Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te studeren en invoering van het collegegeldkrediet (30933),

- over:

- de motie-Leijten/Dibi over het verhogen van de aanvullende beurs (30933, nr. 15);

- de motie-Bosma over het uitsluiten van islamitische landen van de meeneembaarheid van de studiefinanciering (30933, nr. 16);

- de motie-Pechtold c.s. over de meeneemregeling van studiefinanciering naar Bolognalanden (30933, nr. 17).

(Zie vergadering van 28 maart 2007.)

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Leijten (stuk nr. 13, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 13 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel A van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen C tot en met G van artikel I worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Leijten (stuk nr. 14, I) tot het doen vervallen van onderdeel H.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de PvdD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 14 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel H wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen I tot en met Y en de onderdelen Za tot en met DD van artikel I worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen III, VII tot en met IX en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. De SP is voor de mogelijkheid om studiefinanciering mee naar het buitenland te nemen, maar heeft grote bezwaren tegen de wijziging in de opbouw van de basisbeurs. De tegemoetkoming in de studiekosten wordt daaruit geschrapt en het collegegeldkrediet komt daarvoor in de plaats. Dit zet de deur open voor de mogelijkheid van hogere collegegelden, waardoor studenten kunnen worden gedwongen tot het aangaan van hogere leningen.

Dit vinden wij onacceptabel en daarom hebben wij via twee amendementen geprobeerd, de wet op dit punt te wijzigen. Nu deze amendementen het niet gehaald hebben, blijft de koppeling van de meeneembaarheid aan de invoering van het collegegeldkrediet in stand. Om die reden zal de SP tegen het wetsvoorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden Voorzittervan de fracties van de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt de motie-Leijten/Dibi (30933, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bosma (30933, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Pechtold c.s. (30933, nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66 en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven