11 Aanvulling artikel 100 piraterijbestrijding

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 2 juli 2012 over aanvulling artikel 100 piraterijbestrijding.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. De koopvaardij is van groot economisch belang voor ons land. De Nederlandse koopvaardij wordt in de Indische Oceaan ernstig bedreigd door piraterij. Nu is de Nederlandse koopvaardij vooral een kwestie van de wilde vaart; dus geen lijnvaart, maar wilde vaart. Dat betekent dat die koopvaardij een hoge flexibiliteit aan de dag moet leggen en ook een scherpe prijsstelling moet hebben, om überhaupt nog op de wereldmarkt te kunnen concurreren.

Voor de bescherming van de koopvaardij tegen piraten zet het ministerie van Defensie beschermingsteams in. Wij zijn er nu twee jaar mee bezig om die op de rails te zetten. Op zich loopt dat wel goed; er zijn goede beschermingsteam en ze worden zeer gewaardeerd, maar het duurt te lang voordat het geheel voldoet aan de wensen en behoeften van de Nederlandse koopvaardij. Ik wil de minister van Defensie een steuntje in de rug geven, om ervoor te zorgen dat alles sneller en beter gaat voldoen aan de behoeften van de Nederlandse koopvaardij. Daarom heb ik de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat onder Nederlandse vlag varende koopvaardijschepen varend in de Indische Oceaan verzekerd moeten kunnen zijn van adequate bescherming tegen piraterij, zonder dat zij daartoe hun toevlucht moeten nemen tot maatregelen die in strijd zijn met de Nederlandse wetgeving;

verzoekt de regering, geen beleid te voeren dat reders onder de Nederlandse vlag uit jaagt en adequate bescherming tegen piraterij in de Indische Oceaan van onder Nederlandse vlag varende koopvaardijschepen mogelijk te maken, tegen een voor de reders betaalbare redelijke prijs die concurrentie op de wereldmarkt mogelijk maakt en onder voor de reders hanteerbare voorwaarden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid De Roon. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 189 (29521).

Minister Hillen:

Voorzitter. Ik dank de heer De Roon voor zijn opmerkingen. Ik begrijp zijn zorgen; de koopvaardij is een zorg van ons allemaal. Tot nu toe valt het omvlaggen gelukkig mee, wat niet wil zeggen dat we het moeten bagatelliseren. Het aantal omgevlagde Nederlandse schepen sinds begin dit jaar is vijftien. Dat kan om allerlei redenen gebeuren, dat hoeft niet per se met piraterij te maken te hebben. In diezelfde periode zijn er weer zes bijgeschreven, dus het gaat op en neer. De Nederlandse regering probeert de schepen die daar moeten varen en hun lading hebben, zo goed mogelijk te bedienen met het beschikbaar stellen van mariniers aan boord. De heer De Roon merkte terecht op dat wij dat adequaat proberen te doen. Tot nu toe zijn er dan ook geen Nederlandse schepen in problemen gekomen. Ik erken het probleem van de wat hoge kosten, maar daar werken we hard aan. Ik hoop dat we binnenkort weer een prijsverlaging kunnen doorvoeren, maar dat kan ik niet doen op basis van op- en afslag of commerciële tarieven. Dat is een kwestie van grondig overleg; ten eerste met mijn eigen begroting, die zoals bekend behoorlijk is geplunderd, maar ook met de minister van Financiën. Ik hoop binnenkort met een beduidend lager tarief te kunnen komen, zodanig dat het voor de koopvaardij steeds betaalbaarder wordt. Dit betreft het belangrijkste onderdeel van het dictum van de motie van de heer De Roon. Ik wil derhalve opmerken dat ik de motie van de heer De Roon graag overneem.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Als de minister namens de regering deze motie overneemt, kan ik haar intrekken. Ik dank hem zeer.

De voorzitter:

Aangezien de motie op stuk nr. 189 (29521) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van de beraadslaging meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 13.10 uur tot 13.24 uur geschorst.

Naar boven