19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2568 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN KOOTEN-ARISSEN TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 2554

Voorgesteld 19 december 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat Nederland van de vier door UNICEF onderzochte West-Europese landen het enige land is dat zowel gezinnen met kinderen als alleenreizende kinderen opsluit in vreemdelingendetentie,

constaterende dat Nederland het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) heeft geratificeerd en dat het VN-Kinderrechtencomité Nederland opgeroepen heeft om migratiedetentie van kinderen en gezinnen te stoppen,

constaterende dat het VN-mensenrechtencomité in de mensenrechtenrapportage over Nederland van juli 2019 stelt dat Nederland de behandeling van kinderen onder de Wet Terugkeer en Vreemdelingenbewaring moet herzien om dit in lijn te brengen met internationale mensenrechten,

verzoekt de regering, de beleidswijziging met betrekking tot minderjarige vreemdelingen (19 637, nr. 2530), waarmee alle alleenstaande kinderen zonder verblijfsrecht die voor het eerst in het toezicht worden aangetroffen in Nederland vier weken in detentie kunnen worden gezet, ongedaan te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Kooten-Arissen

Naar boven