Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over de jacht.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik dien twee moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat 82% van het (eigenlijke) kroondomein meer dan drie maanden per jaar niet toegankelijk is voor de Nederlandse burgers met daarbij als reden rust voor de edelherten en het effectief en optimaal uitoefenen van afschot;

overwegende dat rust voor edelherten en het uitoefenen van afschot onverenigbare doelen zijn en dat de aangevoerde reden voor sluiting van het kroondomein derhalve niet houdbaar is;

verzoekt de regering, met ingang van 2008 het (eigenlijke) kroondomein gedurende het hele jaar open te stellen voor publiek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Van Gent en Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 161(31200 XIV).

De heer Atsma (CDA):

Is mevrouw Ouwehand van mening dat in het vroege voorjaar alle vogelreservaten op de eilanden en in het landelijk gebied ook geopend moeten zijn voor het publiek? Er is toch nadrukkelijk gezegd dat het vooral om de bronsttijd gaat?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De minister heeft vanmorgen in het debat mondeling alleen maar de bronsttijd benadrukt en de Kamer willen voorschotelen dat het gaat om het respecteren van de rust van de dieren, terwijl in de brief voortdurend en uitsluitend de rust in één adem wordt genoemd met optimaal afschot. Wij denken dat die doelen niet verenigbaar zijn en dat om die reden de Kroondomeinen niet moeten sluiten voor publiek.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de representatieve jacht van het koningshuis gepaard gaat met het afschieten van beschermde diersoorten, waarvoor ontheffingen worden verleend in het kader van populatiebeheer;

constaterende dat deze representatieve jacht, waarbij het staatshoofd (internationale) gasten uitnodigt om deel te nemen, alle kenmerken heeft van plezierjacht;

overwegende dat deze jacht dan ook ongepast is in het kader van populatiebeheer;

spreekt uit dat het kunnen bieden van een representatieve jacht door het staatshoofd en de financiering daarvan uit publieke middelen niet meer van deze tijd zijn en dienen te worden afgeschaft;

verzoekt de regering, de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis op dit punt te wijzigen en de Kamer hierover binnen een halfjaar te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Ouwehand, Van Gent en Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 162(31200 XIV).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Aan mij de eer om de laatste motie van dit jaar in te dienen. Is dat niet zo? Dan gun ik iemand anders de eer. Het is wel de laatste motie-Van Velzen van dit jaar.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het koninklijk jachtappartement jaarlijks meer dan een 0,5 mln. aan vergoedingen ontvangt van de rijksoverheid;Van Velzen

van mening dat het onwenselijk is om publieke middelen aan te wenden ter financiering van privéactiviteiten van het Koninklijk Huis zoals de hofjacht;

verzoekt de regering, vanaf het jaar 2008 geen financiële middelen ter beschikking te stellen ten behoeve van het koninklijk jachtappartement,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Velzen, Ouwehand en Van Gent. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 163(31200 XIV).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Aan mij de eer om de laatste motie van dit jaar in te dienen.

De voorzitter:

De heer Graus is er ook nog.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dan de op een na laatste motie van dit jaar. De laatste motie-Van Gent voor dit jaar, maar niet voor de hele periode.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op het Kroondomein door leden van het Koninklijk Huis en hun gasten – in het kader van representatieve jacht – hofjacht plaatsvindt;

van mening dat deze vorm van jacht vergelijkbaar is met plezierjacht;

doet een moreel beroep op de Kroondrager en haar familie om een royaal gebaar te maken en de hofjacht voorgoed te beëindigen en eventuele beheerjacht uitsluitend over te laten aan professionele jagers,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Gent en Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 164(31200 XIV).

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Nu rest mij nog een huishoudelijke mededeling en die is dat het tosti-apparaat inmiddels is gerepareerd.

De voorzitter:

Dank u wel. Dat is voor Buro Renkema, neem ik aan.

De heer Graus (PVV):

Mevrouw de voorzitter. Aan mij is echt de eer om de laatste twee moties van dit jaar in te dienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er door de leden van het Koninklijk Huis en/of hun gasten slechts voor representatie wordt gejaagd op het Kroondomein;

verzoekt de regering, een einde te maken aan de jacht door leden van het Koninklijk Huis en/of hun gasten op het Kroondomein,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 165(31200 XIV).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, inzage en transparantie te verschaffen in de door het Rijk gedragen kosten die gemoeid zijn met het Kroondomein,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Graus en Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 166(31200 XIV).

Mevrouw Van Velzen (SP):

Mag ik de motie van de heer Graus zodanig interpreteren dat de begroting van de Kroondomeinen aan de Kamer toegestuurd dient te worden?

De heer Graus (PVV):

Tijdens mijn discussie met de staatssecretaris van Financiën vanmorgen is onduidelijkheid ontstaan. Hij kan geen exacte kosten noemen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Sorry, maar ik heb een simpele vraag gesteld waar de heer Graus met ja of nee op kan antwoorden. Mag ik de motie zodanig interpreteren dat de begroting aan de Kamer gestuurd dient te worden?

De heer Graus (PVV):

Ja, de minister-president heeft beloofd dat er voor volgend jaar meer transparantie zal zijn, maar ik wil die duidelijkheid ook hebben over de voorgaande jaren. Daar moet gewoon duidelijkheid over zijn, klaar.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil een kleine staatsrechtelijk wijziging indienen op mijn motie. Ik richt het verzoek in de gewijzigde motie nu tot de regering, omdat dit staatsrechtelijk preciezer en mooier is.

De voorzitter:

De motie-Van Gent/Ouwehand (31200-XIV, nr. 164) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op het Kroondomein door leden van het Koninklijk Huis en hun gasten – in het kader van representatieve jacht – hofjacht plaatsvindt;

van mening dat deze vorm van jacht vergelijkbaar is met plezierjacht;

verzoekt de regering, een moreel beroep te doen op de Kroondrager en haar familie om een royaal gebaar te maken en de hofjacht voorgoed te beëindigen en eventuele beheerjacht uitsluitend over te laten aan professionele jagers,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 167 (31200-XIV).

Minister Verburg:

Voorzitter. Op een aantal moties kan ik onmiddellijk reageren omdat hedenochtend met de Kamer overleg heeft plaatsgevonden over het Kroondomein.

In haar eerste motie constateert mevrouw Ouwehand dat delen van het Kroondomein zijn gesloten in verband met bronst en met het afschot in het kader van het faunabeheer. Dat is zowel in de brief als hedenochtend in het algemeen overleg aan de orde geweest. Bovendien is zeer nadrukkelijk duidelijk gemaakt dat het overgrote deel van het Kroondomein het gehele jaar open is, namelijk van 25 december tot 15 september. Daarna worden enkele delen gesloten in verband met de bronst en het faunabeheer. In de motie wordt de regering verzocht om met ingang van 2008 het eigenlijke Kroondomein gedurende het gehele jaar open te stellen voor publiek. Met het oog op zorgvuldig faunabeheer ontraad ik het aannemen van deze motie.

In de tweede motie die is ingediend door mevrouw Ouwehand, mede namens mevrouw Van Gent en mevrouw Van Velzen, wordt de regering verzocht de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis op het punt van de representatieve jacht te wijzigen en de Kamer hierover binnen een half jaar te informeren. Ik ontraad het aannemen van de motie. Het betreft hier beheerkosten die hun grondslag vinden in het financieel statuut van het Koninklijk Huis.

In de motie van mevrouw Van Velzen wordt de regering verzocht om vanaf het jaar 2008 geen financiële middelen meer ter beschikking te stellen ten behoeve het Koninklijk Jachtdepartement. Wat ik heb gezegd in relatie tot de motie van mevrouw Ouwehand geldt ook hier: het is onderdeel van het statuut, en hiervoor worden diensten geleverd in het algemeen belang.

De motie-Van Gent/Ouwehand is inmiddels gewijzigd. In de motie wordt de regering verzocht een moreel beroep te doen op de Kroondrager en zijn familie om een royaal gebaar te maken en de hofjacht voorgoed te beëindigen en eventuele beheerjacht over te laten aan professionele jagers. Ik neem grote afstand van de inhoud van deze motie, omdat de overwegingen en de mening niet deugen. Ik ontraad het aannemen van deze motie ten stelligste.

In de eerste motie van het lid Graus wordt de regering verzocht een einde te maken aan de jacht door leden van het Koninklijk Huis en/of hun gasten op het Kroondomein. Vanmorgen hebben wij uitvoerig stilgestaan bij de noodzaak van afschot in het kader van zorgvuldig beheer. Dat gebeurt op het Kroondomein, bij Staatsbosbeheer en door Natuurmonumenten. Dat is in het belang van goed en zorgvuldig rentmeesterschap, in het belang van flora en fauna en in het belang van de hele samenleving, die op een veilige en gezonde manier wil kunnen genieten van flora en fauna. Dat de deelnemers aan representatieve jacht beschikken over een jachtakte, is een noodzaak en een voorwaarde. Dat heb ik vanmorgen gezegd. De voorwaarde waaronder de jacht plaatsvindt, moet volstrekt overeenkomstig de beheerjacht zijn. Op die manier moet de jacht worden uitgevoerd. Kortom, het is een vorm van beheerjacht. Beheerjacht is nodig. Ik ontraad dan ook het aannemen van deze motie.

De heer Graus (PVV):

De professional heeft een jachtakte, maar er zijn ook mensen die geen professional zijn en toch een jachtakte hebben. Dat onderscheid wilde ik maken. Ik doelde echt op de professionals van Staatsbosbeheer, die enkel en alleen boswachter zijn.

Minister Verburg:

Wij laten dit overal toe. Iedereen die een jachtakte heeft, mag onder bepaalde voorwaarden en spelregels de jacht uitoefenen. Of zij dat nu professioneel doen, parttime of in de vrije tijd: daar maken wij geen onderscheid in. Het gaat erom dat zij voldoen aan de criteria en over de nodige vaardigheden beschikken. Zij moeten er ook voor zorgen dat de jachtakte geldig is. Dat zegt niks over de deskundigheid. Het enige onderscheid is of iets beroepsmatig wordt gedaan of vrijwillig. Ik ga niet het dispuut aan over de vraag of mensen met een jachtakte die niet beroepsmatig jagen niet minstens net zo goed kunnen jagen als mensen die beroepsmatig jagen. Zij doen het in ieder geval onder dezelfde voorwaarden en zij moeten voor de jachtakte voldoen aan dezelfde criteria. Ik blijf het aannemen van de motie dan ook ontraden.

In de motie van de heer Graus en Brinkman op stuk nr. 166 wordt de regering verzocht inzage en transparantie te verschaffen in de door het Rijk gedragen kosten die zijn gemoeid met het Kroondomein. Dit is naar mijn mening een overbodige motie. De brief die wij begin deze maand naar de Kamer hebben gestuurd, geeft vanaf bladzijde 1 tot en met bladzijde 9 inzicht in bedragen. Vanmorgen is hierover met de Kamer gesproken. Daarin is alles helder uiteengezet. Wil de heer Graus ook een nadere verdiepingsslag in de begroting van het Koninklijk Huis, dan wijs ik hem graag op de toezegging van de minister-president bij de behandeling van de begroting hierover.

De heer Graus (PVV):

Ik heb twee vragen over de antwoorden die u hebt gegeven. De staatssecretaris van Financiën zei hedenochtend zelf dat het niet transparant en duidelijk was. Zij willen er volgend jaar mee komen, maar ik zou het fijn vinden om met terugwerkende kracht, bijvoorbeeld tot een jaar of vijf geleden, te weten wat er allemaal is omgegaan, want daar gaat het om. Anders zou het vlug aangepast kunnen worden en dat is niet eerlijk.

Voorts heb ik een vraag over de beantwoording over de jagers en over mensen met een jachtakte die voor hun plezier jagen. Het gaat mij om de reden waarom iemand gaat jagen. Een professional van Staatsbosbeheer doet dat om een heel andere reden dan iemand die een glas wijn gaat drinken en daarna met zijn jachtakte op dieren gaat schieten. Het gaat mij om de insteek waarom je gaat jagen.

Minister Verburg:

Ik zal met het laatste te beginnen, want dat slaat ook op de vorige motie. Dat wens ik te bestrijden. Het hoeft helemaal niet zo te zijn dat mensen die niet beroepsmatig jagen, dat alleen maar doen vanwege dat glas wijn. Ook zij zijn zich bewust van de noodzaak om flora en fauna door zorgvuldig beheer te dienen. Zij hebben zich net zo goed te houden aan de spelregels als welke professional ook. Ik zie die tweedeling niet. Sterker nog, ik vind zo'n tweedeling ook niet acceptabel, omdat het onder exact dezelfde criteria moet gebeuren. Wat u zegt over de motieven laat ik aan u, maar dat is uitermate discutabel en niet te onderleggen.

Als de heer Graus zijn motie zo uitlegt als hij nu doet, zeg ik niet dat de motie overbodig is, maar dan ontraad ik de aanneming van de motie. Ik wijs erop dat de terugwerkende kracht niet in de motie is verwoord. Over de motie zoals zij nu is, met de nadere duiding van de heer Graus, zeg ik dat de verdiepingsslag komt bij de volgende begroting. Wij hebben in de brief volstrekte helderheid gegeven. Dat is vanmorgen ook duidelijk geworden. Ik ontraad de aanneming van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor haar bijdrage. Vanavond zal over de moties worden gestemd.

De vergadering wordt van 18.32 uur tot 19.45 uur geschorst.

Naar boven