Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 28 juni 2006 over de Zorgverzekeringswet.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. De reden dat dit nog even moet, is omdat er nog steeds gigantische problemen zijn...

De voorzitter:

Nee, nee, alleen moties!

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de declaratieproblemen tussen huisartsen en zorgverzekeraars niet zijn opgelost;

constaterende dat huisartsen door problemen bij bevoorschotting in financiële problemen kunnen geraken;

verzoekt de regering, de regie in handen te nemen en ervoor te zorgen dat de declaratieproblemen tussen huisartsen en zorgverzekeraars voor 1 augustus 2006 zijn opgelost en de bevoorschotting na 1 juli voort te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kant en Arib. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 105(29689).

De heer Heemskerk (PvdA):

Voorzitter. De minister deed een halve toezegging. Met deze motie krijgt hij nog een extra zetje in de rug.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de premies voor de zorgverzekering jaarlijks worden nagecalculeerd, zodat het werkgeversdeel niet meer dan 50% bedraagt;Heemskerk

constaterende dat deze nacalculatie leidt tot een onwenselijk jojo-effect in de nominale premie voor werkenden;

constaterende dat deze nacalculatie volgens het CPB in 2007 tot een aanzienlijke stijging van de nominale premie voor werkenden zal leiden;

verzoekt de regering, deze premiestijging ongedaan te maken en in 2007 te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Heemskerk. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 106(29689).

Minister Hoogervorst:

Voorzitter. Er is een brief onderweg naar de Kamer, waarin een weergave staat van het overleg dat partijen LHV en ZN onder leiding van mevrouw Vogelaar in aanwezigheid van mijn ambtenaren hebben gevoerd. Zij hebben daarbij geconcludeerd dat er een enorme vooruitgang is geboekt op het gebied van de declaraties, en dat er geen behoefte aan bestaat om de bevoorschotting naar 1 juli 2006 voort te zetten. Het zijn de huisartsen zelf die dat hebben geconcludeerd, dus ik ontraad de motie op dit punt.

In het algemeen overleg heb ik al aangegeven dat ik mijn uiterste best ga doen om dat nacalculatie-effect weg te poetsen. Ik heb indicaties dat de minister van Financiën bereid is, daaraan mee te werken. De werkgevers zal dan wel op een andersoortige manier compensatie worden geboden. Ik kan nog geen resultaatsgarantie geven, maar ik wil de inspanningsverplichting op mij nemen om te kijken, of wij dit op een ordentelijke manier kunnen oplossen.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven