Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 99, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 99, item 9 |
Aan de orde is het tweeminutendebat Openbaar vervoer en taxi (CD d.d. 19/05).
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Openbaar vervoer en taxi. Een hartelijk woord van welkom aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Ik begrijp dat de staatssecretaris aan het eind van deze dag nog even terugkomt — dat hebben we goed voor u weten te plannen — en dat zij dan ook nog eens even bij de stemmingen gaat zitten. Namens de gehele parlementaire democratie gefeliciteerd met het feit dat u geschiedenis gaat schrijven. We hebben tien sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste is de heer Van Baarle van de fractie van DENK. Ik vertel nog even dat we het neo-kerstregime hebben. Daarom is er in de termijn van de Kamer geen mogelijkheid tot interrumperen. Het woord is aan de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank u wel, voorzitter. Drie punten. Het eerste punt is tijdens het commissiedebat uitgebreid gewisseld, namelijk de kwestie van taxichauffeurs in coronatijd. Het gaat om de problemen die taxichauffeurs in de coronatijd met steunmaatregelen hebben ervaren, maar gewoon ook om de moeilijke situatie die er was. Er zijn een aantal signalen overgebracht aan de staatssecretaris. Ik wil haar graag vragen wat zij voornemens is om met dit punt te doen in de toekomst.
Dan nog twee moties. Mijn eerste motie gaat over vervoersarmoede.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het CBS een indicator voor vervoersarmoede heeft opgesteld op basis van twee gemeenten;
van mening dat mobiliteit een basisbehoefte is die voor iedereen gegarandeerd moet zijn;
verzoekt de regering om op basis van de opgestelde indicator voor vervoersarmoede een breder onderzoek te doen naar waar, onder welke groepen en in welke mate vervoersarmoede voorkomt in Nederland,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Baarle (DENK):
Hier is tijdens het commissiedebat al een toezegging op gegeven. Hier geven we met deze motie wat richting aan.
Voorzitter. Tot slot de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Rotterdamse lokale vervoersbedrijf als gevolg van de coronacrisis bezuinigt op de sociale veiligheid in het openbaar vervoer en dat hierdoor een derde minder toezichthouders worden ingezet;
overwegende dat branchevereniging OV-NL eerder de bredere zorg uitte over bezuinigingen op sociale veiligheid in het ov;
verzoekt de regering om te inventariseren in hoeverre vervoersbedrijven als gevolg van de coronacrisis bezuinigen op de sociale veiligheid in het ov en welke effecten dit zou kunnen hebben op de objectieve en subjectieve veiligheid in het openbaar vervoer;
verzoekt de regering tevens, daar waar de objectieve en subjectieve veiligheid onder druk zou kunnen komen te staan, zich ervoor in te zetten dat er compenserende maatregelen worden genomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Baarle (DENK):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Geurts van de fractie van het CDA.
De heer Geurts (CDA):
Voorzitter. Eén motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de coronapandemie grote financiële gevolgen heeft voor vervoersbedrijven;
overwegende dat vervoerders in het openbaar vervoer, samen met de rijksoverheid en de lokale overheden, op dit moment werken aan transitieplannen voor het openbaar vervoer;
constaterende dat vervoersbedrijven in juli aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat rapporteren hoeveel budget zij vanaf 2022 nodig hebben om maatschappelijk verantwoord openbaar vervoer in stand te houden;
constaterende dat in bijna alle transitieplannen regionale buslijnen gaan verdwijnen;
overwegende dat goed openbaar vervoer van cruciaal belang is voor de leefbaarheid in de regio en vergrijzing in de regio tegengaat;
verzoekt de regering de verschraling van het openbaar vervoer in de regio tegen te gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dank u wel. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Bouchallikh van de fractie van GroenLinks.
Mevrouw Bouchallikh (GroenLinks):
Voorzitter. Vandaag geen motie, wel een vraag, naar aanleiding van wat zorgen die we hebben. Bij het commissiedebat hebben we het uitgebreid gehad over de beschikbaarheidsvergoedingen. We zijn echt heel blij dat die zijn verlengd tot september 2022. Dat is heel fijn, want het was ook voor ons een belangrijk punt bij het debat. Wij krijgen echter signalen dat sommige ov-bedrijven alsnog bepaalde buslijnen schrappen. Corona wordt daarbij als reden genoemd. Een concreet voorbeeld is Brabant. Daar hebben onze lokale GroenLinksfracties samen met Lokaal FNV en DWARS een petitie gestart. We willen natuurlijk niet dat dit gaat gebeuren. Minder busritten betekent ook minder bereikbaarheid en meer vervoersarmoede. Het zou dus erg jammer zijn als ondanks de beschikbaarheidsvergoedingen alsnog busritten worden geschrapt. We willen de staatssecretaris graag vragen om te inventariseren in hoeverre hier echt een grootschalig probleem aan de orde is. Wanneer dit geen probleem is, zijn we heel blij. Daarom heb ik ook geen motie. Blijkt er wel een probleem te zijn, dan moet dit natuurlijk worden aangepakt. Ik heb dus de volgende vraag: is de staatssecretaris bereid om deze inventarisatie te doen en actie te ondernemen wanneer er onnodig ov-diensten worden afgeschaald?
Dat was het. Dank u wel.
De voorzitter:
Heel goed. Dank u wel. Dan de heer Alkaya van de fractie van de SP.
De heer Alkaya (SP):
Dank u wel, voorzitter. We hebben een goed debat gehad. Ik heb geen vragen meer, wel nog één motie. Een van de onderwerpen die ik heb aangesneden — de fractie van DENK begon daar ook al over — betreft natuurlijk de taxichauffeurs maar ook de oneerlijke concurrentie die zij ondervinden van Uber, bedrijven als Uber.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de staatssecretaris onderzoek gaat verrichten naar de gesteldheid van de taxibranche;
overwegende dat Uber regelmatig negatief in het nieuws komt omtrent ontwijking van belastingen en ontduiking van de taxi-cao;
verzoekt de regering de naleving van belasting- en werkgeversverplichtingen mee te nemen in het aangekondigde onderzoek;
verzoekt de regering tevens in gesprek te gaan met alternatieven voor platforms als Uber, zoals taxicoöperaties, en die waar mogelijk te ondersteunen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Dank u wel. Dank ook voor uw beknoptheid. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Boulakjar van de fractie van D66.
De heer Boulakjar (D66):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb geen motie en ook geen vraag, maar ik dacht: ik ga hier toch nog één keer staan nu het nog kan. Ik wil hierbij een compliment uitdelen aan het ov-personeel, dat ons in de coronacrisis mobiel heeft gehouden, in beweging heeft gehouden. Dat compliment wil ik geven, maar ook een compliment aan de staatssecretaris voor het doorzetten van de afspraken over de beschikbaarheidsvergoeding. Dank u wel.
De voorzitter:
Bij dezen. Tot zover de termijn van de Kamer. Kan de staatssecretaris meteen antwoord geven? Nee? Ik schors voor drie minuten.
De vergadering wordt van 12.36 uur tot 12.42 uur geschorst.
De voorzitter:
Het woord is aan de staatssecretaris. Nogmaals, we hebben het neo-kerstregime vandaag, dus alleen interrupties meteen na een motie en alleen door de eerste indiener van de motie. Het woord is aan de staatssecretaris.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Dank u wel, voorzitter. Meneer Van Baarle had de vraag gesteld: wat gaan we doen met de signalen in de sector? Ik heb in het commissiedebat op 19 mei toegezegd om een onderzoek te laten uitvoeren. Wat ik wil doen, is op basis van objectieve data een "foto" laten maken van de financiële situatie van taxichauffeurs en -ondernemers als gevolg van corona. We gaan dit breed doen. Delen daarvan liggen dan ook buiten mijn eigen mandaat. Daarvoor ben ik afhankelijk van andere partijen, zoals de collega's van Financiën en SZW. De afstemming met hen vergt nog wat tijd, maar het is juist belangrijk dat we het taxiverhaal eens in de breedte bekijken. Dat was ook onderdeel van de discussie die we hadden. "Omdat het versnipperd is", verzuchtte u in dat debat. We willen dat nu bij elkaar brengen, maar dat vraagt dus nog enige afstemming. Ik zal u direct na het zomerreces informeren over de contouren van het onderzoek en u krijgt de resultaten voor het einde van dit jaar. Ik betrek ze natuurlijk vervolgens ook bij de bredere evaluatie van de Taxiwet die al voorzien is. Dat ten aanzien van de vraag.
Dan de moties. We hebben een heel goed debat gehad. Daar refereerden de Kamerleden ook aan. Sommige van de moties lopen vooruit op de uitkomst van een toezegging die ik daar heb gedaan. Ik begrijp dat goed, maar ik ga toch verzoeken om aanhouding. Die waarschuwing vooraf geef ik u maar alvast. Dat geldt bijvoorbeeld voor de motie op stuk nr. 756. Ik verzoek om die aan te houden. Ik heb in het commissiedebat inderdaad toegezegd eind van het jaar met een reactie te komen op de onderzoeken van het CBS en het PBL over vervoersarmoede die in het najaar gepubliceerd worden. Ik wil even kijken wat daaruit komt en welk beeld we dan nog missen. Dan kunnen we altijd aanvullend onderzoek doen. We zullen daarbij zeker de gesuggereerde punten in het achterhoofd houden, maar ik kan er nog niet op vooruitlopen. Daarom verzoek ik om de motie aan te houden.
De voorzitter:
Maar dat gebeurt vooralsnog niet, dus ik wil een oordeel hebben.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Dan moet ik haar nu ontraden, omdat ze vooruitloopt. Ik wil niet op voorhand dubbel werk gaan doen. Ik vind het heel sympathiek en dat weet de heer Van Baarle ook. Daarom heb ik dat onderzoek ook toegezegd. Maar we moeten het wel een beetje netjes volgens de regels van de kunst met elkaar blijven doen.
De voorzitter:
Ja. De motie op stuk nr. 757.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
De motie op stuk nr. 757 gaat over bezuinigen op sociale veiligheid. Hier is voor een deel sprake van een misverstand. De zorgen, bijvoorbeeld in Rotterdam, over die sociale veiligheid waren gebaseerd op de situatie voordat de beschikbaarheidsvergoeding voor 2022 bekend was. Toen zijn er transitieplannen gemaakt die uitgingen van geen financiële ondersteuning. Dat moesten die bedrijven wel, want de zekerheid was er nog niet. Die zekerheid is er nu wel. Daarom zou ik er niet van uit willen gaan dat het zo is. Nu bekend is dat er ook in 2022 een beschikbaarheidsvergoeding ov zal zijn, hebben we met alle partijen afgesproken dat zij hun transitieplannen zullen actualiseren. De uitkomsten daarvan krijgt u in het najaar, zoals ik in het debat heb toegezegd. Natuurlijk monitoren we daarnaast de ontwikkelingen van de objectieve en subjectieve sociale veiligheid ook periodiek. Ook deze motie loopt dus vooruit op conclusies die nu nog niet te trekken zijn, maar het is wel een belangrijk onderwerp. We verzoeken ook deze motie aan te houden.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de heer Van Baarle. Anders wil ik een appreciatie van u.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik ben in een heel constructieve bui. Laten we ze inderdaad even aanhouden en afwachten wat eruit rolt op latere termijn.
De voorzitter:
Heeft u het over motie op stuk nr. 756 of die op stuk nr. 757?
De heer Van Baarle (DENK):
Dit gaat zowel om de motie op stuk nr. 756 als die op stuk nr. 757.
De voorzitter:
Helder.
Op verzoek van de heer Van Baarle stel ik voor zijn moties (23645, nrs. 756 en 757) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Veel dank. Dat is inderdaad precies in de geest van de constructieve sfeer in het debat. Die zetten we dan verder mooi voort.
Voorzitter. Ook voor motie op stuk nr. 758 zou ik dat dus willen vragen. In het kader van de Beschikbaarheidsvergoeding 2022 heb ik reeds met de sector afgesproken dat het ov niet verschraald wordt. Sterker nog, als een van de letterlijke voorwaarden voor uitkering van de Beschikbaarheidsvergoeding Openbaar Vervoer 2022 is in de afspraken met de vervoerders opgenomen dat het vervoer gelijkwaardig moet zijn aan datgeen er in 2019 werd aangeboden. Anders krijgen ze gewoon hun geld niet, zeg ik maar even simpel. Dus dat lijkt me een goede stok achter de deur. Dat is wat anders — dat is misschien ook de vraag van mevrouw Bouchallikh — dan dat er nooit ergens een optimalisatie plaats zou mogen vinden. En 100% garantie dat er nooit ergens een bus zal verdwijnen, was er voor corona niet en die is er nu ook niet. Dat wil ik ook in eerlijkheid zeggen. Maar die gelijkwaardigheid en die hoogwaardigheid hebben we natuurlijk juist zo ingericht in de Beschikbaarheidsvergoeding OV om te voorkomen dat er een disproportionele kaalslag zou zijn, bijvoorbeeld op het platteland, waar de heer Geurts terecht aan refereert. Dus ik snap zijn zorgpunt. We moeten bij de nieuwe transitieplannen ook goed monitoren hoe het uitpakt. Daarom niet een ontrading, maar een verzoek om de motie aan te houden, zodat we wel met elkaar hier de blik erop blijven houden. Dan informeren we in het najaar over de vervoersplannen en hebben we een reëel beeld.
De heer Geurts (CDA):
Ik snap dat het nooit 100% kan blijven, maar als we hier geen statement maken, dan wordt het wel heel makkelijk gemaakt om buslijnen te schrappen et cetera. Dus ik breng de motie wel in stemming.
De voorzitter:
Dan is de motie ontraden.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Ik snap de heer Geurts daarin ook, hoor. Dat is de hele reden waarom we de Beschikbaarheidsvergoeding Openbaar Vervoer hebben opgesteld. Ik zou alleen geen recht doen aan de afspraken die ik heb gemaakt en het vertrouwen dat ik ook heb in de verantwoordelijkheid die de concessieverleners in de regio nemen, door nu te zeggen: ik vind dat de Kamer daar maar een uitspraak over moet doen. Dat is de reden waarom ik verzoek om de motie aan te houden: vanuit mijn vertrouwen in de zorgvuldige afweging die ook in de regio gemaakt kán worden, nu er geld is.
De voorzitter:
De heer Geurts gaat de motie niet aanhouden. Dan is die dus ontraden.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Ja, omdat ik het signaal niet wil afgeven dat de decentrale overheden hun verantwoordelijkheid daar niet in nemen. Maar ik deel wel het feit dat het gewenst is dat het niet gebeurt. Dat delen we allemaal.
Voorzitter. De motie op stuk nr. 759 verzoekt de regering om coöperatieve taxi-initiatieven te ondersteunen. Ik vind het heel goed om te zien dat de taxibranche zich op verschillende manieren organiseert. Dat leidt tot een breder aanbod. Het taxibeleid gaat uit van een vrije markt, gestuurd door vraag en aanbod. Zolang er voldaan wordt aan de wettelijke voorwaarden, mag iedereen taxivervoer aanbieden. Ik zie in de motie eigenlijk twee delen. "Verzoekt de regering de naleving van belasting- en werkgeversverplichtingen mee te nemen in het aangekondigde onderzoek": dat kan ik doen in overleg met mijn collega's in het onderzoek dat ik al in gang heb gezet in reactie op de heer Van Baarle. Maar het tweede verzoek kan ik niet doen. Dus als u de motie integraal indient, moet ik haar ontraden. Als u het tweede verzoek schrapt, zou ik de motie oordeel Kamer kunnen geven. Wat wel zo is, is dat ik voornemens ben volgend jaar de werking van de Taxiwet te evalueren in de breedte. Dan zal natuurlijk ook naar deze aspecten gekeken worden. Maar dit is mijn oordeel op dit moment over deze motie.
De voorzitter:
De heer Alkaya, het verlossende woord.
De heer Alkaya (SP):
De motie spreekt natuurlijk aan alle kanten uit dat wij Uber willen ontmoedigen en alternatieven willen stimuleren. Er zijn subsidiemaatregelen voor allerlei sectoren in de private sector. Ik vraag eigenlijk om iets soortgelijks, om met die partijen in gesprek te gaan en ze waar mogelijk te ondersteunen. Dat zou in de vorm van een subsidie kunnen zijn of door partijen bij elkaar te brengen. Dat hoort wel bij elkaar, dus ik wil het zo houden.
De voorzitter:
Dus u dient de motie gewoon in ter stemming?
De heer Alkaya (SP):
Ja. Het staat de staatssecretaris natuurlijk vrij om het eerste verzoek sowieso al over te nemen.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Het eerste verzoek ga ik sowieso doen. Dat is geen enkel probleem, maar dat tweede verzoek ligt niet bij mij. De ondersteuning van coöperatievorming in het mkb ligt bij de collega van EZK. Ik kan haar wel vragen om op dat deel van het verzoek te reageren. Als zij daar niet positief op reageert, is de motie om die reden ontraden. Maar de eerste elementen zal ik zeker met de collega bespreken om te zien of die onderdeel uit kunnen maken van dat onderzoek ...
De voorzitter:
Prima.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
... maar dat zullen we zien. Ik ontraad de motie in deze vorm.
Voorzitter. Er was nog een vraag van mevrouw Boulakjar. Ik hoop dat ik daarop geantwoord heb. Ik heb de letterlijke tekst er nog even bij gepakt, over de voorwaarden voor aanpassing van de vervoersconcessie. Er staat: "De concessiehouder voert in de subsidiabele periode een met de ontvanger overeengekomen dienstregeling uit met inachtneming van de kabinetsrichtlijnen voor het openbaar vervoer. Vervoerders optimaliseren de dienstregeling door het aanbod aan te passen aan de vraag, zonder dat de beschikbaarheid en veiligheid van het regionaal openbaar vervoer daar op termijn onder lijdt." Dat is de heldere randvoorwaarde die we hebben meegegeven. Dat zeg ik ook nog even tegen de heer Geurts. Dat is het kader waarin de decentrale overheden hun afweging gaan maken.
De voorzitter:
Ik denk dat uw antwoord richting mevrouw Bouchallikh was.
Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer:
Jazeker. Maar dat had ik ook al een beetje meegenomen in een eerder antwoord.
Samen met de heer Boulakjar wil ik inderdaad graag complimenten uitdelen aan de ov-sector, want die heeft het alles bij elkaar fantastisch gedaan in moeilijke omstandigheden.
De voorzitter:
Dank u wel. Dank aan de staatssecretaris.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Vanavond laat stemmen wij over deze moties, in aanwezigheid van de staatssecretaris zelf. Mooier kan het niet. Ik schors een halfuur voor de lunch en daarna gaan we stemmen. We stemmen om 13.20 uur en daar zijn we wel even zoet mee.
De vergadering wordt van 12.51 uur tot 13.21 uur geschorst.
Voorzitter: Bergkamp
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20202021-99-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.