64 Tweeminutendebat Externe veiligheid

Aan de orde is het tweeminutendebat Externe veiligheid (CD d.d. 01/07).

De voorzitter:

Ik hervat de vergadering en dan is het moment daar dat wij het laatste tweeminutendebat van dit seizoen, van dit jaar, gaan voeren. Een hartelijk welkom aan de staatssecretaris. U valt in de prijzen vanavond. Ik heb gehoord dat u vanavond ook aanwezig bent bij de stemmingen. Ik geloof dat wij straks bijna 200 moties in stemming gaan brengen, dus ik hoop dat u dat leuk gaat vinden.

Als eerste spreker staat op mijn briefje mevrouw Hagen, D66. Gaat uw gang.

Mevrouw Hagen (D66):

Voorzitter, dank. Milieucriminaliteit kost onze samenleving jaarlijks 4 miljard. Het schaadt onze gezondheid, onze natuur en ons milieu. Daarom vraag ik tijdens dit laatste debat van dit parlementaire jaar hiervoor aandacht. Daartoe een motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat milieucriminaliteit en -overtredingen zorgen voor meer dan 4 miljard euro schade per jaar;

overwegende dat met de uitvoeringsagenda vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) en het actieplan aanpak milieucriminaliteit wordt gewerkt aan een schone, veilige en gezonde leefomgeving waarbij milieuschade wordt voorkomen in plaats van achteraf hersteld;

overwegende dat de aard en omvang van het genoemde probleem onvoldoende inzichtelijk is, er geen integraal overzicht is van toezicht en handhaving en hierdoor verminderd zicht is op de effectiviteit van de aanpak;

verzoekt de regering een uniform systeem op te zetten waarmee een valide informatiebeeld ontstaat over de omvang van milieucriminaliteit en -overtredingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Hagen.

Zij krijgt nr. 191 (28089).

Mevrouw Hagen (D66):

Voorzitter. Tata Steel komt met regelmaat in het nieuws. Er is een onevenredige balans tussen een gezonde leefomgeving, de verduurzaming van de sector en werk en inkomen voor de regio.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in de provincie Noord-Holland een motie is aangenomen en breed wordt gesteund welke het Rijk oproept om op korte termijn te komen tot een haalbaarheidsonderzoek voor het FNV/Zeester-plan bij Tata Steel en vraagt geen definitief besluit te nemen over ondergrondse CO2-opslag van Tata voor de uitkomsten van dit onderzoek bekend zijn;

verzoekt de regering het aangekondigde onafhankelijke onderzoek naar de gevolgen voor gezondheid en milieu van de verschillende scenario's voor Tata Steel parallel uit te voeren aan de haalbaarheidsstudie naar het FNV-plan, en de Kamer te informeren over de uitkomsten hiervan voor het debat over Tata Steel dit najaar,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Hagen en Boucke.

Zij krijgt nr. 192 (28089).

Dank u wel. Dan is nu het woord aan mevrouw Bouchallikh van GroenLinks.

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank, voorzitter. Ook wij hebben een motie over Tata Steel, want vorig weekend bleek dat de directeur van de GGD meerdere keren persoonlijk heeft ingegrepen om ervoor te zorgen dat Tata Steel niet werd genoemd als mogelijke oorzaak van het grote aantal longkankergevallen in Beverwijk. Ook bleek dat de GGD tweemaal per jaar overleg heeft met het management van Tata Steel en dat Tata het kankerincidentierapport een dag eerder kon inzien. Wat mij hier ontzettend bij raakt, zijn de omwonenden. Ik ben onlangs bij hen op bezoek geweest en zij vragen zich af wat de sterke lobby van Tata Steel voor gevolgen heeft gehad voor andere rapporten en het handhavingsbeleid dat daaruit voortvloeide. Hoe kunnen we garanderen dat hun gezondheid altijd boven economische belangen staat?

Wij hebben hier al schriftelijke vragen over gesteld en gelukkig wordt er ook al een onafhankelijk onderzoek gedaan naar de totstandkoming van dit specifieke GGD-rapport. Wij denken echter dat het belangrijk is om op korte termijn breder te kijken naar de invloed van Tata Steel om te kijken of sprake is geweest van dit soort situaties op meerdere niveaus en om het vertrouwen van de omwonenden te herstellen, wat ontzettend nodig is. Dit is inderdaad beleidsoverstijgend — daar hebben we het eerder over gehad, ook in de commissiedebatten — maar wij willen toch graag deze motie indienen. Die luidt als volgt.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er wantrouwen is ontstaan in de overheid wegens het incident waarbij de naam van Tata Steel moedwillig uit een kankerincidentierapport van de GGD Kennemerland is geschrapt;

constaterende dat er een onafhankelijk onderzoek is aangekondigd naar de totstandkoming van dit rapport, maar dat dit voorval tevens voor veel wantrouwen heeft gezorgd bij omwonenden over de betrouwbaarheid van andere rapporten en het daaruit voortvloeiende handhavingsbeleid;

overwegende dat Nederlandse burgers erop moeten kunnen vertrouwen dat de overheid hun gezondheid te allen tijde boven economische belangen stelt;

verzoekt de regering om een onafhankelijke commissie in te stellen die onderzoek doet naar de invloed van Tata Steel op de gezondheidsrapporten en het handhavingsbeleid van de overheid en overheidsdiensten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Bouchallikh, Van Esch en Beckerman.

Zij krijgt nr. 193 (28089).

Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):

Dank.

De voorzitter:

Dank. Tot slot is het woord aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Dank u, voorzitter. Ik heb drie moties, dus ik ga ze snel voorlezen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de ILT-rapportage uit 2018 laat zien dat in Nederland op grote schaal kankerverwekkende stoffen worden weggemengd in brandstoffen;

constaterende dat dit, zoals de sector zegt, "op specificatie brengen" van brandstoffen slechts is toegestaan omdat voldoende beschermende normen op open zee en in West-Afrika ontbreken;

constaterende dat de TNO-rapportage uit 2021 laat zien dat de in Nederland gemengde brandstoffen gezondheidsschade en milieuschade veroorzaken in Afrika;

van mening dat het onwenselijk is dat gevaarlijk afval wordt weggemengd in brandstoffen;

verzoekt de regering te onderzoeken met welke (nationale) juridische middelen een einde kan worden gemaakt aan deze wegmengpraktijken, bijvoorbeeld door een minimumnorm op te stellen voor brandstoffen die geëxporteerd worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 194 (28089).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat niet onderzocht is welke grondstoffen vereist zijn voor een echt duurzame transitie van industriecomplex Chemelot;

constaterende dat de regering voornemens is ruim 1 miljard euro te besteden aan het aanleggen van nieuwe buisleidingen naar Chemelot;

spreekt uit dat het onwenselijk is om de groei van plasticfabrieken of kunstmestfabrieken te subsidiëren;

verzoekt de regering, voordat een besluit genomen wordt over de buisleidingen naar Chemelot, te onderzoeken welke bedrijven met welke grondstof in welk volume thuishoren bij een echt duurzaam industriecomplex,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 195 (28089).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Mijn laatste motie, voorzitter.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Tata Steel gebruikmaakt van verouderde installaties en dat deze een negatief effect hebben op het milieu en de gezondheid van omwonenden;

constaterende dat de in 1972 gebouwde Kooksfabriek 2 al lang over de levensduur heen is;

overwegende dat de wanden van de oven lekken bij productie;

overwegende dat Kooksfabriek 2 een bron van veel geuroverlast en uitstootoverlast is, en zelfs flinke gezondheidsschade oplevert;

verzoekt de regering om nog dit jaar de sluiting van Kooksfabriek 2 te eisen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Esch.

Zij krijgt nr. 196 (28089).

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Volgens mij, voorzitter, spreek ik hiermee mijn laatste woorden uit in deze zaal van de Tweede Kamer, en dien ik hierbij in deze zaal echt de laatste moties in, althans voorlopig.

De voorzitter:

Jazeker. Helemaal.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Nou, bij dezen.

De voorzitter:

Dit is een historisch moment.

Mevrouw Van Esch (PvdD):

Volgens mij ook, hè. Dat is het! Ik ga de moties dan nu maar indienen.

De voorzitter:

Dient u ze maar in. Dank.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken. Daarna gaan wij luisteren naar de antwoorden van de staatssecretaris.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Wij gaan snel luisteren naar de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 191 van mevrouw Hagen: ik sta achter de intentie van de motie, maar het is niet zo dat er geen enkele informatie over de overtredingen bij Brzo-bedrijven bekend is. Dat wil ik wel eventjes rechtzetten. Dat heb ik ook in het debat gedaan. De Staat van de Veiligheid biedt hierover namelijk informatie. Het is een terecht aandachtspunt geweest in het rapport van de Rekenkamer: is er voldoende? Nogmaals, ik sta achter de intentie van de motie. Ik ga aan de slag om te komen tot een goed werkend systeem waarin het eenvoudiger is om de verschillende data van verschillende instanties te monitoren en te analyseren. Hierdoor wordt het ook eenvoudiger om gegevens over de omvang en aard van milieuovertredingen en criminaliteit te verstrekken, want in de inspectieview zit niet altijd criminaliteit. Dat is dus wel een punt dat eraan wordt toegevoegd. Het is helaas niet haalbaar om voor het eind van het jaar zo'n totaalsysteem goed op te zetten. Maar goed, de motie vraagt om een uniform systeem en daarom kan ik haar oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 191 krijgt oordeel Kamer. Dan de motie op stuk nr. 192.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

De motie op stuk nr. 192 vraagt om een onafhankelijk onderzoek parallel aan de haalbaarheidsstudie van het FNV-plan uit te laten voeren en de Kamer voor het debat in het najaar te informeren. Ik werk met partijen om dat onderzoek zo snel mogelijk te laten uitvoeren. Het is wel afhankelijk van de haalbaarheidsstudie, dus deels kan het parallel, maar niet volledig, omdat we de invulling van de haalbaarheidsstudie nodig hebben om vervolgens de effecten ervan te kunnen beoordelen. Wat betreft de vraag of ik het voor het debat kan leveren: dat is afhankelijk van wanneer u het debat plant. Op 9 september zal het nog niet gereed zijn. Ik zie het als een inspanningsverplichting om het zo spoedig mogelijk te doen, maar daarmee geef ik uw Kamer ook in overweging om het debat zo te plannen dat het rapport kan worden meegenomen. Ik zal het zo snel mogelijk doen. Daarmee laat ik het oordeel over aan de Kamer. Een inspanningsverplichting, zo snel mogelijk, maar wel een winstwaarschuwing: 9 september zal niet lukken.

Dan de motie op stuk nr. 193. Die moet ik ontraden. Recent is er een rapport van de Rekenkamer geweest. Er is gekeken naar de handhaving en in het rapport zijn kritische noten gekraakt. Daar wordt ook opvolging aan gegeven. Maar het andere onderzoek is de verantwoordelijkheid van VWS. Daar wordt nu onderzoek naar gedaan, dat erkent mevrouw Bouchallikh ook, maar eigenlijk gaat deze motie ervan uit dat er dingen uitkomen die een follow-up moeten krijgen. Dat vind ik te zijner tijd aan mijn collega van VWS om te beoordelen. Ik kan er nu niet op vooruitlopen. Ik snap het punt dat u wilt maken. Als er echt iets aan de hand is, vind ik dat daar serieus naar moet worden gekeken, maar dat moet u dan op dat moment met de collega van VWS bespreken. Daarom ontraad ik deze motie.

Dan de motie op stuk nr. 194 van mevrouw Van Esch. Daarover zijn ook Kamervragen ingediend. Ik ben bereid om alle juridische mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart te brengen. Ik zal dit meenemen in de beantwoording van de Kamervragen. Ik vraag haar dus om deze motie aan te houden.

De voorzitter:

Bent u daartoe bereid, mevrouw Van Esch? Dat is zij.

Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (28089, nr. 194) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dank u wel, voorzitter.

Dan de motie op stuk nr. 195. Enerzijds is het niet aan mij om te bepalen welke grondstoffen thuishoren in een duurzaam industriecomplex. Het bedrijfsleven is zelf verantwoordelijk voor een duurzame ontwikkeling van de eigen productie. Deze motie moet ik dus ontraden.

Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 196: verzoekt de regering om nog dit jaar de Kooksfabriek te sluiten. Staal maken mag in Nederland, maar dan moet je je wel aan de regels houden en dat geldt ook voor Tata. Dat is waar wij op sturen, op die regels, en niet op een individueel onderdeel van een fabriekscomplex. Maar ik begrijp heel goed de zorgen die hierover zijn en daarom ben ik ook blij met de alternatieve plannen die er zijn. Nogmaals, daarom laat ik ook de gezondheidseffecten parallel daaraan doorrekenen, ook als toezegging na mijn werkbezoek aan de bewoners daar die mij over hun omstandigheden hebben verteld. Dat heeft me geraakt. Ik hoop dat ik met dit onderzoek recht kan doen aan hun zorgen.

De voorzitter:

Dus ...

Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:

Dus ik ontraad deze motie, voorzitter. Dank dat ik in het laatste debat bij de laatste motie op de laatste avond in dit huis, waar ik zelf ook met veel plezier heb gewerkt, het met u over het milieu mocht hebben, waarvoor ik me met veel plezier heb ingezet in dit huis. Het was een eer om met u het parlementaire jaar af te sluiten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zien u straks nog terug bij de stemmingen, die zullen plaatsvinden om 00.00 uur. Dit was inderdaad het laatste debat. We zullen vanavond de deuren hier dichttrekken. Maar eerst hebben we om 23.15 uur beneden in de Statenpassage een kort afscheid van het Binnenhof met z'n allen en een fotomoment. Ik schors de vergadering tot 00.00 uur.

De vergadering wordt van 23.10 uur tot 00.03 uur geschorst.

Naar boven