Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 juni 2006 over het Besluit eigen bijdrage WMO.

Mevrouw Verbeet (PvdA):

Voorzitter. De motie die ik nu wil indienen, vloeit voort uit het overleg over het Besluit eigen bijdrage WMO.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) een brede participatiewet is met als doelstelling eenieder te compenseren voor beperkingen die samenhangen met het fysieke of psychische welbevinden en/of het algemeen welzijn, conform het internationaal gehanteerde International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF);

constaterende dat in de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) geen eigen bijdrage voor een rolstoel verschuldigd is;

voorts constaterende dat als gevolg van het Besluit eigen bijdrage WMO gemeenten van diegenen die vanaf 1 januari 2007 voor een rolstoel zijn geïndiceerd wél een eigen bijdrage kunnen vragen;

van mening dat het vragen van een eigen bijdrage voor een rolstoel niet mag leiden tot een inkomensachteruitgang ten opzichte van de bestaande eigenbijdragesystematiek voor een rolstoel in de WVG;

verzoekt de regering, het voorgenomen Besluit eigen bijdrage WMO zo te herzien dat de hoogte van de eigen bijdrage voor een rolstoel op nul wordt gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Verbeet, Mosterd, Van Miltenburg, Azough, Van der Vlies en Bakker.

Zij krijgt nr. 37(29538).

Staatssecretaris Ross-van Dorp:

Voorzitter. In de opzet van de eigenbijdrageregeling voor de WMO worden de regelingen uit de AWBZ en de WVG tot één regeling gecombineerd. Aansluitend bij het brede karakter van de WMO wordt er geen onderscheid gemaakt naar voorzieningen in de eigenbijdrageregeling. Een apart onderscheid maken voor rolstoelen past dus niet in die opzet. Verder levert het hanteren van zo'n onderscheid ook strijdigheid op met het uitgangspunt van eigen verantwoordelijkheid en het draagkrachtbeginsel. In de regeling wordt aan mensen die een bijdrage in de kosten van een voorziening kunnen leveren een bijdrage gevraagd. Ik zie geen reden om daarbij onderscheid tussen verschillende voorzieningen te maken. Vanuit het gelijkheidsbeginsel is het immers niet wenselijk om in de regeling voor verwante voorzieningen als scootmobielen of rolstoelen een verschillend regime voor eigen bijdragen te hanteren. Het hanteren van een dergelijk onderscheid kan tot verkeerde prikkels leiden en daardoor verstorend werken op de keuze van een gemeente om de meest wenselijke voorziening aan te bieden. In ontraad dan ook aanvaarding van deze motie.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Wij zijn gekomen aan het eind van de VAO's, met dank voor uw aller medewerking.

Ik stel voor, aan het eind van de vergadering van vandaag te stemmen over alle bij deze zes VAO's ingediende moties.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 18.35 uur tot 20.00 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik stel voor, het eerder van de agenda afgevoerde VAO over eigen risico WAO/WGA aan de agenda toe te voegen en dat te behandelen meteen na het antwoord van de minister-president in eerste termijn.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven