3 Aanbieding van de jaarverslagen van de Nationale ombudsman, de Veteranenombudsman en de Kinderombudsman

Aan de orde is de aanbieding van de jaarverslagen van de Nationale ombudsman, de Veteranenombudsman en de Kinderombudsman.

De voorzitter:

Ik verzoek de Nationale ombudsman plaats te nemen in vak-K. Ik heet de Nationale ombudsman, de heer Van Zutphen, van harte welkom. Ik ben u zeer dankbaar dat u bereid bent gevonden persoonlijk het jaarverslag over uw werkzaamheden over het afgelopen jaar hier in de Kamer aan te bieden.

Zoals u weet, bevinden we ons in een bijzondere omstandigheid. Desalniettemin bent u er, zoals gebruikelijk. Normaal komt de Kinderombudsman, maar ook de substituut-ombudsman mee. Zij zaten vaak in de Voorzittersloge. Ze zijn er helaas niet in verband met die bijzondere omstandigheden, in verband met het coronavirus, maar ik zou ze nu alvast hartelijk willen bedanken en ik hoop dat u deze dank aan hen kunt overbrengen.

In het jaarverslag, dat meestal begin april door de Nationale ombudsman aan de Kamer wordt aangeboden, wordt verantwoording afgelegd over de belangrijke maatschappelijke functie die de Ombudsman vervult door op te komen voor mensen die vastlopen in onze samenleving en geeft hij inzicht in hoe het overheidsbeleid in de praktijk van alledag bij burgers aankomt.

Het feit dat de plenaire zaal nu niet meer vol is zoals vroeger, betekent niet dat er van de zijde van de Kamer minder belangstelling is voor het werk dat de Nationale ombudsman verricht. Integendeel, voor het werk van een volksvertegenwoordiger kan dit verslag zeer nuttig zijn.

Ik geef nu het woord aan de Nationale ombudsman.

De heer Van Zutphen:

Mevrouw de voorzitter, dank voor de bijzondere mogelijkheid om hier vandaag in uw midden, zoals u het net schetste, het verslag over 2019 aan te bieden. Ik zal wat u zei over de collega's graag aan hen overbrengen en ik weet mij verzekerd van hun morele support. Zij kijken nu vast via de livestream naar wat wij hier vertellen en wat we met elkaar bespreken.

Bijzondere tijden vragen ook om bijzondere aandacht van de ombudsmannen voor wat nu in Nederland gebeurt.

Ik val maar meteen met de titel van het rapport in huis. Dat heet: Regel regie! Dat was al gekozen nog voordat we in deze crisis terechtkwamen. Als we kijken naar 2019 zien we dat veel mensen in Nederland, veel burgers, vragen om regie, te voeren door de overheid, maar ook heel vaak vragen om faciliteiten bij de overheid waardoor ze hun eigen regie over hun eigen leven kunnen leiden en voeren.

Het onderwerp heeft, zeker ook door de crisis, op geen enkele wijze aan belang ingeboet. Ik zou bijna zeggen: integendeel. Ik mag u zo meteen het derde gezamenlijke jaarverslag overhandigen van de Kinderombudsman, de Veteranenombudsman en de Nationale ombudsman. Het is op die manier — drie keer is scheepsrecht — nu al een traditie geworden. Ik vind het heel fijn dat dat zover is.

Eerdere rapporten van onze jaarverslagen hadden titels als Burgerperspectief: een manier van kijken; Natuurlijk verbinden, daar gaat het om; Wie niet past, loopt vast en — vorig jaar — Iedereen moet mee kunnen doen. Dat geldt eigenlijk nu, in deze bijzondere tijden, nog eens temeer.

Maar nu dus: Regel regie! Veel burgers, jongeren, kinderen, veteranen, hebben de overheid meer dan ooit nodig, nu, maar vooral straks, zou ik daarbij willen onderstrepen. Nu, in deze crisis, maar straks als de crisis voorbij is en iedereen weer opkrabbelt en kijkt "waar ben ik nu terechtgekomen". In de zeer nabije toekomst verwachten wij dan ook zeker dat meer burgers naar de ombudsman zullen komen, hetzij naar mij als Nationale ombudsman of naar de lokale en gemeentelijke ombudsmannen zoals die ook in Nederland functioneren. Ik denk dat wat burgers ons gaan zeggen, niet erg verschilt van wat wij vorig jaar, rondom het congres dat wij in oktober 2019 organiseerden, van burgers hebben gehoord. Zij verwachten een eerlijke, begripvolle en simpele overheid.

Om zelfredzaam te zijn, heb je de overheid en regie nodig. Die regie moet worden geregeld. Jongeren, studenten en scholieren in onze samenleving zullen in de komende tijd, nu perspectief op onderwijs verdwijnt en ook moeilijk zal worden teruggevonden, maar ook doordat studenten in financiële moeilijkheden komen doordat bijbaantjes niet kunnen worden uitgevoerd, de overheid en ook de Ombudsman heel hard nodig hebben.

Datzelfde geldt voor mantelzorgers. Miljoenen mensen in Nederland helpen bij de regie van mensen die dat nodig hebben. Hun taak om hun naasten bij te kunnen blijven staan, betekent dat de overheid ook daar de rol moet pakken die nodig is.

Vluchtelingen en migranten vragen om regie om de bescherming en het verblijf dat we ze willen toestaan, te realiseren.

Alleenstaande ouderen — we kennen de voorbeelden van wat er aan de hand is, bijvoorbeeld in de verpleeghuizen, uit de kranten en de media — vragen vaak bescheiden om regie door de overheid. Voor die mensen is dat ook nog eens extra moeilijk. In die zin zijn ze kwetsbaar.

Over de kleine zelfstandigen, de zzp'ers en het midden- en kleinbedrijf hoef ik niet heel veel te zeggen. U weet nog veel beter dan ik dat de tijden kunnen worden geduid als dire straits voor mensen die ondernemen in Nederland.

Ik denk ook aan de dak- en thuislozen. In onze brief aan premier Rutte eind vorig jaar namens alle ombudsmannen en kinder- en jeugdombudsmannen in Nederland hebben wij aandacht gevraagd voor de dak- en thuislozen. We kunnen in deze tijd, waarin corona rondwaart in Nederland, toch moeilijk "blijf thuis" tegen dak- en thuislozen zeggen als ze geen dak boven hun hoofd hebben? Ook voor de dak- en thuislozen vragen wij regie van de overheid. Wij zien dat er nu mogelijkheden zijn voor opvang. Laten wij proberen om die straks, als de crisis voorbij is, te continueren.

We kunnen toch ook niet tegen de inwoners van Sint-Eustatius zeggen: was je handen omdat je hygiënisch moet leven, als er geen water uit de kraan stroomt? En tegen burgers met een beperking zeggen dat ze even moeten wachten omdat anderen voorgaan, is ook geen alternatief.

We moeten ervoor zorgen dat, in termen van het vorige jaarverslag, iedereen mee kan doen. We moeten zorgen dat de regie daarvoor geregeld wordt. Moet de overheid dat allemaal zelf doen? Nee, natuurlijk niet. Het gaat er ook om dat de overheid faciliteert, zodat anderen de regie kunnen nemen.

Ik bezocht de website van het RIVM en daar staat iets over ouderen wat ik als volgt samenvat: als de regie over het eigen leven wordt verloren, dan verdwijnt de zelfredzaamheid. Het is van het grootste belang dat, als we zelfredzaamheid nog steeds belangrijk vinden, de regie wordt geleverd waardoor niet alleen ouderen, maar iedereen die in Nederland leeft, burger is en meedoet, zijn plaats kan vinden, het liefst op eigen kracht en soms ondersteund. Ik haak dan toch maar weer aan bij het rapport dat de Kamer ook kent: het rapport Weten is nog geen doen, van de WRR. Veel mensen die nu door de crisis zijn geraakt, zijn in een situatie terechtgekomen waarin dat rapport van toepassing is: schulden, armoe, werkloosheid, ziekte. Er wordt daarmee een aanslag gedaan om je doenvermogen. Ik hoop dat daar in deze Kamer volle aandacht voor is.

Een eerlijke overheid. Wees eerlijk. Zeg waar de overheid wel voor is en ook waar de overheid niet voor is. Zeg ook als overheid — landelijk, lokaal, medeoverheden — waar anderen dan de overheid aan het werk moeten om ervoor te zorgen dat er regie kan zijn op het eigen leven. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de hulpmiddelen in het kader van de Wmo en het debacle met de Hulpmiddelencentrale, dat voor veel burgers echt een enorme setback is geweest, om dat lelijke Engelse woord maar te gebruiken. Een begripvolle overheid. Het perspectief van de burger staat hoog in het vaandel bij een overheid die begrip heeft voor haar burgers. Zorg voor het beste besluit voor het kind, zegt de Kinderombudsman. Toon de bijzondere zorg voor de veteranen, zegt de Veteranenwet en, in het voetspoor daarvan, de Veteranenombudsman.

Ik roep u op om bij het voeren van de regie de lessen uit het verleden te trekken die mogelijk zijn. Laten we voorkomen dat we straks, bij het vragen van verantwoording over de aangevraagde ondersteuning door zzp'ers en ondernemingen, terechtkomen in een verantwoordingssituatie waar institutionele vooringenomenheid, zoals die in de kinderopvangtoeslag aan de orde was, opnieuw de kop opsteekt. We kunnen daar heel veel van leren, en ik hoop ook dat dat gebeurt. Kijk of de ruimhartigheid waarmee in de coronacrisis burgers op basis van vertrouwen door de overheid ook financieel zijn ondersteund, een voorbeeld kan zijn voor de mensen in Groningen die nog steeds vragen om een actieve rol van de overheid bij het vergoeden, begrijpen en bevatten van hun schade.

Tot slot nog een paar woorden over het Koninkrijk. Er is geen ombudsman op koninkrijksniveau, maar er zijn wel ombudsmannen in het Koninkrijk. En wij werken samen: de ombudsmannen van Curaçao, Sint-Maarten en de BES-eilanden. Over de BES-eilanden heb ik u al het voorbeeld genoemd van Sint-Eustatius en het gebrek aan water in tijden van corona, waarbij hygiëne zo belangrijk is. Op Sint-Maarten is het crisis op crisis. We hadden daar eerst Irma, nu hebben we de gevolgen van de coronacrisis en laten we samen hopen en bidden dat er niet nog een orkaan binnen twee weken of na twee weken, als het seizoen begonnen is voor de orkanen, over die eilanden heen gaat. Dat zou devastating zijn, echt vreselijk, en het zou misschien wel een definitief einde zijn van wat Sint-Maartenaren eigenlijk samen willen maken op hun eigen eiland. U kent ongetwijfeld ook de situatie, maar ik wijs u op de armoede en de nood die er is als het gaat om voedsel, waaraan vele tienduizenden Koninkrijksburgers in de landen Aruba, Sint-Maarten en Curaçao nu lijden. Op Bonaire is dat overigens niet echt anders. Ik zou bijna tegen u willen zeggen: regelt u in vredesnaam ook daar regie voor het hele Koninkrijk.

Alles wat ik heb gezegd, ieder onderwerp dat ik heb aangestipt, vindt u terug in het jaarverslag. Wat dat betreft is er een continuïteit in wat we in 2019 hebben gedaan en wat er nu in 2020 aan de orde is. De thema's zijn dezelfde, de inzet is hetzelfde en we proberen het perspectief van de burger te borgen. We moedigen u aan om dat zelf ook te doen in wet- en regelgeving en bij het toetsen van beleid. Het jaarverslag is zo meteen beschikbaar in het Nederlands, als ik u dat mag overhandigen. Maar er is tegelijkertijd een vertaling in het Engels en in het Papiaments om 10.30 uur online beschikbaar. Dus alle burgers in het Koninkrijk en, door de Engelse versie, ook ver daarbuiten, kunnen zien wat wij in Nederland hebben gedaan. U als parlement en ik, wij, als ombudsmannen.

Ik hoop dat u, nadat ik het aan u heb overhandigd, met ons verder in gesprek wil gaan. Ik heb een aantal dingen aangeroerd en aangestipt die ongetwijfeld vragen om verder debat en gedachtenwisseling. Wij zijn daar heel graag toe bereid en ik hoop dat dat aan uw kant ook zo zal zijn.

Ten slotte, laten we ervoor zorgen dat het geen 80%-samenleving wordt, waarin 20% niet mee kan doen. Laten we de regie regelen, zodat het zoals het voor de crisis was, namelijk met de rechtsstaat hoog in het vaandel, ook na de crisis zal zijn: dat die rechtsstaat er is voor iedereen. Ik zou willen zeggen, dat lijkt mij niet meer dan normaal.

Ik dank u wel.

Het jaarverslag wordt via de bode aan de Voorzitter overhandigd.

De voorzitter:

Namens de Kamer wil ik u hartelijk bedanken voor het jaarverslag, maar ook voor uw toelichting. De boodschap is helder: de samenleving is complexer geworden door de centralisatie van een aantal taken, de afstand tussen burger en overheid is groter geworden en het is ook onduidelijk voor burgers waar ze om hulp kunnen vragen. De titel van het jaarverslag zegt heel veel: Regel de regie! Ik wil u nogmaals hartelijk bedanken en via u wil ik ook de Kinderombudsman, mevrouw Kalverboer, de substituut-ombudsman, mevrouw Sylvester, en alle medewerkers van het bureau Nationale ombudsman ontzettend bedanken voor hun bijdrage aan het jaarverslag.

Het jaarverslag van de Nationale ombudsman zal ik in handen doen komen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, met dien verstande dat het onderdeel dat het werk van de Kinderombudsman betreft zal worden doorgeleid naar de vaste commissie voor VWS en dat het onderdeel dat betrekking heeft op de Veteranenombudsman zal worden doorgeleid naar de vaste commissie voor Defensie. Daar zullen de verdere procedures worden afgesproken over hoe de behandeling van deze verslagen zal plaatsvinden. Ik wil de door u in het jaarverslag, maar ook in de toelichting, aangehaalde thema's van harte onder de aandacht van genoemde commissies brengen, meer in het bijzonder de onderwerpen die betrekking hebben op het kinderombudswerk. Daarmee sluit ik de aanbieding van het jaarverslag. Nogmaals hartelijk dank voor uw aanwezigheid.

De heer Van Zutphen:

Dank u wel.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven