41 Mijnbouw/Groningen

Aan de orde is het VAO Mijnbouw/Groningen (AO d.d. 27/11).

De voorzitter:

Aan de orde is een VAO Mijnbouw/Groningen. Hartelijk welkom aan de beide bewindspersonen in vak-K. Wij gaan snel beginnen met mevrouw Beckerman van de SP.

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Ik begin met twee moties. Als ik tijd over heb, stel ik nog wat vragen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de NAM keer op keer heeft bewezen slecht te zijn in het zorgen voor een rechtvaardige schadeafhandeling;

overwegende dat alle gedupeerden na een lange strijd nu alsnog schadeloos gesteld moeten worden;

voorts overwegende dat de NAM nu weer zeggenschap krijgt over het aanvullende bedrag voor de schadeafhandeling;

verzoekt de regering deze finale afhandeling onafhankelijk te maken en voor iedereen die een te laag bod heeft gehad,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Van Raan en Nijboer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 709 (33529).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat woningbouwcorporaties als gevolg van de aardbevingen door gaswinning een deel van hun woningvoorraad moeten versterken en slopen;

overwegende dat deze maatregelen grote financiële gevolgen hebben voor de huurders;

overwegende dat verschillende corporaties verschillende tarieven als verhuisvergoeding hanteren;

constaterende dat mijn vorige motie voor een toereikende verhuisvergoeding nog niet volledig is uitgevoerd en huurders in conflict komen met hun corporatie;

verzoekt de regering om te zorgen voor een toereikende verhuisvergoedingsregeling voor huurders in het aardbevingsgebied en huurders zeggenschap te geven over de versterking,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Beckerman, Van Raan, Van der Lee en Nijboer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 710 (33529).

Mevrouw Beckerman (SP):

Voorzitter. Ik zou nog heel veel willen zeggen, maar ik ga nog in op die laatste motie. We hebben nu te maken met woningbouwcorporaties — in ieder geval één, mogelijk twee — die dreigen om naar de rechter te stappen om huurcontracten te ontbinden, omdat huurders niet in kunnen stemmen met de eisen van de corporaties. Laat dat eens tot je doordringen: corporaties proberen om mensen dakloos te maken, om huurcontracten te laten ontbinden. Het gaat om mensen die dus al jarenlang in een onveilig huis, in een kapot huis zitten. Bij hen dreigen de corporaties dit te doen. Er is hier 117 miljard verdiend aan de gaswinning. Die mensen hebben daarbovenop gewoond. Ik vind dit echt onbestaanbaar. Ik word echt heel naar van het idee dat corporaties dit dreigen te doen. Ik vraag de minister nogmaals stellig om een reactie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. De heer Sienot van D66.

De heer Sienot (D66):

Mevrouw de voorzitter. Dit is mijn laatste bijdrage van 2019.

Voorzitter. Weinig Groningers geloven nog dat er versterking komt. Dat is helaas begrijpelijk. Het enig mogelijke antwoord daarop is een daadwerkelijke versnelling van de versterking. Daarvoor dien ik deze motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat in 2019 is afgesproken om de versterkingsaanpak in Groningen te versnellen;

constaterende dat het streven is om begin 2020 een Bouwakkoord Groningen vast te stellen;

verzoekt de regering om de volgende versnellingsmaatregelen te overwegen en de Kamer te informeren over het mogelijk opnemen van deze maatregelen in de versterkingsaanpak:

  • -tijdelijke ontheffing voor aanbestedingsprocedures verlenen;

  • -vergoedingen voor individuele woningaanpassingen snel verlenen;

  • -lokale overheden meer doorzettingsmacht geven bij procedures en vergunningen;

  • -makkelijker kennisdelen over het aardbevingsdossier;

  • -uniformiteit toepassen;

  • -de bouwer tijdig betrekken zodat hij de bewoner mee kan nemen in de noodzakelijke aanpassingen;

verzoekt de regering voorts op basis van al die nieuwe versnellers ernaar te streven dat ten minste 2.000 woningen worden versterkt in 2020,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Sienot, Van der Lee, Agnes Mulder en Harbers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 711 (33529).

De heer Sienot (D66):

Daarnaast heb ik twee vragen. Eerder diende ik een motie in over de versterking in Ten Post. De bewoners zouden voor 31 december horen waar ze aan toe waren met hun huis. Krijgen zij nu snel duidelijkheid? De Kamer vroeg dit unaniem en toch zijn er nu weer problemen en is er weer vertraging. Daarom krijg ik graag een reactie van de minister op deze situatie.

Voorzitter. Dan mijn laatste vraag. Bij de versterking in Delfzijl wilden de corporaties honderden nieuwe levensloopbestendige woningen bouwen. Gezinnen met kinderen vragen zich af of deze woningen wel ruim genoeg zijn voor hen. Wordt daar voldoende rekening mee gehouden? De SP stelde daar recent vragen over. Om dat bij te vallen en het nog wat extra aan te sporen, zou ik daar echt graag zo snel mogelijk een reactie van de minister op willen krijgen.

Dank u wel.

De voorzitter:

De heer Nijboer ziet af van het woord. Dan de heer Van der Lee van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb geen motie. Ik heb wel twee moties meeondertekend. Het is misschien goed om, in aanvulling op mevrouw Beckerman, toch nog even te benadrukken dat ook ik het onacceptabel vind wat daar met huurders gebeurt. Ik vind het goed dat er vanuit BZK op hoog ambtelijk niveau een goed gesprek is geweest. Ik begrijp ook dat er een brief is. Die heb ik nog niet kunnen lezen, want die gaat via de lijn-BZK en ik ben toch een EZK-woordvoerder. Dat gaan we nog oplossen. Ik hoop echt dat daar snel een goede oplossing voor komt en dat de minister voorkomt dat hier een rechtsgang gaat plaatsvinden, terwijl mensen recht hebben op smartengeld als zij in de problemen zitten. Dat heeft het hof onlangs ook weer gezegd. Er moet dan gewoon financieel worden bijgeplust; desnoods door het Rijk.

Als het gaat om de versterking, dan is dit niet het jaar van de uitvoering geworden. Ik zou het kabinet willen aanraden om niet meer van die titels te kiezen. Ik heb vanaf het begin gevraagd om een dashboard met concrete targets. Dat is de beste manier om verwachtingen te managen; dus met concrete aantallen en niet met grote woorden. Ik hoop dat dit dashboard zo snel mogelijk in Q1 komt en dat dit in de komende jaren de leidraad wordt waarlangs we de versterkingsoperatie kunnen beoordelen.

Tot slot heb ik heel veel commentaar ontvangen op het wetsvoorstel dat in consultatie is geweest. Wij hebben als Kamer nog geen wetsvoorstel. Ik roep het kabinet op om dat commentaar en het oordeel van de SodM dat dit nog te weinig getuigt van een crisisaanpak, serieus te nemen. Indachtig de Raad van State en zijn kritiek destijds op de Wet mijnbouw als het ging om echt het belang van veiligheid vooropstellen, verwacht ik vanavond de toezegging dat men serieus kijkt naar die kritiek en straks in het nieuwe jaar met een beter voorstel komt.

De voorzitter:

Dank. Mevrouw Agnes Mulder van het CDA.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Het is schandalig hoe die woningbouwcorporatie daar in Groningen omgaat met haar huurders. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat huurders in Groningen vanwege de gaswinning met kosten geconfronteerd worden die hun niet volledig vergoed worden en dat zij daardoor in de problemen komen;

overwegende dat huurders goed moeten worden betrokken bij de versterkingsoperatie zodat zij kunnen verhuizen naar een woning met een vergelijkbaar woongenot;

verzoekt de regering voor het eerstvolgende algemeen overleg Mijnbouw zorg te dragen voor een passende en structurele oplossing voor deze problematiek;

verzoekt de regering voorts dit onrecht aan te pakken door met een structurele oplossing te komen waardoor de kosten van de huurders volledig worden vergoed;

verzoekt de regering tevens zich in te spannen een geschilprocedure in te richten zodat partijen zich niet gedwongen hoeven te voelen naar de rechter te gaan;

verzoekt de regering ten slotte de bovengenoemde partijen op lokaal niveau te ondersteunen in hun gezamenlijke overleg en dit te laten vastleggen in prestatieafspraken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Agnes Mulder en Sienot. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 712 (33529).

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik heb deze motie dus mede namens collega Sienot ingediend.

Voorzitter. Ik wil nog wel iets opmerken. We hebben intensieve debatten met elkaar gehad. De minister heeft ook een toezegging gedaan over de landbouwsector. Er is vorige week nog een laatste overleg geweest en wij zullen de uitkomsten van dat overleg voor het eerstvolgende AO krijgen.

Ik heb nog een ander punt. De landbouw wordt echt onevenredig hard getroffen, met alle mestkelders en alle problematiek. Het is heel ingewikkeld en die moeten gewoon vooruit worden geholpen.

We hebben voorts een klacht gekregen van bewoners van panden in batch 1467. Die zitten allang in een traject van sloop/herbouw. Wij kregen het signaal dat de zogenaamde waardesprong nog intact zou zijn. Wij willen weten waarom dit zo is. Ze krijgen er dus geen eensluidend antwoord op. Misschien kan de minister die vraag beantwoorden.

En dan tot slot, voorzitter, de waardedaling. Als we het goed begrepen hebben, krijgen woningeigenaren op een gegeven moment een beschikking inzake een vergoeding van de waardedaling door mijnbouwschade van het IMG. Kan de minister toezeggen dat het uitgangspunt wordt dat voor deze woningeneigenaren te volgen is waarom tot een bepaalde afweging is gekomen en dat zij ook weten waar zij eventueel een bezwaar kunnen indienen? Graag ontvangen wij hierop een reactie.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank. Tot slot is het woord aan mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter. We hebben met elkaar gedebatteerd over de situatie van mensen in Groningen. En die is niet goed. Dat bleek afgelopen week ook weer uit het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de gezondheid van mensen in het aardbevingsgebied. We hebben met elkaar gesproken over de situatie van mensen in een huurwoning, over de wijze waarop de woningcorporatie met mensen omgaat. Mevrouw Beckerman heeft daar net al iets over gezegd en ik hoorde mevrouw Agnes Mulder daar een motie over indienen. Ik ondersteun dat van harte. Ik vind echt dat hier een oplossing voor moet komen. Ik vind het ook goed om te horen dat de minister van BZK een van zijn medewerkers heeft gevraagd om naar Groningen te gaan en dat er ook een goed gesprek heeft plaatsgevonden. Ik hoop dus echt dat we met deze gezamenlijke inzet tot een oplossing kunnen komen.

Voorzitter. Als ik het heb over gezamenlijkheid, dan is dat zeker aan de orde als het gaat om de zorg voor mensen in Groningen. Ik vraag hier al heel erg lang aandacht voor, maar het blijkt heel ingewikkeld te zijn. Als ik in gesprek ben met de minister van EZK wordt er verwezen naar het ministerie van BZK. Dat snap ik vanwege de overdracht van bevoegdheden. Bij BZK krijg ik signalen dat het over gezondheidszorg gaat en dat ik bij VWS moet zijn. Bij VWS krijg ik signalen: mensen, dit gaat over geld; ik ga het toch hardop zeggen, u moet bij Financiën zijn. Dit is volgens mij waarom mensen afhaken als het gaat om de overheid. Van EZK naar BZK, naar VWS, naar Financiën: wie gaat deze mensen helpen?

Daarom dien ik vandaag de volgende motie in, want ik vind dat de Kamer maar verantwoordelijkheid moet nemen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat voor de specifieke zorgbehoefte van mensen in Groningen als gevolg van de aardbevingen een bedrag van 50 miljoen euro voor vijf jaar nodig is en dat nu 5,4 miljoen euro voor twee jaar beschikbaar is gesteld via gemeenten;

constaterende dat voorts een bedrag van driemaal €100.000 beschikbaar is gesteld voor laagdrempelig toegankelijke geestelijke zorg, maar dat de organisatie Geestelijke Verzorging Aardbevingsgebied (GVA) vaststelt dat dit bedrag ontoereikend is om in de behoefte te voorzien;

constaterende dat er sprake is van een onderuitputting in de aanpak geestelijke verzorging / levensbegeleiding van VWS;

overwegende dat afgelopen week uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen wederom is gebleken dat de zorg voor mensen in het aardbevingsgebied tekortschiet;

spreekt uit dat de rijksoverheid een verantwoordelijkheid heeft voor de zorg voor mensen in het aardbevingsgebied, waaronder geestelijke zorg;

verzoekt de regering in overleg met te treden met gemeenten, GGD's en GVA Groningen met als doel dat toereikende middelen beschikbaar komen voor alle vormen van geestelijke zorg in het aardbevingsgebied, en de Kamer hierover voor de Voorjaarsnota 2020 te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber, Sienot, Beckerman en Nijboer. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 713 (33529).

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik kijk naar de bewindspersonen. Zijn zij in staat om direct te reageren, of moet ik voor enkele momenten schorsen? We gaan in één keer door.

Minister Wiebes:

Voorzitter. Ik wilde graag een appreciatie geven van de motie op stuk nr. 709 van Beckerman c.s. Deze verzoekt de regering de finale afhandeling onafhankelijk te maken voor iedereen die een te laag bod heeft gehad. Onafhankelijk: ja, in die zin dat de onafhankelijkheid op precies dezelfde manier wordt vormgegeven als bij de arbiter. Dat betekent dat de schadebeoordeling niet bij de NAM ligt. De motie is echter totaal onbegrensd. Dat maakt het voor mij moeilijk. Ze is natuurlijk bedoeld voor de groep van de 6.000 die de vergoeding direct van de NAM heeft gekregen en niet onder de rechtsbescherming valt van de rechter of de arbiter. Als dat kan worden toegevoegd aan de motie en u stemt in met mijn interpretatie van "onafhankelijk", dan laat ik haar oordeel Kamer.

Mevrouw Beckerman (SP):

Uiteraard zou ik het liefst hebben dat het voor iedereen geldt die ooit onrechtvaardig is behandeld door de NAM. Als de minister zegt dat hij het in ieder geval voor deze groep wil regelen, dan vind ik dat al mooi. Dat zou ik willen aanpassen. Maar ik vind dat onafhankelijke wel echt een probleem, omdat in de brief die de minister stuurt als reactie op mijn motie nog steeds een stuk wordt opengelaten, waardoor de NAM daadwerkelijk weer kan gaan traineren. Dat vind ik heel beangstigend.

Minister Wiebes:

Dat lees ik er dan weer niet in. Er is gekozen voor precies dezelfde constructie als bij de arbiter. Bij de arbiter hebben de commissaris en ik ervoor kunnen zorgen dat de NAM de uitspraken volgt. Daar kun je ze juridisch niet helemaal aan houden, maar met die parallel is dat de onafhankelijkheid die wordt nagestreefd. Als er, voor de stemming, aan de tekst kan worden toegevoegd dat het gaat om de groep van 6.000 die de vergoeding direct van de NAM heeft gekregen en niet via de rechter of arbiter, dan laat ik de motie oordeel Kamer.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 709 wordt gewijzigd langs de lijn die de minister net aangeeft. Dan krijgt zij oordeel Kamer.

Minister Wiebes:

De heer Van der Lee waarschuwt mij serieus dat de consultatie serieus moet worden genomen. Hij zegt dat hij nog niet tevreden is over de wet. Ik nodig hem uit om de reactie van de regering af te wachten en de toelichting daarop te bestuderen. Uiteraard nemen wij de consultatie serieus. De wet komt terug van de Raad van State en dan hebben we het er uitvoerig over in deze zaal.

Mevrouw Mulder heeft gelijk: er komt een voortgangsdocument voor de agrarische sector en er lopen nog allerlei andere activiteiten. Daar gaan we volgend jaar ook dingen van terugzien.

Over de waardedaling zegt zij: laat nou toch helder zijn welke afweging gemaakt is. Ja, dat zal gedaan worden. Dat wordt ook door de uiteindelijke toekenner uitgewerkt. Daarbij zal er ook de mogelijkheid van bezwaar zijn; bij dezen.

Dan ben ik door mijn deel van de beantwoording heen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan wachten we even op de minister van Binnenlandse Zaken voor zijn beantwoording.

Minister Knops:

Dank u wel, voorzitter. Allereerst de motie van mevrouw Beckerman op stuk nr. 710, waarin de regering verzocht wordt om te zorgen voor een toereikende verhuisvergoedingsregeling voor huurders in het aardbevingsgebied en om huurders zeggenschap te geven over de versterking. Ik onderken de problematiek. Die is in het debat ook uitgebreid aan de orde geweest. U heeft ook de brief gezien die ik vandaag aan de Kamer gestuurd heb, waarin ik heel duidelijk heb aangegeven dat we, op basis van de gesprekken die we hebben gevoerd, alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat corporaties ook hun verantwoordelijkheid nemen. Net als mevrouw Beckerman betreur ik het dat een van de corporaties de positie heeft ingenomen die zij heeft ingenomen. Waarom? Omdat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Iedereen heeft hier een verantwoordelijkheid in. Ik ben het met haar eens dat huurders voor de rechter slepen in deze situatie niet passend is.

Dat neemt niet weg dat de verantwoordelijkheden zo zijn dat wij vanuit het Rijk niet de corporaties aansturen. Zij hebben een eigen governance. Ik kan alleen overleggen met hen; dat blijf ik ook doen. De directeur-generaal van mijn ministerie is afgelopen week met de corporaties in overleg getreden. Ik had gehoopt dat daar een andere uitkomst uit zou komen voor één van de corporaties. Ik kan mevrouw Beckerman toezeggen — zo lees ik de motie; als ik haar inderdaad zo mag lezen, zou ik haar oordeel Kamer kunnen geven — dat ik hierover onmiddellijk na het kerstreces opnieuw met de corporaties in gesprek ga, omdat ik echt vind dat we gezamenlijk moeten kijken welke mogelijkheden er zijn en hoe we die concreter kunnen maken, ook vanuit de verantwoordelijkheid van het Rijk. Ik kan daar niet op vooruitlopen, maar ik ga daar niet naartoe alleen om te praten. Ik vind dat iedereen zijn deel op zich moet nemen. We gaan kijken hoe we op een laagdrempelige manier kunnen voorkomen dat mensen, corporaties en huurders, zelfs naar de rechter moeten om duidelijkheid te krijgen over wie er nu gelijk heeft. We zouden een vereenvoudigde manier van geschillenbeslechting kunnen realiseren, waardoor deze martelgang voorkomen kan worden, want volgens mij heeft niemand daar baat bij en trekt iedereen uiteindelijk aan het kortste eind.

De voorzitter:

Mevrouw Beckerman, mag de motie zo gelezen worden?

Mevrouw Beckerman (SP):

Ja, zo mag de motie inderdaad gelezen worden. Ik wel daar nog wel echt iets bij opmerken. Mensen bellen mij hierover soms huilend op, omdat er gewoon wordt gezegd: zoek maar een advocaat. Mensen ...

De voorzitter:

Nee, we moeten het echt kort houden. Ik ga een beetje een kerstregime handhaven voor alle VAO's die nog komen. We gaan het debat niet overdoen. Uw oproep is helder en ik geloof dat de minister uw oproep ook serieus neemt. Hij geeft uw motie zelfs oordeel Kamer.

Mevrouw Beckerman (SP):

Maar ik wilde daarbij nog iets opmerken. Het is aan de minister om te bekijken hoe gezorgd kan worden dat deze bewoners niet voor de rechter worden gesleept, maar ik wil wel echt het klemmende beroep doen op de minister om de motie inderdaad zo te lezen. Schiet desnoods het geld voor, zou ik willen voorstellen. Dit moet echt geregeld worden, want ...

De voorzitter:

Helder.

Mevrouw Beckerman (SP):

... het is zo schrijnend dat mensen dakloos worden gemaakt. Dat kan echt niet.

De voorzitter:

De minister nog kort.

Minister Knops:

Ik deel volledig de analyse van mevrouw Beckerman dat de situatie zoals die nu is, buitengewoon ongewenst is voor iedereen. Dat is ook de reden dat ik heel gemotiveerd ben — dat heb ik eerder in het AO aangegeven en dat doe ik nu weer — om met partijen in het gebied tot nieuwe regelingen te komen die in ieder geval voorkomen dat je de drempel over moet van zoeken naar een advocaat en naar de rechter gaan. Want dat is volgens mij in deze specifieke situatie in Groningen geen goede wijze.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 710 krijgt oordeel Kamer. Dan gaan we naar de motie op stuk nr. 711.

Minister Knops:

In de motie op stuk nr. 711 verzoekt de heer Sienot de regering een aantal versnellingsmaatregelen te overwegen; hij noemt er een aantal op, maar die ga ik hier kortheidshalve niet herhalen. Tevens verzoekt hij de regering ernaar te streven dat er ten minste 2.000 woningen worden versterkt in 2020. Mijn oordeel over deze motie zou oordeel Kamer zijn als die lijst niet wordt gezien als een resultaatsverplichting, maar als een lijst waarmee ik op pad kan om een aantal zaken te regelen. Volgens mij zijn we het erover eens dat we het slimmer, eenvoudiger, eenduidiger en sneller moeten doen. Met de partijen die hierin genoemd worden, moet ik gaan spreken, want ook hiervoor geldt dat het samen met een aantal partijen gedaan moet worden. Ik ben bereid om het op die manier te doen.

De voorzitter:

Meneer Sienot, kunt u met die lijn instemmen?

De heer Sienot (D66):

Ja, voorzitter. Er staat ook "mogelijk" en "overwegen". Zo is het precies de bedoeling.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 711 krijgt oordeel Kamer.

Minister Knops:

De heer Sienot heeft ook een vraag gesteld over taxaties. Dat betrof de uitvoering van zijn motie om bewoners voor 31 december 2019 — dat is al over een aantal dagen — de taxatiewaarde van de huizen in Ten Post te bieden. Ik moet zeggen dat er door onvoorziene omstandigheden een kleine vertraging is opgetreden. Dat is juni en september met de bewoners van Ten Post besproken. De bewoners waren er uiteraard niet blij mee, maar ze waren wel tevreden dat het in ieder geval gemeld werd. De taxaties worden op twee bewonersavonden besproken met bewoners. Een vindt plaats in december, dus deze maand nog, en de andere in januari 2020. Daarna kunnen we vanaf januari 2020 werken aan de overeenkomsten met de bewoners en aan de voorbereidingen van de verhuizing, sloop en nieuwbouw van de woningen in het najaar van 2020. Daarmee wordt helaas niet aan de letter van de motie van de heer Sienot voldaan, maar ik hoop dat de uitvoering met die maand vertraging wel de geest van de motie raakt.

Mevrouw Mulder heeft een vraag gesteld over de waardesprong in Ten Post. Die waardesprong is indertijd ingesteld als anti-speculatiebeding. Dat was op zich met goede bedoelingen, om speculatie in het kader van versterken van woningen tegen te gaan: je koopt een woning goedkoop op, laat haar versterken en zet haar weer in de markt. Die anti-speculatieregeling geldt nu voor alle eigenaren, terwijl het primaire doel was om grootschalige speculatie tegen te gaan. Georganiseerde speculatie waar niemand beter van wordt, ook niet de inwoners, wilden we tegengaan. Nu blijkt dat het ook individuele inwoners raakt die zelf gewoon willen verhuizen. We gaan mensen niet verbieden om te gaan verhuizen. De vraag is dus in hoeverre deze regeling nog rechtvaardig is. Ik ga serieus bekijken of we het zo kunnen regelen dat er uitzonderingen komen voor situaties waarin er aantoonbaar geen sprake is van handelingen gericht op winstbejag, maar dat het gewoon is omdat mensen naar een andere plek willen verhuizen. Zodra ik daar meer over weet, zou ik de Kamer graag daarover informeren.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Kan dat misschien voor het eerstvolgende AO als uiterste geval? Als het eerder kan, vinden we dat natuurlijk altijd goed.

Minister Knops:

Ik begrijp de vraag. Ik ga me daarvoor inspannen. Ik kan het niet garanderen.

De voorzitter:

Dat is dus een inspanningsverplichting.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

We zullen dat controleren op 6 februari. Alvast welkom.

Minister Knops:

Dank u wel.

De voorzitter:

De moties.

Minister Knops:

Mevrouw Mulder heeft samen met de heer Sienot een motie ingediend, op stuk nr. 712, met een aantal verzoeken. De regering wordt verzocht om voor het eerstvolgende algemeen overleg Mijnbouw zorg te dragen voor een passende en structurele oplossing van deze problematiek, onrecht aan te pakken, met een structurele oplossing te komen waardoor de kosten van huurders volledig worden vergoed, zich in te spannen voor de geschilprocedure en genoemde partijen op lokaal niveau te ondersteunen. Er zit een aantal elementen in die mij bijzonder sympathiek voorkomen. Ik zal dat samen met de corporaties moeten doen. Er staat in dat huurders volledig worden vergoed. Dat klinkt sympathiek, maar ik ga geen dingen beloven die ik niet kan waarmaken. Op dat punt vind ik de motie te absoluut. Als mevrouw Mulder de motie op dat punt zou willen aanpassen, kan ik deze oordeel Kamer geven.

De voorzitter:

En als ze dat niet doet?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Ik ga even kijken naar een goede formulering. Het probleem is dat er inwoners zijn die huurder zijn, hun laatste centen op de bank hebben gespaard om hun uitvaart te kunnen betalen en nu worden geconfronteerd met deze kosten. Dat is voor mij het moeilijke punt.

De voorzitter:

Ik vind het wel lastig als u nog gaat kijken naar de motie, want we gaan vanavond stemmen over de moties. Ik denk dat u er nu aan de interruptiemicrofoon uit moet komen. Bij elke motie wordt nu onderhandeld. Als dat de hele avond zo doorgaat, zitten we hier om drie uur vannacht nog. Ik ga even heel bot zijn. Er komt nog een enorme brij aan moties aan.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Voorzitter. Dan haal ik mijn tweede verzoek uit deze motie. Ik kijk op 6 februari de minister aan en dan hoop ik dat het geregeld is voor de huurders.

De voorzitter:

Dus u gaat de motie op stuk nr. 712 wijzigen, mevrouw Mulder, en dan krijgt deze oordeel Kamer.

We gaan verder met de motie op stuk nr. 713.

Minister Knops:

Ja, de motie op stuk nr. 713, van mevrouw Dik-Faber. Ik zie mevrouw Dik-Faber even niet, maar zij heeft gezegd: mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd. We kunnen natuurlijk geen afbreuk doen aan de ministeriële verantwoordelijkheid, in heel formele zin. Op het moment dat er verzoeken worden gedaan die beslagleggen op de begroting van een collega in het kabinet, zal daarover uiteraard overleg moeten plaatsvinden. Dat zal duidelijk zijn. Dat neemt niet weg dat er tussen de ministeries natuurlijk wel zaken gecoördineerd worden. Uiteraard wordt er ook goed samengewerkt om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat ook die geestelijke zorg goed wordt ingeregeld. Mag ik de motie zo lezen dat wij daarover in overleg gaan? Ik kan niet toezeggen dat het nu al, bij Voorjaarsnota, geregeld wordt, maar als ik de motie zo mag lezen dat we het punt van de geestelijke gezondheidszorg, zoals dat ook in het debat is genoemd, blijven bespreken en dat we kijken waar er knelpunten zitten en hoe we die kunnen oplossen, zou ik het oordeel over deze motie aan de Kamer kunnen laten. Als dat niet zo is, dan moet ik de indiener vragen om de motie aan te houden.

De voorzitter:

De drie andere ondertekenaars van de motie zijn wel aanwezig in de zaal. Kan iemand van hen hierop reageren?

De heer Sienot (D66):

Dan gaan we maar voor "oordeel Kamer"; als we maar in gesprek blijven.

De voorzitter:

Nou, dat is helder.

Minister Knops:

Ja, prima.

De voorzitter:

De motie op stuk nr. 713 krijgt oordeel Kamer, mits zij zo geïnterpreteerd kan worden.

Minister Knops:

De heer Van der Lee heeft zijn ongenoegen uitgesproken over de corporaties, maar hij heeft ook gesproken over dat dashboard. Daar zijn we mee aan de slag. Ik heb toegezegd dat we dat gaan oppakken en dat we daar na het kerstreces op terugkomen. Dat gaan we dus ook gewoon doen.

Volgens mij heb ik dan alle vragen beantwoord en alle moties van een oordeel voorzien.

De voorzitter:

Ik dank u voor uw komst naar de Kamer. Ik geloof niet dat u hierna nog VAO's heeft, dus ik wens u een mooie kerstvakantie toe.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven