Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van GroenLinks stel ik voor, de stemmingen over de moties ingediend bij het spoeddebat over het protocol betreffende het kennisnemen van stukken door de commissie-Davids een week uit te stellen.

Ik stel voor, de stemmingen over de Implementatiewet EG-richtlijn infrastructuur ruimtelijke informatie (31771) en over de bij behandeling van deze wet ingediende moties uit te stellen in verband met een nog te ontvangen brief van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie de leden Van Raak en De Roos als plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures.

Het woord is aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek u om het verslag van het algemeen overleg over de richtlijn consumentenbescherming op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil u verzoeken om het verslag van het AO over de rapportage vreemdelingenketen op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Wij zullen dit VAO toevoegen aan de agenda van volgende week.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De SP-fractie wil graag een spoeddebat aanvragen inzake het functioneren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Wij hebben in de uitzending van Zembla afgelopen zondag gezien dat er heel veel mis is bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Wij vinden dat er per direct beleidswijzigingen en maatregelen nodig zijn. Vandaar ons verzoek om een spoeddebat.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Ook mijn fractie vond de uitzending van afgelopen zondag ronduit choquerend. Ik wil eigenlijk voorstellen dat wij eerst van de staatssecretaris en de minister een brief vragen, waarin zij aangeven hoe zij aankijken tegen die uitzending en wat zij denken dat er moet veranderen in de werkwijze van de inspectie. Ik stel voor dat wij vragen om die brief voor het meireces te mogen ontvangen, zodat wij na het meireces wellicht een uitvoeriger debat daarover kunnen voeren.

De voorzitter:

Dat is een nieuw voorstel.

De heer Van der Veen (PvdA):

Ik steun niet het verzoek om een spoeddebat, maar ik steun het voorstel van mevrouw Agema.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik vind het voorstel van mevrouw Agema prima. Laten wij dat volgen.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ook ik steun het voorstel van mevrouw Agema.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Het is een goed voorstel van mevrouw Agema. Steun daarvoor.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, er is steun voor een ander voorstel, namelijk een brief en een debat.

De heer Van Gerven (SP):

Het voorstel voor een debat in mei ligt er al. Dat is dus een oud voorstel. Wij worden geregeld geconfronteerd met uitzendingen over het functioneren van de inspectie. Wij krijgen heel veel meldingen van mensen die zich in de kou voelen staan.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, u hebt geen steun voor een spoeddebat.

De heer Van Gerven (SP):

Nee, maar ik probeer het spoedeisende karakter daarvan toch aan te geven.

De voorzitter:

Dat snap ik, maar dat is niet de bedoeling. De leden zijn mans genoeg om zelf die conclusie te kunnen trekken. Dank u wel.

De heer Van Gerven (SP):

Het is heel spijtig dat dit niet het geval is.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Vorige week was er een verhelderend rondetafelgesprek met het onderwijsveld naar aanleiding van de brief van de minister van OCW over het crisispakket, dat ook gevolgen kan hebben voor het onderwijs. Hoewel dat gesprek verhelderend was, hebben de fracties van de VVD, GroenLinks en D66 nog een aantal vragen. Voor de volledigheid heb ik die uitgeschreven vragen bij u neergelegd. Het gaat om de premiestijgingen voor de pensioenen, de koopkracht van onderwijspersoneel, de bezuinigingen die het ministerie zelf op zich zal nemen, het mbo en het behalen van de OESO-norm op langere termijn.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van het debat en ook dat van het debat dat zojuist heeft plaatsgevonden, doorgeleiden naar het kabinet.

De heer Pechtold (D66):

Morgen vindt dat spoeddebat plaats. Wij hopen dus wel dat de antwoorden ruim voor dat debat komen.

De voorzitter:

Dat zullen wij allemaal doorgeven. U begrijpt dat ik die antwoorden niet zelf maak.

Het woord is aan de heer Koopmans.

De heer Koopmans (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie zou graag een debat voeren met de ministers van VROM en van LNV over de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State over een aantal veehouderijbedrijven. Het milieu is de pineut, evenals honderden boeren. Door de uitspraak over het begrip "bestaand gebruik" kan ook de aanleg van wegen in problemen komen. Wij stellen daarom voor om ook de minister van V en W voor dit debat uit te nodigen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter. Over deze kwestie heeft mijn fractie vorige week schriftelijke vragen gesteld. Dat deed zij zelfs uitvoerig. De heer Koopmans herinnert zich dat, want wij hebben het daar even over gehad. De laatste vraag van die serie is of de minister het daarheen wil leiden dat de antwoorden bij de Kamer beschikbaar zijn voordat het algemeen overleg over Natura 2000 dat volgende week is geagendeerd, plaatsvindt. Het was mijn bedoeling om dit punt daaraan toe te voegen en in de procedurevergadering van LNV voor te stellen om dat AO met een uur te verlengen. Als de heer Koopmans de steun van zijn fractie behoudt en het spoeddebat er dus komt, verzoek ik u, mevrouw de voorzitter, om te bevorderen dat mijn schriftelijke vragen hierover voor die tijd zijn beantwoord.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Wat de rechter heeft bepaald, kan gebeuren als je de wet zo maakt. Ik geef er de voorkeur aan om het AO dat voor volgende week staat gepland hiervoor te gebruiken. Mocht het spoeddebat toch plaatsvinden, dan moet de brief deze week komen.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Ik sluit mij aan bij het voorstel van de heer Van der Vlies. Ik vind het bijzonder dat de heer Koopmans een spoeddebat aanvraagt, terwijl er volgende week een AO is gepland. Ik zou graag zien dat niet de minister van Verkeer en Waterstaat, maar de minister van VROM bij dat debat aanwezig is.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ook ik ben een beetje verbaasd. Ik dacht dat de CDA-fractie graag een ordentelijke planning van de plenaire agenda wil. Vanmiddag vindt er een procedurevergadering plaats. Er is een AO gepland en er zijn vragen gesteld. Ik stel voor om dit onderwerp volgende week in commissieverband te bespreken. Wij kunnen wel een brief aan de minister vragen en verzoeken om die deze week te leveren. Dat lijkt mij goed, maar ik wil verder gewoon een AO houden.

De voorzitter:

Vroeg u om een spoeddebat, mijnheer Koopmans? Ik dacht dat u om een debat vroeg, maar dan heb ik dat niet goed gehoord.

De heer Koopmans (CDA):

Ik bedoelde in ieder geval een spoeddebat.

De heer Cramer (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt het voorstel van de heer Van der Vlies.

De heer Polderman (SP):

Ik ben het met de heer Koopmans eens over de urgentie en het belang van het debat. Ik sluit mij echter aan bij de suggestie van de heer Van der Vlies. Ik denk dat het noodzakelijk is dat wij het antwoord op zijn vragen hebben – dat mag in de vorm van een brief – voordat wij het debat voeren.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik steun het verzoek om een spoeddebat niet, maar het verzoek van de heer Van der Vlies wel.

De heer Atsma (CDA):

De heer Van der Vlies vroeg hoe het nu zit binnen de CDA-fractie. De CDA-fractie steunt het verzoek om een spoeddebat van de heer Koopmans voluit.

De voorzitter:

Nu zaait u twijfel die er niet was, volgens mij. Iedereen begrijpt dat de heer Koopmans hier voluit in werd gesteund. Nietwaar, mijnheer Koopmans?

De heer Koopmans (CDA):

Precies, voorzitter.

De voorzitter:

Maar u bent wel verstandig.

De heer Koopmans (CDA):

Natuurlijk. Als wij kunnen afspreken dat wij elk spoeddebat dat in een algemeen overleg had kunnen worden afgedaan hier niet meer aanvragen, wil ik daar wel aan meewerken. Ik heb echter recent nog gezien, een paar minuten geleden, dat dit niet gebeurde.

De voorzitter:

Mijnheer Koopmans, daar is de regeling niet voor.

De heer Koopmans (CDA):

Ik kom nu op de punten die zijn ingebracht. Ik denk dat het heel erg goed is dat het kabinet een brief schrijft over dit onderwerp en ook de vragen van de heer Van der Vlies beantwoordt. Die vragen gingen echter over een andere uitspraak, die positief was voor een aantal bedrijven. Er is daarna een nieuwe uitspraak gedaan met een andere uitleg op het punt van bestaand gebruik. Mevrouw Jacobi vroeg of het verstandig was om de minister van VROM ook uit te nodigen bij dit debat. Daar ben ik voorstander van en dat heb ik ook voorgesteld. Wij zouden echter ook graag, vanwege de mogelijke gevolgen voor de aanleg van wegen, de minister van Verkeer en Waterstaat willen uitnodigen.

De voorzitter:

U hebt alleen al met uw eigen fractie voldoende steun voor een spoeddebat. Wij zullen dat agenderen met een spreektijd van drie minuten per fractie. Het stenogram zal worden doorgeleid naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik vraag namens de fractie van GroenLinks een debat aan met minister Eurlings over het bericht dat gisteren naar buiten kwam dat hij voorziet dat de kilometerheffing voor vrachtverkeer pas na 2011 wordt ingevoerd. Daarmee dreigt volgens ons de laatste pijler weg te vallen onder het kabinetsbeleid om de uitstoot van broeikasgassen in de sector verkeer terug te dringen. Dat wil nog steeds maar niet lukken. Het lijkt ons dat de minister wel degelijk wat heeft uit te leggen aan de Kamer. Vandaar dat wij een debat aanvragen.

De heer Cramer (ChristenUnie):

Ik steun het verzoek van mevrouw Van Gent.

De heer Aptroot (VVD):

Het definitief niet doorgaan van de kilometerheffing moeten wij zorgvuldig voorbereiden. Er is nog heel veel onduidelijk. Wij zijn veel meer voor een procedure via de commissie zodat wij eerst vragen kunnen stellen, de minister nog een of andere brief kan schrijven en wij langzaam maar zeker de kilometerheffing tot de bodem kunnen afbreken.

De heer Van der Ham (D66):

Ik vind het van groot belang om over dit belangrijke moment in het waarschijnlijk afblazen van de kilometerheffing een debat te voeren. Ik steun het verzoek van mevrouw Van Gent.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Ik steun het verzoek niet. Ik denk dat wij via de commissie moeten afspreken om hier een AO over te houden. Er is een voortgangsrapportage. Wij moeten hier echt veel tijd voor nemen, dus ik ben niet voor een spoeddebat.

De heer Koopmans (CDA):

Wij steunen het verzoek om een debat over dit onderwerp met de minister van Verkeer en Waterstaat wel, want wij willen dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over het doorgaan van de kilometerheffing.

De heer Roemer (SP):

Ik steun de lijn van de heer Aptroot. Volgens mij is het gebruikelijk bij dit soort zaken om de weg van de rapportage, een feitelijke vragenronde en vervolgens een fatsoenlijk algemeen overleg te volgen. Daar hebben wij volgens mij veel meer aan. Op die manier kunnen wij de kilometerheffing inderdaad tot de grond toe afbreken.

Mevrouw Agema (PVV):

Mijn fractie wil van die hele kilometerheffing af, dus een verzoek om een debat kunnen wij steunen.

De voorzitter:

Mevrouw Van Gent, ik heb heel goed meegeteld. Er is volgens mij nog niet voldoende steun voor een gewoon debat. Het was immers een verzoek om een debat, niet om een spoeddebat.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dan rest mij niets anders dan toch een spoeddebat aan te vragen. Ik vind het jammer dat ik het op deze manier moet doen. Wij vinden dit een zeer belangrijk onderwerp. De heer Aptroot heeft bijvoorbeeld een aantal argumenten naar voren gebracht, maar het een sluit het ander niet uit. Dit brengt mij ertoe om over dit onderwerp dan maar een spoeddebat aan te vragen.

De voorzitter:

Daarvoor hebt u voldoende steun. Wij zullen dat dus gaan organiseren.

Mevrouw Roefs (PvdA):

Het spijt mij, maar ik verkeerde in de veronderstelling dat een spoeddebat werd aangevraagd. De aanvraag voor een debat kan ik steunen.

De voorzitter:

Dan is er voldoende steun voor een debat. Het is altijd een zaak van goed opletten. Had ik gehoord dat iemand ook nog eerst een brief van het kabinet wilde? Ik constateer dat dit niet het geval is. Wij zullen een debat organiseren. Ik stel voor de spreektijd vast te stellen op vier minuten per fractie.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel van de stemmingen over de nationale snelwegpanorama's, aangezien ik nog wacht op een brief over de juridische haalbaarheid van mijn motie.

De voorzitter:

Wij zullen aan uw verzoek voldoen en dit punt afvoeren van de stemmingslijst.

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Vanochtend zagen wij in de Volkskrant een fantastische paginagrote campagne. Minister Plasterk promoot de Volkskrant. Ik wil graag van de ministers van Algemene Zaken, van OCW en van Binnenlandse Zaken een brief ontvangen, waarin zij aangeven wat de lijn van het kabinet is ten aanzien van het promoten van producten en het reclame maken. Wat is de lijn van het kabinet op dit terrein?

De voorzitter:

Ik wil niet flauw doen, maar het ingewikkelde van de zaak is dat u zich voor de regeling van werkzaamheden hebt aangemeld voor het aanvragen van een spoeddebat. U weet dat de regel voor het aanvragen van een brief luidt dat dit gewoon in de commissie moet plaatsvinden. Daarover hebben wij uitvoerig gesproken in de commissie voor de Werkwijze omdat hier anders voortdurend brieven worden aangevraagd. Daar wilden wij van af.

De heer Van der Ham (D66):

Ik vraag de brief van drie bewindspersonen. Ik meen dat de regel ...

De voorzitter:

Neen. U moet beter opletten. Dat is toch echt veranderd.

De heer Van der Ham (D66):

Dan vraag ik hierover een spoeddebat aan.

De voorzitter:

Dat vind ik echt flauw.

De heer Van der Ham (D66):

Ja, ik vind het ook een beetje flauw.

De heer Remkes (VVD):

Ik steun de voorzitter. Inhoudelijk ben ik het met de heer Van der Ham eens, maar procedureel steun ik de voorzitter hierin.

De voorzitter:

Mijnheer Van der Ham, ik vraag u vriendelijk om dit verzoek in de commissie te doen.

De heer Van der Ham (D66):

Vanzelfsprekend, voorzitter, als dat is wat u wilt. U smoort helaas het debat.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ferrier.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Voorzitter. Ik verzoek u, de stemmingen over de moties die zijn ingediend tijdens het VAO begrotingssteun met één week uit te stellen.

De voorzitter:

Ik constateer dat geen der leden hier bezwaar tegen heeft. Wij zullen deze stemmingen met één week uitstellen.

Naar boven