibiotica voor de farmaceutische industrie;

overwegende dat het Verenigd Koninkrijk en Zweden initiatieven hebben geïntroduceerd om onderzoek naar nieuwe vormen van antibiotica aan te moedigen en het bestaande aanbod te behouden;

verzoekt de regering om de bijdragen vanuit de overheid voor nieuwe vormen van antibiotica op zodanige wijze te construeren dat de kans op nieuwe effectieve oplossingen wordt vergroot, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren;

verzoekt de regering zich ook op Europees niveau in te zetten voor vernieuwende vormen van investeringen in (onderzoek naar) nieuwe varianten van antibiotica,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ellemeet, Kuiken, Paulusma, Hijink, Aukje de Vries, Den Haan en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 715 (29477).

Dank u wel. Mevrouw Den Haan. Ik zal u deze keer niet overslaan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel. Ik heb drie moties, dus ik zal heel snel praten.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

kennisgenomen hebbend van de mededeling van de minister dat in tegenstelling tot haar eerdere bericht, uitbehandelde kankerpatiënten met een nog goede conditie geen toegang hebben tot gefinancierde uitgebreide moleculaire diagnostiek;

overwegende dat de initiatiefnota én motie van Van Brenk en Sazias (35383, nr. 4) over dit onderwerp er juist op gericht waren om te regelen dat deze groep patiënten die toegang krijgt, ongeacht het verdere onderzoekstraject van het Zorginstituut;

constaterende dat er bij het uitblijven van die gefinancierde toegang sprake is van door de Kamer en de minister zelf onwenselijk geachte postcodezorg;

verzoekt de regering uitvoering te geven aan de met algemene stemmen aangenomen motie van Van Brenk en Sazias en de vergoeding zo spoedig mogelijk te regelen, waardoor uitbehandelde kankerpatiënten met een nog goede conditie toegang krijgen tot uitgebreide moleculaire diagnostiek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan en Kuiken.

Zij krijgt nr. 716 (29477).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EFPIA Patients W.A.I.T. Indicator laat zien dat van de 152 nieuwe onderzochte medicijnen maar 96 medicijnen beschikbaar waren in Nederland voor de patiënt;

constaterende dat in Duitsland er van de 152 medicijnen al 133 medicijnen beschikbaar zijn voor de patiënt;

overwegende dat om ook in de toekomst patiënten de beste zorg te kunnen garanderen een balans gevonden moet worden tussen uitgaven aan geneesmiddelen enerzijds en toegang van patiënten tot nieuwe innovatie geneesmiddelen anderzijds;

verzoekt de regering in overleg met onder andere patiëntenorganisaties en farmaceuten knelpunten rond de toegang van patiënten tot geneesmiddelen in kaart te brengen, en de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan, Van der Plas, Kuiken en Pouw-Verweij.

Zij krijgt nr. 718 (29477).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een medicatiebeoordeling het welbevinden kan verhogen en gezondheidsproblemen kan voorkomen bij mensen die veel medicijnen tegelijkertijd slikken;

constaterende dat de inzet van medicatiebeoordelingen zorgkosten op de lange termijn kan verminderen;

verzoekt de regering te onderzoeken hoeveel mensen die volgens de richtlijnen recht hebben op een intensieve medicatiebeoordeling er daadwerkelijk een krijgen;

verzoekt de regering tevens om te onderzoeken hoeveel mensen die meerdere medicijnen slikken, maar volgens de richtlijnen geen recht hebben op een intensieve medicatiebeoordeling, bijvoorbeeld mensen die een medicijnrol gebruiken, een andere vorm van een medicatie-evaluatie krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Den Haan, Kuiken en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 717 (29477).

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Paulusma, D66. Gaat uw gang.

Mevrouw Paulusma (D66):

Voorzitter. Vandaag dien ik geen motie in, maar ik zou graag nog één initiatief op het gebied van geneesmiddelen onder de aandacht van de minister willen brengen. Het UMCG gaat samenwerken, of doet dat al, met het Erasmus MC, Radboudumc, het Catharina Ziekenhuis en de bereidingsapotheek A15 om geneesmiddelenkaping door commerciële partijen te voorkomen. Daar ben ik ontzettend blij mee, omdat het zonde is als farmaceuten deze middelen snel gaan registreren en daar heel veel geld aan verdienen, terwijl het veel kostenefficiënter kan. Ik heb vandaag schriftelijke vragen ingediend over dit initiatief. Ik zou de minister vooral willen vragen om met een open blik te kijken op welke manier we dit initiatief kunnen ondersteunen en we drempels kunnen wegnemen. Wat mij betreft is de route namelijk echt om te kijken waar de kennis al in huis is en om daar goed gebruik van te maken, zonder dat de markt daar altijd heel veel geld aan hoeft te verdienen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Van den Berg, CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat digitalisering veel noodzakelijke hervormingen kan ondersteunen waarmee de zorg voor patiënten gunstiger wordt;

verzoekt de regering bij nieuwe producten (devices en geneesmiddelen) te gaan werken met voorwaardelijke toelating en met het oog op dataverzameling een netwerk met aanbieders op te zetten dat de effectiviteit en gepastheid van behandelingen in kaart brengt;

verzoekt de regering het Zorginstituut te vragen in kaart te brengen welke goede praktijken er zijn en welke aanbieders wel en niet volgens deze wijze werken;

verzoekt de regering een methode te ontwerpen waardoor ook patiënten inzicht krijgen in deze praktijkvariatie en de keuzes die zij daarbij kunnen maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 719 (29477).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dan de tweede.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat met de aangenomen motie-Van den Berg c.s. (29477, nr. 668) verzocht is te onderzoeken of gepast gebruik van nieuwe, innovatieve geneesmiddelen en behandelingen vergroot kan worden door het Zorginstituut te laten beoordelen of het nodig is de effectiviteit en bijwerkingen in de praktijk te volgen;

overwegende dat de minister als reactie hierop aangeeft dit met het Zorginstituut te verkennen;

verzoekt de regering voor de behandeling van de begroting VWS in het najaar van 2021 de Kamer een overzicht te sturen van de instrumenten die het Zorginstituut voor maatwerk in de toelating van innovatieve geneesmiddelen gebruikt of gaat gebruiken, inclusief enkele voorbeelden waar deze al worden toegepast,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg.

Zij krijgt nr. 720 (29477).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Maeijer, PVV. Gaat uw gang.

Mevrouw Maeijer (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Eén motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de toegang tot geneesmiddelen in Nederland achterop dreigt te raken en patiënten steeds langer moeten wachten op nieuwe innovatieve geneesmiddelen;

constaterende dat het tijdens de coronacrisis gelukt is om coronavaccins versneld goed te keuren en toe te laten op de Nederlandse markt;

verzoekt de regering te onderzoeken hoe het goedkeuringsproces van geneesmiddelen versneld kan worden en hierbij ook te kijken naar de rol van de verschillende toezichthouders en de goedkeuringsprocessen in andere landen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Maeijer.

Zij krijgt nr. 721 (29477).

Dank u wel. Mevrouw Kuiken, PvdA.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Hierbij mijn moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat onder andere het Zorginstituut en NZa hebben aangegeven dat de kosten van geneesmiddelen de komende jaren alleen maar zullen toenemen en integraal beleid om deze kosten te beteugelen op dit moment onvoldoende lukt;

van mening dat structureel overleg tussen Zorginstituut, NZa en ACM kan bijdragen aan een meer integraal geneesmiddelenbeleid;

verzoekt de regering deze partijen te vragen voor de begrotingsbehandeling van het najaar 2021 te adviseren op welke wijze tot een zwaarwegend integraal beleidsadvies kan worden gekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuiken.

Zij krijgt nr. 722 (29477).

Mevrouw Kuiken (PvdA):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Algemene Rekenkamer constateert dat de onderhandelingsresultaten over dure geneesmiddelen wisselend zijn en de minister niet sterk staat bij middelen waarvoor geen alternatief bestaat;

verzoekt de regering de Kamer voor 1 oktober 2021, na overleg met de Algemene Rekenkamer, te informeren over de voor-en nadelen en de mogelijkheden van een TTP en daarbij aan te geven op welke wijze deze ingevuld kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuiken.

Zij krijgt nr. 723 (29477).

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Mevrouw De Vries, VVD.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het belangrijk is om productieprikkels te verminderen, en meer te kijken naar de uitkomst van de zorg voor de patiënt;

overwegende dat er al gekeken wordt naar mogelijkheden van pay-for-performance bij medicijnen;

constaterende dat het Zorginstituut voor Zolgensma heeft geadviseerd dat de prijs moet worden gehalveerd en dat de farmaceut moet instemmen met vergoeding op basis van behandelresultaat;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe er concreet meer kan worden gewerkt met bekostiging op basis van behandelresultaat in brede zin, en de Kamer daarover voor het einde van het jaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Aukje de Vries.

Zij krijgt nr. 724 (29477).

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Tot slot de heer Hijink, SP.

De heer Hijink (SP):

Voorzitter. We hebben het in het debat gehad over het kapen van geneesmiddelen. Mevrouw Paulusma sprak daar net ook over. Dit betekent dat een farmaceut eigenlijk de registratie op zich neemt van een geneesmiddel dat door ziekenhuizen en apothekers zelf is ontwikkeld. Dat is een foute zaak, want het betekent dat een farmaceut heel veel geld gaat verdienen aan een geneesmiddel dat publiek door een ziekenhuis of door apotheken zelf is gemaakt. Dat moeten wij zien te voorkomen, dus wij zijn heel blij met het initiatief dat er nu is van ziekenhuizen en apothekers om het zelf te gaan doen.

Mevrouw Paulusma had het daar ook over, dus ik heb het snel even op een akkoordje gegooid met mevrouw Paulusma om de volgende motie te kunnen indienen. Ik had haar al klaar en de naam van mevrouw Paulusma komt er nu ook onder. Daar ben ik blij mee.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat farmaceutische bedrijven regelmatig een registratietraject starten voor eigen bereidingen van Nederlandse ziekenhuizen en op die manier deze geneesmiddelen kapen;

overwegende dat het onwenselijk is dat farmaceutische bedrijven enorme winsten opstrijken voor geneesmiddelen die door ziekenhuizen zijn ontwikkeld;

constaterende dat enkele ziekenhuizen daarom het initiatief hebben genomen om zelf hun eigen bereidingen te registreren;

verzoekt de regering om te onderzoeken op welke manier ziekenhuizen kunnen worden ondersteund om hun eigen bereidingen zelf te registreren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hijink en Paulusma.

Zij krijgt nr. 725 (29477).

De heer Hijink (SP):

Deze motie is dus mede ingediend door mevrouw Paulusma.

Ik zou nog tegen de minister willen zeggen: ik zie deze motie als een aanvulling op de toezegging die zij al heeft gedaan in het debat om een soort overzicht aan ons te presenteren van geneesmiddelen die in het basispakket zitten en die in beginsel gekaapt zijn, en waar we misschien wel een veel te hoge prijs voor betalen. Zo kunnen we deze motie dan opvatten.

De voorzitter:

Dank aan de heer Hijink. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de kant van de Kamer. Ik schors kort en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Van Ark:

Voorzitter, dank u wel. Dank ook aan de Kamer voor het debat en voor de moties. Ik wil bij de motie op stuk nr. 714 iets langer stilstaan dan u van mij gewoon bent uit de vorige tweeminutendebatten, maar door de rest kan ik wat sneller heen.

De motie op stuk nr. 714 is breed ondertekend en we hebben er in het debat echt bij stilgestaan. De motie gaat over de maximering van de eigen bijdrage. Ik heb aangegeven dat ik er graag met de Kamer over van gedachten wissel. Dat heeft de Kamer mij op deze wijze met een motie teruggegeven. Ik verwijs naar het regeerakkoord van het nu demissionaire kabinet, waarin de eigen bijdragen gemaximeerd zijn tot en met 2021. Ze zouden inderdaad vanaf 2022 weer onbegrensd zijn. Aan de ministeriële regeling die daarvoor nodig is, zit een deadline. Vanuit mijn demissionaire positie vind ik dat de formerende partijen wel de ruimte moeten hebben om over 2023 te onderhandelen, of na te denken over de modernisering van het systeem voor geneesmiddelenvergoedingen. Ik herken zeker de zorgen van de patiënten, die ook door de Kamer in het debat zijn ingebracht. Ik vind het een heel mooie opdracht die ik van de Kamer meekrijg. Daarom geef ik de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 714 krijgt oordeel Kamer.

Van Ark:

De motie op stuk nr. 715 geef ik ook oordeel Kamer. Het is ongelooflijk van belang om met het thema antibiotica en resistentie tegen antibiotica bezig te zijn. Oordeel Kamer dus.

De motie op stuk nr. 716 is van mevrouw Den Haan. Ik heb gisteren contact gehad met mevrouw Sazias, want zij had in een van de laatste weken dat zij Kamerlid was de initiatiefnota ingediend, samen met de heer Veldman en mevrouw Van den Berg. De brief die ik daarover aan de Kamer had gestuurd, heb ik haar ook toegestuurd. Ik heb gisteren met haar gesproken. Ik heb aangegeven dat we met een patiëntengroep te maken hebben die wat meer tijd vraagt in het proces. Naar aanleiding van het gesprek gisteren met mevrouw Sazias, waarbij ook het Zorginstituut aanwezig was, hebben we echter gevraagd waar het Zorginstituut dit verder kan versnellen. Ik heb in de brief aan de Kamer aangegeven dat 2023 wel laat voelt, maar dat we dit ook in stukken opknippen. We willen dit graag versnellen, dus ik geef deze motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 716 was dat.

Van Ark:

De motie op stuk nr. 717 van mevrouw Den Haan, mevrouw Van der Plas en mevrouw Kuiken over de medicatiebeoordeling geef ik oordeel Kamer. We doen hier onderzoek naar met het Zorginstituut. Dit is een belangrijk onderwerp.

De motie op stuk nr. 718 gaat over het bijhouden van de cijfers van wat we doen. Ik geef deze motie oordeel Kamer.

Over de motie op stuk nr. 719 van mevrouw Van den Berg heb ik een vraag. Ik meen haar goed te beluisteren als zij zegt: ga nou op zoek naar scherpe randvoorwaarden. Maar tegelijkertijd ken ik mevrouw Van den Berg ook zo dat ze tegen me zegt: werp nou geen muur op, want dat is ook niet de bedoeling. Als ik de motie zo mag opvatten — wel scherpe randvoorwaarden, maar geen muur — dan geef ik deze oordeel Kamer.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dat gaan we accepteren. Even terzijde: soms vindt mevrouw Van den Berg het wel fijn dat er een muur wordt opgeworpen, maar ik accepteer de lezing van de minister.

De voorzitter:

Maar deze keer niet. De motie krijgt oordeel Kamer.

Van Ark:

De motie op stuk nr. 720 is ook van mevrouw Van den Berg. Daarin wordt gevraagd of ik het overzicht voor de behandeling van de begroting van VWS wil toesturen. Dat is niet te realiseren. Ik kan het wel in het eerste kwartaal van 2022 doen. Als ze daarmee akkoord is, geef ik de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

Ik zie mevrouw Van den Berg instemmend knikken. De motie op stuk nr. 720 krijgt dus oordeel Kamer.

Van Ark:

De motie op stuk nr. 721 van mevrouw Maeijer geef ik oordeel Kamer vanuit de gedachte dat we inderdaad bezig zijn met een parallelle procedure tussen het CBG en het Zorginstituut. Dit is ondersteuning van beleid, dus oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 722 van mevrouw Kuiken over een zwaarwegend advies over het geneesmiddelenbeleid geef ik oordeel Kamer.

Hetzelfde geldt voor de motie op stuk nr. 723.

De motie op stuk nr. 724 van mevrouw De Vries geef ik ook oordeel Kamer.

En kortheidshalve geef ik de motie op stuk nr. 725 van de heer Hijink en mevrouw Paulusma ook oordeel Kamer.

De voorzitter:

Heb ik goed geteld en hebben alle moties die hier vandaag zijn ingediend dan oordeel Kamer gekregen?

Van Ark:

Dan heb ik iets niet goed gedaan.

De voorzitter:

Ergens in dit tweeminutendebat is dan iets bijzonders gebeurd, maar daar gaan we het een andere keer over hebben.

Van Ark:

Het is niet eens het sportdebat, voorzitter. Wie vertelt het de heer Heerema?

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar constructieve bijdrage en beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik ga schorsen en dan gaan we zo door met het tweeminutendebat Pakketbeheer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven