Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 28 juni 2006 over de markt voor persoonlijke dienstverlening.

De heer Van der Sande (VVD):

Voorzitter. Ik ga gelijk over tot het indienen van de motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het wenselijk is een markt voor persoonlijke dienstverlening verder te ontwikkelen;

overwegende dat de Raad voor Werk en Inkomen op verzoek van de Kamer een constructief advies heeft uitgebracht over de ontwikkeling van zo'n markt dat een fiscale en een defiscale variant bevat;

overwegende dat de voorgestelde wetswijziging van de "huishoudelijke hulp" een stap in de goede richting is;

verzoekt het Presidium, een adviesaanvraag aan de Raad voor Werk en Inkomen voor te bereiden, om de eerder genoemde varianten in het RWI-advies zowel afzonderlijk als in combinatie in detail voor 1 oktober verder uit te werken en daarbij in het bijzonder aandacht te besteden aan:

  • - de beleidstechnische haalbaarheid en uitvoerbaarheid;

  • - de handhaafbaarheid en in het bijzonder ten aanzien van verdringing en tegengaan van zwart werk;

  • - met een gezaghebbende derde de budgettaire consequenties zowel in termen van werkgelegenheid en financiële middelen te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Sande, Bussemaker en Van Hijum. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 68(29544).

Staatssecretaris Van Hoof:

Voorzitter. Ik aarzel enigszins omdat het dictum van de motie zich richt tot het Presidium. Ik zou er wel commentaar op kunnen geven, waar ik weet niet of u vindt dat ik daartoe in de positie ben.

De voorzitter:

U hebt volkomen gelijk. Ik bied u mijn verontschuldigingen aan. Ik val nu door de mand aangezien ik door het intensieve debat over de regeringsverklaring een kort moment even niet goed heb opgelet.

Namens het Presidium wacht ik op de uitslag van de stemming, maar indien de motie wordt aangenomen – als ik de ondertekening zo zie, dan zal dat het geval zijn – zal het Presidium de motie beoordelen met als uitgangspunt dat deze zal worden uitgevoerd.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven