61 Voortgang verbetering van het slachtsysteem

Aan de orde is het tweeminutendebat Voortgang verbetering van het slachtsysteem (28286, nr. 1199).

De voorzitter:

Wij gaan door met het tweeminutendebat Verbeteren van het slachtssysteem, met als eerste spreker mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. Vorige week sprak de Kamer zich hard uit tegen de vreselijke dierenmishandeling bij slachterij Gosschalk in Epe. Ook de minister was duidelijk: dit wordt niet getolereerd en de hele sector moet wat haar betreft serieus aan het werk. Binnenkort hebben we hierover een plenair debat, waarin we uitgebreider stil zullen staan bij de manier waarop dieren in ons land worden geslacht. Dat is hard nodig, want wat we zien op de beelden zijn geen incidenten. De Kamer heeft herhaaldelijk duidelijk gemaakt dat het slachttempo omlaag moet en ik roep de minister nogmaals op om hier zo snel mogelijk werk van te maken. Volgens Europese wetgeving is het sowieso niet toegestaan om dieren in zo'n tempo aan te voeren dat ze worden opgejaagd. Erkent de minister dat dit in het overgrote deel van de slachthuizen structureel wordt overtreden?

Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij herhaling is geconstateerd dat dieren in slachthuizen pijnlijke stroomschokken krijgen en hard worden geslagen met peddels om ze sneller door het slachthuis te jagen;

overwegende dat wetgeving voorschrijft dat er moet worden gezorgd voor een "gestage toevoer van dieren voor de bedwelming en het doden, zodat wordt voorkomen dat dierenbegeleiders dieren moeten opjagen vanuit de wachthokken";

verzoekt de regering een verbod in te stellen op het gebruik van drijfmiddelen die pijn of veel stress kunnen veroorzaken bij dieren, zoals elektrische prikkers waarmee stroomschokken worden gegeven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vestering en Beckerman.

Zij krijgt nr. 1202 (28286).

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dan een laatste motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat telkens weer ernstige misstanden aan het licht komen door undercoverbeelden uit slachthuizen, ook in slachthuizen met permanent toezicht door de NVWA-dierenartsen en ook in slachthuizen met cameratoezicht;

constaterende dat de beelden van het cameratoezicht in het bezit blijven van slachthuizen;

verzoekt de regering te zorgen dat de camerabeelden uit slachthuizen eigendom worden van de overheid en te allen tijde kunnen worden beoordeeld door een onafhankelijke toezichthouder,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Vestering en Beckerman.

Zij krijgt nr. 1203 (28286).

Dank u wel, mevrouw Vestering. Het woord is aan de heer De Groot van D66.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Dank, voorzitter. Een motie en een vraag. De motie gaat over het slachthuis Gosschalk.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het huidige cameratoezicht geen dierenwelzijnsmisstanden kan voorkomen zoals bij Gosschalk;

overwegende dat er al slimme camera's zijn die dierenwelzijnsrisico's makkelijker kunnen detecteren;

verzoekt de regering als voorwaarde voor heropening van de slachterij Gosschalk te stellen dat slimme camera's worden geïnstalleerd die het toezicht op dierenwelzijn voor de NVWA vergemakkelijken;

verzoekt de regering tevens een plan van aanpak op te stellen om het cameratoezicht in slachthuizen in Nederland effectiever te maken in het voorkomen van dierenwelzijnsmisstanden, waarbij de mogelijkheden van slimme camera's worden meegenomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 1204 (28286).

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter, dan een vraag. De minister is bezig met een onderzoek naar de bandsnelheid. Dat is een belangrijke factor in het garanderen van goed toezicht, maar ook in het dierenwelzijn. Tegelijkertijd stelt de minister als voorwaarde voor Gosschalk om weer open te kunnen, dat het slachthuis een onderbouwing moet geven van die bandsnelheid die nodig is voor een diervriendelijke manier van slachten. Ik zie niet helemaal hoe dat rijmt met elkaar. Hoe kijkt de minister zelf tegen die slachtsnelheid aan? Waarom duurt dat onderzoek zo lang? En als ze dat weet bij Gosschalk, waarom brengt ze dan de slachtsnelheid in andere slachthuizen niet omlaag? Een andere vraag is: moet de slachterij Gosschalk niet dicht totdat dat onderzoek is afgerond?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Beckerman, SP. Nee? Dan kijk ik verder. Mevrouw Van der Plas. Gaat uw gang.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. De beelden staan inderdaad nog steeds op ons netvlies. Ik denk dat zonder uitzondering iedereen hier zijn walging heeft uitgesproken over wat we op die beelden hebben gezien. We zien ook dat slachterijen … Ik weet in ieder geval van Westfort — daar ben ik geweest in het verleden, nadat ook daarvan beelden van dierenmishandeling waren getoond — welke stappen zij hebben ondernomen. Ik wil ook gezegd hebben dat slachterijen in staat zijn om echt wel hun verantwoordelijkheid te nemen, en terecht. Ik kreeg een berichtje van iemand uit de sector. Die maakte zich er ook zorgen over dat er illegaal gefilmd werd. Ja, kijk, daar kan je een discussie over hebben, maar je kan ook gewoon zeggen: stop met dierenmishandeling. Dat lijkt mij veel beter en veel effectiever.

Ik wil een motie indienen, omdat we ook bezig zijn met mobiele dodingsunits, kleine mobiele slachterijen. Daar gaat de motie over.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Europese wetgeving ingevoerd op 12 april het mogelijk maakt om mobiele dodingsunits in te zetten;

constaterende dat de inzet van de NVWA een beperkende factor is bij de invoering van de mobiele dodingsunits;

overwegende dat mobiele dodingsunits een positieve bijdrage kunnen leveren aan het dierenwelzijn binnen het slachtsysteem;

verzoekt het kabinet om uiterlijk 1 oktober 2021 capaciteit bij de NVWA beschikbaar te maken voor de inzet van mobiele dodingsunits;

voorts gaan we verder met het verspreiden van gezond verstand in de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas en Van Haga.

Zij krijgt nr. 1205 (28286).

Dank u wel. Tot slot de heer Van Campen, VVD. Aan u het woord.

De heer Van Campen (VVD):

Voorzitter, dank u wel. We allemaal ontzettend geschrokken van de beelden uit het slachthuis Gosschalk, waar echt onacceptabele dingen gebeuren in de richting van dieren. Het is ook goed dat de minister — daar wil ik een compliment voor geven aan haar — daar consequenties uit heeft getrokken. Ik hoop ook dat iedereen die actief is in het slachtwezen ziet dat dit soort acties consequenties hebben. Het is niet alleen in het belang van de dieren goed dat dit gevolgen heeft, ook voor de reputatie van de slachthuizen an sich, van mensen die daar werkzaam zijn en die zich wel netjes aan de regels houden, is het goed dat daar wordt ingegrepen.

Ik heb twee vragen aan de minister. De eerste vraag gaat over het cameratoezicht. Mijn voorgangster, mevrouw Lodders, heeft hier met de heer Geurts eerder een motie ingediend, vorig jaar al, die vraagt om te kijken naar een intelligent camerasysteem, waarmee je real-time, direct op het moment, kunt uitlezen wat er gebeurt in die slachthuizen. Als de NVWA dat direct kan uitlezen, kan er direct worden ingegrepen als er misstanden zijn en hoeft het dus niet zo ver te komen als op de beelden die we hebben gezien. Op dit moment hebben we daar nog niets over terug gehoord. Die motie is wel aangenomen. Ik zou graag van de minister horen hoe het daarmee staat en of zij inderdaad overgaat tot het inzetten van deze instrumenten, die wat de VVD betreft echt nodig zijn om ervoor te zorgen dat men zich er in de slachthuizen van bewust is dat er wordt meegekeken en dat er wordt gelet op dierenwelzijn en de richtlijnen, die heel duidelijk zijn geformuleerd.

Mijn tweede vraag gaat over een systeem voor wanneer slachthuizen herhaaldelijk in de fout gaan. Ik zou de minister willen vragen hoe zij aan zou kijken tegen een "three strikes out"-systeem, een systeem in de wetgeving. We kennen het uit de tabakswetgeving en uit de infrastructuurwet- en regelgeving. Als slachthuizen nou keer op keer zulke grote overtredingen begaan, zouden ze dan niet bij de derde keer gewoon het definitieve slot op de deur kunnen krijgen, via een "three strikes out"-systeem in de wetgeving? Ik hoor daarop graag een reactie van de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik schors voor enkele ogenblikken en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de minister.

Minister Schouten:

Dank u wel, voorzitter. Ik ga eerst in op de moties en daarna zal ik nog antwoorden op de resterende vragen.

Ik kom eerst op de motie op stuk nr. 1202 van mevrouw Vestering en mevrouw Beckerman. Daarin wordt mij gevraagd het gebruik van drijfmiddelen te verbieden die pijn of stress kunnen veroorzaken. In de Europese wetgeving zijn deze middelen toegestaan. Dit is dus ook echt iets dat in het Europese traject zit. Ik snap wel heel goed wat mevrouw Vestering vraagt. We hebben afgelopen week gezien in de beelden van Gosschalk hoezeer je die middelen ook echt verkeerd kunt gebruiken, met heel veel pijn en stress tot gevolg. Ik ben wel bereid om met die slachthuizen in gesprek te gaan, waarbij ik zal zeggen dat zij die middelen gewoon goed moeten inzetten, zoals ze zijn bedoeld. En ik ga ook in gesprek om te horen of zij zelf ook nog opties zien om de middelen te gaan uitfaseren. Laten we op die manier proberen er echt druk op te houden, zodat men de middelen óf niet gebruikt, óf alleen maar gebruikt voor waar ze voor bedoeld zijn. Maar omdat de middelen toegestaan zijn in de Europese regelgeving kan ik ze op dit moment niet zomaar gaan verbieden.

De voorzitter:

Dus de motie op stuk nr. 1202 wordt ontraden?

Minister Schouten:

Niet als ik haar zo mag uitleggen dat ik het gesprek aanga met die slachthuizen zoals ik zojuist schetste. Ik wil er best een dringend en dwingend gesprek met de slachthuizen over aangaan. Daarbij wil ik ook kijken wat ze er zelf mee kunnen doen als ze weten dat hier beter op gelet gaat worden en als ze weten dat ze grotere kans lopen dat ze erop beoordeeld gaan worden als ze die middelen inzetten. Zo'n gesprek wil ik best met de slachthuizen aangaan.

Mevrouw Vestering (PvdD):

Dank voor de reactie van de minister. Ik wil wel één ding heel helder hebben over de stroomstootmiddelen die gebruikt kunnen worden bij dieren voordat ze geslacht worden. De minister heeft het over een foute manier of een verkeerde manier waarop die stroomstootmiddelen kunnen worden ingezet. Maar op welke manier kan dan volgens de minister een stroomstootmiddel op een goede manier worden ingezet bij dieren?

Minister Schouten:

Voor zover ik het nu heb begrepen, kan je deze middelen volgens de Europese wetgeving gebruiken als het gebruik bijvoorbeeld eenmalig is. We zagen bij Gosschalk dat ze meerdere keren achter elkaar worden gebruikt, waardoor er dus ongelofelijk veel pijn en stress bij die dieren is. Het zit hem dus echt puur in de toepassing in de praktijk. Je moet de middelen die je hebt, toepassen conform de regelgeving. We hebben deze week gezien dat er gewoon ook consequenties aan verbonden zijn als je je daar niet aan houdt. Dat zijn de middelen die ik sowieso heb, maar ik kan deze middelen niet nú ineens niet meer toestaan. In de Europese wetgeving zijn ze wél toegestaan. Ik kan ze niet zomaar op eigen houtje verbieden, want dan is er weer een grond voor bedrijven waardoor ze kunnen zeggen: het staat in de verordening dat het kan.

De voorzitter:

Ik kijk nog even naar mevrouw Vestering. Kunt u leven met de lezing van de minister van de motie op stuk nr. 1202? Ja? Dan krijgt de motie oordeel Kamer.

Minister Schouten:

Oké, maar dan leg ik deze motie ook echt op die manier uit, en dan wil ik ook dat het in de communicatie en dergelijke helder is dat zij op die manier wordt uitgelegd.

Dan kom ik bij de motie over de camerabeelden uit de slachthuizen. In deze motie, op stuk nr. 1203, wordt gesteld dat die beelden eigendom moeten worden van de overheid en dat ze moeten kunnen worden beoordeeld door de onafhankelijk toezichthouder. Ik vind dit een interessante motie, maar er zitten ook een aantal juridische haken en ogen aan. Ik ga een procesvoorstel doen. Wij hebben 9 september een algemeen overleg over de NVWA. Eind deze zomer krijgt de Kamer de evaluatie van het cameratoezicht naar aanleiding van de motie-Geurts/Lodders. In die motie is ook gevraag om te bezien of we dat cameratoezicht breder kunnen inzetten. Ik zeg dat ook in reactie op een vraag van de heer Van Campen. Mag ik mevrouw Vestering vragen om deze motie aan te houden? Ik ga dan ondertussen in mijn appreciatie van die evaluatie bekijken hoe ik dit onderwerp daar ook in kan meenemen? Als we dan op 9 september het debat hebben, kunnen we zien of het voor mevrouw Vestering voldoende is of niet.

De voorzitter:

Mevrouw Vestering, bent u bereid om de motie aan te houden? Ik zie dat dat het geval is.

Op verzoek van mevrouw Vestering stel ik voor haar motie (28286, nr. 1203) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Minister Schouten:

Ja.

Dan kom ik op de motie op stuk nr. 1204, van de heer De Groot. Die gaat ook weer over de slimme camera's en over het cameratoezicht. Hierbij zou ik ook willen vragen: mag ik dit alsjeblieft meenemen in de reactie op de evaluatie die ik eind van deze zomer naar de Kamer stuur? Dan kunnen we ook zien hoe die middelen breder ingezet kunnen gaan worden. Wij hebben verder eens even gekeken wat in dit geval de firma Gosschalk zelf heeft gezegd op de website. Daarop staat dat men daar zelf aan deze slimme camera's wil. Dat lijkt mij toch een schot voor open doel. Als zij het plan van aanpak indienen, zullen wij ook bekijken of zij dit voorstel hebben opgenomen zoals zij dat op de website hebben gecommuniceerd. Als zij dat zelf hebben toegezegd, ga ik daar zeker naar kijken als ze het plan van aanpak bij ons neerleggen.

De voorzitter:

Dus uw voorstel is om de motie aan te houden?

Minister Schouten:

Het voorstel is eigenlijk om de motie aan te houden, maar wel met de toezegging dat wij bij de beoordeling van het plan van Gosschalk kijken of zij ook gaan doen wat zij zelf hebben gezegd dat zij zullen gaan doen.

De voorzitter:

Bent u daartoe bereid? Ja, ik zie de heer De Groot instemmend knikken.

Op verzoek van de heer Tjeerd de Groot stel ik voor zijn motie (28286, nr. 1204) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Tot slot de motie op stuk nr. 1205.

Minister Schouten:

Ja, de motie op stuk nr. 1205. Ik heb gezegd dat wij vanaf volgend jaar daarvoor capaciteit kunnen vrijmaken. Dat heeft er ook mee te maken dat op 1 oktober de brexit nog in volle omvang doorkomt, want dan is er weer een belangrijk moment in de hele brexitfase. Het lukt me dus gewoon echt niet om dat per 1 oktober te doen en daarom moet ik de motie ontraden. We hebben wel gezegd dat we het vanaf begin volgend jaar zullen gaan doen.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 1205 wordt ontraden en daar wil mevrouw Van der Plas iets over vragen.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

En als ik van 1 oktober "op zo kort mogelijke termijn" maak?

Minister Schouten:

Dan wordt het toch 1 januari. Omdat we weten dat de brexit een tijd is opgeschoven en 1 oktober best een cruciaal moment wordt, heb ik, hoewel we daar al heel veel capaciteit op hebben ingezet, capaciteit nodig om achter de hand te houden vanwege alles wat er gaat komen. Tussen 1 oktober en 1 januari zit niet zo heel veel tijd, dus de praktijk zal zijn dat het dan toch per 1 januari wordt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Oké. Ik overweeg het eventjes. Wellicht houd ik de motie aan.

Minister Schouten:

Dat is goed.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van der Plas.

Minister Schouten:

Dan zijn er nog een aantal vragen gesteld door de leden. Mevrouw Vestering had vragen over het slachttempo omlaag. Ze zei dat dat opjagen een overtreding is. Inderdaad, je mag dieren niet onder grote druk opjagen. Je mag wel zorgen dat ze doorlopen, maar er zit natuurlijk wel een verschil in hoe je dat doet, op welke manier. Dat hebben we net al besproken. Over het slachttempo heb ik gezegd dat ik daar een onderzoek naar heb lopen. Dat zeg ik ook in reactie op de vraag van de heer De Groot. Dat onderzoek loopt op dit moment. Daar zit ook een praktijktoets in. We gaan kijken hoe we dat goed onderbouwd kunnen doen, zodat we de zaken ook juridisch goed rond kunnen krijgen als zij de bandsnelheid op een bepaald tempo willen krijgen. Ik snap zijn vraag of het straks bijvoorbeeld bij Gosschalk business as usual is als zij weer opengaan en het tempo weer op het oude niveau ligt. Dat is wat mij betreft niet het geval. Wij zullen dat onderdeel in het plan dat zij aanleveren, ook beoordelen: wat is de bandsnelheid? Ik kan u zeggen dat het zeker niet zomaar terug naar af is, want daarvoor is er te veel gebeurd. We zullen daar op gaan toetsen.

De voorzitter:

Een hele korte vraag, echt een hele korte.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Kan de minister aangeven wanneer dat onderzoek naar die bandsnelheid is afgerond?

Minister Schouten:

Omdat er ook een praktijktoets in zit, wil ik dat voor het eind van het jaar naar de Kamer toesturen.

De heer Van Campen vroeg naar het cameratoezicht. Wanneer komt de evaluatie? De evaluatie komt aan het eind van de zomer. Deze Kamer heeft al een aantal onderwerpen aangedragen die ik daarin mee zal nemen.

Dat geldt ook voor zijn vraag over "three strikes out". Dan is het goed om te bepalen wat dan de strikes zijn waarop je gaat beoordelen. Hoe moet dat er precies uitzien? Dat moet ik nog wat beter doordenken, maar ik wil er graag op terugkomen in de brief naar aanleiding van de evaluatie van het cameratoezicht. Dat is dus ook eind deze zomer.

Dat was het, voorzitter.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar snelle beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik schors voor enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven