57 Raad Buitenlandse Zaken

Aan de orde is het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 08/07).

De voorzitter:

Ik hervat de vergadering. Aan de orde is een tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken met als eerste spreker de heer Jasper van Dijk van de SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Voorzitter. Ik ben geen sentimenteel type, maar het feit dat dit de laatste keer is dat ik hier mag staan vandaag in dit gebouw, na vijftien jaar Kamerlidmaatschap, doet me toch wel wat.

Voorzitter. Ik heb twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederlandse pensioenfondsen beleggen in bedrijven die actief zijn in de illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied;

verzoekt de regering in gesprek te gaan met deze beleggers om erop aan te dringen deze investeringen terug te trekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 2379 (21501-02).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat afgelopen jaren honderdduizenden mensen zijn overleden in Jemen, als gevolg van het oorlogsgeweld, maar ook omdat in het land door de strijdende partijen honger als wapen wordt ingezet;

overwegende dat de Kamer uitspreekt dat deze verantwoordelijken voor de inzet van honger in Jemen aangepakt dienen te worden;

verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om in EU-verband te komen tot maatregelen tegen de verantwoordelijken voor de inzet van honger in Jemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 2380 (21501-02).

De heer Jasper van Dijk (SP):

Tot slot kan ik u melden dat mevrouw Piri straks met een mooie motie zal komen inzake de Afghaanse tolken, die ik medeondertekende.

De voorzitter:

Dank aan de heer Jasper van Dijk. Er zijn al vele andere collega's die weemoedige woorden hebben gesproken vandaag. U bent zeker niet de enige.

De heer Kuzu, DENK, aan u het woord. Gaat uw gang.

De heer Kuzu (DENK):

Voorzitter. Na negen jaar hier te hebben gestaan … Nee, ik stop er direct mee. Het is te vaak gebeurd vandaag volgens mij, maar het doet me natuurlijk wel wat.

Twee moties.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Myanmarese junta zich schuldig heeft gemaakt aan mensenrechtenschendingen jegens de Rohingya;

constaterende dat de Myanmarese junta per 1 februari een staatsgreep heeft gepleegd, zichzelf met geweld in stand houdt en niemand van de oppositie spaart;

van mening dat het van belang is om de economische structuren die de Myanmarese junta in staat stelt om zichzelf te verrijken en hun kwaadaardige activiteiten door te zetten, te stoppen;

verzoekt de regering om tijdens de aankomende Raad Buitenlandse Zaken steun te vergaren voor internationale sancties, zoals het bevriezen van tegoeden en het verbieden van samenwerking, tegen economische entiteiten die aantoonbaar gelieerd zijn aan het Myanmarese leger, zoals de Myanmar Economic Corporation en Myanma Economic Holdings Limited;

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu en Piri.

Zij krijgt nr. 2381 (21501-02).

De heer Kuzu (DENK):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat landen zoals Rusland en China door middel van het beschikbaar stellen van vaccinaties aan landen in Latijns-Amerika en Afrika vergaande invloed proberen te vergaren in het geopolitieke speelveld;

overwegende dat daarmee voornamelijk in het postpandemietijdperk de invloedssferen van deze landen vergroot kunnen worden;

overwegende dat Nederland een van de koplopers is in het doneren van vaccinaties aan landen zoals Suriname en Indonesië, maar ook aan het COVAX-programma, maar dat tal van andere lidstaten hier niet aan bijdragen;

van mening dat de Europese Unie zich bewuster moet opstellen van de dreiging van het verliezen van de slag om de zogenaamde vaccinatiediplomatie;

verzoekt de regering om tijdens de volgende Raad Buitenlandse Zaken zo veel mogelijk lidstaten te bewegen om een strategie op te stellen tegen de vaccinatiediplomatie waarmee Rusland en China hun invloedssfeer proberen te vergroten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Kuzu.

Zij krijgt nr. 2382 (21501-02).

De heer Kuzu (DENK):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Brekelmans, VVD. Gaat uw gang.

De heer Brekelmans (VVD):

Dank, voorzitter. We staan aan de rand van de zomermaanden, maar voor de VVD zijn er drie uitdagingen in de buitenlandpolitiek waarop onze aandacht niet mag verslappen. Dat zijn: één, het verminderen van onze strategische afhankelijkheden van China, twee, het vinden van tegenmaatregelen tegen digitale aanvallen van Russische hackersgroepen en, drie, het voorbereiden van aanvullende sancties tegen Wit-Rusland, zeker nu ze migranten laten overvliegen uit Irak en deze inzetten als drukmiddel tegen de EU. Om het kabinet aan te sporen om op deze drie punten actie te ondernemen, dien ik de volgende drie moties in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de EU voor diverse zeldzame grondstoffen, essentiële producten en sleuteltechnologieën in hoge mate afhankelijk is van China;

constaterende dat China een agressieve strategie voert om zo snel mogelijk zelfvoorzienend te worden en afhankelijkheden van het Westen te verminderen;

overwegende dat er op nationaal en Europees niveau diverse initiatieven zijn om strategische afhankelijkheden te verminderen;

van mening dat deze initiatieven niet genoeg urgentie bevatten en dat versnelling noodzakelijk is om de strategische afhankelijkheden van China te verminderen;

verzoekt de regering te inventariseren welke opties er zijn om de afname in strategische afhankelijkheden van China te versnellen, en de Kamer kort na het zomerreces over deze versnellingsopties te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brekelmans.

Zij krijgt nr. 2383 (21501-02).

De heer Brekelmans (VVD):

De tweede motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Russische hackersgroepen grote ransomwareaanvallen uitvoeren op westerse bedrijven en instellingen;

constaterende dat deze hackersgroepen onvoldoende worden aangepakt door de Russische overheid en mogelijk zelfs worden beschermd;

overwegende dat het juridisch ingewikkeld is om een staat aansprakelijk te stellen voor het handelen van private actoren;

verzoekt de regering te inventariseren welke tegenmaatregelen (op het terrein van diplomatie en cyber) er mogelijk zijn tegen Rusland voor ransomwareaanvallen van hackersgroepen, hierbij eventuele belemmeringen en oplossingen aan te geven, en de Kamer hierover kort na het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans en Agnes Mulder.

Zij krijgt nr. 2384 (21501-02).

De heer Brekelmans (VVD):

Tot slot, de derde motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Wit-Rusland migranten laat overvliegen uit diverse landen, met name Irak, en hen vervolgens over de grens van EU-lidstaat Litouwen zet om asiel aan te vragen;

van mening dat het inzetten van migranten als drukmiddel een onacceptabele provocatie van Wit-Rusland vormt na het onlangs door de EU ingevoerde sanctiepakket;

constaterende dat het ongeveer een maand tijd heeft gekost voor de EU om het vorige sanctiepakket op stellen;

overwegende dat een duidelijke escalatieladder met sancties ontbreekt om verdere provocaties van Wit-Rusland te ontmoedigen;

verzoekt de regering binnen de EU te pleiten voor het voorbereiden van een aanvullend sanctiepakket tegen Wit-Rusland om verdere provocaties te ontmoedigen en deze snel in te kunnen zetten bij verdere provocaties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brekelmans.

Zij krijgt nr. 2385 (21501-02).

Dank u wel. Dan kijk ik naar mevrouw Piri, PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb één motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de veiligheidssituatie in Afghanistan in rap tempo verslechtert;

constaterende dat ruim 80 aanvragen van Afghaanse tolken nog in behandeling zijn terwijl zij nog in Afghanistan verblijven;

verzoekt de regering zo snel mogelijk reisvisa te verstrekken aan de resterende tolken en hun gezinnen die in aanmerking komen voor de tolkenregeling,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Piri, Jasper van Dijk, Belhaj, Van der Lee en Kuzu.

Zij krijgt nr. 2386 (21501-02).

Mevrouw Piri (PvdA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de kant van de Kamer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Per abuis stond de heer De Roon niet op de sprekerslijst. Dat ga ik herstellen. Ik geef hem bij dezen alsnog het woord, zodat hij ook kan bijdragen aan de motiehoeveelheid van vandaag. Het zijn er al meer dan 150, kan ik u vertellen. Aan u het woord.

De heer De Roon (PVV):

Ik ga u geruststellen: ik ga dat niet doen. Maar ik ga wel wat zeggen hier, namelijk het volgende.

In september 2021 hebben de Verenigde Naties de conferentie Durban IV op de rol staan. Nou had Nederland de voorgaande conferenties Durban II in 2009 en Durban III in 2011 al geboycot wegens het virulente antisemitisme en de Israëlhaat op deze bijeenkomsten. Het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië, de Verenigde Staten, Israël en Algerije hebben al aangegeven: wij gaan om die reden niet naar die Durban IV-conferentie dit najaar. Ik had de minister een paar weken geleden gevraagd om ook Nederland daar niet naartoe te laten gaan. Gelukkig kregen we gisteren aan het einde van de dag een brief van de minister: Nederland gaat inderdaad niet naar die Durban IV-conferentie, om diezelfde redenen. Ze heeft het vandaag ook bevestigd in het debat. Ik denk dat dat het enige juiste besluit is. Het is verstandig om ver te blijven van de anti-Joodse en anti-Israëlstemming die die Durbansessies, die -bijeenkomsten, kenmerkt.

Een ander punt is nog dat de geharde islamist en massamoordenaar Ebrahim Raisi de nieuwe president van Iran is geworden. Hij is als lid van de doodscommissie verantwoordelijk voor de executie van duizenden Iraanse burgers. Ik heb de minister gevraagd om de bewindslieden verre te houden van deze man. De minister heeft vandaag — ik vat het in mijn eigen woorden samen — gezegd dat de regering geen contacten heeft met deze man en ook geen plannen daartoe heeft. Ik vraag de minister om dat vooral vol te houden. Ik vraag de minister hier ook of ze haar collega's in de Raad Buitenlandse Zaken ervan wil proberen te overtuigen om eenzelfde standpunt in te nemen, want het is natuurlijk perfect als binnen de EU één lijn kan worden getrokken.

Voorzitter. Het is goed om vandaag, op de laatste dag van een Buitenlandse Zakenvergadering in dit gebouw, te kunnen constateren dat de regering op het terrein van Buitenlandse Zaken twee moreel juiste besluiten heeft genomen. We weten allemaal dat dat niet eenvoudig is, want zeker op het terrein van Buitenlandse Zaken is er een spanningsveld tussen wat ideaal is en wat reëel is. Hier staan we met beide besluiten in ieder geval aan de kant van het ideale.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan gaan wij naar de minister voor haar beoordeling van de moties. Aan u het woord.

Minister Kaag:

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. De motie op stuk nr. 2379 van de heer Van Dijk: als ik de motie zo lees dat dit een voorzetting is van al bestaand beleid voor wat betreft internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij het kabinet bedrijven oproept om zich te houden aan de richtlijnen en de eisen die door het kabinet maar ook op Europees niveau worden gesteld, dan zal ik zeker weer in gesprek gaan met deze beleggers om hen te wijzen op de imvo- en de OESO-richtlijnen. Oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 2380 van de heer Van Dijk: ook oordeel Kamer. Het vloeit ook voort uit de inzet van het kabinet. Zie ook de VN-resolutie op Nederlands initiatief betreffende conflict en honger die is aangenomen. Ook wordt sinds een aantal jaren werk verzet in de Mensenrechtenraad door de groep van experts betreffende de situatie in Jemen. We zullen dit actief meenemen; het is zeer belangrijk.

De motie op stuk nr. 2381 van de heer Kuzu en mevrouw Piri geef ik ook oordeel Kamer. Het is een belangrijk signaal. Wij gaan daarmee aan de slag. We moeten de situatie in Myanmar zo veel mogelijk zien te kantelen. Dat doen we natuurlijk ook juist door middel van sancties tegen bedrijven die aan de junta gelieerd zijn.

De motie op stuk nr. 2382 van de heer Kuzu ontraad ik, want wij zetten in op internationale beschikbaarheid van vaccins door middel van financiering, door het vergroten van de productie en ook door onze opstelling in de Wereldhandelsorganisatie. Maar het is geen concurrentie. Vanuit een contrastrategie zouden we ook landen de mogelijkheid ontnemen om zich te laten vaccineren. Uiteindelijk willen we dat de zwakste schakel ook wordt versterkt. Als landen ervoor kiezen Chinese of Russische vaccins te nemen, dan is dat aan hen. Ik denk dat wij moeten inzetten op een zo groot mogelijke beschikbaarheid van vaccins en daar zijn nog wat meters te maken.

De motie op stuk nr. 2383 van de heer Brekelmans geef ik oordeel Kamer. Na het reces informeert het kabinet uw Kamer of versnelling nodig is en welke opties er zijn voor versnelling.

In de motie op stuk nr. 2384 van meneer Brekelmans en mevrouw Mulder wordt gesteld dat Russische hackgroepen achter de ransomewareaanvallen van het afgelopen weekend zaten, en ook in het verleden. Op dit moment kunnen we dit niet met zekerheid vaststellen. We kunnen ook niet de link leggen met een statelijke actor, dat hebben we vanochtend ook besproken in het commissiedebat. Maar we zijn niet tandeloos, dit om de heer Brekelmans gerust te stellen. Er is een cybersanctieregime en cyberdiplomatie hoort er ook bij. Wij gaan erachteraan, maar gezien het dictum moet ik de motie ontraden.

De motie-Brekelmans op stuk nr. 2385 beschouw ik als een aanmoediging van het kabinetsbeleid. Ik geef deze oordeel Kamer. Er is in feite een escalatieladder, want we werken alweer aan het vijfde sanctiepakket, zoals vanochtend besproken. Ik zal de Kamer zo snel mogelijk informeren, ook tijdens het reces, wanneer dat aan de orde is. Ik begrijp de oproep van de heer Brekelmans om te handelen in anticipatie — helaas — van verdere ontregelende acties van Loekasjenko.

De voorzitter:

Er is een vraag van de heer Brekelmans over de motie op stuk nr. 2384.

De heer Brekelmans (VVD):

Dat klopt. Ik begrijp de ingewikkeldheid, omdat niet officieel is vastgesteld dat Rusland erachter zit. Als we de verwijzing naar Rusland zouden weghalen en in algemene zin spreken over hackersgroepen en in het dictum "tegen Rusland" weghalen, dus meer in algemene zin, zou de motie dan wel oordeel Kamer kunnen krijgen?

Minister Kaag:

Als ik de motie zo mag interpreteren dat u vraagt om te inventariseren of tegenmaatregelen tegen niet-statelijke actoren mogelijk zijn en, zo ja, wat dat dan behelst, dan kan het antwoord aan het eind van het reces ook zijn dat er niets mogelijk is, want dat heb ik nu gezegd. Ik vind het altijd goed om te kijken wat er nodig is, om de 360 te doen, zoals ze dat noemen, vanuit het oogpunt van veiligheid en inderdaad de toekomst.

De voorzitter:

Maar dan moet de heer Brekelmans een gewijzigde motie indienen, gezien de wijziging in het dictum, en dan krijgt deze oordeel Kamer.

De heer Brekelmans (VVD):

Ja, dat zal ik doen.

De voorzitter:

De motie-Brekelmans/Agnes Mulder (21501-02, nr. 2384) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat hackersgroepen grote ransomwareaanvallen uitvoeren op westerse bedrijven en instellingen;

constaterende dat deze hackersgroepen onvoldoende worden aangepakt door de verantwoordelijke statelijke actor en mogelijk zelfs worden beschermd;

overwegende dat het juridisch ingewikkeld is om een staat aansprakelijk te stellen voor het handelen van private actoren;

verzoekt de regering te inventariseren of en welke tegenmaatregelen (op het terrein van diplomatie en cyber) er mogelijk zijn voor ransomwareaanvallen van hackersgroepen, hierbij eventuele belemmeringen en oplossingen aan te geven, en de Kamer hierover kort na het zomerreces te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 2387, was nr. 2384 (21502-02).

Minister Kaag:

De laatste motie, op stuk nr. 2386, ondertekend door mevrouw Piri, de heer Van Dijk, mevrouw Belhaj, de heer Van der Lee en de heer Kuzu, geef ik gaarne oordeel Kamer. Ik onderstreep nogmaals ook dat het kabinet dit zo snel mogelijk wil afronden, in het kader van de veiligheid. Wij zijn ook dankbaar richting de mensen die zoveel belangrijk werk voor Nederland en hun eigen land hebben verricht.

Veel dank aan u, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:

Dank aan u voor uw snelle beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over deze moties zal ook vanavond worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven