Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet ruimtelijke ordening inzake grondexploitatie (30218).

(Zie wetgevingsoverleg van 26 juni 2006.)

De voorzitter:

De amendementen-Irrgang (stukken nrs. 8, 10 en 11) zijn ingetrokken.

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Lenards c.s. (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel A, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lenards c.s. (stuk nr. 19, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Lenards c.s. (stuk nr. 19, II), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Verdaas c.s. (stuk nr. 14, I) tot het invoegen van een onderdeel BA.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 14 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

De onderdelen C en D worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Irrgang c.s. (stuk nr. 20) tot het invoegen van een lid 5a in artikel 6.13.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de LPF, de Groep Nawijn en de Groep Van Oudenallen voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Knops c.s. (stuk nr. 17) tot het toevoegen van een lid 8 aan artikel 6.13.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, het CDA, de ChristenUnie, de SGP en de Groep Nawijn voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Onderdeel E wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen F tot en met H worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Door de aanneming van het amendement-Verdaas (stuk nr. 14, II) is een artikel IA ingevoegd.

De artikelen II en III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven