Vragen van het lid Çörüz aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht dat 100%-controles niet meer zijn toegestaan.

De heer Çörüz (CDA):

Voorzitter. Het Gerechtshof Amsterdam heeft bepaald dat de douane op Schiphol een persoon die terugkeerde uit Suriname of de Antillen niet zomaar aan een ondervraging of visitatie mocht onderwerpen, ongeacht het feit dat de douanehond aansloeg op drugs bij de zoon van de verdachte. Volgens de advocaat van de man die op Schiphol weigerde mee te werken aan de controle, zou er geen wettelijke grondslag zijn voor de 100%-controles.

De politierechter had de man veroordeeld omdat hij geen gehoor had gegeven aan een ambtelijk bevel. Het hof vernietigde dat vonnis met de motivering dat een verzoek om inlichtingen niet behoeft te worden ingewilligd in een situatie waarin in het geheel niet duidelijk is dat er sprake is van in- of uitvoer van goederen.

Nederland kampt met een enorme drugsproblematiek die ons internationaal aanzien schaadt. Drugssmokkel moet worden aangepakt. Het CDA is voor 100%-controle. Wat betekent dit arrest voor de 100%-controle op Schiphol?

Wat betekent de motivering van het hof dat een verzoek om inlichtingen niet behoeft te worden ingewilligd in een situatie waarin in het geheel niet duidelijk is dat sprake is van in- of uitvoer van goederen? Laat ik het anders zeggen: als ik niks in- of uit te voeren heb en ik ga naar andere landen, bijvoorbeeld de VS of Israël, mag men mij daar dan ook niet bevragen?

Wordt de werkwijze van de controle als gevolg van deze uitspraak anders?

Wordt in het belang der wet cassatie aangetekend?

Minister Opstelten:

Voorzitter. Het arrest betekent niets voor de rechtmatigheid van de 100%-controles. Die gaan gewoon door. Daar mag geen misverstand over bestaan.

Dan ga ik in op de tweede vraag, naar de motivering van het hof van Amsterdam. Ik zal samen met de staatssecretaris van Financiën, de heer Weekers, het vonnis bestuderen. Ik heb het net bekeken. Het OM zal de balans opmaken en bezien of cassatie nodig is. Dat is het antwoord op de vierde vraag. Cassatie kan zeker, maar dat hoeft niet.

Passagiers zijn verplicht om mee te werken aan de uitvoering van douanebepalingen en allerlei artikelen die daarbij horen. Deze houden onder meer in dat vragen worden gesteld om te achterhalen of een passagier mogelijk verdovende middelen bij zich heeft of in zich mee voert. Zo heb ik dat, het vonnis doorlezend, ook bekeken. De heer Çörüz heeft al gezegd dat het hierbij om een specifiek geval gaat. Het kan dan zijn dat het vorderen van inlichtingen in de fase daaraan voorafgaand moet worden beschouwd als prematuur. Dat is echter alleen zo in dit geval. Als een douaneambtenaar vraagt "mag ik even vragen: waar gaat u naartoe?", en iemand zegt dan "daar hebt u weinig mee te maken", dan is het mogelijk dat dit in dat geval prematuur is. Er moet dus een gedachte zijn die een relatie legt met de mogelijkheid dat de passagier verdovende middelen bij zich heeft.

De derde vraag is of het vonnis consequenties heeft voor de werkwijze. Daarvoor willen wij het vonnis toch nog even heel goed bekijken. Wij gaan ervan uit dat dit in de praktijk niet al te grote consequenties hoeft te hebben. Het is zeker dat de 100%-controles gewoon doorgaan.

De heer Çörüz (CDA):

Ik ben gerustgesteld nu de minister heel duidelijk zegt dat de 100%-controles doorgaan. Daar ben ik blij om.

De heer Van Bommel (SP):

100%-controle aan de Nederlandse kant is goed als die controle plaatsvindt overeenkomstig de regels. De controle dient menswaardig te zijn, et cetera. Ik ga ervan uit dat de aanbevelingen die indertijd door de Ombudsman zijn aangereikt, worden uitgevoerd. In het debat over de 100%-controle is steeds door de regering gezegd dat zij zou investeren in een betere controle aan de Surinaamse kant. Voorkomen dat de verdovende middelen de oceaan over komen is immers nog effectiever dan proberen om ze hier tegen te houden. Wordt daar ook in geïnvesteerd? Wat kan de minister daarover melden?

Minister Opstelten:

De toezegging die indertijd door mijn voorganger is gedaan, wordt ongetwijfeld nagekomen.

De heer Van Bommel (SP):

Dat moet deze minister dan toch doen.

Minister Opstelten:

Ja, zeker.

De heer Van Bommel (SP):

Heeft dat dan ook resultaat? Het ging om een scan in Suriname, opdat men daar goed kan controleren. Dat is de kern van de zaak.

Minister Opstelten:

Ik heb nu de vragen beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van de uitspraak van het hof. Die zijn duidelijk. Deze situatie zal ik direct checken. Ik heb op dit moment geen enkele aanleiding om te betwijfelen dat het niet gebeurt.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Recourt. Ik denk dat wij ons moeten beperken tot het onderwerp van de vraag.

De heer Recourt (PvdA):

Het arrest van het hof ziet op de bevoegdheden van de douane. Bij de 100%-controle is zowel de douane als de marechaussee ingeschakeld. Het arrest zegt helemaal niks over de marechaussee. Haar bevoegdheden zijn volledig intact. Kunnen wij dan niet concluderen dat het een storm in een glas water is?

Minister Opstelten:

Dat vind ik niet de passende term, maar als de heer Recourt dat concludeert, is dat zijn verantwoordelijkheid. Ik heb het arrest heel snel gelezen. Het gaat hierbij natuurlijk om de artikelen 27 Strafvordering, juncto artikel 2 Opiumwet. Natuurlijk draagt de douane over aan de marechaussee en op dat moment is er niks aan de orde. Ik zeg daarom dat het 100% doorgaat. Gun ons en het OM de gelegenheid om respect te tonen voor het arrest van het hof van Amsterdam. De heer Van Bommel noemt de zorgvuldigheid en wij zijn ook zorgvuldig, maar het arrest heeft naar onze mening een beperkte consequentie voor de werkwijze.

De heer Van der Steur (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie is blij dat de minister tot de conclusie is gekomen dat het weinig tot geen effect zal hebben. Wij hechten veel belang aan de 100%-controles, ook vanwege de effectiviteit. De VVD-fractie gaat mee met de opmerkingen dat wij ervan uitgaan dat de aanbevelingen van de Ombudsman worden uitgevoerd. Wij willen graag de garantie van de minister dat als in de analyse blijkt dat er toch een wetgevingstechnisch probleem is met de uitvoering van de 100%-controles, hij met gezwinde spoed met reparatiewetgeving naar de Kamer komt.

Minister Opstelten:

Ik kan de heer Van der Steur zeggen dat wij dat natuurlijk zullen overwegen. Kernpunt is dat de 100%-controleregel overeind moet blijven. Wij hebben geen aarzelingen dat deze gevaar loopt. Is er een praktisch probleem, dan zullen we natuurlijk de nodige maatregelen nemen. Ik zeg nogmaals dat het OM overweegt in cassatie te gaan, maar dat wil ik even nader bekijken. Daarover kan ik geen conclusie of zekerheid geven.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de antwoorden. Wij zijn gekomen aan het eind van het vragenuur.

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Ormel en Van Haersma Buma;

Van Veldhoven, Wiegman-van Meppelen Scheppink en Haverkamp, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is een beschikking van de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink tot lid in de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven