Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Kortenoeven c.s. (29237, nr. 126) en de aangehouden motie-Van der Ham/Dijkgraaf (31288, nr. 115).

Ik stel voor om het VAO Project RRAAM van de agenda af te voeren.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om de interpellatie over de Gülenbeweging van de agenda af te voeren.

Ik deel mee dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde de volgende moties zijn vervallen: 32123-VI, nr. 31; 29323, nr. 78; 32369, nr. 9; 32123-A, nr. 119; 32123-A, nr. 121; 32123-VI, nr. 112; 32395, nr. 9; 32043, nr. 5, en 22054, nr. 162.

Ik stel voor om aan de agenda toe te voegen het VAO Campussen, een algemeen overleg van 2 december, met als eerste spreker het lid Voordewind van de ChristenUnie.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Roemer.

De heer Roemer (SP):

Mevrouw de voorzitter. Al sinds 1952 leeft de oorlogsmisdadiger Klaas-Carel Faber als vrij man in Duitsland, nadat hij als veroordeelde ontsnapte uit de Nederlandse cel. Voor de familie van de slachtoffers die Faber ten tijde van de Tweede Wereldoorlog maakte, is het niet te verkroppen dat zij de pijn van zijn daden nog dagelijks met zich meedragen, terwijl de dader zelf een zorgeloos bestaan leidt. Aangespoord door onderzoeksjournalist Arnold Karskens heb ik een brief opgesteld om uit de Tweede Kamer druk uit te oefenen op onze collega's in de Duitse Bondsdag, zodat het recht alsnog zijn beloop kan hebben.

De fractievoorzitters van alle politieke partijen in deze Kamer hebben besloten deze brief mede te ondertekenen, zodat er sprake is van een unaniem verzoek van de Tweede Kamer. Ik ben hen daar zeer erkentelijk voor. Deze brief vraagt onze collega's in de Duitse Bondsdag om al het mogelijke in het werk te stellen voor een snelle strafvoltrekking voor Klaas-Carel Faber.

Mevrouw de voorzitter. Ik wil u vragen om deze brief te versturen aan onze collega's in de Duitse Bondsdag, in de hoop dat hij bijdraagt aan het spoedig achter de tralies brengen van deze laatste nog voortvluchtige Nederlandse oorlogsmisdadiger. Ik overhandig u bij dezen de officiële brief.

De voorzitter:

Aangezien het een verzoek betreft van alle fractievoorzitters gezamenlijk, zal ik de brief doorgeleiden naar mijn collega, de voorzitter van de Duitse Bondsdag, de heer Lammert. Het stenogram van dit gedeelte van de vergadering zal worden doorgeleid naar het kabinet.

De heer Roemer (SP):

Dank u wel.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. We hebben vanavond een debat met de minister van Veiligheid en Justitie over de situatie in Eindhoven en omstreken. Gezien het feit dat er, zeer terecht, veelvuldig wordt gesproken over bijstand door onder andere de Koninklijke Marechaussee, verzoek ik u om ook de minister van Defensie hierbij aanwezig te laten zijn.

Mevrouw Berndsen (D66):

Met alle respect voor de minister van Defensie, maar mijn fractie heeft daaraan geen behoefte. Er is geen oorlog in Eindhoven en de minister van Veiligheid en Justitie is goed in staat om deze zaak zelf op te pakken.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Dat is hij zeker, maar de VVD heeft geen bezwaar tegen het uitnodigen van de minister van Defensie.

De heer Marcouch (PvdA):

De minister van Veiligheid en Justitie heeft ook de bevoegdheid om de Koninklijke Marechaussee aan te sturen. Daarom is het verzoek wat ons betreft overbodig, maar we zullen het niet blokkeren.

De heer Çörüz (CDA):

De minister van Veiligheid en Justitie kan dit heel goed alleen af, maar wij hebben geen bezwaar tegen dit verzoek.

De voorzitter:

Ik zit eerlijk gezegd met een probleem. Op dit moment zijn in de Eerste Kamer de algemene politieke beschouwingen aan de gang. Ik weet dat men er daar zeer aan hecht dat het kabinet zo voltallig mogelijk aanwezig is.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik voeg mij bij degenen die hier enerzijds niet direct zelf om zouden hebben gevraagd, maar er anderzijds geen bezwaar tegen hebben. Gelet op de discussies die tot nu toe hebben plaatsgevonden over het al dan niet inzetten van militairen bij veiligheidsaspecten, is het misschien wel eens goed dat beide ministers daarover hun licht laten schijnen. Ik maak dus geen bezwaar tegen de uitnodiging van de minister van Defensie.

De voorzitter:

Dan zullen we het verzoek overbrengen, maar ik maak de Kamer er nog wel op attent dat er een probleem is aan de overkant omdat daar al een debat loopt.

De heer Van der Ham (D66):

Ik heb een verzoek dat grenst aan dit onderwerp. Er wordt nu in de media, ook door het kabinet, veel gesproken over drugsbeleid. Ik heb een paar weken geleden al een groot debat over drugsbeleid aangevraagd, inclusief een reactie van de regering op het rapport van de commissie-Van de Donk. Om dat debat hier goed te kunnen voeren, nog los van het spoeddebat van vanavond of het verloop van de rest van de week, moet die reactie zo snel mogelijk naar de Kamer komen. Kunt u dat aan de regering doorgeven?

De voorzitter:

Dat kan, maar dit is eigenlijk een ander punt.

De heer Brinkman (PVV):

Het gaat me precies om wat de heer Rouvoet zei. In het spoeddebat kan duidelijk worden hoe het nieuwe kabinet invulling gaat geven aan de plannen om ook Defensie te betrekken bij bepaalde veiligheidsproblemen. Het lijkt mij dus zeer opportuun om vanavond ook de minister van Defensie aanwezig te laten zijn.

De voorzitter:

Ik zal de uitnodiging overbrengen en het stenogram doorgeleiden naar het kabinet en naar de voorzitter van de Eerste Kamer.

Het woord is aan de heer Dibi.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Vandaag is bekend geworden dat het brein achter WikiLeaks, Julian Assange, door de Britse politie is gearresteerd. Waarschijnlijk zal hij aan de Zweedse autoriteiten worden uitgeleverd vanwege verdenking van sex crimes. Tegelijkertijd bestaat er een bijzondere belangstelling voor de heer Assange vanuit de Verenigde Staten van Amerika, natuurlijk vanwege het uitlekken van de enorme hoeveelheid diplomatieke documenten. Op dit moment zit een WikiLeaks-medeverdachte, de 23-jarige soldaat Bradley Manning, reeds wekenlang in isolatie. Hij heeft geen contact met wie dan ook. Zijn mensenrechten worden daarmee geschonden. Om te voorkomen dat ook de heer Assange dit lot beschoren is, vraag ik om een spoeddebat met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie over hun inzet in de Europese Unie om een gemeenschappelijke lijn uit te zetten om direct noch indirect mee te werken aan uitlevering aan Amerika en veroordeling wegens de via WikiLeaks uitgelekte diplomatieke documenten.

De heer Timmermans (PvdA):

Ik denk dat het goed is als we in deze zaak helderheid krijgen over de positie van de Nederlandse regering. Mijn fractie steunt dus graag dit verzoek van de heer Dibi.

De heer Schouw (D66):

Het is ontzettend belangrijk dat dit parlement de regering aanmoedigt om te komen tot één beleidslijn, zoals de heer Dibi schetst. Wij steunen dit verzoek dus van harte.

De heer Çörüz (CDA):

Als ik me niet vergis is er aanstaande donderdag een AO over de Razeb. Dit punt kan daar dus al heel snel op de agenda komen.

De voorzitter:

De vraag is of u een spoeddebat steunt. Dat doet u niet, begrijp ik.

De heer Van Bommel (SP):

Hoe sympathiek deze zaak mij ook is, ik heb de afgelopen dagen geprobeerd om de Nederlandse betrokkenheid hierbij te ontdekken. Die betrokkenheid heb ik maar heel moeilijk en indirect kunnen vinden. Ik ben geïnteresseerd in een debat, maar ik ben eigenlijk meer geïnteresseerd in een opvatting van de regering. Is er op de een of andere wijze een Europese of een Nederlandse invalshoek te vinden ...

De voorzitter:

Mijnheer Van Bommel, dit is de regeling van werkzaamheden!

De heer Van Bommel (SP):

... en daarover wil ik graag een brief van de regering ontvangen.

De voorzitter:

Kijk, dat is een nieuw punt.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik steun zowel het verzoek om een brief als het verzoek om een spoeddebat.

De heer Nicolaï (VVD):

Een brief kan nooit kwaad. Ik heb, namens de VVD-fractie, geen behoefte aan een debat. Als ik de heer Dibi goed begrijp, gaat het ook meer om de strafrechtelijke kant. Daarover gaan wij juist niet.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is vooral uit praktische overwegingen dat ik opmerk dat, als het de heer Dibi te doen is om de inzet van de Nederlandse regering te kennen, het mijn voorkeur heeft om het via een brief te vragen. Aan de hand daarvan kan bezien worden of het al dan niet bij een ander debat gevoegd kan worden. Ik wil die inzet ook graag kennen. Wat mij betreft kan dat via een brief.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Ook de SGP-fractie vindt een brief prima, maar heeft op voorhand geen behoefte aan een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Dibi, u hebt steun voor een spoeddebat. Ik zal het stenogram doorgeleiden, zodat er een brief komt. Ik zet het verzoek voor een spoeddebat op de lijst. U kent de agenda.

De heer Dibi (GroenLinks):

Als ik via een procedurevergadering een meerderheid kan vinden voor een spoed-AO, wil ik daarover nadenken. Vooralsnog kan het spoeddebat ingepland worden. Wij kijken dan wat er gebeurt.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Er is voldoende steun voor het vragen van een brief.

De voorzitter:

Dat heb ik al gezegd.

De heer Van Bommel (SP):

De suggestie om de brief donderdag bij het AO over de Raad Buitenlandse Zaken te betrekken onderschrijf ik. Dat is wellicht eerder dan een mogelijk spoeddebat.

De voorzitter:

Daarom heb ik ook al gezegd dat het stenogram wordt doorgeleid naar het kabinet. Ook dit deel van de vergadering wordt ter kennis gebracht van het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Smeets, als voorzitter van de vaste commissie voor VWS.

Mevrouw Smeets (PvdA):

Voorzitter. Namens de vaste commissie voor VWS doe ik een vooraankondiging van een mogelijk VAO, naar aanleiding van het AO over pgb's dat voor woensdag 15 december op de agenda staat. De wens van de commissie is om het VAO aansluitend aan het AO te houden. Dat betekent woensdag 15 december na 17.00 uur.

De voorzitter:

Wij houden hiermee rekening in de agenda.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. Ik stel voor om het VAO over de PBO's, dat voor morgenvroeg gepland staat, meteen na het reces te houden.

De voorzitter:

Wij houden ook hiermee rekening in de agenda.

Mevrouw Jadnanansing (PvdA):

Voorzitter. Aanstaande donderdag is de heropening van de behandeling van de onderwijsbegroting. Ik vraag daarom om de stemmingen hierover, die voor hedenmiddag staan gepland, uit te stellen tot volgende week.

De heer Van der Ham (D66):

Er zou vandaag ook gestemd worden over de motie-Van der Ham/Dijkgraaf (31288, nr. 115). Die stemming wil ik ook uitstellen, want de motie heeft alles met dit onderwerp te maken.

De voorzitter:

Beide punten worden van de stemmingslijst afgevoerd.

Er zijn geen andere verzoeken voor de regeling van werkzaamheden. Wij gaan nu stemmen.

Naar boven