21 Stemmingen moties Vreemdelingen- en asielbeleid

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij het VAO Vreemdelingen- en asielbeleid,

te weten:

  • -de motie-Jasper van Dijk/Kuiken over openbaarmaking van het rapport van de Inspectie JenV (19637, nr. 2549);

  • -de motie-Jasper van Dijk/Kuiken over zo snel mogelijk gesprekken met Marokko starten (19637, nr. 2550);

  • -de motie-Jasper van Dijk over tijdelijke opschorting van de visumliberalisatie van Moldavië (19637, nr. 2551);

  • -de motie-Van den Berge/Van Ojik over slachtoffers van bacha-bazimisbruik niet terugsturen (19637, nr. 2552);

  • -de motie-Van den Berge/Van Ojik over geen vestigingsalternatief tegenwerpen bij Russische lhbti-vluchtelingen (19637, nr. 2553);

  • -de motie-Van Kooten-Arissen over de beleidswijziging inzake minderjarige vreemdelingen ongedaan maken (19637, nr. 2554);

  • -de motie-Van Kooten-Arissen over alternatieven voor vreemdelingendetentie van kinderen (19637, nr. 2555);

  • -de motie-Van Kooten-Arissen over heroverweging van aanbevelingen inzake het asielbeleid voor lhbti's en bekeerlingen (19637, nr. 2556);

  • -de motie-Van Kooten-Arissen over een thematisch ambtsbericht over de situatie van lhbt's in Iran (19637, nr. 2559);

  • -de motie-Groothuizen over herbeoordeling van de veiligheid van lhbti'ers in Iran (19637, nr. 2560);

  • -de motie-Emiel van Dijk/Wilders over door middel van een nexit ons immigratiebeleid uit Brussel terughalen (19637, nr. 2561);

  • -de motie-Emiel van Dijk over direct oppakken, vastzetten en uitzetten van oorlogsmisdadigers (19637, nr. 2562).

(Zie vergadering van 18 december 2019.)

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Jasper van Dijk stel ik voor zijn motie (19637, nr. 2549) aan te houden. Op verzoek van mevrouw Van Kooten-Arissen stel ik voor haar motie (19637, nr. 2559) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De motie-Van Kooten-Arissen (19637, nr. 2554) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland van de vier door UNICEF onderzochte West-Europese landen het enige land is dat zowel gezinnen met kinderen als alleenreizende kinderen opsluit in vreemdelingendetentie;

constaterende dat Nederland het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) heeft geratificeerd en dat het VN-Kinderrechtencomité Nederland opgeroepen heeft om migratiedetentie van kinderen en gezinnen te stoppen;

constaterende dat het VN-Mensenrechtencomité in de mensenrechtenrapportage over Nederland van juli 2019 stelt dat Nederland de behandeling van kinderen onder de Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring moet herzien om dit in lijn te brengen met internationale mensenrechten;

verzoekt de regering de beleidswijziging met betrekking tot minderjarige vreemdelingen (19637, nr. 2530), waarmee alle alleenstaande kinderen zonder verblijfsrecht die voor het eerst in het toezicht worden aangetroffen in Nederland vier weken in detentie kunnen worden gezet, ongedaan te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2568, was nr. 2554 (19637).

De voorzitter:

De motie-Van Kooten-Arissen (19637, nr. 2555) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat vreemdelingendetentie (psychische) gezondheidsschade kan toebrengen, met name voor kwetsbare mensen, zoals (alleenstaande) kinderen;

constaterende dat in 2018 50 alleenstaande kinderen, gemiddeld 20 dagen met uitschieters naar 82 dagen, in Nederlandse vreemdelingenbewaring verbleven;

constaterende dat er door The International Detention Coalition alternatieven voor de vreemdelingendetentie van kinderen zijn onderzocht en de afgelopen jaren de kennis over alternatieven voor vreemdelingendetentie toegenomen is;

verzoekt de regering alternatieven voor vreemdelingendetentie van alleenreizende kinderen en kinderen in gezinnen actief te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2569, was nr. 2555 (19637).

De voorzitter:

De motie-Van Kooten-Arissen (19637, nr. 2556) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering om de niet overgenomen aanbevelingen van het WODC, Gave en COC ter verbetering van het asielbeleid voor lhbti's en bekeerlingen opnieuw te overwegen, en in het bijzonder:

  • -een pilot uit te voeren met het vier-ogenprincipe in zaken van lhbti's en bekeerlingen in lijn met de voorstellen van WODC en COC;

  • -voor de IND te verduidelijken dat men lhbti's niet langer (mede) mag afwijzen op grond van het feit dat ze geen "proces van bewustwording en zelfacceptatie" hebben doorgemaakt of omdat ze niet voldoen aan andere stereotypen;

  • -een pilot uit te voeren waarbij asielzoekers de mogelijkheid krijgen om een tolk te vragen die niet afkomstig is uit hun land van herkomst;

  • -het asielmotief te registreren in asielzaken van lhbti's en bekeerlingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2570, was nr. 2556 (19637).

De voorzitter:

De motie-Groothuizen (19637, nr. 2560) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het landenbeleid van Iran in juli van dit jaar is gewijzigd;

constaterende dat daarbij is besloten lhb's voortaan als risicogroep in plaats van als groep van bijzondere aandacht aan te wijzen;

constaterende dat daarbij tevens is besloten dat transseksuelen niet langer als groep apart worden opgenomen en daarmee niet meer als risicogroep of groep van bijzondere aandacht zijn aangemerkt;

overwegende dat meerdere (internationale) bronnen constateren dat de situatie voor lhbti's in Iran nog steeds gevaarlijk is;

overwegende dat de Iraanse overheid bovendien recent 114 christenen in een gerichte actie heeft gearresteerd;

verzoekt de regering nogmaals naar die (internationale) bronnen te kijken die een oordeel geven over de veiligheid van lhbti's en christenen in de Iraanse maatschappij, en zo nodig de eerder genoemde wijziging in het landenbeleid te heroverwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 2571, was nr. 2560 (19637).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Jasper van Dijk/Kuiken (19637, nr. 2550).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS en FvD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Jasper van Dijk (19637, nr. 2551).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, de SGP, de PVV, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Berge/Van Ojik (19637, nr. 2552).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, de SGP en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berge/Van Ojik (19637, nr. 2553).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, Van Kooten-Arissen en 50PLUS voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):

Ik ben blij dat de motie op stuk nr. 2552 is aangenomen. Omdat een van de slachtoffers over wie de motie spreekt, binnenkort dreigt te worden uitgezet, wil ik graag voor de kerst nog een brief van de staatssecretaris over hoe zij deze motie denkt te gaan uitvoeren.

De voorzitter:

Voor het kerstreces, dus vanavond bedoelt u? Ja. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Kooten-Arissen (19637, nr. 2568, was nr. 2554).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de PvdA, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen en 50PLUS voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Kooten-Arissen (19637, nr. 2569, was nr. 2555).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen en 50PLUS voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Kooten-Arissen (19637, nr. 2570, was nr. 2556).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, Van Kooten-Arissen en 50PLUS voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Groothuizen/Voordewind (19637, nr. 2571, was nr. 2560).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, DENK, Van Kooten-Arissen, 50PLUS, D66, het CDA en de ChristenUnie voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Emiel van Dijk/Wilders (19637, nr. 2561).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de PVV en FvD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Emiel van Dijk (19637, nr. 2562).

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van 50PLUS, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV, FvD en Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Emiel van Dijk.

De heer Emiel van Dijk (PVV):

Voorzitter. Ik zou naar aanleiding van de motie op stuk nr. 2562, graag binnen twee weken, dus voor het eind van het jaar, een brief willen over hoe de regering uitvoering gaat geven aan deze motie.

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Naar boven