62 Visserij

Aan de orde is het tweeminutendebat Visserij (CD d.d. 30/06).

De voorzitter:

Wij gaan snel door met het tweeminutendebat Visserij, met als eerste spreker de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):

Dank, voorzitter. Vorige week hebben we uitgebreid met de minister gesproken over de visserij. Het ging voor een groot deel over pulsvisserij. De NOS had die ochtend een aantal stukken gepubliceerd waaruit bleek dat het toenmalige ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie — zo heette het ministerie van Landbouw toen — de boel echt belazerd had met pulsvisserijontheffingen. Het aantal ontheffingen werd veel te hoog ingesteld en nog twee keer kunstmatig verdubbeld; van 22 naar 42 en van 42 naar 84. En zelfs die 22 was al te veel.

Afgelopen zaterdag stond er een groot stuk in de Volkskrant, waarin nog een aantal details bekend werden. "Hoe Bleker met listen en blufpoker de vissers matste", heet het stuk. Ik schrok ervan en ik werd er kwaad van. De minister zal het ook gelezen hebben en ik kan me voorstellen dat zij daar ook boos om is geworden. Het was duidelijk dat haar ambtsvoorganger, de staatssecretaris van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, echt een hele dubieuze hoofdrol heeft gespeeld. Daarover spreekt de Partij voor de Dieren haar afkeuring uit.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit gewobde documenten blijkt dat sinds 2010 het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie het aantal pulsvisserijontheffingen verschillende malen heeft gemanipuleerd om tot een zo hoog mogelijk aantal ontheffingen te komen;

constaterende dat hiermee de wet is overtreden;

constaterende dat uit de Wob-documenten tevens blijkt dat in 2014 de nieuw aangetreden bewindspersoon hierover bewust is voorgelogen, met als doel om het aantal afgegeven pulsvisserijontheffingen op illegale wijze nog een keer te verdubbelen;

overwegende dat het ministerie met dit bedrog de vissers heeft aangezet tot het doen van onverantwoorde investeringen in pulsvisserijapparatuur;

keurt deze handelswijze af,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wassenberg.

Zij krijgt nr. 202 (29675).

Dank, meneer Wassenberg. Het woord is aan de heer De Groot, D66. Niet. Dan kijk ik verder op mijn lijstje. De heer Edgar Mulder. Ik ben blij dat u er bent. Gaat uw gang.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Voorzitter. De pulsvisserij is al kapotgemaakt en nu nog de rest van de vissers, dat lijkt het motto van deze minister, want de minister kiest voor foute clubs als Greenpeace en Natuur & Milieu. Als je complimenten krijgt van dat soort clubs, dan doe je iets niet goed.

De vissers hebben dan ook geheel terecht geen vertrouwen meer in deze minister en hebben het Noordzeeoverleg verlaten. De minister wil dat ze terugkomen, want ze zegt: dan heb je invloed. Maar op mijn vraag of de vissers nog invloed kunnen hebben op het eindresultaat, geeft de minister gewoon toe dat alles mogelijk is, als de uitkomst maar is: meer windmolenparken en minder vissers. We zijn een heel raar land geworden.

Iets anders. Bij het visserijdebat vertelde de minister dat zij een aangenomen motie, de motie-Lodders, met betrekking tot visserijvrije zones niet gaat uitvoeren, want er zou een wetswijziging nodig zijn. Maar in 2019 is het Reglement voor de binnenvisserij nu juist gewijzigd om maatwerk mogelijk te maken. En laat de motie-Lodders nu verzoeken om maatwerk … Goed nieuws, minister: een wetswijziging is niet nodig en u kunt de motie gewoon uitvoeren. Mijn collega van de SGP zal daartoe straks een enthousiasmerend en motiverend voorstel doen. We hebben niet meegetekend, maar we gaan hem van harte steunen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank. Dan zie ik dat meneer De Groot bij nader inzien toch heel graag het woord wil voeren. Aan u het woord.

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Excuus, voorzitter. Ik heb een motie en een vraag.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vispluis al jaren het meest gevonden plastic afval is op de Nederlandse stranden volgens de gegevens van landelijk strandafvalonderzoek;

constaterende dat de Europese drempelwaarde van twintig stuks per 100 meter strand nog steeds niet behaald is;

constaterende dat een ambitie is benoemd in het Ontwerp Programma Noordzee om vispluisverontreiniging aan te pakken en een onderzoek loopt naar alternatieven in het project Vispluisvrij, maar aan beide nog geen heldere agenda voor uitfasering verbonden is;

constaterende dat het zowel voor de industrie als voor de vissers belangrijk is om snel duidelijkheid te creëren over de gestelde doelen en hen te ondersteunen aan deze doelen te voldoen;

verzoekt de regering om een heldere routekaart voor de volledige uitfasering tot 2027 te formuleren, inclusief ambitieus tussendoel;

verzoekt de regering tevens om vissers en de industrie voldoende te ondersteunen in de transitie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Tjeerd de Groot.

Zij krijgt nr. 203 (29675).

De heer Tjeerd de Groot (D66):

Voorzitter. Dan een vraag over garnalenvisserij. Recent is door de NVWA aangegeven dat slecht kan worden gehandhaafd op het niet-vissen in gesloten gebieden. Zoals bekend, is dat heel slecht voor de daar aanwezige biodiversiteit of mosselbanken. Ook heeft zij aangegeven dat er wel van uit moet worden gegaan dat in alle gesloten gebieden stiekem toch wordt gevist. Dat is toch een ernstige zaak, gelet op de bescherming van onze natuur. Is de minister het met D66 eens dat hiertegen actief moet worden opgetreden voor de bescherming van de natuur en het herstel van het bodemleven? Hoe verklaart de minister dat dit zo slecht gehandhaafd kan worden? En hoe groot is dit probleem? Kan de minister dat aangeven?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan kijk ik verder op mijn lijstje. Ik zie mevrouw Van der Plas, BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Dank u wel. Ik heb één motie.

Ja, dat is ook fijn.

De voorzitter:

Dat is beter, hè?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. Het spreekgestoelte stond weleens te hoog.

De voorzitter:

Staat het nu misschien weer een beetje laag?

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Het is net als op de kleuterschool: als je ging kijken in de klas van groep acht, dan leken de tafels heel hoog. Maar als je een keer terugkomt als je 18 bent en dan gaat kijken, dan zijn het echt van die hele piepkleine tafeltjes. Nou ja, goed. Dat terzijde. Ik heb twee minuten, dus …

De voorzitter:

Ik zat te denken: ik weet niet of u diezelfde ervaring heeft als we hier over vijfenhalf jaar terugkomen. Maar we gaan het zien.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Wie weet, wie weet. Ik wilde iets zeggen, maar ik ga het niet doen. Dat gaat over mezelf, hoor. Dat doet er dus verder niet toe. Ja, ik denk: ik heb twee minuten, dus ik kan gewoon nog wat babbelen hier, hè?

De voorzitter:

U kunt van alles zeggen, inderdaad. Dat is helemaal aan u.

Mevrouw Van der Plas (BBB):

Ja. Ik heb een heel korte motie, maar wel een belangrijke.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet generiek visserijvrije zones bij vismigratievoorzieningen wil instellen;

overwegende dat het onderliggende besluit tot wijziging van het Reglement voor de binnenvisserij uitgaat van maatwerk, zodat recht gedaan kan worden aan de lokale situatie en visserij;

verzoekt de regering af te zien van een generieke instelling van visserijvrije zones bij vismigratievoorzieningen, maar in overleg met waterbeheerders te kiezen voor visserijvrije zones bij aantoonbare knelpunten voor de vismigratie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Plas, Bisschop, Boswijk en Van Haga.

Zij krijgt nr. 204 (29675).

Dank u wel.

Tot slot is het woord aan de heer Bisschop, SGP. De motie is al aangekondigd door de heer Mulder.

De heer Bisschop (SGP):

Zeker! En dat is dan nog maar één van de beide moties.

Voorzitter. Laat ik proberen om binnen de twee minuten te blijven. Ik dien als eerste de twee moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat recent een motie is aangenomen waarin gevraagd is om een praktijktoets voor de invoering van de wijziging op de controleverordening;

constaterende dat de minister de komende tijd aan de slag wil gaan om met de NVWA en de visserijsector de praktische uitvoerbaarheid nader te toetsen;

verzoekt de regering om met de visserijsector niet alleen een praktijktoets uit te voeren voor wat betreft CCTV-controle door de NVWA, maar ook een praktijktoets uit te voeren met een systeem met optische herkenning en registratie van vangsten zonder CCTV-controle;

verzoekt de regering om de Kamer per kwartaal op de hoogte te houden van de vorderingen rondom de praktijktoetsen en hoe deze resultaten in de trilogen meegenomen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bisschop en Boswijk.

Zij krijgt nr. 205 (29675).

De heer Bisschop (SGP):

CCTV-controle is een live cameracontrole.

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet het aantal dagen per zegenrecht voor de visserij op het IJsselmeer en het Markermeer wil terugbrengen van zeven naar twee;

van mening dat deze vangstreductie niet in lijn is met de motie-Bisschop (33450, nr. 88) die de regering opdraagt geen generieke reductie van vangstrechten door te voeren zolang het visstandonderzoek nog loopt en bestandsschattingen herzien moeten worden;

overwegende dat er serieuze aanwijzingen zijn dat de brasemstand wordt onderschat, terwijl met de voorgestelde reductie van dagen per zegenrecht wel het voortbestaan van de zegenvisserij in gevaar komt;

verzoekt de regering het aantal dagen per zegenrecht voor het komende visseizoen terug te brengen naar vijf in plaats van twee en daarna verder te kijken op basis van de dan beschikbare gegevens,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bisschop en Van der Plas.

Zij krijgt nr. 206 (29675).

De heer Bisschop (SGP):

Voorzitter, dank u wel. Precies binnen de twee minuten.

De voorzitter:

Heel mooi. Dank u wel. Ik schors voor enkele ogenblikken en dan gaan we luisteren naar de minister.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik geef de minister het woord.

Minister Schouten:

Dank u wel, voorzitter. De motie van de heer Wassenberg op stuk nr. 202 is een uitspraak van de Tweede Kamer. Daarvan ga ik verder geen appreciatie geven.

Dan de motie van de heer De Groot op stuk nr. 203 over het vispluis. Die kan ik oordeel Kamer geven. Wij zullen ook samen met de minister van IenW bekijken hoe we hier verder handen en voeten aan kunnen gaan geven.

Dan de motie op stuk nr. 204 over de visserijvrije zones. Er lag een motie van mevrouw Lodders die zei: geef de waterschappen een rol in het instellen van die visserijvrije zones. Daarvan heb ik gezegd dat dat een wetswijziging vereist, want de waterschappen hebben die functie nu niet. Dat is nogal een traject. Dat laat ik dan aan mijn ambtsopvolger over. Nu wordt deze motie ingediend, die vraagt om bij al die zones te gaan bekijken wat de situatie is. Om het even beeldend te maken: dan moet ik dus op honderden plekken gaan bekijken wat de visstand is. Dan moet ik gaan bekijken of daar ruimte is om maatwerk te leveren. Vervolgens moet ik daar in de handhaving dan ook nog handen en voeten aan gaan geven. Dat is nogal een klus. Ik herhaal nogmaals mijn lijn: die vismigratiepunten hebben we ook met een reden. Die zijn er om ervoor te zorgen dat die vissen goed van A naar B kunnen komen en dat ze hun weg op een gezonde manier kunnen vervolgen. Gaan vissen naast een vismigratiepunt, waar al die vissen in de file liggen, heb ik in het verleden nog weleens een wat luie manier van vissen genoemd. Misschien is dat wat prikkelend geformuleerd. Maar ik vind echt dat we op het moment dat we vismigratiepunten maken, er ook voor moeten zorgen dat vissen daar goed doorheen kunnen trekken. Dat is steeds mijn inzet geweest. Deze motie vraagt om daarbij maatwerk te leveren. Ik heb net geschetst hoeveel werk daarbij komt kijken en dat ik handhavingtechnisch niet eens zou weten hoe ik dat allemaal vorm zou moeten geven. Ik blijf deze motie dus ontraden.

De voorzitter:

Meneer Bisschop, dit is niet uw motie, toch?

De heer Bisschop (SGP):

We doen het samen, voorzitter.

De voorzitter:

Het gaat over visfiles. Een korte vraag.

De heer Bisschop (SGP):

Ik wijs de minister op de overweging, die er niet voor niets in staat: overwegende dat het onderliggende besluit tot wijziging van het Reglement voor de binnenvisserij uitgaat van maatwerk. Dan zegt de minister: dan moeten we alles in kaart brengen. Ja, dat zegt het reglement; daar gaan we van uit. De minister zegt: dat is zo moeilijk, dan gaan we toch maar generieke maatregelen nemen. Dat is dus niet zuiver. Krachtens het reglement naar maatwerk toegaan, dat is wat deze motie beoogt.

Minister Schouten:

Ik ben er steeds vrij helder over geweest dat ik van mening ben dat wij visserijvrije zones in moeten stellen daar waar er vismigratiepunten zijn. Daarover heb ik volgens mij nooit een woord Spaans gesproken. Dat weet de heer Bisschop ook. Dat is niet voor niets. Juist om ervoor te zorgen dat die vissen kunnen migreren, moeten we er ook voor zorgen dat ze daar niet allemaal weggevist worden. Vanuit het oogpunt van een eerlijk speelveld tussen alle vissers vind ik daar ook nog wel wat van, maar dat terzijde.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 204 wordt dus ontraden.

Minister Schouten:

Ik herhaal mijn punt: deze motie vraagt om dat op honderden plekken allemaal inzichtelijk te maken, onderzoek te gaan doen naar wat wel en wat niet verantwoord is, en dat ook nog eens te handhaven. Dat is een bijkomend argument om deze motie te ontraden.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 205.

Minister Schouten:

De motie op stuk nr. 205 gaat over … Even kijken, nu ben ik mijn stapeltje kwijt. Ik ben de motie kwijt, voorzitter.

De voorzitter:

Het is de motie over de trilogen en de praktijktoetsen. "Verzoekt de regering om de Kamer per kwartaal op de hoogte te houden …"

Minister Schouten:

Ja, excuus, ik heb de motie hier inderdaad. Sorry dat ik die niet bij de hand had. Die motie kan ik oordeel Kamer geven. Die zie ik ook als ondersteuning van het beleid. Ik heb eerder al aangegeven dat ik vind dat dat cameratoezicht via CCTV zorgvuldig in de praktijk onderzocht moet worden. Ik zal uw Kamer informeren over hoe dat gaat.

Dan is er nog een motie van de heer Bisschop op stuk nr. 206, over de zegenvisserij. Deze discussie loopt ook al heel lang. Toen ik net was aangetreden als minister, werd gevraagd om te bekijken wij kunnen doen om de visstand in het IJsselmeer te verbeteren. Dat was een vrij brede oproep uit de Kamer. Dat wil ik ook nog maar even terugleggen. Dat hebben wij gedaan. Wij hebben gezien dat de brasem er gewoon niet goed voor staat. Dat is in onderzoek na onderzoek aangetoond. Dan vind ik het mijn plicht, ook bestuurlijk gezien, om te zorgen dat we die visstand weer op peil krijgen. We hebben het altijd over rentmeesterschap. Als je mag leven van de rente die iets oplevert, ga je niet het kapitaal aantasten. En als wij hier zo doorgaan, dan tasten wij het kapitaal aan. Dat heeft consequenties voor de toekomstige generaties. We hebben met alle betrokkenen gekeken — want dit loopt al eventjes — waar we dan op uit zouden komen. Eerst zei WML: je zou naar nul zegenvisdagen moeten. Wij hebben uiteindelijk gezegd: we brengen het terug naar twee. Dat is eigenlijk ook in lijn met wat de Kamer mij al jaren vraagt, namelijk om hier wat aan te doen. Dat heb ik gedaan. Dus ik ontraad wederom deze motie.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 206 wordt ontraden. Mevrouw Bromet heeft daar een vraag over. Heel kort.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Voorzitter, ik heb nog nergens het woord over gevoerd …

De voorzitter:

Maar we hebben hier …

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

We mogen één vraag stellen, toch?

De voorzitter:

Ja, door de indiener van de motie. Het is dus nog strenger.

Mevrouw Bromet (GroenLinks):

Eén vraag dan. Ik heb een vraag over de vorige motie, de motie op stuk nr. 205. Daar staat in: registratie van vangsten zonder CCTV-controle. De minister geeft in haar oordeel aan dat ze altijd voor die CCTV-controle is geweest. Ik weet niet of zij zich vergist in haar oordeel?

De voorzitter:

De vraag gaat over de motie op stuk nr. 205, begrijp ik.

Minister Schouten:

Ik lees de motie zo dat u mij vraagt om ook andere opties dan CCTV mee te nemen. Ik ben niet getrouwd met CCTV. Ik wil gewoon dat er effectieve controle is. En een middel om daartoe te komen is CCTV. Ik heb gezegd dat ik daar niet tegen ben, maar ik wil wel dat we goed kijken naar de praktische uitvoerbaarheid daarvan. Het doel is om te zorgen dat we echt een effectieve, efficiënte controle van de aanlandplicht kunnen vormgeven. Daar is al het beleid op gericht. Dat kan misschien nog wel meer zijn dan CCTV. Dat weet mevrouw Bromet ook niet.

De voorzitter:

Oké. Dan zijn we daarmee aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat.

Minister Schouten:

Er ligt nog een vraag van de heer De Groot, die ik nog wil proberen te beantwoorden. Die gaat over de garnalenvisserij. Hij vroeg wat ik ervan vind dat daar overtredingen plaatsvinden. Dat vind ik echt niet acceptabel, ook vanuit het oogpunt van collegialiteit. We hebben met iedereen afspraken. Er zijn heel veel vissers die zich gewoon netjes aan de afspraken houden. Als er dan een aantal zijn die dat niet doen, vind ik dat we daar zicht op moeten hebben en dat we stappen moeten zetten als daar overtredingen plaatsvinden. Dat is in het belang van het natuurgebied, maar ook in het belang van een eerlijk speelveld ten opzichte van de andere vissers.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zullen later op de avond stemmen over de ingediende moties.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven